Nederland heeft, net als ieder ander land, groot belang bij goed werkende, gereguleerde handelsplatformen. De aantrekkelijkheid van handelsplatformen is mede afhankelijk van de kwaliteit van ‘public and private enforcement’ en juridische mogelijkheden om geschillen te beslechten. De afgelopen periode hebben grote Nederlandse ondernemingen de voorpagina’s van de kranten gehaald door hun (mogelijke) betrokkenheid bij financieel-economische criminaliteit. In deze bijdrage wordt de vraag beantwoord of ‘private enforcement’ van financieel-economische criminaliteit bij ondernemingen wel voldoende resultaat kan opleveren om effectief te zijn en om benadeelde partijen te ondersteunen bij het verhalen van hun schade. |
Zoekresultaat: 5 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving x
Artikel |
‘Private enforcement’ van nalatigheid bij financieel-economische criminaliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | financieel-economische criminaliteit, private enforcement, aansprakelijkheid, nalatigheid, risicomanagement |
Auteurs | F.J. Erkens FFE MEWI LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
‘50 is het nieuwe 100’Moeite met maatwerk bij het opleggen van boetes voor schending van de inlichtingenplicht uit de Participatiewet |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Bestuurlijke boete, Inlichtingenplicht, Participatiewet, Evenredigheid, Handhaving |
Auteurs | Mr. dr. A.G. Mein |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op overtreding van de inlichtingenplicht uit de Participatiewet staat een bestuurlijke boete. Aanvankelijk schreef de wet een relatief hoge boete voor (100% van het benadelingsbedrag). Echter, de CRvB heeft dit boetestelsel gematigd, met een beroep op de evenredigheid. Daartoe heeft het boetecategorieën geïntroduceerd (opzet, grove schuld, normale verwijtbaarheid en verminderde verwijtbaarheid) met bijbehorende boetehoogtes (100%, 76%, 50% en 25%). In de praktijk blijkt deze boetesystematiek niet goed werkbaar. De gemeentelijke boetefunctionaris kan moeilijk uit de voeten met dit begrippenkader, dat is ontleend aan het strafrecht. Gemakshalve kiest hij voor een boete die past bij normale verwijtbaarheid. Schiet de CRvB hiermee zijn doel voorbij? |
Artikel |
Datamining in een veranderende wereld van opsporing en vervolging |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Strafprocesrecht, Strafrecht, Art. 3 Politiewet 2012, Datamining, Privacy |
Auteurs | Mr. dr. S. Brinkhoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
Datamining wordt meer en meer als opsporingsmethode ingezet. Onderzocht wordt of de huidige wettelijke grondslagen, mede gelet op jurisprudentie van het EHRM, wel voldoen voor de inzet van deze methode. Een handvat wordt geboden voor een wettelijke regeling. |
Artikel |
Het gebruik van Big Data voor opsporingsdoeleinden: tussen Strafvordering en Wet politiegegevens |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Big Data, opsporing, privacy, wet politiegegevens, modernisering strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. B. W. Schermer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gebruik van grote hoeveelheden gegevens (Big Data) levert een steeds grotere bijdrage aan het succes van de opsporing. De toepassing van Big Data brengt echter ook (privacy)risico’s met zich mee. Door de gebrekkige samenhang tussen het Wetboek van Strafvordering en de Wet politiegegevens is het gebruik van Big Data momenteel niet goed gereguleerd. In dit artikel worden de belangrijkste risico’s voor de rechtsbescherming bij het gebruik van Big Data voor opsporingsdoeleinden besproken en wordt bekeken in hoeverre het huidige en toekomstige strafvorderlijke kader deze risico’s kan adresseren. |
Artikelen |
Toezicht, innovaties en regie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | dr. R.L.N. Westra en dr. mr. G.J.C.M. Bakker |
Samenvatting |
Op 9 september 2013 verscheen het rapport ‘Toezien op publieke belangen’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). De ondertitel ‘Naar een verruimd perspectief op rijkstoezicht’ is veelzeggend. Het zinspeelt op een veranderende kijk op toezicht. Dat toezicht volop in de maatschappelijke, politiek-bestuurlijke en wetenschappelijke belangstelling staat, wordt mede veroorzaakt door kwesties als Vestia (woningcorporatie), Amarantis (onderwijs), SNS (financiële sector) en Ruwaard van Putten ziekenhuis (gezondheidszorg). Dit zijn recente voorbeelden van situaties waar mogelijk falend toezicht een rol heeft gespeeld. |