In Italië kunnen faciliterende beroepsbeoefenaars als louche notarissen, advocaten en rechters, en ook andere facilitators die een maffiaorganisatie ondersteunen zonder daarvan lid te zijn, worden vervolgd wegens ‘externe deelneming aan een criminele maffiaorganisatie’. Die strafrechtelijke aansprakelijkheid is controversieel en leidt al decennialang tot debatten in de rechtspraak en literatuur. Deze bijdrage bespreekt de ontwikkeling van de Italiaanse strafrechtelijke aansprakelijkheid wegens externe en ook interne deelneming aan een maffiaorganisatie, en vervolgens de vraag of facilitators van criminele organisaties naar Nederlands recht vervolgd (zouden kunnen) worden wegens algemene deelneming aan deelneming aan een criminele organisatie. |
Zoekresultaat: 10 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht x
Artikel |
Italiaanse toestandenInterne en externe deelneming aan een criminele (maffia-)organisatie |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Italiaans recht, deelneming aan een criminele maffiaorganisatie, strafrechtelijke aansprakelijkheid, facilitators, externe en interne deelneming |
Auteurs | Mr. dr. L.J.J. (Laura) Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De stelselmatige informatie-inwinning van artikel 126j Sv: transparantie als noodzakelijke voorwaarde voor een effectieve rechtmatigheids- en betrouwbaarheidstoets |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | undercovermethode, Mr. Big, verklaringsvrijheid, art. 126j Sv, jailplant |
Auteurs | Mr. dr. S. (Sven) Brinkhoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eind 2019 wees de Hoge Raad twee arresten in zaken waarin de Mr. Big-methode is ingezet om bewijsmateriaal, in de zin van een bekennende verklaring van de verdachte, te vergaren. In beide zaken is de inzet van deze methode gebaseerd op artikel 126j Sv, het stelselmatig inwinnen van informatie. Naar aanleiding van voornoemde arresten staat de auteur stil bij de verschijningsvormen van de bevoegdheid tot het stelselmatig inwinnen van informatie anno nu en de (juridische) bijzonderheden die daaraan verbonden zijn. Tevens pleit de auteur voor meer transparantie over de inzet van deze undercovermethode als een noodzakelijke voorwaarde voor een effectieve rechtmatigheids- en betrouwbaarheidstoets. |
Van de redactie |
Euthanasie bij vergevorderde dementie |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Artikel |
De Euthanasiearresten van de Hoge Raad: lessen voor de toekomstEen analyse van het strafrechtelijk en tuchtrechtelijk arrest in de zaak ‘Kastanje’ |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | euthanasie, dementie, artikel 293 Sr, wilsbekwaamheid |
Auteurs | Mr. J.T.E. (Tim) Vis |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur analyseert de in de zaak ‘Kastanje’ gewezen arresten, waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat euthanasie bij door voortgeschreden dementie wilsonbekwaam geworden patiënten, op grond van een schriftelijke wilsverklaring, onder voorwaarden is toegestaan. De auteur bespreekt waarom de thematiek in zowel de medische als juridische praktijk tot discussie leidde, beschrijft de bijzondere rechtsgang en het normenkader dat de Hoge Raad heeft vastgesteld en destilleert lessen voor de toekomst. Daarbij gaat hij in op de herijking van de positie van het strafrecht in de euthanasiepraktijk, de rol van het openbaar ministerie daarbij en ontwikkeling van de ‘medisch-professionele norm’. |
Artikel |
Over de omvang van het hoger beroepDe uitleg van de tenlastelegging en de beperking van het hoger beroep nader beschouwd |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | artikel 407 Sv, artikel 423 Sv, partieel appel, uitleg, tenlastelegging |
Auteurs | Mr. M. (Menco) Rasterhoff en Mr. D. (Dino) Bektesevic |
SamenvattingAuteursinformatie |
In hoger beroep bestaat regelmatig onduidelijkheid over de uitleg van de tenlastelegging en de vraag of sprake is van cumulatieve feiten. In deze bijdrage verkennen de auteurs het wettelijk systeem en de mogelijke belangen bij beperking van het hoger beroep. Vervolgens analyseren zij de rechtspraak van de gerechtshoven en doen zij enkele aanbevelingen. |
Artikel |
Poging middels voorwaardelijk opzetDient er in concreto sprake te zijn geweest van een aanmerkelijke kans? |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | poging, uiterlijke verschijningsvorm, aanmerkelijke kans, opzet, objectieve derde |
Auteurs | Mr. R. (Rob) ter Haar en Mr. dr. M.J. (Mark) Hornman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Welke rol speelt de aanmerkelijke kans bij de vraag of er sprake is van een strafbare poging? De auteurs betogen dat voor de beantwoording van de vraag of een kans aanmerkelijk is aansluiting moet worden gezocht bij het perspectief van de objectieve derde die, direct voorafgaand aan het moment van handelen, meekijkt over de schouder van de dader en die alleen die feiten en omstandigheden kent die de dader kent. Bepalend is of deze objectieve, in de schoenen van de dader staande, derde op basis van die kennis zou oordelen dat de mogelijkheid dat het voorziene gevolg zal intreden reëel en niet onwaarschijnlijk is. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | dood verdachte/veroordeelde, ontvankelijkheid OM, artikel 69 Sr, artikel 6:1:21 Sv, artikel 16 Wet op de economische delicten |
Auteurs | Mr. dr. E.M. (Eelco) Moerman en Mr. dr. J.H.B. (Joeri) Bemelmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de auteurs stil bij de straf(proces)rechtelijke gevolgen van de dood van de verdachte of veroordeelde en de ratio van die gevolgen. Onderzocht wordt welke uitzonderingen er bestaan op het uitgangspunt dat de rechten tot strafvervolging en strafexecutie vervallen door de dood van de verdachte of veroordeelde en of het uitgangspunt en de uitzonderingen daarop een coherent systeem vormen. Voorgesteld wordt om enkele bijzondere sanctiemodaliteiten te schrappen en om een commune maatregel te introduceren waarmee kan worden voorkomen dat in beslag genomen goederen die van misdrijf afkomstig blijken, aan de erfgenamen van de overledene ten deel vallen. |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2020 |
Samenvatting |
Medeplegen bedreiging met terroristisch misdrijf. Is bij die dreiging ook terroristisch oogmerk vereist? |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | slachtofferrechten, spreekrecht, genoegdoening, slachtofferemancipatie, benadeelde partij |
Auteurs | Prof. mr. Y. (Ybo) Buruma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van een door socioloog Bas van Stokkom georganiseerde conferentie over de grenzen van slachtofferemancipatie schetst de auteur een korte mentaliteitsgeschiedenis van de versterkte positie van het slachtoffer in strafrecht en samenleving sinds de Tweede Wereldoorlog. Het woord slachtoffer heeft niet alleen in verschillende tijden maar ook in verschillende contexten een andere lading gekregen. De auteur behandelt de vraag waar de theoretische en praktische grenzen van de emancipatie van het slachtoffer in het strafrecht liggen. |