Burgers kunnen dak- of thuisloos raken. Velen lossen dat probleem voor kortere of langere termijn zelf op. Sommigen lukt dat niet. Zij kloppen bij de gemeente aan voor opvang. Dat kan op grond van de Wmo 2015. Maar niet iedereen wordt opgevangen en deel van hen die wel opvang krijgt, wordt na verloop van tijd weer uit de opvang gezet. Zonder huis, thuis of dak boven hun hoofd. Toch vinden gemeenten dat deze mensen ‘zelfredzaam’ zijn. In dit artikel gaan wij in op de vraag wat gemeenten op grond van de Wmo 2015 moet doen en hoe de rechtspraak luidt. Of gemeenten buiten de Wmo ook ingevolge internationale verdragen tot een vorm van opvang zijn verplicht, valt buiten het bestek van dit artikel. |
Artikel |
Opvang in de Wmo? Alleen als je het echt niet zelf kan!Wet, recht en de gemeentelijke spagaat |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | opvang, dakloos, thuisloos, zelfredzaam, Wmo 2015 |
Auteurs | Mr. E. Klein Egelink, Mr. L. Veenman en Mr. dr. M.F. Vermaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Levenstestament en bewind in relatie tot het VN-verdrag Handicap |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | verstandelijke beperking, levenstestament, bewind, VN-verdrag Handicap, beschermingsmaatregel |
Auteurs | J.S. Ogier |
SamenvattingAuteursinformatie |
Beschermingsmaatregelen zijn van bijzonder belang voor mensen met een (verstandelijke) beperking die hun wil niet kunnen uiten. Daarmee is het VN-verdrag Handicap ook van toepassing op deze maatregelen. Met de opkomst van het notariële levenstestament kan men zich afvragen of deze nieuwe vorm van bescherming voldoet aan het Verdrag. Tegelijk werpt het de vraag op of huidige wettelijke beschermingsmaatregelen dat wel doen. In dit artikel onderzoek ik in hoeverre het levenstestament en beschermingsbewind in overeenstemming zijn met het Verdrag. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | College voor de Rechten van de Mens, oordelen h/cz, WGBH/CZ, doeltreffende aanpassing, algemene toegankelijkheid |
Auteurs | Mr. J.J.T. Homan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het College voor de Rechten van de Mens past de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) toe voor de discriminatiegrond h/cz. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | VN-verdrag Handicap, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, (recht op) inclusief onderwijs, toegankelijkheid, redelijke aanpassingen |
Auteurs | Dra. M. Spinoy (M.Jur.) en Dr. J. Lievens (LL.M.) |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het recente arrest Stoian t. Roemenië oordeelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over de onderwijssituatie van een jongen met een beperking in Roemenië. Het Hof beoordeelt de zaak vanuit de redelijke aanpassingsplicht en besluit dat die niet geschonden is. In deze bijdrage bespreken en analyseren de auteurs dit arrest dat het Hof op veel kritiek kwam staan. Ze houden daarbij in het bijzonder rekening met het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (IVRPH) en relevante voorgaande rechtspraak van het EHRM. In het arrest krijgen de principes van het IVRPH (opnieuw) een centrale plaats. De toepassing van die principes is minder eenduidig. Het arrest doet immers belangrijke vragen rijzen over de manier waarop het EHRM twee belangrijke IVRPH-verplichtingen inzake onderwijs toepast. Het IVRPH omvat onder meer de verplichting tot het voorzien van een toegankelijk onderwijssysteem en de verplichting in redelijke aanpassingen te voorzien. Die verplichtingen zijn er beide op gericht onderwijs toegankelijk te maken voor kinderen met een handicap. Tussen de twee verplichtingen bestaan echter belangrijke verschillen, onder meer inzake afdwingbaarheid. Het EHRM lijkt deze verplichtingen niet correct van elkaar te onderscheiden en aan de twee tegelijk te toetsen. Daarnaast is niet duidelijk hoe streng het Hof de verplichtingen van staten toetst in deze materie. De toetsingsintensiteit lijkt in Stoian lager te liggen dan in eerdere zaken. De auteurs besluiten dan ook dat het arrest geen echte zekerheid brengt over de standaarden die het Hof in volgende zaken zal hanteren. |
Artikel |
Export van pgb’s |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | persoonsgebonden budget, Patiëntenrichtlijn, vrij dienstenverkeer, export, toestemmingsregels |
Auteurs | Mr. A.P. van der Mei |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Nederlandse regelgeving betreffende persoonsgebonden budgetten (pgb’s) is gebaseerd op het (on)geschreven uitgangspunt dat de zorg of steun waarvoor een pgb wordt aangewend binnen Nederland wordt ontvangen. Deze bijdrage gaat nader in op de vraag of de territoriale beperkingen op het gebruik van pgb’s verenigbaar zijn met het EU-recht, en in het bijzonder de in Verordening 883/2004 opgenomen coördinatieregels voor prestaties bij ziekte, de Patiëntenrichtlijn en/of de verdragsregels inzake het vrije verkeer van diensten. De bijdrage concludeert dat dat in beginsel niet zo is. De vraag is niet waarom een verzekerde of begunstigde het recht zou moeten hebben om zijn/haar pgb in een andere lidstaat te gebruiken. Hij of zij heeft dat recht. De vraag is veeleer waarom een zorgkantoor, zorgaanbieder of gemeente die export zou mogen beperken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | VN-verdrag Handicap, Facultatief Protocol, Individueel klachtrecht, VN-comité |
Auteurs | Mr. J.R.E. Stolk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nederland heeft het Facultatief Protocol bij het VN-verdrag Handicap niet geratificeerd. Drie jaar na de inwerkingtreding van het VN-verdrag Handicap in Nederland neemt de roep om het protocol te ratificeren toe. Ratificatie van het protocol maakt namelijk individueel klachtrecht mogelijk bij het VN-comité. Dit artikel zal ingaan op de vraag wat dit individueel klachtrecht precies betekent en waarom de uitspraken van het Comité ook nu al relevant zijn. |
Redactioneel |
|
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Mr. D.C. Houtzager |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Doeltreffende aanpassing, scootmobiel, Wmo 2015, Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ), redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Mr. D.C. Houtzager |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een scootmobiel mag in een gemeenschappelijke ruimte worden geplaatst, bepaalt Hof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2019:767). Een VvE, die zich beriep op de splitsingsakte, gaf geen toestemming voor plaatsing in de containerruimte. De betrokkene vocht het verbod aan en kreeg in appel gelijk van het hof. De weigering was in strijd met de redelijkheid en de billijkheid, die bij de toepassing van een splitsingsakte toegepast moest worden. In het commentaar wordt ingegaan op de rechtsgrond die het hof toepast. In plaats van de toegepaste algemene civielrechtelijke regels zou in dit geval ook de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) kunnen worden gebruikt. In deze lex specialis wordt bij de plicht tot het verrichten van een doeltreffende aanpassing (art. 2 jo. art. 6 WGBH/CZ) een rijk toetsingskader geboden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Handicap, VN-Kinderrechtenverdrag (IVRK), kinderen met een handicap in asielzoekerscentra, belang van het kin, non-discriminatiebeginsel |
Auteurs | Mr. M. Goeman en Mr. S. Schuitemaker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van drie zaken afkomstig van de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children illustreren de auteurs verschillende problemen waar kinderen met een handicap in asielzoekerscentra tegenaan lopen. Het artikel bevat een samenvatting van het onderzoek van Defence for Children, ‘Extra beschermd of extra beschadigd? Onderzoek naar de leefomstandigheden van kinderen met een handicap in asielzoekerscentra in Nederland’. Besproken wordt daarbij een recent vernietigend rapport van de Kinderombudsman over medische zorg die aan een doof meisje werd geweigerd omdat zij geen verblijfsvergunning had. De auteurs betogen dat de wetgever, immigratieautoriteiten en opvanginstanties aan zet zijn om ervoor te zorgen dat de rechten van kinderen met een handicap gerespecteerd worden. Dat moet gelden zowel in de verblijfsprocedure als in de opvangprocedures en bij de toegang tot medische zorg. |
Artikel |
Schaduwrapporten bij het VN-verdrag HandicapHoe organisaties van personen met een handicap een rol kunnen spelen bij de beoordeling door het VN-Comité in Genève |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | P. Vandelanotte en X. Deruytter |
SamenvattingAuteursinformatie |
De beoordeling van een landenrapportage door het VN-Comité Handicap is een belangrijk ijkmoment voor de implementatie van het verdrag. Door het indienen van een schaduwrapport kunnen organisaties van mensen met een handicap inbreng hebben bij de beoordeling van het landenrapport door het Comité. De Vlaamse mensenrechtenorganisatie van mensen met een handicap, GRIP, heeft dat in 2011 gedaan. In deze bijdrage worden de vereisten voor het indienen van een schaduwrapport besproken. De auteurs beschrijven hoe GRIP de schaduwrapportage en de presentatie bij het VN-Comité heeft aangepakt. Daarnaast beschrijven zij welke impact het schaduwrapport heeft gehad op de uiteindelijke conclusies van het Comité. |
Artikel |
Wat Nederland meer kan doen om gebouwen sneller en beter toegankelijk te maken (ook zonder het VN-verdrag Handicap) |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | VN-verdrag Handicap, gebouwen, toegankelijkheid |
Auteurs | Mr. O. Laan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nederland heeft in 2016 het VN-verdrag Handicap geratificeerd. Artikel 9 van het verdrag verplicht Nederland om bestaande en nieuwe gebouwen geleidelijk en proactief volledig toegankelijk te maken voor personen met een handicap. Volgens de overheid is het realiseren van een inclusieve samenwerking met de implementatie van het verdrag geen kwestie van op landelijk niveau ‘op een knop drukken’, maar vooral een proces van cultuurverandering en vernieuwing dat zijn beslag moet krijgen in de samenleving, met name op lokaal niveau en met inachtneming van ieders verantwoordelijkheid. Dat neemt niet weg dat Nederland veel meer kan doen om gebouwen sneller en beter toegankelijk te maken. Ook zonder het VN-verdrag Handicap. |
Artikel |
Als het niet kan zoals het moet...Op zoek naar ambtenaren met mandaat en durf in het sociaal domein |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Mr. dr. M.F. Vermaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
|
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | VN-verdrag Handicap, uitleg, General Comments |
Auteurs | Mr. D.C. Houtzager |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nederland is sinds 2016 bezig met het implementeren van het VN-verdrag Handicap. De uitleg van sommige verdragsartikelen kan vragen opleveren. Omdat die vragen ook bij andere landen leven, publiceert het VN-Comité dat toezicht houdt op het verdrag Algemene Opmerkingen, of met de gangbare Engelse term General Comments. Die Comments geven uitleg aan bepalingen van het verdrag. Dit artikel gaat in op de totstandkoming en de betekenis van de General Comments die het Comité heeft uitgebracht. Daarbij wordt ingegaan op de vraag hoe groot het effect is op de wetgever, rechter en de samenleving. Het artikel besluit met een lijst van de zeven General Comments van het Comité. |
Redactioneel |
‘Ik dacht dat we een toegankelijke samenleving zouden krijgen’Effecten van het VN-verdrag op Nederlandse wetgeving en rechtspraak |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Mr. D.C. Houtzager |
Auteursinformatie |
Redactioneel |
Toepassing VN-verdrag in de praktijk |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 2 2018 |
Auteurs | Mr. D.C. Houtzager |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Loondispensatie, Loonkostensubsidie, VN-verdrag Handicap |
Auteurs | J.S. Stad-Ogier |
SamenvattingAuteursinformatie |
Mensen met een handicap op gelijke voet laten participeren in de samenleving. Al voor de ratificatie van het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap, verder aan te duiden als het IVRPH, was het een belangrijk onderwerp voor de wetgever. Op het gebied van werk zou de invoering van de Participatiewet, in samenhang met de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten (Quotumwet), dit gaan bewerkstelligen. Arbeidsgehandicapten moeten zo veel mogelijk in reguliere banen aan het werk, waardoor sociale werkplaatsen niet meer nodig zijn – zo was de gedachte. Drie jaar later blijkt dat de overheidssector achter ligt op het schema van de banenafspraak. Waar de marktsector ruim zevenduizend banen meer heeft gecreëerd dan gepland, blijft de overheid op een kleine 6.500 banen steken, nog geen 65% van het doel voor 2017. Er moest dus actie ondernomen worden. Dat werd als reden aangevoerd om een systeem van loondispensatie in het regeerakkoord op te nemen. Het primaire doel was om ‘mensen met een arbeidsbeperking meer kansen te geven op duurzaam werk’. Als actief kernlid bij Wij Staan Op! was ik nauw betrokken bij de lobby om loondispensatie uit de Participatiewet weg te houden. |
Artikel |
Zorgbehoefte als schadeCiviele aansprakelijkheid voor zorgschade in relatie tot het publieke zorgaanbod |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2018 |
Auteurs | Mr. M. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Jurisprudentie |
Afwijzing van voorziening doventolk. Geen sprake van ongeoorloofd onderscheid op basis van leeftijd of handicapCentrale Raad van Beroep 8 september 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:3229) |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Artikel 19a WOOS, artikel 34a en 35 Wet WIA, artikel 26 IVBPR, artikel 14 EVRM, Richtlijn 2000/78/EG, VN-verdrag Handicap |
Auteurs | Mr. M.J.A.C. Driessen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Betrokkene is doof en vraagt een voorziening doventolk aan ten behoeve van een opleiding die zij wil gaan volgen. De aanvraag wordt afgewezen door de Centrale Raad van Beroep. Voor een voorziening op grond van de Wet Overige OCW-subsidies is zij te oud. Een beroep op leeftijdsdiscriminatie slaagt niet omdat het gemaakte onderscheid op grond van leeftijd gerechtvaardigd wordt geacht. Ook een voorziening in het kader van de Wet WIA wordt afgewezen. Een voorziening krachtens die wet wordt alleen toegekend als de opleiding als een toeleiding naar werk kan worden gezien. Nu betrokkene al werk heeft is daarvan geen sprake. Een beroep op het VN-verdrag Handicap helpt betrokkene niet. Opmerkelijk is wel dat de Centrale Raad van Beroep toetst aan dit verdrag zonder de toepasbaarheid van dat verdrag separaat te beoordelen. |
Artikel |
Curatele en mentorschap: theorie en praktijk in de zorg voor kwetsbare personen |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | curatele, mentorschap, beslissingsbevoegdheid |
Auteurs | Mr. dr. M. Malsch |
SamenvattingAuteursinformatie |
Curatele en mentorschap zijn bedoeld om kwetsbare personen en hun omgeving te beschermen. Slechts de curator of de mentor is bevoegd om beslissingen te nemen. Bestaande wetgeving en nieuwe wetsvoorstellen bepalen echter, veelal in navolging van het IVRPH, dat de curator of mentor niet de beslissing neemt als de betrokkene wilsbekwaam is. Dit is in strijd met het doel van de curatele en het mentorschap. Dit artikel beschrijft wat de (mogelijke) gevolgen in de praktijk zijn van het niet inschakelen van de wettelijk vertegenwoordiger en bepleit het herstel van de beslissingsbevoegdheid van mentor en curator voor bepaalde typen zorgvragers. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Sociaal domein, Wmo 2015, wijkteams, Juridische kennis, besluitvorming |
Auteurs | D. Claessen MSc, Mr. dr. Q.A.M. Eijkman en Dr. M. Lamkaddem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op basis van één casestudy van een wijkteam in Amersfoort gaat dit artikel in op de mate van juridische kennis van lokale sociale professionals over de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Ook komen knelpunten aanbod, die zij ervaren in de uitvoering van de juridische procedure. Als hulpverlener dienen ze de belangen van hun cliënt te behartigen. Tegelijkertijd bepalen ze als poortwachter, onder mandaat van de gemeente, wie in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening op basis van de Wmo 2015. Deze dubbele pet heeft onbedoelde consequenties voor geschillenbeslechting. Professionalisering is nodig om de kwaliteit van besluitvorming door sociale professionals te verbeteren en de rechtspositie van mensen met een beperking sterker te waarborgen. |