De Hoge Raad oordeelt in 2010 dat een strafrechtelijke veroordeling niet per definitie een dringende reden voor ontslag oplevert. Ook in deze situatie moet de dringende reden worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Sindsdien was de lijn in rechtspraak en literatuur lange tijd dat ontslag (al dan niet op staande voet) wegens een strafbaar feit in de privésfeer pas aan de orde kon zijn als (i) er sprake was van een verband tussen het strafbare feit en het werk van de werknemer en (ii) met het strafbare feit een door de werknemer tegenover zijn werkgever na te leven norm was geschonden. |
Zoekresultaat: 4 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Ontslagrecht x
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | Ontslag op staande voet, Ontbinding, Strafbaar feit, Privésfeer, Rechterlijke beoordeling |
Auteurs | mr. Merle van den Berg en mr. Renske van Herpen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Ontslag van de genormaliseerde ambtenaar: veertien maanden Wnra |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | genormaliseerde ambtenaar, Wnra, Ambtenarenwet 2017, publiek arbeidsrecht |
Auteurs | mr. Saar van Waegeningh en mr. Jolijn van Maurik |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
Kroniek e-grond: van onwil tot ontslag, wat mag? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | e-grond, Verwijtbaar, Bedrijfsregel, Re-integratie, Strafbaar |
Auteurs | mr. Michelle Kind en mr. Maarten Stekelenburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek wordt een analyse gegeven van de belangrijkste vanaf 1 juli 2015 tot 1 februari 2020 gepubliceerde rechtspraak over de e-grond, afgezet tegen de invulling gegeven door het UWV en de wetgever aan de e-grond. |
Artikel |
De dringende reden en ernstige verwijtbaarheid; twee afwegingen op basis van de omstandigheden van één geval |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Ernstige verwijtbaarheid, Transitievergoeding bij ontslag op staande voet, Dringende reden, Ontslag op staande voet, Bagateldelict |
Auteurs | prof. mr. Stefan Sagel en mr. Rik van Haeringen |
Samenvatting |
In een uitspraak van 30 maart 2018 maakte de Hoge Raad een einde aan de discussie over de vraag of een terecht gegeven ontslag op staande voet onder de Wwz kan samengaan met de verschuldigdheid van een transitievergoeding. De cassatierechter besliste dat het wettelijke systeem zich niet verzet tegen zulke samenloop. In al die gevallen waarin de door de rechter aangenomen dringende reden niet als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer kwalificeert, is de transitievergoeding verschuldigd. De vraag komt dan vervolgens wel op, wanneer van die ernstige verwijtbaarheid sprake is. Deze bijdrage beoogt de praktijk enige handvatten aan te reiken voor de beantwoording van die vraag. Net als bij de beoordeling of sprake is van een dringende reden, zullen ook hier de omstandigheden van het geval beslissend zijn. Maar hoewel er een grote mate van overlap is tussen de gezichtspunten die in aanmerking moeten worden genomen bij de afwegingen of sprake is van (i) een dringende reden en (ii) ernstige verwijtbaarheid, moeten de beide beoordelingen om verschillende redenen toch goed van elkaar worden onderscheiden. In de eerste plaats omdat bepaalde gezichtspunten in de beide wegingen voor verschillende partijen kunnen spreken. In de tweede plaats omdat aan bepaalde gezichtspunten die de Hoge Raad relevant acht in het kader van artikel 7:678 BW, geen gewicht toekomt in het kader van de op artikel 7:673 lid 7 onder c BW gestoelde weging van de ernstige verwijtbaarheid. Tot slot geldt bij weer andere van die gezichtspunten, dat het maar net van de omstandigheden van het geval afhangt, of zij ook van betekenis zijn voor de beoordeling of sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Kortom: een genuanceerde benadering is vereist. |