In het nieuwe wetboek worden ‘nieuwe’ opsporingsbevoegdheden geïntroduceerd die normaal gesproken openlijk worden toegepast maar straks ook heimelijk mogen worden ingezet. Het betreft het vergelijkend vingerafdrukken- en handpalmonderzoek, het handschrift- en stemvergelijkend onderzoek, inbeslagneming van voorwerpen en de inzet van daartoe strekkende steunbevoegdheden, het bij gelegenheid van een doorzoeking of betreden van plaatsen overnemen van gegevens en het bevel tot verstrekken van gegevens. In het artikel wordt aangegeven dat de invoering van deze bevoegdheden noodzakelijk en ook wenselijk is, waarbij de wettelijke regeling bovendien voldoet aan de eisen die daaraan door het EHRM worden gesteld. Het voordeel van codificatie is bovendien dat waar het nu vaak om een ongeregelde praktijk gaat, door codificatie duidelijk wordt onder wiens gezag de toepassing van de bevoegdheid valt en aan welke voorwaarden moet zijn voldaan voordat de bevoegdheid mag worden toegepast. |
Zoekresultaat: 22 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift Modernisering Strafvordering x
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | recht op privacy, handschriftonderzoek en stemvergelijkend onderzoek, vingerafdruk, inbeslagneming van voorwerpen, DNA-onderzoek |
Auteurs | Prof. mr. T. Blom |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Zaken oplossen met behulp van de DNA-databank: een pleidooi voor een brede inhoudelijke discussie over de voorgenomen wijziging van de Wet DNA-V |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden, DNA-databank, conservatoire afname, opsporing, DNA |
Auteurs | Mr. M. Goos MM en Prof. mr. L. Stevens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-V) worden DNA-celmateriaal en DNA-profielen van veroordeelden bewaard. Omdat sommige veroordeelden onvindbaar blijken voor de afname van hun celmateriaal zal vermoedelijk de wet worden aangepast opdat conservatoire afname mogelijk wordt. DNA wordt dan reeds afgenomen tijdens het opsporingsonderzoek maar pas verwerkt na veroordeling. Deze bijdrage plaatst de discussie over de juridische en praktische houdbaarheid van de conservatoire afname in een breder perspectief, namelijk die van de oorspronkelijke doelstellingen van de Wet DNA-V en de vraag naar de mogelijkheden van het afnemen én het reeds verwerken van DNA-celmateriaal tijdens het opsporingsonderzoek. |
Artikel |
De elektronische betekening van gerechtelijke mededelingen: kanttekeningen bij een betrekkelijk nieuwe regeling |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | elektronische betekening, e-betekening, Wetboek van strafvordering, Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, Berichtenbox, Berichtenbox app, akte van uitreiking |
Auteurs | Drs. J.W. van Wetten |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur concludeert dat wanneer de huidige regeling van de e-betekening in ongewijzigde vorm in Hoofdstuk 9 van Boek 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering zou worden opgenomen en in werking zal treden, niet verwacht mag worden dat deze in de praktijk enige toegevoegde waarde zal hebben. Bovendien kan worden geconcludeerd dat de regeling dermate techniekafhankelijk is geformuleerd dat deze in de weg staat aan de toepassing van een handige en gebruikersvriendelijke voorziening als de Berichtenbox app. Wenselijk is de regeling te herzien met als vertrekpunt dat het elektronisch ontvangen van gerechtelijke kennisgevingen geen geheel vrijblijvende aangelegenheid is voor de justitiabele. Het invoeren van een verplichting tot elektronische ontvangst voert wellicht te ver. Voorgesteld wordt aan een eenmaal gegeven instemming voor het elektronische ontvangen van gerechtelijke kennisgevingen de consequentie te verbinden dat de verzending van een kennisgeving door het Openbaar Ministerie voldoende is om een betekening in persoon aan te nemen. Dat zal het geval kunnen zijn indien de werking van de te gebruiken voorziening een grote mate van zekerheid biedt dat de kennisgeving de juiste persoon bereikt, dat – behoudens de mogelijkheid van een verstoring – de aan de persoon verzonden kennisgeving (doordat hij hiervan langs verschillende kanalen wordt genotificeerd) de persoon niet zal kunnen ontgaan en dat de verzending op bij wet voorschreven wijze wordt gelogd en in machinaal gegenereerde standaardverklaringen wordt vastgelegd opdat de rechter – mocht dit nodig zijn – de e-betekening kan controleren. |
Artikel |
Schikken of beschikken?Buitengerechtelijke afdoening van grote en bijzondere strafzaken in een gemoderniseerd Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | buitengerechtelijke afdoening, transactie, strafbeschikking, modernisering Wetboek van Strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. E. Sikkema en Mr. dr. W.S. de Zanger |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
Modern beslissen in hoger beroep en cassatie |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | hoger beroep, cassatie, beslismodel, fuikwerking |
Auteurs | Mr. D. Bektesevic en Mr. M. Berndsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage is in hoofdzaak gewijd aan de in het conceptwetsvoorstel Modernisering Strafvordering voorgestelde veranderingen in de beslisschema’s in hoger beroep en cassatie. Daartoe worden eerst kort en op hoofdlijnen de geschiedenis en de huidige situatie van beide beslisschema’s geschetst, waarna het conceptwetsvoorstel en de bijbehorende memorie van toelichting worden geanalyseerd. In het bijzonder wordt stilgestaan bij de invloed van de veranderingen in hoger beroep op de procedure en de (on)mogelijkheden om oordelen van het hof ter toetsing voor te leggen aan de Hoge Raad. De bijdrage besluit met enkele conclusies. |
Artikel |
Het professionele verschoningsrecht in het nieuwe wetboek |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | geheimhoudingsplicht advocaat, professionele verschoningsrecht, Modernisering Wetboek van Strafvordering, getuigenverhoor, doorzoeking en inbeslagneming |
Auteurs | Mr. dr. N.A.M.E.C. Fanoy |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de conceptwetsvoorstellen tot vaststelling van Boek 1, 2 en 6 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering is een aantal voorstellen gedaan voor een nieuwe regeling van het ‘professionele verschoningsrecht’: het verschoningsrecht van bepaalde beroepsbeoefenaren met een vertrouwenspositie die in het kader van hun beroepsuitoefening een geheimhoudingsplicht hebben. Deze bijdrage gaat in op de voorgestelde bepalingen die betrekking hebben op het professionele verschoningsrecht bij het getuigenverhoor en bij een doorzoeking en inbeslagneming bij professioneel verschoningsgerechtigden dan wel ‘derden’. De nadruk ligt op de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van de advocaat. De wetgever beoogt met de voorgestelde bepalingen de reikwijdte en de omvang van het verschoningsrecht te verduidelijken en in overeenstemming te brengen met recente ontwikkelingen in jurisprudentie en rechtspraktijk. In de bijdrage worden de voorstellen nader beschouwd in het licht van deze doelstelling. |
Artikel |
Een voorzet voor de modernisering van het jeugdstrafprocesrecht in lijn met het IVRK en met oog voor de knelpunten in de praktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | jeugdige verdachten, buitengerechtelijke afdoening, IVRK, jeugdstrafzitting, EU-Richtlijn procedurele waarborgen jeugdige verdachten |
Auteurs | Mr. dr. J. uit Beijerse en Mr. C.L. van der Vis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een voorzet gedaan om de modernisering van het jeugdstrafprocesrecht nog meer in lijn te brengen met de uit het IVRK voortvloeiende eisen. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de plaats van het jeugdstrafprocesrecht in het voorgestelde wetboek, aan de bijzondere positie van de buitengerechtelijke afdoening van jeugdstrafzaken door het Openbaar Ministerie en worden voorstellen gedaan met het oog op diverse zich in de jeugdstrafprocespraktijk voordoende knelpunten. |
Artikel |
Wettelijk overgangsrecht en rechterlijke anticipatie ter zake van het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | overgangsrecht, anticipatie, rechterlijke anticipatie, modernisering strafvordering |
Auteurs | Mr. M.J. Borgers en Prof. mr. T. Kooijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De inwerkingtreding van het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering zal gepaard gaan met vragen van overgangsrechtelijke aard. Op dit moment heeft de minister nog niet voorzien in overgangsrecht. In deze bijdrage wordt besproken hoe de contouren van dat overgangsrecht eruit zouden kunnen zien. Daarnaast wordt de vraag besproken in hoeverre de rechter, voorafgaand aan de inwerkingtreding, kan anticiperen op het gemoderniseerde wetboek bij de uitleg van de huidige wettelijke bepalingen. |
Redactioneel |
Redactioneel |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Artikel |
Het dossier als fundament voor de rechterlijke beslissing |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | het strafdossier, rechterlijke voorbereiding, processtukken, bevooroordeeld, oordeelsvorming |
Auteurs | D.A.G. van Toor PhD LLM BSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het dossier speelt in het Nederlandse strafprocesrecht een centrale rol. Zonder het dossier kunnen de snelheid en de efficiëntie van het huidige (en toekomstige) strafproces niet worden gewaarborgd. De processtukken zijn leidend tijdens de voorbereiding van de rechters en de griffier voorafgaand aan en tijdens het onderzoek ter terechtzitting. Deze werkwijze – het voorbereiden van het onderzoekt ter terechtzitting aan de hand van het dossier – volgt niet dwingend uit enige wettelijke bepaling. De rechterlijke voorbereiding van het onderzoek ter terechtzitting aan de hand van het dossier krijgt weinig aandacht in de rechtswetenschappelijke literatuur en het rechtspsychologische experimentele onderzoek. Hiervoor zou meer aandacht moeten bestaan omdat uit het wel beschikbare experimentele onderzoek blijkt dat de voorbereiding op basis van het dossier significante invloed heeft op het uiteindelijke rechterlijke oordeel. In deze bijdrage staat de kwestie centraal of de Modernisering van het Wetboek van Strafvordering aanpassingen in het wettelijk kader betreffende het dossier voorziet, en of deze aanpassingen veranderingen teweegbrengen in het gebruik van het dossier ten behoeve van de voorbereiding van het onderzoek ter terechtzitting. |
Artikel |
Modernisering van de beklagregeling ex artikel 12 Sv: ‘Full dress’ voor het slachtoffer? |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | klachtprocedure artikel 12 Sv, slachtofferrechten in het vooronderzoek, grondslagen, vervolgingsmonopolie |
Auteurs | Dr. R.S.B. Kool |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de invoering van de Wet Versterking Slachtoffers (VPS, 2010) hebben slachtoffers rechten gekregen waarmee zij inbreng kunnen hebben in het vooronderzoek. Daarnaast hebben zij de mogelijkheid om bij het uitblijven van vervolging of opsporing een klaagschrift in te dienen bij het hof in het kader van de artikel 12 Sv-procedure. Het voornemen van de minister is deze regeling te verruimen, onder andere om de staande jurisprudentie te codificeren. Hoewel de verruiming inhoudelijk bijval verdient, is nog onvoldoende sprake van een systematisch op elkaar betrekken van de klachtprocedure en de procespositie van het slachtoffer als belanghebbende bij het vooronderzoek. Handvatten daartoe kunnen worden ontleend aan het project Strafvordering 2001. |
Artikel |
Herstelrechtvoorzieningen in het (nieuwe) Wetboek van Strafvordering: geen luxe maar noodzaak met het oog op de realisering van een humane rechtspleging |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | herstelrecht(voorzieningen), mediation in strafzaken, Wetboek van Strafvordering, humane rechtspleging, wetsvoorstel |
Auteurs | Mr. dr. J. Claessen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat het herziene voorstel van wet centraal strekkende tot invoering van een nieuwe Titel – ‘Herstelrechtvoorzieningen’ – in het (nieuwe) Wetboek van Strafvordering. Het wetsvoorstel is in feite een ‘burgerinitiatiefwetsvoorstel’ en is geschreven door een initiatiefgroep bestaande uit medewerkers van de Universiteit Maastricht en restorative Justice Nederland in samenwerking met een denktank van vele professionals werkzaam in de strafrechtspraktijk, onder wie rechters, officieren van justitie, advocaten, mediators, politiemedewerkers en gevangenispersoneel. De auteur zet in deze bijdrage niet alleen de proeve van wetgeving uiteen, maar plaatst deze ook binnen een passende rechtshistorische context en voorziet haar voorts van zijn persoonlijke commentaar en visie. |
Artikel |
‘Keeping up appearances’? De verschijningsplicht van de verdachte bij de terechtzitting en de uitspraak |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | aanwezigheidsrecht, verschijningsplicht, onschuldpresumptie, slachtoffers |
Auteurs | Mr. dr. M. van Noorloos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De modernisering van het Wetboek van Strafvordering is aangegrepen om een principieel vraagstuk uit de regeling over de berechting te herzien: de verplichte aanwezigheid van de verdachte bij het onderzoek ter terechtzitting en bij de openbare uitspraak. In deze bijdrage wordt onderzocht wat de inhoud en achtergrond van deze voorstellen zijn en wordt een oordeel gegeven over deze verschijningsplichten in het licht van de verschillende rationales die een verschijningsplicht zou kunnen vervullen – rationales die op hun beurt voortvloeien uit de functies van het straf(proces)recht. Daarbij wordt ook ingegaan op de mogelijke neveneffecten en de risico’s voor fundamentele rechten (met name de onschuldpresumptie). |
Artikel |
De bewijsregeling in het concept-Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | bewijs, bewijsstelsel, onmiddellijkheidsbeginsel, bewijsmiddelen, ondervragingsrecht |
Auteurs | Mr. dr. B. de Wilde |
SamenvattingAuteursinformatie |
In concept-Boek 4 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering wordt een aangepaste bewijsregeling voorgesteld. Een aantal aspecten daarvan wordt in deze bijdrage besproken. Er wordt aandacht besteed aan de gebondenheid aan wettige bewijsmiddelen, het bewijscriterium, formele onmiddellijkheid, enkele specifieke bewijsmiddelen, bewijsminima, het recht getuigen te ondervragen, bewijsmotivering en het bewijs bij de schuldvaststelling in het kader van een strafbeschikking. |
Opinie |
Berecht kwetsbare verdachten a.u.b. alleen volwaardig |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | psychisch gestoorde verdachten, procesonbekwaamheid, procedurele waarborgen, opname in een psychiatrisch ziekenhuis, opportuniteitsbeginsel |
Auteurs | Mr. dr. M.J.F. van der Wolf |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een bekende juridische publicist schreef onlangs dat alleen ‘volwaardige’ verdachten zouden moeten worden berecht door de Nederlandse rechter. Hij beschrijft dat de mogelijkheden die het Openbaar Ministerie ter beschikking staan om op grond van het opportuniteitsbeginsel en procesonbekwaamheid psychisch gestoorde verdachten buiten de strafrechter om te laten opnemen, zelden worden gebruikt. In dit artikel worden ontwikkelingen in juridische doctrine en wetgeving beschreven die zullen leiden tot meer aandacht voor kwetsbare verdachten. Daardoor zullen weliswaar meer kwetsbare verdachten het strafproces in geleid worden maar het betekent ook minder ingrijpende maatregelen om procesonbekwaamheid aan te pakken waarbij een belangenafweging plaatsvindt ten aanzien van het recht op een eerlijk proces. Niet de beklaagden moeten ‘volwaardig’ zijn, maar het proces, namelijk door procedurele waarborgen toe te passen die een eerlijk proces zullen opleveren. |
Opinie |
Berechting door de enkelvoudige kamer |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | enkelvoudige kamer, politierechter, kantonrechter, mondelinge uitspraak, snelrecht |
Auteurs | Dr. W.F. Korthals Altes |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regeling van de berechting door de enkelvoudige kamer (politierechter en kantonrechter) wordt aanzienlijk vereenvoudigd door het opnemen van gemeenschappelijke regels, de verwijzing naar de algemene regels voor berechting en het schrappen van in onbruik geraakte procedures. Inhoudelijk en terminologisch blijft vrijwel alles bij het oude. De vraag is of deze aspecten niet ook moeten worden gemoderniseerd. |
Artikel |
Of/Of: de alternatieve kwalificatie |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | strafprocesrecht, modernisering van strafvordering, alternatieve kwalificatie, kwalificatiebeslissing, samengestelde tenlasteleggingen |
Auteurs | Mr. dr. J.G.H. Altena-Davidsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het conceptwetsvoorstel voor Boek 4 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (de berechting) wordt het voorstel gedaan om een alternatieve kwalificatie mogelijk te maken. In deze bijdrage wordt, na een uiteenzetting van het geldende recht en de wijziging die het voorstel daarin moet aanbrengen, onderzocht of in de praktijk behoefte bestaat aan de mogelijkheid tot alternatieve kwalificatie. Die behoefte lijkt beperkt te zijn, en zich vooral voor te doen in de context van het gedifferentieerde stelsel van vermogensdelicten en deelnemingsvormen. Deze bijdrage werpt daarom de vraag op of het probleem, en bijgevolg de oplossing daarvan, niet eerder gelegen zijn in het materiële recht dan het strafprocesrecht. Op basis daarvan, alsmede op basis van een korte bespreking van mogelijke bezwaren tegen de alternatieve kwalificatie, wordt de stelling betrokken dat het voorstel nadere doordenking en onderbouwing behoeft. |
Opinie |
Een waarschuwende strafrechter |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | voorlopige hechtenis, schorsing, vrijheidsbeperkende maatregelen, vrijheidsbeneming, wetsvoorstel |
Auteurs | Mr. J.H. Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Afschaffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis leidt niet tot het doel dat de wetgever zegt met de wijziging voor ogen te hebben. Het effect zou in veel gevallen zelfs kunnen zijn dat de nadruk meer komt te liggen op daadwerkelijke vrijheidsbeneming en minder op vrijheidsbeperking. Een ander gevaar dat dreigt is dat gemakkelijk tot onnodige vrijheidsbeperkende maatregelen wordt overgegaan. Ook kunnen vraagtekens worden geplaatst bij de effectiviteit van de vrijheidsbeperkende maatregelen als er voor de verdachte geen concreet zicht is op vrijheidsbeneming. Deze averechtse effecten kunnen niet de bedoeling van de wetgever zijn en kunnen worden voorkomen. |
Artikel |
Het toezicht op de strafvorderlijke overheid: een modern artikel 359a Sv? |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | strafprocesrecht, modernisering Wetboek van Strafvordering, vormverzuimen, onrechtmatig handelen politie, artikel 359a Sv |
Auteurs | Mr. M. Samadi |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering heeft de wetgever zich ook gewaagd aan het veelbesproken thema van vormverzuimen en de strafprocessuele gevolgen van onrechtmatig strafvorderlijk overheidsoptreden. Deze bijdrage geeft een globale uiteenzetting van de voorgestelde wijzigingen van artikel 359a Sv en bespreekt deze wijzigingen in het licht van de in de literatuur geconstateerde problemen inzake de rechterlijke controle op vormverzuimen. |
Artikel |
Een moderne inbeslagneming van voorwerpen |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | strafvorderlijk beslag, beslagene, civiel conservatoir beslag, modernisering Wetboek van Strafvordering, beslag op voorwerpen |
Auteurs | Mr. dr. J.S. Nan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Degene ten laste van wie voorwerpen strafvorderlijk in beslag zijn genomen, heeft een bijzondere zwakke positie. Na een vergelijking met het civiele, conservatoire beslag, wordt de nieuwe conceptregeling inzake Modernisering Wetboek van Strafvordering besproken. Daarbij worden verdergaande voorstellen gedaan om de positie van de beslagene c.q. rechthebbende te versterken. |