Het artikel geeft een overzicht van de gepubliceerde jurisprudentie van opgelegde ontnemingsmaatregelen in het milieustrafrecht en de omstandigheden die de rechter bij de berekening van de hoogte van het ontnemingsbedrag betrekt. Uit de besproken uitspraken blijkt dat de uiteindelijk opgelegde ontnemingsmaatregel soms slechts een fractie betreft van het initieel berekende bedrag in de ontnemingsrapportage. De auteur bepleit een kritische beoordeling van de ontnemingsrapportage en het hanteren van realistische uitgangspunten bij de berekening van wederrechtelijk verkregen voordeel in het milieustrafrecht. |
Artikel |
Ontneming in het milieustrafrechtEen overzicht van de omstandigheden die de rechter meeweegt bij de berekening van wederrechtelijk verkregen voordeel in het milieustrafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Ontneming, Milieu, Milieustrafrecht, Ontnemingsmaatregel, Wederrechtlijk verkregen voordeel |
Auteurs | Mr. M. Velthuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Een extra termijn van de Brzo-omgevingsdiensten voor het indienen van het VR: gunst of niet? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | strafrecht, handhaving, vertrouwensbeginsel, Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo), Gedogen |
Auteurs | Mr. B. d’Hooghe en mr. C.J. IJdema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bedrijven die onder het zwaarste regime van het nieuwe Besluit risico’s zware ongevallen 2015 (hierna Brzo 2015) vallen, hadden vóór 1 juni 2016 een veiligheidsrapport moeten indienen dat aan de eisen van het Brzo 2015 voldoet. Dat was in de praktijk problematisch omdat inwerkingtreding van de Regeling risico’s zware ongevallen 2015 lang op zich heeft laten wachten en de PGS 6-richtlijn nog niet definitief is aangepast. Om die reden hebben de Brzo-omgevingsdiensten aan bestaande inrichtingen laten weten dat een ‘begunstigingstermijn’ zal worden geboden tot en met 1 januari 2017 om te voldoen aan het Brzo 2015. Wij hebben onderzocht of Brzo-bedrijven op basis van de brief inderdaad langer de tijd mochten nemen om een nieuw veiligheidsrapport in te dienen, of dat zij daardoor op het verkeerde been zijn gezet. |
Artikel |
Wwft en het strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Wwft, Strafrecht, Cliëntenonderzoek, Meldplicht, Ongebruikelijke transactie |
Auteurs | Mr. J.P. Rozemeijer en mr. C. van der Meulen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wwft-meldplichtigen zijn de poortwachters van het economische stelsel in de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering. Indien die poortwachters zich niet houden aan hun meldplicht van ongebruikelijke transacties of de plicht tot cliëntenonderzoek kunnen zij naast bestuurs- of tuchtrechtelijk ook strafrechtelijk worden vervolgd. In dit artikel een analyse van de toenemende hoeveelheid strafrechtelijke jurisprudentie met betrekking tot Wwft/WED-zaken. In het bijzonder aandacht voor enkele Wwft/WED-specifieke leerstukken, te weten kleurloos opzet, het instellingsbegrip, de ‘ongebruikelijke transactie’, de vervolgingsuitsluitingsgrond, het transactiebegrip en de samengestelde transactie. Dit artikel behandelt tevens de vraag waarom Wwft-feiten strafrechtelijk worden aangepakt. |
Artikel |
Succes- en faalfactoren bij het strafrechtelijk afpakken van crimineel vermogen bij milieucriminaliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Milieucriminaliteit, Milieu(straf)recht, Afpakken, Strafrechtelijk afpakken, Financieel rechercheren |
Auteurs | N. van Zanden, MSc en Dr. R. Neve |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het besef dat milieucriminaliteit hoofdzakelijk wordt gepleegd om er geld mee te verdienen is, anders dan bij ‘traditionele’ vormen van georganiseerde criminaliteit zoals drugs- en mensenhandel, van betrekkelijk recente datum. Om die reden is er langere tijd minder geïnvesteerd in financiële capaciteit bij milieuteams bij de Nationale Politie, Inspectie Leefomgeving en Transport en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. De laatste jaren is getracht om deze achterstand in te lopen. In dit artikel wordt de huidige stand van zaken besproken aangaande de financiële focus en het strafrechtelijk afpakken van crimineel vermogen bij milieucriminaliteit. |
Artikel |
Civiele vorderingen en transnationale racketeeringEen kritische lezing van het arrest van het Amerikaanse Hooggerechtshof in RJR Nabisco tegen de Europese Gemeenschap |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | racketeering, extraterritorialiteit, private vorderingen, Verenigde Staten, Europese Unie |
Auteurs | Prof. dr. C.M.J. Ryngaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
In RJR Nabisco besliste het Amerikaanse Hooggerechtshof dat de Europese Unie en haar lidstaten in de VS geen civiele vordering konden indienen op basis van de Amerikaanse racketeeringwetgeving wanneer de schade van racketeering buiten de VS is ingetreden. De redenering van het Hof dat deze uitspraak internationale spanning voorkomt, overtuigt niet, integendeel. Deze uitspraak past in een evolutie waarbij Amerikaanse rechtbanken een steeds isolationistischer houding aannemen tegenover transnationale zaken. Men mag verwachten dat dergelijke zaken, met inbegrip van strafzaken, zich steeds meer zullen verplaatsen naar andere jurisdicties, waaronder de EU en Nederland. |
Artikel |
De procespositie van de rechtspersoon in het (milieu)strafrechtelijk vooronderzoekEnkele opmerkingen uit de losse pols |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | vooronderzoek, zwijgrecht, rechtspersoon, procespositie, daderschap rechtspersoon |
Auteurs | Mr. dr. L.E.M. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het is tijd voor bezinning op de procespositie van de rechtspersoon in het vooronderzoek en op de wijze waarop daar in de praktijk mee wordt omgegaan. De keuzes die een natuurlijk persoon kan maken ter bepaling van zijn proceshouding in het vooronderzoek, blijken in de praktijk niet of nauwelijks voorhanden voor de rechtspersoon. Een goede rechtvaardiging daarvoor is – met in het achterhoofd dat het uitgangspunt dat in het vooronderzoek aan de rechtspersoon dezelfde rechten zouden moeten toekomen als aan de natuurlijke persoon – niet aanwezig. Ter illustratie wordt ingegaan op een voorbeeld uit de milieustrafrechtelijke praktijk. |
Redactioneel |
Een ‘punitive turn’ bij de aanpak van financieel-economische criminaliteit? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Financieel-economische criminaliteit, Criminaliteitsbestrijding, Witteboordencriminaliteit |
Auteurs | Prof. dr. mr. W. Huisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit redactioneel wordt betoogd dat er de laatste jaren sprake is van een meer punitieve reactie op financieel-economische criminaliteit. Ingegaan wordt op de achtergronden en gevolgen van deze ontwikkeling. |
Boekbespreking |
Bespreking van de oratie Verantwoord financieel strafrecht van Matthijs Nelemans, Tilburg University, 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Beginselen en omvang financieel strafrecht, Zorgvuldigheid, Motiveringsplicht, Buitengerechtelijke afdoening, Financiële toezichthouders |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De orator bespreekt het uitdijend rechtsgebied, met als kern de Wft, de evolutie van het handhavingsmodel met zijn open normen en buitengerechtelijke afdoening en ten slotte de legaliteit en legitimiteit van het financieel strafrecht. De recensent vraagt zich af, of de door de orator genoemde rechtsbeginselen wel de rechtsbeginselen (kunnen) zijn die het financieel strafrecht kunnen normeren, nu het rechtsgebied ‘in het gareel’ wordt gehouden door beginselen van commuun strafrecht, bestuursrecht en Europees recht. Hoe moet het met de begrippen als daderschap en samenloop in de straftoemeting? Het is een weerbarstige materie. |
Diversen: Trending Topics |
De Wet op de kansspelen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Wet op de kansspelen, kansspel, gokken, Kansspelautoriteit, Internetgokzuilen |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Actuele ontwikkelingen op het gebied van rechtspraak en wetgeving inzake de Wet op de kansspelen. |
Artikel |
De hoge en bijzondere transactie: een pleidooi voor rechterlijke controle op de afdoening buiten geding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | buitengerechtelijke afdoening, hoge transactie, bijzondere transactie, EHRM, internationale straftribunalen |
Auteurs | Mr. dr. K.C.J. Vriend |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zijn de mogelijkheden van rechterlijke controle op de afdoening buiten geding in strafzaken onderzocht. Gepleit wordt voor een aparte raadkamerprocedure voor hoge en bijzondere transacties, waarbij toetsingscriteria werden ontleend aan de jurisprudentie van het EHRM en de internationale straftribunalen. De raadkamer toetst de overeengekomen transactie aan drie criteria. Ten eerste of de verdachte de transactie vrijwillig heeft geaccepteerd. Ten tweede of de verdachte voldoende geïnformeerd is over de procedurele gevolgen en over het bewijs dat tegen hem vergaard is. Ten derde toetst de raadkamer of er prima facie voldoende bewijsmateriaal in het dossier voorhanden is. Een door de raadkamer in het openbaar uitgesproken gemotiveerde beschikking maakt controle mogelijk op het overeenkomen van hoge en bijzondere transacties. |
Artikel |
Nice to know or need to knowNoodzakelijke strafrechtelijke gegevens voor bestuursrechtelijke sancties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Motiveringsbeginsel, (verstrekking) politiegegevens, (herstellende of bestraffende) sanctie, Bestuurlijke Rapportage, Bewijsleer |
Auteurs | Mr. P. Ronteltap |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vaak zijn strafrechtelijke gegevens nodig voor de bestuursrechtelijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. Door de geheimhoudingsplicht mogen de politie en het Openbaar Ministerie niet meer gegevens verstrekken dan noodzakelijk. Daarom onderzoekt het artikel welke soort gegevens nodig zijn voor het onderbouwen van de meest voorkomende sancties. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen herstellende en bestraffende sancties. Het artikel sluit af met de conclusie dat de huidige wijze van informatieverstrekking niet vrij is van risico’s. |
Artikel |
De inningspraktijk bij verkeersboetes, rijp voor verandering: is de rechtsbescherming voldoende gewaarborgd? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Gijzeling, Verkeersboete, Betalingsonmacht, Inningspraktijk, Rechtsbescherming |
Auteurs | Mr. dr. J.W. van der Hulst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat over de inningspraktijk bij de afdoening van verkeersboetes op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Deze praktijk is buitengewoon streng, waarbij het standaard is dat bij betalingsachterstand automatisch gijzeling wordt gevorderd. Recent hebben diverse kantonrechters en de Nationale Ombudsman deze praktijk bekritiseerd. Mede op basis van deze kritiek wordt voorgesteld om gijzeling achterwege te laten bij betalingsonmacht en in de overige gevallen gijzeling enkel te vorderen indien daar een gemotiveerde noodzaak toe is. |
Jurisprudentie |
Noot bij Rb. Amsterdam 9 maart 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:1199 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Lex certa-beginsel, legaliteitsbeginsel, Wet wapens en munitie, Regeling wapens en munitie, Motivering vrijspraak |
Auteurs | Mr. dr. J.S. Nan |
SamenvattingAuteursinformatie |
De rechtbank acht artikel 3 sub a Regeling wapens en munitie te vaag, onder meer omdat voor de burger niet duidelijk is wanneer een (luchtdruk)wapen een sprekende gelijkenis vertoont met een echt wapen. De annotator meent dat dat oordeel rechtens onjuist is en dat de motivering van de gegeven vrijspraak de eerste drie vragen van artikel 350 Sv door elkaar haalt. |
Diversen: Trending Topics |
Het UBO-registerAchtergrond en stand van zaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | UBO, UBO-register, witwassen, begunstigde, Wwft |
Auteurs | T.R. van Roomen LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de vierde Europese anti-witwasrichtlijn wordt aan lidstaten de verplichting opgelegd om een centraal register in te stellen met informatie over de uiteindelijk begunstigden van vennootschappen en andere juridische entiteiten – het zogenaamde UBO-register. Inmiddels heeft de minister van Financiën de contouren gepresenteerd van het Nederlandse UBO-register. Dit artikel bevat een overzicht van de achtergrond en stand van zaken. |
Artikel |
Dit lijkt sprekend (nergens) op...De achtergrond van twee strafzaken over de sprekende gelijkenis van luchtdrukwapens en de Wet wapens en munitie: Rb. Amsterdam 9 maart 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:1199 en Hof Den Haag 25 mei 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1469. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Wet wapens en munitie, Regeling wapens en munitie, luchtdrukwapens, sprekende gelijkenis, Categorie I, ten zevende |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wet wapens en munitie stelt voorwerpen strafbaar die een sprekende gelijkenis vertonen met een vuurwapen. In veel gevallen geldt dit luchtdrukwapens. Het bezit van luchtdrukwapens is in beginsel geoorloofd. In recente rechtspraak worden criteria zichtbaar waaraan de rechter de ‘sprekende gelijkenis’ toetst. |
Jurisprudentie |
Proportionaliteit van strafrechtelijk beslag volgens het Europese Hof van de Rechten van de MensNoot bij EHRM 17 mei 2016, Dzinic tegen Kroatië |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Eerste Protocol, Eigendomsrecht, Conservatoir beslag, Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel, Proportionaliteit |
Auteurs | Mr. J.L. Baar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het EHRM komt tot schending van artikel 1 van het Eerste Protocol EVRM, nu de waarde van het beslag de vermeende vordering van het OM ruim overstijgt. Daartoe wordt van belang geacht dat de nationale autoriteiten die waarde nooit hebben onderzocht en op de stellingen van klager niet zijn ingegaan. De vraag is welke gevolgen deze uitspraak heeft voor de Nederlandse rechtspraktijk. |
Redactioneel |
Versterk de civielrechtelijke fraudebestrijding door de curator!Fraudebestrijding door de curator |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Faillissementsfraude, Garantstellingsregeling curatoren, Fraudespreekuur, Fraude, Curator |
Auteurs | Mr. W.J.B. van Nielen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 14 juli 2015 is het wetsvoorstel versterking positie curator bij de Tweede Kamer ingediend, dat in het kader staat van het bestrijden van faillissementsfraude, het verbeteren van de informatiepositie van de curator en het institutionaliseren van een fraudesignalerende rol. |
Artikel |
Het nemo-teneturbeginsel en de verhouding met de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraudeEen analyse naar de verhouding tussen het nemo-teneturbeginsel en nieuwe strafbaarstellingen van de meld- en inlichtingenplicht uit de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Nemo-teneturbeginsel, faillissementsfraude, Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude, meewerkverplichting, Artikel 6 EVRM |
Auteurs | E.M. van Gelder LLB en D.A.G. van Toor LLM BSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel worden de nieuwe strafbaarstellingen uit de Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude, inhoudende een inlichtingen- en administratieplicht, in het licht van het nemo-teneturbeginsel geanalyseerd. Deze strafbaarstellingen verplichten de failliet inlichtingen en administratie over te dragen aan de curator op straffe van een gevangenisstraf. De vraag is of deze strafbaarstellingen de Straatsburgse toets kunnen doorstaan. |
Artikel |
Feitelijk leidinggevenHoe een weinig vernieuwend arrest toch veel nieuws kan brengen; een kritische beschouwing |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | feitelijk leidinggeven, deelneming, aansprakelijkstelling, (voorwaardelijk) opzet, zorgplicht |
Auteurs | Mr. dr. M.J. Hornman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In diens recente overzichtsarrest blijft de Hoge Raad in weerwil van tegengeluiden vanuit de lagere rechtspraak en de literatuur vasthouden aan het opzetvereiste voor feitelijk leidinggeven. Daarmee wordt het deelnemingskarakter van deze aansprakelijkheidsfiguur nogmaals bevestigd. Die bevestiging is geheel terecht, maar het (waarschijnlijk onbedoelde neven)gevolg van de huidige benadering van dat opzetvereiste is wel dat de ondermaats presterende leidinggevende beter af is dan zijn normconform of bovenmaats presterende collega. Dit specifieke punt vergt nog redressering door de Hoge Raad en zou verholpen kunnen worden door een meer zorgplichtgerichte benadering van voorwaardelijk opzet. |
Artikel |
Witwassen, ontneming & fiscale delicten anno 2016De complicaties bij witwassen & ontneming van voordelen uit belastingfraude |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Fiscale delicten, Ontneming, Witwassen, Belastingfraude, Kwalificatie-uitsluitingsgrond |
Auteurs | Mr. V.S. Huygen van Dyck-Jagersma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ontneming van voordelen uit belastingfraude leidt niet zelden tot complicaties. Niet-betaalde belasting levert een voordeel uit misdrijf op dat kan worden witgewassen. Waar de onbetaalde belasting zich in het vermogen bevindt, kan niet exact worden aangewezen. Het gehele vermogen wordt zodoende ‘besmet’, maar dat betekent nog niet dat het gehele (groten)deels legale vermogen ook als ‘uit misdrijf afkomstig’ kan worden ontnomen. Voor de reikwijdte van de ontnemingsmaatregel is ook de specifieke kwalificatie als opbrengsten uit fiscale delicten van belang, aangezien die niet via de strafrechtelijke route maar alleen via belastingheffing mogen worden ‘ontnomen’. Tot slot betoogt de auteur dat legaliteit en rechtszekerheid aan de ontneming voor verjaarde (fiscale) delicten in de weg zou moeten staan. |