De persoonlijke levenssfeer van een slachtoffer wordt beschermd door het klachtvereiste. De klacht was bedoeld als een uitdrukkelijk verzoek om vervolging. De vraag is hoe het er nu voor staat. In de wet lijkt het onderscheid tussen delicten die wel of geen klacht vereisen willekeurig en deels verouderd geworden. In de rechtspraak wordt behoudens contra-indicaties ruimhartig een bedoeling tot vervolging vastgesteld als de klacht ontbreekt. De wetgever wil de klacht behouden, maar lijkt niet enthousiast deze te eisen bij een nieuwe strafbaarstelling. De conclusie is dat het klachtvereiste ten dode opgeschreven is. Twee mogelijkheden in deze uitzichtloze situatie worden besproken. |
Zoekresultaat: 65 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht x
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/9HR 15 december 2020, 19/02757, ECLI:NL:HR:2020:2034 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Artikel |
Klachtdelicten: de stand van zaken in de wet en jurisprudentieHoe een uitdrukkelijk verzoek om twijfel uit te sluiten een dode letter geworden is |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | klacht, (klacht)termijn, persoonlijke levenssfeer, opportuniteit |
Auteurs | Mr. P.M. (Maaike) Kampen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/7HR 15 december 2020, 19/03044, ECLI:NL:HR:2020:2013 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Van de redactie |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/20HR 27 oktober 2020, 19/04379, ECLI:NL:HR:2020:1685 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Artikel |
Gratie: een bestuursbevoegdheid getoetstEen beschouwing naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 6 november 2020 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | gratieprocedure, bestuursbevoegdheid, levenslange gevangenisstraf, review mechanisme / herbeoordelingsmechanisme, artikel 3 EVRM |
Auteurs | Prof. mr. dr. H.E. (Herman) Bröring en Mr. dr. W.F. (Wiene) van Hattum |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Nederland is het verlenen van gratie een bevoegdheid van de Kroon en heeft de rechter die de straf heeft opgelegd daarbij een zwaarwegende stem. Als het gaat om een lange gevangenisstraffen is het minder vanzelfsprekend geworden dat de minister die stem volgt. Hij wijkt dan af van het gerechtelijk advies. De afgelopen jaren zijn dergelijke afwijkende beslissingen aan de burgerlijke rechter voorgelegd. Deze heeft nu reeds enkele malen de minister bevolen zijn beslissing te herroepen. De vraag is echter welke ruimte de burgerlijke rechter heeft om de beslissing van de minister te toetsen en in verband daarmee: in hoeverre de minister eigenlijk van het gerechtelijk advies mag afwijken. Deze vragen worden in dit artikel vanuit bestuursrechtelijk perspectief benaderd. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/10HR 15 december 2020, 20/03532 en 20/01476, ECLI:NL:HR:2020:2037 en ECLI:NL:HR:2020:2008 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/13HR 1 december 2020, 18/03503, ECLI:NL:HR:2020:1889 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Artikel |
De bedreigde getuige en artikel 226a Sv: knelpunten uit de praktijk |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | getuige, bedreigde getuige, anonieme getuige, artikel 226a Sv |
Auteurs | Mr. R. (Robin) Cozijnsen en Mr. dr. W.N. (Ward) Ferdinandusse |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de wettelijke regeling omtrent de bedreigde getuige nader bezien. Na een korte omschrijving van de totstandkoming en de inhoud van de wettelijke regeling (art. 226a-226f Sv), wordt uitgebreid ingegaan op verschillende vragen en knelpunten die in de praktijk naar voren komen. Achtereenvolgens worden de volgende onderwerpen besproken: de wettelijke plicht om verdachte vooraf op de vordering te horen, de bedreigde getuige in een zaak van een NN-verdachte en in zaken met meerdere verdachten, de praktische (on)uitvoerbaarheid van het waarborgen van anonimiteit en ten slotte het toetsingskader dat wordt gehanteerd bij een appel tegen een statusverlening. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | gevaarlijk rijgedrag, rechtsvergelijking, roekeloosheid, te duchten gevaar, wegpiraat |
Auteurs | Mr. R. (Rob) ter Haar en Mr. dr. M.J. (Mark) Hornman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 5a WVW vult het ‘strafgat’ tussen de artikelen 5 en 6 WVW voor die gevallen waarin ernstig verkeersgevaarlijk gedrag zonder noemenswaardige gevolgen blijft. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/18HR 27 oktober 2020, 19/04352, ECLI:NL:HR:2020:1681 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | jeugdstrafrecht, jeugdstrafprocesrecht, IVRK, rechtsbijstand, tenuitvoerlegging |
Auteurs | Mr. drs. M. (Marije) Jeltes |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden de belangrijkste ontwikkelingen vanaf juni 2019 met betrekking tot het jeugdstraf(proces)recht uit de doeken gedaan. Zo worden de wijziging van het Wetboek van Strafvordering na implementatie van Richtlijn 2016/800/EU en de Wet USB besproken. Daarnaast zal inzicht worden gegeven in beleid over onder meer DNA-afname, verblijf in politiecellen en de reprimande. Ook een nieuw General Comment van het VN-Kinderrechtencomité en een mondiaal onderzoek naar vrijheidsbeneming komen aan de orde. Vervolgens worden wetsvoorstellen besproken, gevolgd door een korte reflectie op deze ontwikkelingen in het licht van het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind. |
Artikel |
Over het oogmerkbestanddeel in artikel 285b Sr, dwang en heimelijke belaging |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Oogmerk, belaging, dwang, artikel 285b Sr, heimelijke belaging |
Auteurs | Mr. A.B. (Anne-Berthe) van der Velde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor belaging ex artikel 285b Sr is vereist dat de belager ten tijde van de delictsgedraging beschikte over het oogmerk ‘die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel vrees aan te jagen’. In deze bijdrage wordt de relatie tussen dit oogmerkbestanddeel en het begrip ‘dwingen’ onderzocht. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de door de indieners van het wetsvoorstel beoogde werking van het bestanddeel niet tot uitdrukking is gekomen in de rechtspraak. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de gevolgen voor (de toegevoegde waarde van) het oogmerkbestanddeel, van het oordeel van de Hoge Raad dat ook stiekem verrichte gedragingen als belaging kunnen worden aangemerkt. |
Artikel |
Advocaten die vragen, worden door de rechter-commissaris overgeslagenOver wie een getuige à decharge het eerst mag verhoren |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | getuigen, ondervragen, rechter-commissaris, advocaat, volgorde vragen |
Auteurs | Mr. R. (Rick) van Leusden en Mr. B.J. (Ben) Polman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ter terechtzitting is de regel dat een toegewezen getuige die door de verdediging, à decharge, is opgeroepen en niet eerder is gehoord, door de verdediging wordt ondervraagd. Dat betekent dat zij ter terechtzitting met voorrang boven de andere procespartijen begint ‘haar’ getuige te ondervragen, zij de volgorde van de vragen bepaalt en ook vrij is te kiezen om vragen niet te stellen. Die regel zou ook moeten gelden voor getuigenverhoren bij de rechter-commissaris en wettelijk moeten worden verankerd. In de praktijk vist de verdediging in laatstgenoemde verhoren namelijk nog te vaak achter het net. Advocaten die vragen, worden door de rechter-commissaris overgeslagen. |
Artikel |
De ‘Blue Whale Challenge’ en het strafrechtEen strafrechtelijke analyse van een spel dat automutilatie en zelfmoord promoot, is er noodzaak tot strafrechtelijke heroriëntatie? |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Blue Whale Challenge, aanzetten tot zelfdoding, hulp bij zelfdoding, artikel 294 Sr, zelfmoordspel |
Auteurs | Mr. S. (Sam) van den Akker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het weerzinwekkende zelfmoordspel de ‘Blue Whale Challenge’ geanalyseerd. De auteur staat in het artikel stil bij de strafbaarstellingen van het aanzetten tot zelfdoding en het bieden van hulp bij zelfdoding, waarna een analyse volgt van de ‘Blue Whale Challenge’ naar Nederlands strafrecht. In deze bijdrage wordt door de auteur gezocht naar andere strafrechtelijke grondslagen om in een vroeg(er) stadium van deze ‘challenge’ in te grijpen. De bijdrage wordt afgesloten met een voorstel voor een nieuwe strafbepaling, mede ingegeven door de positieve verplichtingen van het EVRM. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/114HR 22 september 2020, 18/04840, ECLI:NL:HR:2020:1459 en HR 15 september 2020, 18/05382, ECLI:NL:HR:2020:1423 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Artikel |
Italiaanse toestandenInterne en externe deelneming aan een criminele (maffia-)organisatie |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Italiaans recht, deelneming aan een criminele maffiaorganisatie, strafrechtelijke aansprakelijkheid, facilitators, externe en interne deelneming |
Auteurs | Mr. dr. L.J.J. (Laura) Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Italië kunnen faciliterende beroepsbeoefenaars als louche notarissen, advocaten en rechters, en ook andere facilitators die een maffiaorganisatie ondersteunen zonder daarvan lid te zijn, worden vervolgd wegens ‘externe deelneming aan een criminele maffiaorganisatie’. Die strafrechtelijke aansprakelijkheid is controversieel en leidt al decennialang tot debatten in de rechtspraak en literatuur. Deze bijdrage bespreekt de ontwikkeling van de Italiaanse strafrechtelijke aansprakelijkheid wegens externe en ook interne deelneming aan een maffiaorganisatie, en vervolgens de vraag of facilitators van criminele organisaties naar Nederlands recht vervolgd (zouden kunnen) worden wegens algemene deelneming aan deelneming aan een criminele organisatie. |
Artikel |
De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de eigenaar of huurder van een henneppandEen verkenning en analyse van de jurisprudentie van de Hoge Raad |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | strafrechtelijke aansprakelijkheid, eigenaar/huurder henneppand, hennepkwekerij, telen, opzettelijk aanwezig hebben |
Auteurs | Mr. N. (Nienke) Seijlhouwer-de Visser |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door middel van een bespreking en analyse van de rechtspraak van de Hoge Raad worden in deze bijdrage de grote lijnen geschetst van de voorwaarden waaronder strafrechtelijke aansprakelijkheid van de eigenaren of huurders van henneppanden kan worden aangenomen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen het telen van hennep en het opzettelijk aanwezig hebben daarvan. Daarnaast wordt het verschil tussen beide gedragingen belicht. Hiermee is beoogd de feitenrechter enige handvatten te bieden bij de beantwoording van de soms lastige vraag of de eigenaar of huurder van een pand in voorliggende zaken verantwoordelijk kan worden gehouden voor de daarin aangetroffen hennepkwekerij. |
Van de redactie |
De zendmast ligt onder vuur |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | artikel 161sexies Sr, gemeen gevaar, verlening van diensten, levensgevaar, werk voor telecommunicatie |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/101HR 21 april 2020, 19/00577, ECLI:NL:HR:2020:672 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |