Uit de letterlijke tekst van de grondrechtenbepalingen in de Grondwet volgt strikt genomen alleen de eis dat een grondrechtsbeperking op een formele wet moet zijn gebaseerd. Hieruit moet echter niet worden afgeleid dat er geen materiële vereisten gelden waaraan beperkingen van grondwettelijke grondrechten moeten voldoen: het grondwettelijk wetsbegrip leent zich voor een materiële invulling. Uit diverse passages in de parlementaire stukken blijkt dat de grondwetgever deze materiële invulling ook voor ogen had, en ook in de ontwikkelingen na de grondwetsherziening van 1983 zijn daarvoor aanknopingspunten te vinden. Met een dergelijke invulling kan de toetsing aan de Grondwet in het wetgevingsproces meer inhoud en diepgang krijgen. Het artikel beschrijft dit en biedt handvatten voor deze toetsing. |
Zoekresultaat: 4 artikelen
Jaar 2020 xBoekbespreking |
Cassatie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Freerk Vermeulen |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
Het kort geding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Floris Bakels |
Auteursinformatie |
Artikel |
De betekenis van grondwettelijke grondrechten voor de wetgever: dode letter of zelfstandig ijkpunt? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | Grondwet, beperkingssystematiek, constitutionele toetsing |
Auteurs | Mr. dr. L.C. Groen en Prof. mr. L.F.M. Verhey |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Hetzelfde ≠ gelijkAandachtspunten bij elektronische zittingen: een arbitragerechtelijk perspectief |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Bas van Zelst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Nederlandse arbitragerecht geeft een scheidsgerecht de discretionaire bevoegdheid om te beslissen dat een hoorzitting ‘langs elektronische weg’ wordt gevoerd. Deze bijdrage beoordeelt het idee dat deze bevoegdheid van verplichte aard is. De bevoegdheid van arbiters om voor een elektronische hoorzitting te kiezen, is volgens haar beperkt door de fundamentele beginselen van het procesrecht, met name het gelijkheidsbeginsel. Het artikel somt relevante overwegingen op bij de keuze voor een elektronische hoorzitting in arbitrageprocedures met Nederlandse zetel en is van mening dat dergelijke overwegingen, gezien hun fundamentele karakter, ook van toepassing kunnen zijn in procedures voor de Nederlandse nationale rechtbanken. |