Het Europees onderzoeksbevel (EOB) is een instrument, gebaseerd op het beginsel van wederzijdse erkenning, dat vergaande samenwerking tussen EU-lidstaten op het gebied van de bewijsvergaring voor strafzaken mogelijk maakt. In deze bijdrage wordt ingegaan op de mate van rechtsbescherming die aan de betrokkene kan worden geboden bij de uitvoering van een EOB. De auteurs concluderen dat het EOB grote voordelen kent, maar ook spanning kan opleveren met de mate van rechtsbescherming die in de uitvoerende staat kan worden geboden. |
Zoekresultaat: 117 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht x
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/47HR 22 april 2022, 21/04295, ECLI:NL:HR:2022:653 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/42HR 24 mei 2022, 21/01227, ECLI:NL:HR:2022:760 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Artikel |
Het Europees onderzoeksbevel: vergaande Europese samenwerking op basis van het beginsel van wederzijdse erkenning |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | EOB, rechtsbescherming, rechterlijke toetsing, geheimhouding, beklag |
Auteurs | Mr. T.M. (Tessa) de Groot en Mr. P. (Paul) van Glabbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/49HR 19 april 2022, 21/00828, ECLI:NL:HR:2022:498 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Artikel |
Over de beslaglijst en spookvoorwerpen: over welke inbeslaggenomen voorwerpen moet de zittingsrechter nog beslissen? |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | strafrechtelijk beslag, conservatoir beslag, beslaglijst, artikel 34 Sr, artikel 353 Sv |
Auteurs | Mr. I.M.L. (Ilou) Felix, Mr. A.J.P. (Alexander) Schild, Mr. G. (Geert) Schnitzler e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt ingegaan op de vraag over welk beslag de zittingsrechter nog dient te beslissen. Wet en praktijk lopen op dit vlak uiteen. Zo is de beslaglijst in de praktijk vaak leidend, maar formeel moet ook over voorwerpen waar inmiddels geen beslag meer op rust nog een beslissing genomen worden. Daarnaast lijkt artikel 353 Sv geen rekening te houden met de mogelijkheid dat een klassiek beslag is gehandhaafd als conservatoir (art. 94a Sv) beslag. Indien de zittingsrechter een voorwerp verbeurd wil verklaren waarop conservatoir beslag rust, lijkt abusievelijk ook artikel 34 Sr van toepassing. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | culpa, bewuste schuld, schuldverkrachting, onvrijwillige seksuele handelingen, onbewuste schuld |
Auteurs | Mr. L. (Linda) Kesteloo, Mr. R. (Rob) ter Haar en Mr. N. (Nicole) Korthals |
SamenvattingAuteursinformatie |
In maart 2021 publiceerde de Minister van Justitie en Veiligheid zijn ‘Wetsvoorstel seksuele misdrijven’. Hierin wordt o.m. voorgesteld een culpoze variant van verkrachting in het Wetboek van Strafrecht op te nemen (‘schuldverkrachting’). De formulering van de culpa in dit voorstel verschilt echter van die in het (op de Kamerbrief uit 2019 gebaseerde) Voorontwerp uit 2020 in die zin dat het ‘redelijkerwijs moeten vermoeden dat bij de ander de wil ontbreekt’ is gewijzigd in ‘ernstige reden om te vermoeden dat bij de ander de wil ontbreekt’. De reden voor deze wijziging is vooralsnog onduidelijk. In dit artikel hebben wij kritiek op het feit dat er verschillende voorstellen met verschillende formuleringen van de culpa zijn, zonder dat wordt verduidelijkt wat de relevante verschillen precies zijn. Die duidelijkheid moet er wel komen en gepleit wordt (mede daarom) voor een terugkeer naar het ‘redelijkerwijs had moeten vermoeden’ uit het eerste voorstel. |
Artikel |
De Hoge Raad als klankbordOver het stellen van prejudiciële vragen aan de strafkamer van de Hoge Raad |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | prejudiciële procedure, Hoge Raad, innovatiewet, strafvordering |
Auteurs | Mr. S. (Sam) van den Akker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt de toekomstige procedure voor het stellen van prejudiciële zaken aan de Hoge Raad in strafzaken. De auteur bespreekt onder meer de voor- en nadelen van deze procedure en geeft handvatten aan de feitenrechter in de vorm van een beslissingsschema dat de rechter voorafgaand aan het stellen van een prejudiciële vraag kan doorlopen. |
Artikel |
Een nieuw licht op het verbieden van ‘radicale’ organisaties en de democratische paradox |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | weerbare democratie, artikel 2:20 BW, verboden rechtspersoon, vrijheid van vereniging, radicalisering |
Auteurs | Mr.dr. L.A. (Marloes) van Noorloos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel geeft een beschouwing van de per 1 januari 2022 verruimde wettelijke mogelijkheden om een rechtspersoon te verbieden en te ontbinden wegens strijd met de openbare orde (art. 2:20 BW) vanuit het perspectief van de discussie over democratische weerbaarheid en grond- en mensenrechten. Deze wetswijziging beoogt onder meer om de rechtsstaat weerbaarder te maken tegen radicale organisaties. Bij de noodzaak, selectieve focus en invulling worden verschillende kritische vragen gesteld. Geconcludeerd wordt dat de wijze waarop van de verbodenverklaring gebruik zal worden gemaakt, zal moeten getuigen van terughoudendheid, wijsheid en mensenrechtelijk besef. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/25HR 22 februari 2022, 20/03894, ECLI:NL:HR:2022:177 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Artikel |
De scherpe scheiding tussen het militair tuchtrecht en het (militair) strafrechtPleidooi voor een heroverweging |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | scherpe scheiding, aangifteplicht, artikel 79 Wet militair tuchtrecht, artikel 78 Wet militair tuchtrecht, commandant |
Auteurs | Mr. B. (Bas) van Hoek en Mr. M. (Mark) Roorda |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 1991 is een scherpe scheiding aangebracht tussen het militair tuchtrecht en het (militair) strafrecht. De bijdrage bespreekt twee aspecten die met de scherpe scheiding verband houden, de aangifteplicht voor commandanten (art. 78 Wmt) en de uitzondering op de scherpe scheiding (art. 79 Wmt). Betoogd wordt dat de materiële uitwerking van zowel de aangifteplicht als de uitzonderingsmogelijkheid onvoldoende aansluiten bij het doel dat met de scherpe scheiding werd beoogd. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | procesafspraken, vonnisafspraken, plea bargaining, strafprocesrecht, ondermijning |
Auteurs | Mr. dr. L.J.J. (Laura) Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds het najaar van 2021 heeft het maken van ‘procesafspraken’ een hoge vlucht genomen in de Nederlandse strafrechtspraktijk. Het betreft een nieuwe en fundamenteel andere manier van procederen op basis van consensus met rechterlijke toetsing. Met het maken van procesafspraken trachten openbaar ministerie, advocatuur en rechtspraak het hoofd te bieden aan het toenemende aantal (omvangrijke) strafzaken. Deze bijdrage bespreekt het fenomeen en diverse actuele experimenten in verschillende arrondissementen, en gaat in op ervaringen met procesafspraken in andere Europese landen. Daarna volgt een kritische beschouwing van de eerste vonnissen waarin procesafspraken werden goedgekeurd. De bijdrage eindigt met een oproep tot wetgeving. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/30HR 25 januari 2022, 20/03022, ECLI:NL:HR:2022:67 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/31HR 25 januari 2022, 20/02281, ECLI:NL:HR:2022:44 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Artikel |
De juridische houdbaarheid van het systeem van sanctionering van fiscale fraude |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | fiscale fraude, ne bis in idem, una via, duale handhavingssystemen, bestraffing |
Auteurs | Mr. dr. C. (Claire) Hofman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een houdbaar systeem van sanctionering van fiscale fraude garandeert duidelijkheid ten aanzien van de werking ervan en onderlinge afstemming van de verschillende systeemonderdelen. Deze bijdrage gaat over de voorzienbaarheid van bestraffing van fiscale fraude en op het voorkomen van ongeoorloofde samenloop van fiscale sancties ten aanzien van eenzelfde feit. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/27HR 22 februari 2022, 20/02389, ECLI:NL:HR:2022:289 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Artikel |
De problemen rond de strafbaarstelling van het inreisverbod (artikel 197 Sr): een overzicht van tien roerige jaren sinds de implementatie in Nederland |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | inreisverbod, ongewenstverklaring, strafbaarstelling, lex certa-beginsel, evidentiecriterium |
Auteurs | Mr. A. (Aniel) Pahladsingh en Mr. E. (Eric) Druijf |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijdrage bespreekt artikel 197 Sr (zwaar inreisverbod) en de vraagstukken die hebben geleid tot het staken van de vervolging van de overtreding van het zware inreisverbod vanwege de Europese en nationale uitspraken die de afgelopen jaren daarover zijn gedaan. In het arrest inzake JZ heeft het Hof van Justitie vervolgens met toepassing van de uitgangspunten van het arrest Ouhrami zijn fiat gegeven aan strafbaarstelling van illegaal verblijf van de vreemdeling die kennis heeft van een inreisverbod dat jegens hem is uitgevaardigd. De Hoge Raad heeft hierop in zijn arrest in de zaak JZ voortgeborduurd. De vraag dringt zich op of de strafbaarstelling van het negeren van een uitgevaardigd inreisverbod zich verdraagt met het lex certa-beginsel. Voorts worden er vragen gesteld bij de verhouding tussen de straf- en de bestuursrechter. Mocht in de praktijk opnieuw onduidelijkheid ontstaan omtrent de toepasselijkheid van dit artikel, dan lijkt het hoog tijd dat de Nederlandse wetgever artikel 197 Sr herschrijft. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/26HR 22 februari 2022, 20/02272, ECLI:NL:HR:2022:288 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Artikel |
Een nieuw beoordelingskader voor de sanctionering van vormverzuimen: een stap in de goede richting? |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | beoordelingsvrijheid, rechtsgevolgen, artikel 359a Sv, vormverzuimen, opsporingsonderzoek |
Auteurs | Mr. dr. M. (Mojan) Samadi |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt het huidige kader van artikel 359a Sv en de mate waarin de door de Hoge Raad in een tweetal standaardarresten uit 2020 aan dit kader aangebrachte wijzigingen ruimte bieden aan de praktijk om vormverzuimen ter discussie te stellen en voor de rechter om daarop te reageren. De auteur bespreekt daartoe onder meer de in de literatuur geuite kritiek op de jurisprudentiële lijn van de Hoge Raad, de meest recente ontwikkelingen in deze discussie, de veranderingen ten opzichte van de situatie voor de hiervoor bedoelde arresten en de praktische implicaties van deze wijzigingen. |