Als gevolg van de coronamaatregelen worden onderzoeken ter zitting soms zo ingericht dat bepaalde procesdeelnemers en publiek de zitting alleen via een videoverbinding kunnen bijwonen. In deze bijdrage wordt onderzocht of en, zo ja, onder welke voorwaarden, het in het algemeen juridisch toelaatbaar is om zittingen op die manier in te richten en of dat ook wenselijk zou zijn. Daarbij worden twee varianten onderscheiden: de volledig digitale zitting – die niet in een zittingszaal plaatsvindt – en de zitting waarbij de rechters en mogelijk ook de officier van justitie in de zittingszaal aanwezig zijn, maar de andere procesdeelnemers de zitting digitaal bijwonen. Na de beantwoording van de onderzoeksvraag worden suggesties gedaan voor een regeling in het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering. |
Zoekresultaat: 16 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift Modernisering Strafvordering x
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | videoconferentie, onderzoek ter terechtzitting, recht op een eerlijk proces, aanwezigheidsrecht, Coronamaatregelen |
Auteurs | Mr. dr. B. de Wilde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De deskundige in het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | deskundige, technisch opsporingsambtenaar, modernisering Strafvordering, benoeming, schriftelijke stukken |
Auteurs | Mr. dr. R.A. Hoving |
SamenvattingAuteursinformatie |
De modernisering van het Wetboek van Strafvordering biedt de mogelijkheid om aan de slag te gaan met de vragen en problemen inzake de inschakeling van deskundigen in het strafproces en het toezicht op het functioneren van deze deskundigen. In dit artikel wordt aandacht besteed aan de vraag in hoeverre enkele problemen die in de literatuur zijn benoemd, worden opgelost door de voorgestelde veranderingen van de regels over (1) de afbakening van het begrip deskundige, (2) de inschakeling van deskundigen en (3) het gebruik van deskundigenbewijs. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | recht op privacy, handschriftonderzoek en stemvergelijkend onderzoek, vingerafdruk, inbeslagneming van voorwerpen, DNA-onderzoek |
Auteurs | Prof. mr. T. Blom |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het nieuwe wetboek worden ‘nieuwe’ opsporingsbevoegdheden geïntroduceerd die normaal gesproken openlijk worden toegepast maar straks ook heimelijk mogen worden ingezet. Het betreft het vergelijkend vingerafdrukken- en handpalmonderzoek, het handschrift- en stemvergelijkend onderzoek, inbeslagneming van voorwerpen en de inzet van daartoe strekkende steunbevoegdheden, het bij gelegenheid van een doorzoeking of betreden van plaatsen overnemen van gegevens en het bevel tot verstrekken van gegevens. In het artikel wordt aangegeven dat de invoering van deze bevoegdheden noodzakelijk en ook wenselijk is, waarbij de wettelijke regeling bovendien voldoet aan de eisen die daaraan door het EHRM worden gesteld. Het voordeel van codificatie is bovendien dat waar het nu vaak om een ongeregelde praktijk gaat, door codificatie duidelijk wordt onder wiens gezag de toepassing van de bevoegdheid valt en aan welke voorwaarden moet zijn voldaan voordat de bevoegdheid mag worden toegepast. |
Artikel |
Zaken oplossen met behulp van de DNA-databank: een pleidooi voor een brede inhoudelijke discussie over de voorgenomen wijziging van de Wet DNA-V |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden, DNA-databank, conservatoire afname, opsporing, DNA |
Auteurs | Mr. M. Goos MM en Prof. mr. L. Stevens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-V) worden DNA-celmateriaal en DNA-profielen van veroordeelden bewaard. Omdat sommige veroordeelden onvindbaar blijken voor de afname van hun celmateriaal zal vermoedelijk de wet worden aangepast opdat conservatoire afname mogelijk wordt. DNA wordt dan reeds afgenomen tijdens het opsporingsonderzoek maar pas verwerkt na veroordeling. Deze bijdrage plaatst de discussie over de juridische en praktische houdbaarheid van de conservatoire afname in een breder perspectief, namelijk die van de oorspronkelijke doelstellingen van de Wet DNA-V en de vraag naar de mogelijkheden van het afnemen én het reeds verwerken van DNA-celmateriaal tijdens het opsporingsonderzoek. |
Artikel |
Een inhoudelijk kompas voor een uit koers geraakte voorlopigehechtenispraktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | voorlopige hechtenis, onschuldpresumptie, ultimum remedium, theoretische grondslagen |
Auteurs | Mr. N. Hajjari |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zal een inhoudelijk en operationeel normatief kader worden geformuleerd voor de toepassing van voorlopige hechtenis, waarbij de focus ligt op het zo veel mogelijk reduceren van het percentage onschuldigen dat aan het vrijheidsbenemende dwangmiddel wordt blootgesteld. Doel van de bijdrage is het inspireren van de wetgever om het moderniseringsproject te baat te nemen om de voorlopigehechtenisregeling grondig(er) te hervormen. |
Artikel |
Modernisering Strafvordering: de bevoegdheden met betrekking tot het lichaam en het ongemotiveerd uithollen van waarborgen |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | opsporing, ernstige bezwaren, strafvorderlijk onderzoek in en aan het lichaam, DNA-onderzoek, modernisering strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. S. Brinkhoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het zesde hoofdstuk van Boek 2 van het concept-Wetboek van Strafvordering staan de strafvorderlijke bevoegdheden centraal die betrekking hebben op het lichaam. Voor een groot deel zijn de thans bestaande bevoegdheden samengebracht in één hoofdstuk en worden er maar een paar nieuwe bevoegdheden gecreëerd. In dit artikel wordt belicht dat tamelijk geruisloos en bovendien eenzijdig vanuit het perspectief van opsporingsbelangen op een aantal plekken de geldende waarborgen worden verminderd. Betoogd wordt dat daar niet te lichtvaardig toe moet worden overgaan. Zeker niet zonder deugdelijke onderbouwing en zeker niet bij bevoegdheden die een forse inbreuk maken op de lichamelijke integriteit van een verdachte burger. Het laten vervallen van de eis van het bestaan van ernstige bezwaren is in dit opzicht de meest fundamentele voorgestelde wijziging. Op dit punt verdient het de voorkeur dat de voorstellen van de wetgever worden bediscussieerd en zo nodig worden bijgestuurd. |
Artikel |
Schikken of beschikken?Buitengerechtelijke afdoening van grote en bijzondere strafzaken in een gemoderniseerd Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | buitengerechtelijke afdoening, transactie, strafbeschikking, modernisering Wetboek van Strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. E. Sikkema en Mr. dr. W.S. de Zanger |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
Modern beslissen in hoger beroep en cassatie |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | hoger beroep, cassatie, beslismodel, fuikwerking |
Auteurs | Mr. D. Bektesevic en Mr. M. Berndsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage is in hoofdzaak gewijd aan de in het conceptwetsvoorstel Modernisering Strafvordering voorgestelde veranderingen in de beslisschema’s in hoger beroep en cassatie. Daartoe worden eerst kort en op hoofdlijnen de geschiedenis en de huidige situatie van beide beslisschema’s geschetst, waarna het conceptwetsvoorstel en de bijbehorende memorie van toelichting worden geanalyseerd. In het bijzonder wordt stilgestaan bij de invloed van de veranderingen in hoger beroep op de procedure en de (on)mogelijkheden om oordelen van het hof ter toetsing voor te leggen aan de Hoge Raad. De bijdrage besluit met enkele conclusies. |
Artikel |
Wettelijk overgangsrecht en rechterlijke anticipatie ter zake van het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | overgangsrecht, anticipatie, rechterlijke anticipatie, modernisering strafvordering |
Auteurs | Mr. M.J. Borgers en Prof. mr. T. Kooijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De inwerkingtreding van het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering zal gepaard gaan met vragen van overgangsrechtelijke aard. Op dit moment heeft de minister nog niet voorzien in overgangsrecht. In deze bijdrage wordt besproken hoe de contouren van dat overgangsrecht eruit zouden kunnen zien. Daarnaast wordt de vraag besproken in hoeverre de rechter, voorafgaand aan de inwerkingtreding, kan anticiperen op het gemoderniseerde wetboek bij de uitleg van de huidige wettelijke bepalingen. |
Artikel |
Herstelrechtvoorzieningen in het (nieuwe) Wetboek van Strafvordering: geen luxe maar noodzaak met het oog op de realisering van een humane rechtspleging |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | herstelrecht(voorzieningen), mediation in strafzaken, Wetboek van Strafvordering, humane rechtspleging, wetsvoorstel |
Auteurs | Mr. dr. J. Claessen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat het herziene voorstel van wet centraal strekkende tot invoering van een nieuwe Titel – ‘Herstelrechtvoorzieningen’ – in het (nieuwe) Wetboek van Strafvordering. Het wetsvoorstel is in feite een ‘burgerinitiatiefwetsvoorstel’ en is geschreven door een initiatiefgroep bestaande uit medewerkers van de Universiteit Maastricht en restorative Justice Nederland in samenwerking met een denktank van vele professionals werkzaam in de strafrechtspraktijk, onder wie rechters, officieren van justitie, advocaten, mediators, politiemedewerkers en gevangenispersoneel. De auteur zet in deze bijdrage niet alleen de proeve van wetgeving uiteen, maar plaatst deze ook binnen een passende rechtshistorische context en voorziet haar voorts van zijn persoonlijke commentaar en visie. |
Artikel |
‘Keeping up appearances’? De verschijningsplicht van de verdachte bij de terechtzitting en de uitspraak |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | aanwezigheidsrecht, verschijningsplicht, onschuldpresumptie, slachtoffers |
Auteurs | Mr. dr. M. van Noorloos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De modernisering van het Wetboek van Strafvordering is aangegrepen om een principieel vraagstuk uit de regeling over de berechting te herzien: de verplichte aanwezigheid van de verdachte bij het onderzoek ter terechtzitting en bij de openbare uitspraak. In deze bijdrage wordt onderzocht wat de inhoud en achtergrond van deze voorstellen zijn en wordt een oordeel gegeven over deze verschijningsplichten in het licht van de verschillende rationales die een verschijningsplicht zou kunnen vervullen – rationales die op hun beurt voortvloeien uit de functies van het straf(proces)recht. Daarbij wordt ook ingegaan op de mogelijke neveneffecten en de risico’s voor fundamentele rechten (met name de onschuldpresumptie). |
Artikel |
Beschouwing rapport Commissie-Koops: strafvordering in het digitale tijdperk |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | digitale opsporing, openbronnenonderzoek, beslag, data-analyse, big data |
Auteurs | Mr. dr. J.J. Oerlemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Commissie-Koops heeft onderzocht of het conceptwetsvoorstel Boek 2 voldoende rekening houdt met het digitale tijdperk anno 2018 en in de nabije toekomst. Dit artikel is een beschouwing op het rapport van de Commissie, waarbij de aanbevelingen met betrekking tot openbronnenonderzoek en het beslag op gegevensdragers uitgebreid besproken worden. Daarnaast wordt ingegaan op het fenomenen van de ‘dataficering’ van het opsporingsproces. In het artikel wordt antwoord gegeven op de vraag welke bijdrage het rapport heeft geleverd aan de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. |
Opinie |
Berechting door de enkelvoudige kamer |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | enkelvoudige kamer, politierechter, kantonrechter, mondelinge uitspraak, snelrecht |
Auteurs | Dr. W.F. Korthals Altes |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regeling van de berechting door de enkelvoudige kamer (politierechter en kantonrechter) wordt aanzienlijk vereenvoudigd door het opnemen van gemeenschappelijke regels, de verwijzing naar de algemene regels voor berechting en het schrappen van in onbruik geraakte procedures. Inhoudelijk en terminologisch blijft vrijwel alles bij het oude. De vraag is of deze aspecten niet ook moeten worden gemoderniseerd. |
Artikel |
Of/Of: de alternatieve kwalificatie |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | strafprocesrecht, modernisering van strafvordering, alternatieve kwalificatie, kwalificatiebeslissing, samengestelde tenlasteleggingen |
Auteurs | Mr. dr. J.G.H. Altena-Davidsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het conceptwetsvoorstel voor Boek 4 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (de berechting) wordt het voorstel gedaan om een alternatieve kwalificatie mogelijk te maken. In deze bijdrage wordt, na een uiteenzetting van het geldende recht en de wijziging die het voorstel daarin moet aanbrengen, onderzocht of in de praktijk behoefte bestaat aan de mogelijkheid tot alternatieve kwalificatie. Die behoefte lijkt beperkt te zijn, en zich vooral voor te doen in de context van het gedifferentieerde stelsel van vermogensdelicten en deelnemingsvormen. Deze bijdrage werpt daarom de vraag op of het probleem, en bijgevolg de oplossing daarvan, niet eerder gelegen zijn in het materiële recht dan het strafprocesrecht. Op basis daarvan, alsmede op basis van een korte bespreking van mogelijke bezwaren tegen de alternatieve kwalificatie, wordt de stelling betrokken dat het voorstel nadere doordenking en onderbouwing behoeft. |
Artikel |
Voorlopige vrijheidsbeperking vooropgesteld |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | voorlopige vrijheidsbeperking, voorlopige hechtenis, schorsing, modernisering strafvordering, ultimum remedium |
Auteurs | Mr. dr. S. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regeling van de voorlopige hechtenis verandert mogelijk ingrijpend, blijkens het conceptwetsvoorstel tot vaststelling van Boek 2 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. De rechter krijgt ingevolge dit voorstel de mogelijkheid om in plaats van de voorlopige hechtenis de voorlopige vrijheidsbeperking te bevelen en de schorsing van de voorlopige hechtenis komt te vervallen. De ultimum remedium-gedachte rechtvaardigt dat gekozen wordt voor een systeem waarin de voorlopige vrijheidsbeperking voorop staat. Dat stelsel geniet ook op Europees niveau de voorkeur. De keuze voor dit systeem is evenwel niet geheel zonder risico’s en het vooropstellen van de voorlopige vrijheidsbeperking zal de praktijk ook voor nieuwe uitdagingen stellen. In deze bijdrage worden deze risico’s besproken en wordt een aantal aanbevelingen gedaan tot aanpassing van het voorliggende conceptwetsvoorstel. |
Artikel |
De hulpofficier van justitie ‘nieuwe stijl’ en de modernisering van het Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | opsporing, politie, hulpofficier, Openbaar Ministerie, modernisering strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. J.M.W. Lindeman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De hulpofficier van justitie is een zeer belangrijke figuur in de Nederlandse strafrechtspleging. Ondanks de soms vergaande bevoegdheden van de hulpofficier is er weinig duidelijkheid over de competenties waarover de 4000 Nederlandse hulpofficieren moeten beschikken. Al in 2013 is door minister, politie en OM aangekondigd dat er gewerkt gaat worden aan een officier ‘nieuwe stijl’, met een versterkte rol en gekoppeld aan een nieuwe, betere opleiding. Welke visie aan deze versterking ten grondslag ligt, is echter niet bekend. Desalniettemin wordt ook in de moderniseringsoperatie voor het Wetboek van Strafvordering gezinspeeld op de nieuwe, versterkte positie van de hulpofficier. In dit artikel wordt ingegaan op de rol van de hulpofficier en (het gebrek aan) de discussie daarover. Vervolgens worden de plannen voor de versterkte rol van de hulpofficier (voor zover bekend) besproken en worden de in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering voorgestelde veranderingen tegen het licht gehouden. Door een gebrek aan (informatie over een) duidelijke visie en een rommelig toegelicht conceptwetsvoorstel is het vooralsnog lastig om enthousiast te worden. |