De voorstellen tot modernisering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering betreffen onder meer nieuwe bepalingen aangaande herstelbeslissingen door de strafrechter na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting. De voorstellen codificeren voor een groot gedeelte de reeds tot ontwikkeling gekomen jurisprudentie. Nieuw is het gemarkeerde onderscheid tussen het aanbrengen van verbeteringen en het aanvullen van de rechterlijke beslissing. Dit onderscheid werkt door in de uitwerking wat betreft de procedurele bevoegdheden van de bij het strafproces betrokken partijen: de strafrechter, de Officier van Justitie, de verdachte, de benadeelde partij en in het voorkomende geval de (voogd van de) minderjarige. De voorgestelde nieuwe regeling roept vragen op met betrekking tot de beginselen van concentratie en geslotenheid van rechtsmiddelen. Tevens vraagt de regeling voor de aanvulling nadere bezinning: tot welk moment is aanvulling toegelaten met het oog op het aanweneden van rechtsmiddelen? De vraag is gerechtvaardigd of de regeling zoals voorgesteld niet nog eens kritisch moet worden bezien. In het hierna volgende artikel wordt die vraag bevestigend beantwoord. |
Zoekresultaat: 3 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift Modernisering Strafvordering x
Artikel |
Herstelbeslissingen in het nieuwe Wetboek van Strafvordering nader beschouwd |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Modernisering Wetboek van Strafvordering, Herstelbeslissingen door lagere rechter en Hoge Raad, Verbeteren en aanvullen van rechterlijke beslissingen na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting, Gesloten stelsel en concentratie van rechtsmiddelen, Herstelbeslissingen door de Hoge Raad |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Of/Of: de alternatieve kwalificatie |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | strafprocesrecht, modernisering van strafvordering, alternatieve kwalificatie, kwalificatiebeslissing, samengestelde tenlasteleggingen |
Auteurs | Mr. dr. J.G.H. Altena-Davidsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het conceptwetsvoorstel voor Boek 4 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (de berechting) wordt het voorstel gedaan om een alternatieve kwalificatie mogelijk te maken. In deze bijdrage wordt, na een uiteenzetting van het geldende recht en de wijziging die het voorstel daarin moet aanbrengen, onderzocht of in de praktijk behoefte bestaat aan de mogelijkheid tot alternatieve kwalificatie. Die behoefte lijkt beperkt te zijn, en zich vooral voor te doen in de context van het gedifferentieerde stelsel van vermogensdelicten en deelnemingsvormen. Deze bijdrage werpt daarom de vraag op of het probleem, en bijgevolg de oplossing daarvan, niet eerder gelegen zijn in het materiƫle recht dan het strafprocesrecht. Op basis daarvan, alsmede op basis van een korte bespreking van mogelijke bezwaren tegen de alternatieve kwalificatie, wordt de stelling betrokken dat het voorstel nadere doordenking en onderbouwing behoeft. |
Artikel |
Het toezicht op de strafvorderlijke overheid: een modern artikel 359a Sv? |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | strafprocesrecht, modernisering Wetboek van Strafvordering, vormverzuimen, onrechtmatig handelen politie, artikel 359a Sv |
Auteurs | Mr. M. Samadi |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering heeft de wetgever zich ook gewaagd aan het veelbesproken thema van vormverzuimen en de strafprocessuele gevolgen van onrechtmatig strafvorderlijk overheidsoptreden. Deze bijdrage geeft een globale uiteenzetting van de voorgestelde wijzigingen van artikel 359a Sv en bespreekt deze wijzigingen in het licht van de in de literatuur geconstateerde problemen inzake de rechterlijke controle op vormverzuimen. |