In een uitspraak van 30 maart 2018 maakte de Hoge Raad een einde aan de discussie over de vraag of een terecht gegeven ontslag op staande voet onder de Wwz kan samengaan met de verschuldigdheid van een transitievergoeding. De cassatierechter besliste dat het wettelijke systeem zich niet verzet tegen zulke samenloop. In al die gevallen waarin de door de rechter aangenomen dringende reden niet als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer kwalificeert, is de transitievergoeding verschuldigd. De vraag komt dan vervolgens wel op, wanneer van die ernstige verwijtbaarheid sprake is. Deze bijdrage beoogt de praktijk enige handvatten aan te reiken voor de beantwoording van die vraag. Net als bij de beoordeling of sprake is van een dringende reden, zullen ook hier de omstandigheden van het geval beslissend zijn. Maar hoewel er een grote mate van overlap is tussen de gezichtspunten die in aanmerking moeten worden genomen bij de afwegingen of sprake is van (i) een dringende reden en (ii) ernstige verwijtbaarheid, moeten de beide beoordelingen om verschillende redenen toch goed van elkaar worden onderscheiden. In de eerste plaats omdat bepaalde gezichtspunten in de beide wegingen voor verschillende partijen kunnen spreken. In de tweede plaats omdat aan bepaalde gezichtspunten die de Hoge Raad relevant acht in het kader van artikel 7:678 BW, geen gewicht toekomt in het kader van de op artikel 7:673 lid 7 onder c BW gestoelde weging van de ernstige verwijtbaarheid. Tot slot geldt bij weer andere van die gezichtspunten, dat het maar net van de omstandigheden van het geval afhangt, of zij ook van betekenis zijn voor de beoordeling of sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Kortom: een genuanceerde benadering is vereist. |
Redactioneel |
Van de redactie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2018 |
Artikel |
De dringende reden en ernstige verwijtbaarheid; twee afwegingen op basis van de omstandigheden van één geval |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Ernstige verwijtbaarheid, Transitievergoeding bij ontslag op staande voet, Dringende reden, Ontslag op staande voet, Bagateldelict |
Auteurs | prof. mr. Stefan Sagel en mr. Rik van Haeringen |
Samenvatting |
Artikel |
De gewijzigde UWV Uitvoeringsregels bij bedrijfseconomisch ontslag – een overzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | UWV, Uitvoeringsregels, Bedrijfseconomisch ontslag, A-grond, Ontslagrecht |
Auteurs | mr. Marieke ten Broeke |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel worden de wijzigingen in de Uitvoeringsregels van het UWV bij bedrijfseconomisch ontslag besproken. Eerst wordt ingegaan op de wijzigingen voor de groepswerkgever en de grensoverschrijdende werkgever. Daarna komen de wijzigingen ten aanzien van medezeggenschap en flexibele arbeid aan bod. Vervolgens worden afspiegeling en herplaatsing behandeld. Afgesloten wordt met de wijzigingen betreffende de transitievergoeding. |
Artikel |
De strijd tussen de RVU en de vrijwillige vertrekregeling dan eindelijk beslist? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | RVU, Vervroegde uittreding, Vrijwillige vertrekregeling, Pseudo-eindheffing, strafheffing |
Auteurs | mr. Jan-Willem de Tombe |
Samenvatting |
Op 22 juni 2018 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over de vraag of een vrijwillige vertrekregeling als een RVU kwalificeert en om die reden met 52% extra belasting moet worden beboet. De Hoge Raad oordeelde dat zulks niet het geval is als de vrijwillige vertrekregeling objectief bezien niet tot doel heeft te voorzien in een overbruggingsregeling tot pensioendatum. Voor de praktijk is er nu eindelijk duidelijkheid en kan – onder de voorwaarden zoals gesteld door de Hoge Raad - de vrijwillige vertrekregeling zonder fiscale risico’s worden ingezet bij een personeelsreorganisatie (bijvoorbeeld als onderdeel van een sociaal plan). |
Artikel |
De OR en de benoeming en het ontslag van bestuurders en commissarissenAnnotatie bij: Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 18 juli 2018, JAR 2018/217 (Eneco) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | bestuurder, Ontslag, enquêterecht, ondernemingsraad |
Auteurs | dr. Ilse Zaal en mr. Constant van Tuyll |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op verzoek van de ondernemingsraad oordeelde de Ondernemingskamer dat bij Eneco sprake was van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid, onder meer omdat sprake was van schending van medezeggenschapsrechten. In deze annotatie bespreken auteurs de reikwijdte van dit arrest. Zij gaan met name in op het adviesrecht ten aanzien van de benoeming en het ontslag van de bestuurder. |
Artikel |
AVG en ontslag |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Algemene Verordening Gegevensbescherming, Privacy, Ontslag, Arbeidsverhouding, Normenkader |
Auteurs | mr. Karolina Dorenbos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Algemene Verordening Gegevensbescherming bevat voor werkgevers strengere regels voor rechtmatige verwerking van werknemersgegevens; en voor werknemers meer waarborgen omtrent de bescherming van hun persoonsgegevens. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Redelijke grond Ontslaggrond, Rechtsfeit Rechtsgrond, Ontbindingsprocedure, Ambtshalve aanvulling, Wet arbeidsmarkt in balans (‘Wab’) |
Auteurs | mr. Marko Jovović en mr. Joren Wiewel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 16 februari 2018 wees de Hoge Raad twee beschikkingen over de wijze waarop in ontbindingsprocedures (namelijk met toepassing van het bewijsrecht) moet worden vastgesteld of sprake is van een redelijke grond. De auteurs onderzoeken in deze bijdrage wat dit oordeel betekent voor de discussie over de vraag of redelijke gronden ambtshalve moeten worden toegepast. De auteurs analyseren de beschikkingen mede aan de hand van het onderscheid tussen ‘rechtsfeiten’ en ‘rechtsgronden’. Dit onderscheid is relevant omdat de rechter rechtsfeiten op grond van artikel 24 niet ambtshalve mag aanvullen en rechtsgronden binnen bepaalde grenzen wel. |
Artikel |
Annotatie – Over de hoge lat voor ernstige verwijtbaarheid en het optellen van verwijten. Conclusie A-G Timmerman 9 maart 2018, ECLI:NL:PHR:2018:210 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Ernstig verwijtbaar, Meer gedragingen, Dringende reden, Cumulatie |
Auteurs | mr. Niels Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur zet uiteen of meerdere gedragingen, die wellicht verwijtbaar maar niet ernstig verwijtbaar zijn, kunnen leiden tot de kwalificatie ‘ernstig verwijtbaar gedrag’. Ziet ‘ernstig’ nu op de gedraging of op het geheel aan gedragingen. Zowel de wetsgeschiedenis als belangrijke rechtspraak worden hiervoor geanalyseerd. |
Artikel |
De Hoge Raad over Wwz-aangelegenheden tot dusver |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Wwz, Hoge Raad, Overzicht, Ontslag, Advocaat-Generaal |
Auteurs | De redactie |
Samenvatting |
|
Redactioneel |
Van de redactie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2018 |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Stoelendansmethode, Methode de Blécourt, Omgekeerde afspiegelingsbeginsel, Uitwisselbaarheid, Reorganisatie |
Auteurs | mr. Mirjam de Blécourt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de praktijk blijft behoefte aan een reorganisatie op basis van de stoelendansmethode. Indien nieuw gecreëerde functies een deel van de werkzaamheden van de oude (te) vervallen functies bevatten, kan de werkgever niet langer de meest geschikte werknemer plaatsen. De werkgever dient in dat geval af te spiegelen over die geschikte werknemers van wie een deel van de functie terugkeert en automatisch te plaatsen op basis van omgekeerde afspiegeling. Pas daarna mogen de rest van de geschikte werknemers worden geplaatst. In de literatuur en jurisprudentie worden de termen (her)plaatsen, automatisch plaatsen, direct plaatsen, tewerkstellen en benoemen door elkaar gebruikt. In deze bijdrage wordt een terminologie-suggestie gedaan om duidelijkheid te scheppen. Om in de praktijk een reorganisatie op basis van de stoelendansmethode volgens een juist stappenplan uit te voeren is een visueel stappenplan in deze bijdrage opgenomen. |
Redactioneel |
Van de redactie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2018 |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Ontslag, Herplaatsing, Scholing, Passende functie, Concernverband |
Auteurs | mr. dr. Pascal Kruit en mr. Jacobien Sap |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de herplaatsingsplicht besproken aan de hand van voor de praktijk relevante vragen. Aan bod komen de invulling van het begrip passende arbeid, situaties waarin herplaatsing niet in de rede ligt, de omvang van de op de werkgever rustende scholingsplicht en de herplaatsing in concernverband. |
Artikel |
Duurzame inzetbaarheid door flexibilisering pensioen; wat zijn de huidige mogelijkheden? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | pensioen, flexibel, fiscaal, vervroegen, uitstel |
Auteurs | mr. Irene Vermeeren-Keijzers en mr. Cornelien Donner-Broersma |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
De complicaties voor de werkgever bij het uit dienst treden van een zieke werknemer: een (praktisch) overzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Bezava, Zieke werknemer, Ontslag, Wachttijd, Eigenrisicodrager |
Auteurs | mr. Hylda Wiarda en mr. Ilse Baijens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een zieke werknemer brengt gedurende het dienstverband veel verplichtingen voor de werkgever mee. De Wet Bezava heeft er in de praktijk toe geleid dat werkgevers huiverig zijn geworden om een werknemer ziek uit dienst te laten gaan vanwege de premiestijging. Bovendien stuit het beeindigen van het dienstverband van een zieke werknemer op andere praktische bezwaren. In dit artikel gaan wij nader in op de problematiek waarmee de werkgever wordt geconfronteerd bij het uit dienst treden van een zieke werknemer tijdens en na de wachttijd. Achtereenvolgens gaan we daarbij in op beëindiging tijdens de eerste twee ziektejaren en beëindiging na afloop van de wachttijd, waarbij we de mogelijke stijging van de premielast voor de werkgever bij instroom van werknemers in de Ziektewet en de WIA, het eigenrisicodragerschap, het opzegverbod bij ziekte en het slapende dienstverband bespreken. |
Artikel |
Vertrouwen in gelijkheid in de transitievergoeding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Transitievergoeding, Gelijkheid, AOW, Arbeidsongeschikt, Overbruggingsregeling |
Auteurs | mr. Joanne Marijnissen en mr. Janine Weel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het nieuwe kabinet wil door middel van een aantal wijzigingen meer balans brengen in de transitievergoeding. De auteurs behandelen verschillende (uitzonderings)regelingen en toetsen deze regelingen aan de doelstellingen van de transitievergoeding. Besproken wordt of de wetgever voor meer gelijkheid zou kunnen zorgen. |
Artikel |
Vertrouwen in het ontslag |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Ontslag, Ontslaggronden, Cumulatie, Payroll |
Auteurs | prof. mr. Ronald Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaat de auteur in op de in het regeerakkoord 2017 voorgestelde maatregelen ten aanzien van ontslag. Voorts gaat hij in op het recent verschenen wetsvoorstel ten aanzien van payrolling. |
Artikel |
De cao en het schriftelijkheidsvereiste in het arbeidsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | schriftelijkheidsvereiste, semidwingend, cao, proeftijd, wijziging |
Auteurs | mr. Niels Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de eis dat alleen bij geschrift of in de arbeidsovereenkomst van een bepaalde wettelijke regeling kan worden afgeweken of dat een bepaald beding alleen schriftelijk kan worden overeengekomen ligt in hoofdzaak niet altijd dezelfde gedachte ten grondslag. Soms is dat een waarborg voor een zich goed rekenschap gevende werknemer die niet te lichtvaardig instemt met een bepaalde arbeidsvoorwaarde, soms ligt aan die eis de bescherming van de werknemer ten grondslag en soms is het een combinatie van beide. In dit artikel wordt besproken dat in die gevallen waarin de wet een schriftelijke overeenkomst eist en de beschermingsgedachte vooropstaat, een regeling bij cao toereikend is om van een schriftelijke overeenkomst te spreken. |
Redactioneel |
Van de redactie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 1 2018 |
Artikel |
Constar Plastics: aanzegging of opzegging – overgangsrecht en opvolgend werkgeverschap |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Constar, Aanzegging, Opzegging, Overgangsrecht, Opvolgend werkgeverschap |
Auteurs | mr. Steven Palm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt de uitspraak van de Hoge Raad inzake Constar Plastics. De Hoge Raad beantwoordt twee vragen. (i) Kan een schriftelijke aanzegging als bedoeld in artikel 7:668 lid 1 BW onder omstandigheden als een opzegging van de werkgever worden beschouwd? (ii) Welke maatstaf voor opvolgend werkgeverschap geldt bij een werkgeverswissel die plaatsvond voor 1 juli 2015? Het artikel bevat een nadere analyse van de beslissing van de Hoge Raad en beschrijft de (proces)rechtelijke consequenties van deze uitspraak voor de rechtspraktijk. |