In deze bijdrage worden de belangrijkste ontwikkelingen vanaf juni 2019 met betrekking tot het jeugdstraf(proces)recht uit de doeken gedaan. Zo worden de wijziging van het Wetboek van Strafvordering na implementatie van Richtlijn 2016/800/EU en de Wet USB besproken. Daarnaast zal inzicht worden gegeven in beleid over onder meer DNA-afname, verblijf in politiecellen en de reprimande. Ook een nieuw General Comment van het VN-Kinderrechtencomité en een mondiaal onderzoek naar vrijheidsbeneming komen aan de orde. Vervolgens worden wetsvoorstellen besproken, gevolgd door een korte reflectie op deze ontwikkelingen in het licht van het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind. |
Zoekresultaat: 54 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht x
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | jeugdstrafrecht, jeugdstrafprocesrecht, IVRK, rechtsbijstand, tenuitvoerlegging |
Auteurs | Mr. drs. M. (Marije) Jeltes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Over het oogmerkbestanddeel in artikel 285b Sr, dwang en heimelijke belaging |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Oogmerk, belaging, dwang, artikel 285b Sr, heimelijke belaging |
Auteurs | Mr. A.B. (Anne-Berthe) van der Velde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor belaging ex artikel 285b Sr is vereist dat de belager ten tijde van de delictsgedraging beschikte over het oogmerk ‘die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel vrees aan te jagen’. In deze bijdrage wordt de relatie tussen dit oogmerkbestanddeel en het begrip ‘dwingen’ onderzocht. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de door de indieners van het wetsvoorstel beoogde werking van het bestanddeel niet tot uitdrukking is gekomen in de rechtspraak. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de gevolgen voor (de toegevoegde waarde van) het oogmerkbestanddeel, van het oordeel van de Hoge Raad dat ook stiekem verrichte gedragingen als belaging kunnen worden aangemerkt. |
Artikel |
Advocaten die vragen, worden door de rechter-commissaris overgeslagenOver wie een getuige à decharge het eerst mag verhoren |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | getuigen, ondervragen, rechter-commissaris, advocaat, volgorde vragen |
Auteurs | Mr. R. (Rick) van Leusden en Mr. B.J. (Ben) Polman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ter terechtzitting is de regel dat een toegewezen getuige die door de verdediging, à decharge, is opgeroepen en niet eerder is gehoord, door de verdediging wordt ondervraagd. Dat betekent dat zij ter terechtzitting met voorrang boven de andere procespartijen begint ‘haar’ getuige te ondervragen, zij de volgorde van de vragen bepaalt en ook vrij is te kiezen om vragen niet te stellen. Die regel zou ook moeten gelden voor getuigenverhoren bij de rechter-commissaris en wettelijk moeten worden verankerd. In de praktijk vist de verdediging in laatstgenoemde verhoren namelijk nog te vaak achter het net. Advocaten die vragen, worden door de rechter-commissaris overgeslagen. |
Artikel |
De ‘Blue Whale Challenge’ en het strafrechtEen strafrechtelijke analyse van een spel dat automutilatie en zelfmoord promoot, is er noodzaak tot strafrechtelijke heroriëntatie? |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Blue Whale Challenge, aanzetten tot zelfdoding, hulp bij zelfdoding, artikel 294 Sr, zelfmoordspel |
Auteurs | Mr. S. (Sam) van den Akker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het weerzinwekkende zelfmoordspel de ‘Blue Whale Challenge’ geanalyseerd. De auteur staat in het artikel stil bij de strafbaarstellingen van het aanzetten tot zelfdoding en het bieden van hulp bij zelfdoding, waarna een analyse volgt van de ‘Blue Whale Challenge’ naar Nederlands strafrecht. In deze bijdrage wordt door de auteur gezocht naar andere strafrechtelijke grondslagen om in een vroeg(er) stadium van deze ‘challenge’ in te grijpen. De bijdrage wordt afgesloten met een voorstel voor een nieuwe strafbepaling, mede ingegeven door de positieve verplichtingen van het EVRM. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/114HR 22 september 2020, 18/04840, ECLI:NL:HR:2020:1459 en HR 15 september 2020, 18/05382, ECLI:NL:HR:2020:1423 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Artikel |
Italiaanse toestandenInterne en externe deelneming aan een criminele (maffia-)organisatie |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Italiaans recht, deelneming aan een criminele maffiaorganisatie, strafrechtelijke aansprakelijkheid, facilitators, externe en interne deelneming |
Auteurs | Mr. dr. L.J.J. (Laura) Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Italië kunnen faciliterende beroepsbeoefenaars als louche notarissen, advocaten en rechters, en ook andere facilitators die een maffiaorganisatie ondersteunen zonder daarvan lid te zijn, worden vervolgd wegens ‘externe deelneming aan een criminele maffiaorganisatie’. Die strafrechtelijke aansprakelijkheid is controversieel en leidt al decennialang tot debatten in de rechtspraak en literatuur. Deze bijdrage bespreekt de ontwikkeling van de Italiaanse strafrechtelijke aansprakelijkheid wegens externe en ook interne deelneming aan een maffiaorganisatie, en vervolgens de vraag of facilitators van criminele organisaties naar Nederlands recht vervolgd (zouden kunnen) worden wegens algemene deelneming aan deelneming aan een criminele organisatie. |
Artikel |
De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de eigenaar of huurder van een henneppandEen verkenning en analyse van de jurisprudentie van de Hoge Raad |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | strafrechtelijke aansprakelijkheid, eigenaar/huurder henneppand, hennepkwekerij, telen, opzettelijk aanwezig hebben |
Auteurs | Mr. N. (Nienke) Seijlhouwer-de Visser |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door middel van een bespreking en analyse van de rechtspraak van de Hoge Raad worden in deze bijdrage de grote lijnen geschetst van de voorwaarden waaronder strafrechtelijke aansprakelijkheid van de eigenaren of huurders van henneppanden kan worden aangenomen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen het telen van hennep en het opzettelijk aanwezig hebben daarvan. Daarnaast wordt het verschil tussen beide gedragingen belicht. Hiermee is beoogd de feitenrechter enige handvatten te bieden bij de beantwoording van de soms lastige vraag of de eigenaar of huurder van een pand in voorliggende zaken verantwoordelijk kan worden gehouden voor de daarin aangetroffen hennepkwekerij. |
Van de redactie |
De zendmast ligt onder vuur |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | artikel 161sexies Sr, gemeen gevaar, verlening van diensten, levensgevaar, werk voor telecommunicatie |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/101HR 21 april 2020, 19/00577, ECLI:NL:HR:2020:672 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Artikel |
De witwasgedragingen van de a-grond van artikel 420bis Sr nader beschouwd |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | witwassen, bewijs, verbergen of verhullen, kwalificatie-uitsluitingsgrond |
Auteurs | Mr. dr. F.C.W. (Fanny) de Graaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de verschillende witwasgedragingen centraal die strafbaar zijn gesteld in artikel 420bis lid 1, aanhef en onder a, Sr (de a-grond). Onderzocht wordt wat de verschillen tussen de in de a-grond opgenomen witwasgedragingen zijn en hoe die kunnen worden verklaard. Daarnaast wordt de verhouding tussen voornoemde witwasgedragingen en de kwalificatie-uitsluitingsgrond nader onderzocht. Daarbij wordt voorgesteld de kwalificatie-uitsluitingsgrond anders in te vullen. |
Artikel |
De stelselmatige informatie-inwinning van artikel 126j Sv: transparantie als noodzakelijke voorwaarde voor een effectieve rechtmatigheids- en betrouwbaarheidstoets |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | undercovermethode, Mr. Big, verklaringsvrijheid, art. 126j Sv, jailplant |
Auteurs | Mr. dr. S. (Sven) Brinkhoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eind 2019 wees de Hoge Raad twee arresten in zaken waarin de Mr. Big-methode is ingezet om bewijsmateriaal, in de zin van een bekennende verklaring van de verdachte, te vergaren. In beide zaken is de inzet van deze methode gebaseerd op artikel 126j Sv, het stelselmatig inwinnen van informatie. Naar aanleiding van voornoemde arresten staat de auteur stil bij de verschijningsvormen van de bevoegdheid tot het stelselmatig inwinnen van informatie anno nu en de (juridische) bijzonderheden die daaraan verbonden zijn. Tevens pleit de auteur voor meer transparantie over de inzet van deze undercovermethode als een noodzakelijke voorwaarde voor een effectieve rechtmatigheids- en betrouwbaarheidstoets. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/86HR 30 juni 2020, 18/04075, ECLI:NL:HR:2020:1073 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/88HR 30 juni 2020, 18/03043, ECLI:NL:HR:2020:1155 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Interview |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Mr. D.J. (Douwe) Herbrink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na bijna twintig jaar raadsheer in de Hoge Raad te zijn geweest is Van Schendel per 1 september 2020 met pensioen gegaan. Zijn afscheid wil NTS niet onopgemerkt voorbij laten gaan. In dit interview passeren achtereenvolgens de volgende onderwerpen de revue: civiel recht in het strafrecht, de vordering benadeelde partij, rechtsbescherming, de geen belang redenering, ambtshalve cassatie, de ‘billijke rechter’, de zichtbaarheid van de Hoge Raad in de trias politica en de levenslange gevangenisstraf. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | euthanasie, dementie, wilsbekwaamheid, zelfbeschikkingsrecht, recht op leven |
Auteurs | Mr. dr. N. (Klaas) Rozemond |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 21 april 2020 vernietigde de Hoge Raad het oordeel van de medische tuchtcolleges in de zaak van de verpleeghuisarts die het leven van een patiënte met dementie beëindigde zonder de levensbeëindiging eerst met de patiënte te bespreken. Volgens het Regionaal Tuchtcollege Den Haag en het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg had de arts wel met de patiënte moeten praten over het voornemen om haar leven te beëindigen. Deze rechtsopvatting van de tuchtcolleges heeft een hechte grondslag in gezondheidsrechtelijke en mensenrechtelijke rechtsnormen. Daarom had de Hoge Raad de rechtsopvatting van de tuchtcolleges hierover niet moeten vernietigen, maar bevestigen. |
Artikel |
Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | zwijgrecht, bewijsrecht, prima facie-case, procespositie, nemo tenetur |
Auteurs | Mr. J.C. (Justus) Reisinger |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het straf(proces)recht is het zwijgrecht een fundamenteel recht voor de verdachte. De redenen om gebruik te maken van het zwijgrecht kunnen zeer divers en uiteenlopend zijn: van schuldige tot en met onschuldige, alle gradaties daartussen. Omdat de rechter normaliter niet weet wat de reden is, roept de auteur van het artikel op om niet langer gebruik te maken van het betrekken van het zwijgen van een verdachte in de bewijsvoering. Welbeschouwd is dat – bewijsrechtelijk gezien – ook helemaal niet nodig. Het voorkomt in elk geval (de schijn van) een afbreuk aan de wezenlijke belangen die aan het zwijgrecht ten grondslag liggen. |
Artikel |
De Euthanasiearresten van de Hoge Raad: lessen voor de toekomstEen analyse van het strafrechtelijk en tuchtrechtelijk arrest in de zaak ‘Kastanje’ |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | euthanasie, dementie, artikel 293 Sr, wilsbekwaamheid |
Auteurs | Mr. J.T.E. (Tim) Vis |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur analyseert de in de zaak ‘Kastanje’ gewezen arresten, waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat euthanasie bij door voortgeschreden dementie wilsonbekwaam geworden patiënten, op grond van een schriftelijke wilsverklaring, onder voorwaarden is toegestaan. De auteur bespreekt waarom de thematiek in zowel de medische als juridische praktijk tot discussie leidde, beschrijft de bijzondere rechtsgang en het normenkader dat de Hoge Raad heeft vastgesteld en destilleert lessen voor de toekomst. Daarbij gaat hij in op de herijking van de positie van het strafrecht in de euthanasiepraktijk, de rol van het openbaar ministerie daarbij en ontwikkeling van de ‘medisch-professionele norm’. |
Artikel |
Over de omvang van het hoger beroepDe uitleg van de tenlastelegging en de beperking van het hoger beroep nader beschouwd |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | artikel 407 Sv, artikel 423 Sv, partieel appel, uitleg, tenlastelegging |
Auteurs | Mr. M. (Menco) Rasterhoff en Mr. D. (Dino) Bektesevic |
SamenvattingAuteursinformatie |
In hoger beroep bestaat regelmatig onduidelijkheid over de uitleg van de tenlastelegging en de vraag of sprake is van cumulatieve feiten. In deze bijdrage verkennen de auteurs het wettelijk systeem en de mogelijke belangen bij beperking van het hoger beroep. Vervolgens analyseren zij de rechtspraak van de gerechtshoven en doen zij enkele aanbevelingen. |
Voorwoord |
NTS 2020/73 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/59HR 14 april 2020, 18/04945, ECLI:NL:HR:2020:638 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |