In Nederland wordt het mededingingsrecht (nog steeds) bestuursrechtelijk afgedaan. De strafrechtelijke handhaving van dit rechtsgebied heeft de laatste jaren in andere landen een opmars gemaakt; ook in verschillende lidstaten van de Europese Unie. Hoewel in Nederland het mededingingsrecht een ‘strafrechtelijk verleden’ kent, werd deze handhavingsvorm weinig benut en/of was deze weinig succesvol en is hiervan afscheid genomen. Dat Nederland overtredingen van de mededingingswet nu niet strafrechtelijk sanctioneert, wil echter niet zeggen dat aan mededingingsrechtelijke overtredingen voor Nederlanders geen strafrechtelijke risico’s kleven. Indien dergelijke overtredingen door Nederlandse onderdanen in het buitenland effect hebben, omdat daar bijvoorbeeld de klanten van een kartel zijn gevestigd, kunnen Nederlanders alsnog – zij het in het buitenland – tegen strafrechtelijke vervolging en een veroordeling aanlopen. |
Zoekresultaat: 177 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving x
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | uit- en overlevering, kartelverbod, mededingingswet, lijstfeiten, dubbele strafbaarheid |
Auteurs | Mr. W.W. Geursen en Mr. J. Boonstra-Verhaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De opsporings- en vervolgingscompetentie van het Europees Openbaar Ministerie in Nederland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | Europees Openbaar Ministerie, opsporing, subsidiefraude, corruptie, EU-strafrecht |
Auteurs | Mr. dr. W. Geelhoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees Openbaar Ministerie gaat ook in Nederland strafbare feiten opsporen en vervolgen die schade toebrengen aan de financiële belangen van de EU. Maar welke feiten precies? Hoe wordt zijn competentie afgebakend van de competentie van de nationale autoriteiten? En hoe wordt verzekerd dat het Europees OM niet alleen formeel, maar ook praktisch in staat is om de opsporingsonderzoeken uit te voeren waarvoor het bevoegd is? Deze bijdrage bespreekt de invoeringswet waarmee het Europees OM in de Nederlandse rechtsorde wordt ingebed, en de competentievragen die daarbij een rol spelen. Sommige punten zijn helder, maar andere leiden slechts tot vraagtekens. |
Jurisprudentie |
Schadelijk in de zin van artikel 174 Sr, maar niet opzettelijkNoot bij ECLI:NL:RBROT:2020:7093 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | Voedselfraude, voorwaardelijk opzet, schadelijkheid, aflatoxine, pinda’s |
Auteurs | Mr. L. Dallau |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een uitspraak van de rechtbank Rotterdam is de verdachte een groothandel in noten die partijen met aflatoxine verhandeld heeft. Aflatoxine vormt een gevaar voor de gezondheid als bedoeld in artikel 174 Sr. Er volgt echter een vrijspraak op grond van twee contra-indicaties voor opzet. In deze annotatie zal uiteen worden gezet waarom de rechtbank opzet niet heeft aangenomen en daarmee voorbij is gegaan aan jurisprudentie ten aanzien van opzet op het bestanddeel ‘wetende dat’ uit artikel 174 Sr en mee had moeten wegen dat de verdachte een professional is die bekend had moeten zijn met de risico’s van aflatoxine. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | wapenwetgeving, particulier vuurwapenbezit, risicobeheersing, vuurwapens, wapenbeheersing |
Auteurs | Mr. J.H. Maat MSSM |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Nederlandse wapenwetgeving is gericht op de beheersing van het legale en de bestrijding van het illegale wapenbezit. Dit beleid kent een lange voorgeschiedenis. De houding van de overheid was hierin ambivalent, waarbij niet alleen sprake was van beperkingen op particulier wapenbezit. Wapenbezit is van overheidswege zelfs actief bevorderd, waarbij controles aan huis – anders dan tegenwoordig – bedoeld waren om vast te stellen of men wel over voldoende wapens beschikte om de burgerplicht te kunnen vervullen. Er werden echter wel maatregelen genomen om het risico van misbruik zoveel mogelijk beheersbaar te maken, waarvan sommige nog doorwerken tot heden ten dage. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | samenwerkingsverbanden, gegevensverwerking, AVG, privacy, integraliteit |
Auteurs | Dr. mr. M.P. Beijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat nader in op de betekenis van het wetsvoorstel gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden. De focus ligt op de vraagstukken die spelen rondom de bescherming van persoonsgegevens. Al geruime tijd bestaan er verschillende samenwerkingsverbanden, zoals de Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC’s), die beogen bij te dragen aan de ‘integrale’ aanpak van belangrijke maatschappelijke problemen (zoals de ondermijnende criminaliteit). Toch zijn er maar beperkte grondslagen voor de gegevensuitwisseling van dergelijke samenwerkingsverbanden. Dit artikel legt nader uit welke problemen er spelen vanuit privacyrechtelijk oogpunt, waar het relevante nationale en Unierechtelijke toetsingskader uit bestaat, en vervolgens wat de meerwaarde van dit wetsvoorstel is. |
Trending Topics |
De Nederlandse implementatie van de Klokkenluidersrichtlijn |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | klokkenluiders, misstanden, unierecht, compliance, corruptie |
Auteurs | Mr. J. Boonstra-Verhaert en A.F. Bevers LL.M |
SamenvattingAuteursinformatie |
Teneinde een minimumbeschermingsniveau te bieden aan personen die in de uitoefening van hun werk in aanraking komen met inbreuken op het Unierecht en hiervan melding maken, is op 7 december 2019 de Europese richtlijn bescherming klokkenluiders in werking getreden. Uiterlijk 17 december 2021 dient deze richtlijn in Nederlandse wetgeving te zijn geïmplementeerd. Om de huidige regelgeving die ziet op dit onderwerp in lijn te brengen met de richtlijn dienen er enkele wijzigingen te worden doorgevoerd. Meer concreet betekent dit dat de regeling voor klokkenluiders, thans neergelegd in de Wet Huis voor klokkenluiders, zal worden aangepast. Eind juli 2020 is het conceptvoorstel van wet, alsmede de conceptmemorie van toelichting gepubliceerd ter consultatie. Op basis van deze stukken worden in deze bijdrage de voorgestelde wijzigingen ten opzichte Wet Huis voor klokkenluiders belicht. |
Artikel |
Het Europees arrestatiebevelToch nog mogelijkheden voor een goede verdediging? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | overlevering, Europees aanhoudingsbevel, opgeëiste persoon, kaderbesluit, HvJ EU |
Auteurs | Mr. W.R. Jonk en Mr. R. Malewicz |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 12 mei 2004 is in Nederland de Overleveringswet van kracht, waarmee de procedure van uitlevering binnen de EU drastisch veranderde. Sindsdien is het Europees aanhoudingsbevel een populair middel voor lidstaten geworden om gezochte verdachten en veroordeelden naar hun grondgebied te krijgen. De rechtsbescherming voor opgeëiste personen is, onder meer door enkele uitspraken van het HvJ EU, allengs minder geworden. De bijstand in overleveringszaken vergt dan ook meer dan alleen het voeren van verweren in overleveringsprocedure zelf. Een proactieve houding, mogelijk zelfs in de fase voorafgaand aan het EAB, kan de opgeëiste persoon een gedwongen reis naar het buitenland besparen. |
Artikel |
In(ternet)filtratie: een roep om meer waarborgen? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | digitale infiltratie, infiltratie(bevoegdheid), Lijst Ia Opiumwet, Operatie Bayonet, Hansa Market |
Auteurs | Mr. S.B.H. van Overveld, Mr. I.C. Smits en Mr. C.M. Taylor Parkins-Ozephius |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door middel van een grootschalige digitale infiltratieoperatie werd de dark market ‘Hansa’ in 2017 door de Nederlandse politie en het Openbaar Ministerie opgerold. De politie maakte gebruik van de bevoegdheid die haar op grond van artikel 126h Sv toekomt: de ‘klassieke’ infiltratiebevoegdheid. Kan deze infiltratiebevoegdheid zonder meer worden aangewend in een digitale context, of klinkt in dat geval een roep om meer waarborgen? |
Jurisprudentie |
De doorwerking van de strafrechtelijke onschuldpresumptie in de civiele schadevergoedingsprocedureNoot bij EHRM 28 mei 2020, appl.nr. 29620/07 (Farzaliyev t. Azerbeidzjan) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | schadevergoedingsprocedure, onschuldpresumptie, wederzijdse relatie strafrecht privaatrecht, onrechtmatige daad, recht op een eerlijke behandeling |
Auteurs | Mr. dr. S.S. Buisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze annotatie staat de wederzijdse relatie tussen het strafrecht en het privaatrecht centraal. In het bijzonder gaat het om de vraag in hoeverre strafrechtelijke waarborgen, zoals de onschuldpresumptie, kunnen doorwerken in niet-strafrechtelijke procedures, zoals de civiele schadevergoedingsprocedure. |
Trending Topics |
De nieuwe aanwijzing hoge transacties – een vertaling van staande praktijk? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | hoge transactie(s), aanwijzing, toetsingscommissie, publicatie, transparantie |
Auteurs | Mr. V.S.Y. Liem en Mr. L.J. Leijten |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze rubriek wordt kort ingegaan op de nieuwe Aanwijzing hoge transacties zoals deze gepubliceerd is op 4 september jl. Bezien wordt of en in hoeverre deze aanwijzing inderdaad een vertaling is van de staande praktijk met betrekking tot hoge transacties. |
Redactioneel |
Tien jaar Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | deskundige in strafzaken, Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen, Wet deskundige in strafzaken, Arrest orthopedische schoenmaker, deskundige Wet wapens en munitie |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2020 bestond de Wet deskundige in strafzaken tien jaar. Aan de hand van recent evaluatieonderzoek is bezien of deze wet, en het door deze wet geïntroduceerde Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen aan de doelstellingen hebben voldaan. |
Artikel |
Cybersecurity anno 2020Het is niet de vraag of je gehackt wordt, maar wanneer |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | cybercrime, cybersecurity, ransomware, (cyber)verzekeringen, losgeld |
Auteurs | Mr. N. van der Voort en Mr. W.M. Warnaars |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds enkele jaren neemt de dreiging van ransomware wereldwijd toe. Deze kwaadaardige gijzelsoftware kan elke organisatie treffen die geen of onjuiste maatregelen neemt. De laatste jaren is er een nieuwe trend zichtbaar: gerichte aanvallen met gebruik van ransomware op bedrijven (veelal grote multinationals) die een hoger losgeldbedrag kunnen en in sommige gevallen noodzakelijkerwijs zullen betalen. Deze trend is het afgelopen jaar veelvuldig door de media onder de aandacht gebracht en bedrijven zagen zich massaal genoodzaakt na te denken over het afsluiten van een zogenoemde cyberverzekering, met de achterliggende gedachte zich hiermee te beschermen tegen potentiële gevolgschade. |
Artikel |
Over autonome auto’s, een bestuurderloze toekomst en nieuwe risico’s |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | bestuurder, autonome auto, hacken, cybersecurity, zelfrijdende auto |
Auteurs | Mr. dr. N.E. Vellinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
De komst van volledig zelfrijdende of autonome auto’s doet vele juridische vragen rijzen doordat zelfrijdende auto’s geen bestuurder hebben. Deze vragen rijzen onder meer ten aanzien van de toepassing van bepalingen van het RVV 1990 en de WVW 1994 die de bestuurder als normadressaat hebben. Daarnaast komen aspecten van cybersecurity aan bod in dit artikel. Er wordt in deze bijdrage onder meer een voorstel tot wijziging van artikel 6 WVW 1994 gedaan, om zo te voorzien in een bestuurderloze toekomst. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | samenwerkingsverbanden, verdedigingsrechten, nemo tenetur-beginsel, onrechtmatig bewijs, convenanten |
Auteurs | Prof. mr. M.J.J.P. Luchtman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsvoorstel ‘Gegevensuitwisseling in samenwerkingsverbanden’ beoogt kaders te bieden voor de multilaterale samenwerking tussen strafrechtelijke, bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke actoren ter bestrijding van ongewenste maatschappelijke fenomenen, waaronder de bestrijding van fraude. Het voorstel richt zich uitsluitend op de normering van de gegevensverwerking die onder de vlag van die samenwerkingsverbanden plaatsvindt. In dit artikel wordt betoogd dat die benadering te beperkt is. Dat wordt geïllustreerd met een analyse van de mogelijke gevolgen van het voorstel voor de verdedigingsrechten en het bewijsrecht, in het bijzonder het leerstuk van het onrechtmatig verkregen bewijs. |
Artikel |
Partiële of geschoonde teruggave van gegevensdragersNaar een gemoderniseerde beslagregeling voor elektronische gegevensdragers |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | inbeslagname gegevensdragers, partiële teruggave, geschoonde teruggave, verzoek om teruggave gegevens |
Auteurs | Mr. dr. D.A.G. van Toor en Mr. D. van Os |
SamenvattingAuteursinformatie |
In strafzaken is het verzamelen van elektronisch bewijsmateriaal vaak essentieel voor de waarheidsvinding. Voor de gegevensdrager eindigt de strafrechtelijke reis echter niet als de informatie op de gegevensdrager is geanalyseerd en vervolgens eventueel als bewijsmateriaal in een strafzaak is gebruikt. Naar Nederlands recht rust het beslag op de gegevensdrager en niet op de (voor de strafzaak relevante) gegevens. Dit betekent dat – na inbeslagname van de gegevensdrager – de autoriteiten de beschikking verkrijgen over alle gegevens die op de gegevensdrager staan opgeslagen. Wanneer over de gegevensdrager een beslissing wordt genomen, volgen de daarop opgeslagen gegevens het lot van de gegevensdrager. De verdachte is bij verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer dan zowel zijn gegevensdrager als de daarop opgeslagen gegevens kwijt. |
Jurisprudentie |
Het strekkingsvereiste: even vaak voorkomend als een zwarte zwaanNoot bij HR 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:374 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | strekkingsvereiste, pleitbaar standpunt, objectieve invulling, intracommunautair ‘nultarief’, btw-fraude |
Auteurs | Mr. drs. W. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Annotatie bij ECLI:NL:HR:2020:374. Bevestiging objectieve invulling van het strekkingsvereiste, interessante annotatie over objectieve invulling pleitbaar standpunt, onnodig bestanddeel tenlastelegging ‘te lage bedragen’. |
Artikel |
Cassatie in Caribische strafzakenOpmerkelijke cassatietechnische verschillen tussen het Nederlandse en het Caribische strafprocesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | cassatie, Caribische strafzaken, exequatur, verstek, rijkswet |
Auteurs | Mr. S. van den Akker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat de auteur in op de (cassatietechnische) verschillen in het strafprocesrecht tussen de Cariben en Nederland. Die verschillen worden vanuit het perspectief van de cassatieadvocaat kritisch beschouwd in het licht van het concordantiebeginsel en het EVRM. De auteur is van mening dat er voor de Hoge Raad een taak is weggelegd met betrekking tot de interpretatie van het Caribische verstekbegrip in het licht van het concordantiebeginsel. Daarbij is voor de Antilliaanse wetgever de taak weggelegd om diens omissie te herstellen door beroep in cassatie open te stellen in exequaturzaken. |
Artikel |
Een analyse aan de hand van het faillissementsstrafrecht van de strafrechtelijke risico’s voor ondernemers ten tijde van de coronacrisis |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | faillissementsfraude, coronacrisis, NOW, TOZO, TOGS, bankbreuk, subsidie |
Auteurs | Mr. S.B. Oosterhof en Mr. F.A. Dudok van Heel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ondernemers die financieel werden getroffen door de gevolgen van de coronacrisis konden vanaf april 2020 aanspraak maken op diverse financiële steunmaatregelen van de overheid. De regering kondigde direct aan hard te zullen optreden tegen misbruik van deze noodmaatregelen. In dit artikel worden op grond van het faillissementsstrafrecht de risico’s geanalyseerd voor ondernemers en ondernemingen die, ondanks aan hen uitgekeerde noodsteun, failliet worden verklaard. |
Trending Topics |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Knevelarij, Toeslagenaffaire, Belastingdienst, Integriteit, Corruptie |
Auteurs | Mr. dr. E. Sikkema |
SamenvattingAuteursinformatie |
De toeslagenaffaire laat zien dat de mogelijkheid van strafvervolging van individuele ambtenaren wegens knevelarij in de praktijk in beeld kan komen. In deze bijdrage wordt helderheid verschaft over de reikwijdte en betekenis van de strafbaarstelling van knevelarij. Het strafrechtelijke onderzoek dat naar aanleiding van de aangifte door het ministerie is ingesteld, zal moeten uitwijzen of er in de toeslagenaffaire inderdaad sprake is geweest van knevelarij. Veel zal daarbij afhangen van het antwoord op de vragen of en in hoeverre – en op welk moment – individuele ambtenaren van het onverschuldigde karakter van de teruggevorderde bedragen op de hoogte waren. |
Redactioneel |
De uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid in artikel 174a Gemeentewet en de taak van de burgemeester als sheriff |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | burgemeester, openbare orde, handhaving, bestuursstrafrecht, sheriff |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het verband van de aanpak van ondermijnende misdaad zal de sluitingsbevoegdheid, die is neergelegd in artikel 174a, eerste lid, Gemeentewet, worden uitgebreid met twee nieuwe sluitingsgronden. Op deze wijze kunnen woningen ook worden gesloten indien de openbare orde door ernstig geweld of geweld wordt verstoord. Hoe moet deze uitbreiding worden aangemerkt? Is het vooral een instrument voor de burgemeester als openbare-ordehandhaver of als sheriff? In dit redactioneel wordt betoogd om een wettelijke taak voor de burgemeester in de bestuurlijke aanpak van misdaad te ontwikkelen. |