In de voormalige Nederlandse Antillen en Aruba is al enige tijd een herziening gaande van het straf- en strafprocesrecht. Onlangs is door de commissie herziening Wetboek van Strafvordering een vernieuwd concept aangeboden aan de ministers van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. In dit artikel wordt de huidige stand van zaken van de strafwetgeving en de wetgeving op het gebied van het strafprocesrecht weergegeven. In het artikel is betoogd een snelle invoering van het vernieuwde strafprocesrecht wenselijk en noodzakelijk is. Ook voor de invoering van het strafprocesrecht geldt het beginsel ‘lites finiri oportet’. |
Zoekresultaat: 3 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving x
Artikel |
Wetgeving straf- en strafprocesrecht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Caribisch, Antillen, Wetgeving, Strafrecht, Strafprocesrecht |
Auteurs | Mr. J.H.J. Verbaan en mr. B.A. Salverda |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Feitelijk leidinggeven, Exclusieve bestuurstaak, Stichtse Vecht, Pikmeer, Immuniteit |
Auteurs | Mr. dr. M.J. Hornman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van de Pikmeerjurisprudentie deelt de feitelijk leidinggever in de immuniteit van het openbare lichaam waaraan deze is verbonden. In de literatuur wordt ten onrechte aangenomen dat die immuniteit onverenigbaar is met de Straatsburgse positieve verplichtingen-rechtspraak. Deze rechtspraak verplicht enkel tot vervolging indien de betrokken overheidsfunctionaris een wezenlijk persoonlijk verwijt wegens dood door schuld kan worden gemaakt. In alle gevallen waarin deze aansprakelijkheidsdrempel is gehaald, kan de immuniteit eenvoudig worden omzeild door de betrokkene uit hoofde van ‘eigen daderschap’ te vervolgen. Alleen voor minder ernstige gevallen blijft de immuniteit overeind, maar in die situaties bestaat geen verplichting tot vervolging. |
Artikel |
Het medische beroepsgeheim: Heilige huisjes en juridische fictie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Medische beroepsgeheim, Veronderstelde toestemming, Conflict van plichten, Zeer bijzondere omstandigheden, Dood |
Auteurs | Prof. mr. dr. W.L.J.M. Duijst en mr. drs. M.E.B. Morsink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wanneer wordt gesproken over het medische beroepsgeheim dan worden termen gebruikt die een geheel eigen leven zijn gaan leiden. Termen als ‘veronderstelde toestemming’, ‘conflict van plichten en ‘zeer bijzondere omstandigheden’, leiden zelden tot discussie. Wanneer deze termen nader worden beschouwd zijn zij uitermate onduidelijk en juridisch niet of nauwelijks houdbaar. |