In haar Trending Topics-artikel ‘De kosten van rechtsbijstand ex artikel 591a Sv in perspectief’ van het laatste nummer van dit tijdschrift, gaat I.M. Koopmans in op twee aspecten rond de regeling van een vergoeding van gemaakte advocaatkosten nadat de zaak – kort gezegd – niet in een veroordeling is geëindigd, die in haar visie enige reflectie verdienen: de aard en de hoogte van door de rechter toegekende bedragen. Dit naschrift dient ter reactie op deze bijdrage. |
Naschrift |
Naschrift bij ‘De kosten van rechtsbijstand ex artikel 591a Sv in perspectief’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | art. 591a Sv, rechtsbijstand |
Auteurs | Mr. D. Schreuders |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Afgedwongen informatie van de gefailleerde in strafzaken en de poortwachtersfunctie van de strafrechter |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Faillissementswet, nemo tenetur-beginsel, startinformatie, art. 359a Sv, fraudebestrijdende rol curator |
Auteurs | Mr. dr. S. Brinkhoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
De gefailleerde is op grond van de in de Faillissementswet vastgelegde plichten tot inlichting en medewerking gehouden mee te werken aan het onderzoek van de curator. Dit onderzoek kan leiden tot een strafrechtelijke aangifte. |
Artikel |
De handhaving van Amerikaans sanctierecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | sancties, OFAC, extraterritorialiteit, schikkingen, Verenigde Staten van Amerika |
Auteurs | Mr. Y. Amar en Mr. S. Bennink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel beschrijft de effectiviteit van het Amerikaanse sanctierecht en de gevolgen daarvan voor de rechtsontwikkeling en wereldwijde sanctiecompliance. Amerikaans sanctierecht kent een vergaande extraterritoriale werking. De handhaving daarvan loopt voorop in de wereld. Deze vindt plaats middels een combinatie van hoge boetes en boeteverlaging bij vrijwillige inkeer. Dit maakt het Amerikaanse sanctierecht uiterst effectief, maar het heeft ook evidente negatieve aspecten. Dit artikel gaat op beide aspecten in. |
Jurisprudentie |
Eis tot naleving artikel 5 Brzo: de rechtspraak biedt ruimte voor verweerNoot bij ECLI:NL:RVS:2019:2441 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Brzo, eis tot naleving, Arbeidsomstandighedenwet, Vopak, zwaar ongeval |
Auteurs | Mr. F. Ahlers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In juli dit jaar boog de Afdeling zich over de vraag wanneer aan een Brzo-onderneming een eis tot naleving mag worden opgelegd. Die recente rechtspraak biedt Brzo-ondernemingen enige ruimte om grenzen te stellen aan de eisen die aan hen kunnen worden opgelegd door de toezichthouder. Niet dat vereist kan worden dat de onderneming alle denkbare maatregelen ten aanzien van alle mogelijke ongevallen treft. Er moet sprake zijn van een risico op een zwaar ongeval dat niet al afdoende door andere maatregelen is afgedekt. Een gedegen motivering van dit laatste element is hierbij cruciaal. |
Artikel |
Het zwijgrecht van de rechtspersoon: effectief in te zetten? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | zwijgrecht, rechtspersoon, verdachte, cautie, 6 EVRM |
Auteurs | Mr. E. de Witte |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naast een natuurlijk persoon, kan ook een rechtspersoon als verdachte worden aangemerkt. Iedere verdachte, dus ook een rechtspersoon, kan gebruikmaken van het hem toekomende zwijgrecht. Voor de opsporingsfase is echter niet wettelijk geregeld welke natuurlijke persoon het zwijgrecht van de rechtspersoon feitelijk kan inroepen. |
Artikel |
De werking van internationale sancties in NederlandHoe de ontwikkeling, opsporing en vervolging van internationale sancties in Nederland plaatsvindt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | internationaal, sancties, strategische goederen, Sanctiewet, douane |
Auteurs | Mr. J. Pauwelussen Mcrim en M. Pijls |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt stilgestaan bij de achtergrond, geschiedenis en de ontwikkeling van internationale sancties. Tegen de achtergrond van de ontstaanshistorie wordt in dit artikel een beeld geschetst van het doel en de noodzaak van sancties. Vervolgens wordt beschreven welke wetgeving in Nederland van toepassing is op sanctieovertredingen en wordt relevante jurisprudentie behandeld. Ten slotte wordt er vanuit een praktische invalshoek beschreven op welke wijze de opsporing en vervolging is georganiseerd. |
Trending Topics |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | witwassen, transactiemonitoring, terrorismefinanciering, publiek-private samenwerking, privacy |
Auteurs | Prof. mr. M. Nelemans en Mr. G.M. Verhage |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vijf Nederlandse banken hebben op 13 september jl. publiekelijk de ambitie uitgesproken om samen te gaan werken bij het monitoren van transacties door middel van de Transactiemonitoring Utility. De minister van Financiën heeft aangekondigd dat dit najaar een wetsvoorstel zal worden gepubliceerd ter openbare consultatie waarmee de bestaande wettelijke belemmeringen voor de beoogde interbancaire gegevensdeling moeten worden weggenomen. In deze bijdrage wordt kort de TM Utility besproken en wordt ingegaan op de belofte hiervan. |
Artikel |
Sanctieregelgeving en Wwft: same same, but different! |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Sanctiewet 1997, Wwft, compliance, strategische goederen, sancties |
Auteurs | Mr. T.J. Kodrzycki en Mr. J.G. Geertsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een deugdelijk complianceprogramma is verplicht onder de Wwft en de Sanctiewet 1977 en draagt bij aan risicobeheersing van strafvervolging. Onder de Sanctiewet 1977 zien we in recente jaren een toename in strafrechtelijke vervolging en veroordeling. Onderzocht wordt een aantal verschillen en overeenkomsten in de eisen die toezichthouders stellen aan complianceprogramma’s ten aanzien van de Wwft en de Sanctiewet 1977. Overlap wordt geconstateerd ten aanzien van geliste landen, meldplichten aan toezichthouders, identificeren van UBO’s, onderzoek naar cliënten/zakelijke relaties/transacties, identificeren van PEP’s. De Wwft en Sanctiewet 1977 gaan uit van verschillende normenkaders: risk based (Wwft) en rule based (Sanctiewet 1977). |
Redactioneel |
Aanpak betrokkenheid van ondernemingen bij ernstige mensenrechtenschendingen: meer dan sanctiewetgeving alleen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | mensenrechtenschendingen, ondernemingen, aansprakelijkheid |
Auteurs | Prof. dr. mr. W. Huisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit themanummer wordt bijzondere aandacht gegeven aan sanctiewetgeving. In dit redactioneel wordt ingegaan op de mogelijkheden om betrokkenheid van ondernemingen bij ernstige mensenrechtenschendingen aan te pakken, naast het gebruik van de Sanctiewet. Verkend wordt wat de aard en omvang van dit fenomeen is en welke juridische en niet-juridische middelen worden ingezet om de betrokkenheid van ondernemingen bij ernstige mensenrechtenschendingen te voorkomen en wat daarvan het effect kan zijn. Vervolgens zullen de beschikbare juridische middelen en quasi-juridische reacties en het gebruik daarvan worden geïnventariseerd. Ten slotte wordt gereflecteerd op de mogelijke effecten van het gebruik van deze instrumenten ter preventie van de betrokkenheid van ondernemingen bij ernstige mensenrechtenschendingen. |
Artikel |
Wetgeving straf- en strafprocesrecht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Caribisch, Antillen, Wetgeving, Strafrecht, Strafprocesrecht |
Auteurs | Mr. J.H.J. Verbaan en mr. B.A. Salverda |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de voormalige Nederlandse Antillen en Aruba is al enige tijd een herziening gaande van het straf- en strafprocesrecht. Onlangs is door de commissie herziening Wetboek van Strafvordering een vernieuwd concept aangeboden aan de ministers van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. In dit artikel wordt de huidige stand van zaken van de strafwetgeving en de wetgeving op het gebied van het strafprocesrecht weergegeven. In het artikel is betoogd een snelle invoering van het vernieuwde strafprocesrecht wenselijk en noodzakelijk is. Ook voor de invoering van het strafprocesrecht geldt het beginsel ‘lites finiri oportet’. |
Artikel |
Overbrugging van procedurele breuklijnen bij een integrale aanpak van criminaliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | (de keuze voor een) handhavingsstelsel, ne bis in idem, Integrale aanpak, Bewijsvergaring, vormverzuimen |
Auteurs | Prof. mr. dr. M.F.H. Hirsch Ballin |
SamenvattingAuteursinformatie |
De overheid zet in op een ‘integrale aanpak’ van ondermijning, terrorisme, cybercrime en financieel-economische criminaliteit. Die integrale aanpak heeft ook belangrijke procedurele gevolgen. Tegelijkertijd of achtereenvolgens worden bevoegdheden ingezet die worden genormeerd in verschillende rechtsgebieden. Het door deze bevoegdheden vergaarde materiaal wordt bovendien onderling gedeeld en gebruikt voor andere bevoegdheden. Door de betrokkenheid van meerdere rechtsgebieden en door die rechtsgebieden gescheiden te blijven benaderen, is sprake van procedurele breuklijnen die af doen aan daadwerkelijke integratie en aan de waarborgfunctie van het recht. Niet een duidelijkere keuze tussen handhavingsstelsels is de route naar overbrugging, maar het bereiken van overeenstemming over de grondbeginselen die aan de normering ten grondslag liggen. |
Artikel |
Bada Bing Bada BoomOverpeinzingen over omkoping en belastingfraude in het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Ambtelijke omkoping, Belastingfraude, Una via, Ne bis in idem |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt en Mr. M. Coenen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het onderzoek Bada Bing worden een parlementariër en de eigenaar van een bordeel veroordeeld voor ambtelijke omkoping. De eigenaar wordt tevens veroordeeld voor belastingfraude. In deze bijdrage gaan wij nader in op een aantal aspecten dat in deze zaken aan de orde was. Daarbij hebben we ons beperkt tot de invulling van de omkoping in de zaak van de parlementariër en de formele aspecten die speelden bij de belastingfraude. Deze aspecten springen het meest in het oog gezien de overeenkomsten en verschillen met de Nederlandse (fiscale) strafrechtspleging. |
Column |
Het verschoningsrecht in fraudezakenEen fundamenteel rechtsbeginsel als heet hangijzer? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Verschoningsrecht, Privilege, Geheimhouding, Onderzoek, Handhaving |
Auteurs | Mr. A.B.W. Biesheuvel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het verschoningsrecht in Nederland, met name in fraudezaken, is al jaren onderwerp van discussie. Recent kreeg het debat een nieuwe wending met een oproep van het OM en de FIOD tot effectievere procedures. Deze bijdrage bespreekt die oproep, de (eerste) reacties daarop vanuit advocatuur en wetenschap en de mening van de auteur. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | verlofstelsel, Gemeenschappelijk Hof van Justitie, Gerecht in eerste aanleg, Hoger beroep, herziening |
Auteurs | Prof. mr. dr. G.G.J.A. Knoops |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Nederlandse advocaat die in het overzeese deel van het Koninkrijk wil optreden en daarvoor verlof heeft gekregen van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, ziet zich gesteld voor een aantal juridische en praktische verschillen tussen de rechtsgang aldaar en hier in Nederland. In dit artikel zijn daarvan enkele voorbeelden gegeven, maar er bestaan uiteraard nog meer verschillen die van belang zijn voor het voeren van de verdediging. Het is dan ook van belang dat de Nederlandse advocaat die in het overzeese deel van het Koninkrijk gaat optreden, zich van tevoren terdege vergewist van deze verschillen en op dit gebied zal samenwerken met een lokale advocaat. |
Redactioneel |
Déjà vu |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | ATV-richtlijnen, protocol AAFD, recht in de zin van artikel 79 RO, Curaçao, niet-ontvankelijkheid OM |
Auteurs | Mr. A.A. Feenstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit redactioneel worden de nieuwe ATV-richtlijnen voor vervolging van fiscale delicten en douanedelicten van Curaçao besproken. Het valt op dat deze ATV-richtlijnen de ontwikkelingen die hebben geleid tot het huidige AAFD-protocol in Nederland niet hebben gevolgd. Niettemin vormen deze richtlijnen recht in de zin van artikel 79 RO en kan in een strafrechtelijke vervolging om opheldering worden gevraagd als deze richtlijnen niet lijken te zijn gevolgd. |
Trending Topics |
De kosten van rechtsbijstand ex artikel 591a Sv in perspectief |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | 591a sv, Schadevergoeding, Vrijspraak, Forfaitaire vergoeding |
Auteurs | Mr. dr. I.M. Koopmans MSHE |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoeveel mag de verdediging in strafzaken kosten? En maakt het daarbij uit wie de verdachte is? Het lijkt er wel op en de vraag is of dat zo moet blijven. |
Artikel |
Buitengerechtelijke afdoening van financieel-economische strafzaken op Curaçao |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Buitengerechtelijke afdoening, Transactie, Curaçao, Openbaar Ministerie, Fraudezaken |
Auteurs | Mr. D.S. Schreuders en mr. N. Van der Voort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Transacties met het OM in financieel-economische en fraudezaken op Curaçao volgen grotendeels dezelfde procedure als Nederlandse strafzaken op het gebied van fraude en kennen dezelfde uitgangspunten en kenmerken. Toch zijn er ook verschillen tussen de transactieregelingen in Nederland en in Curaçao. In deze bijdrage wordt een beschrijving gegeven van de wijze van afdoening buiten de rechter om van financieel-economische strafzaken en fraudezaken, zoals die op Curaçao plaats kan vinden. Het artikel beoogt tevens (mede op basis van praktijkervaringen) inzicht te geven in dit sluitstuk van de strafrechtspleging vanuit een rechtsvergelijkend perspectief ten opzichte van Nederland. Met het oog op het komende Caribische Wetboek van Strafvordering en de modernisering van het Nederlandse Wetboek van Strafvordering is het immers buitengewoon interessant om de verdere ontwikkelingen in de schikkingspraktijk van het OM Curaçao en de overige overzeese gebiedsdelen de komende tijd scherp in de gaten te houden. |
Artikel |
Wegwijs door het Caribisch fiscaal strafrechtThe game is changing |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Belastingfraude, Fiscaal strafrecht, Pleitbaar standpunt, ATV-richtlijnen, opzet |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Cariben is het fiscale strafrecht volop in ontwikkeling. Zo zijn de bevoegdheidsverdeling tussen het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst en de inkeerregeling als vervolgingsuitsluitingsgrond onderwerpen die steeds meer aan bod komen. Ook een beroep op het pleitbaar standpunt doet zijn intrede in het Caribische fiscale strafrecht. In dit artikel wordt ingegaan op de ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. |
Artikel |
Geef mij toegang tot uw smartphone!Een zoektocht naar de wettelijke grondslag van de gedwongen biometrische ontgrendeling van de smartphone |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Smartphone, (biometrische) ontgrendeling, Legaliteitsbeginsel, Privacy, Vingerafdruk |
Auteurs | Mr. W. Albers, Mr. T. Beekhuis en Mr. C.M. Taylor Parkins-Ozephius |
SamenvattingAuteursinformatie |
Uit een aantal vonnissen blijkt dat rechters zoekende zijn naar de wettelijke grondslag voor de gedwongen biometrische ontgrendeling van een smartphone. Zo worden de artikelen 3 Pw en 141/142 Sv, artikel 94 Sv e.v. en artikel 61a Sv genoemd. Deze bijdrage gaat nader in op deze bepalingen om inzicht te geven, mede in het licht van artikel 1 Sv en artikel 8 EVRM, in de zoektocht van de rechters. Gepoogd wordt een antwoord te geven op de vraag welke de meest aangewezen grondslag is voor deze wijze van ontgrendeling. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Samenvatting |
|