Nederlandse ondernemers besteden steeds vaker de ondernemingsactiviteiten uit aan ondernemers in het buitenland. Dergelijke grensoverschrijdende transacties kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor de werknemers. Zij krijgen niet alleen te maken met een buitenlandse werkgever, maar eventueel ook met een verplaatsing van de ondernemingsactiviteit naar het buitenland. In deze bijdrage wordt nagegaan of Richtlijn 2001/23 EG inzake overgang van onderneming eveneens de rechten van deze werknemers beschermt. Aandacht komt toe aan de vraag welke nationale rechter rechtsmacht heeft en aan de hand van welk (implementatie)recht de claims inzake de toepassing van de Richtlijn worden beoordeeld. De auteur komt tot de conclusie dat de Richtlijn op het punt van het toepasselijke recht aanpassing behoeft. |
Zoekresultaat: 13 artikelen
Jaar 2011 xHoofdartikel |
Grensoverschrijdende overgang van ondernemingEen analyse van de bevoegde rechter en het toepasselijke recht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | grensoverschrijdend, overgang, onderneming, IPR, werknemersbescherming, rechtsmacht, toepasselijk recht |
Auteurs | mr. F.G. Laagland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De automatisch vervallende 403-verklaring |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | art. 2:403 BW, 403-verklaring, concernvrijstelling, groepsmaatschappij, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M.R.C. van Zoest |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de literatuur wordt wel gepleit voor het opnemen van een groepsband als voorwaarde in een 403-verklaring. Ook in de praktijk blijkt dit te worden toegepast met het oog op een automatisch eindigende aansprakelijkheid bij het verbreken van de groepsband, meestal in het kader van een verkoop van de desbetreffende dochtervennootschap. In deze bijdrage wordt ingegaan op deze voorwaarde, waarbij de volgende twee vragen centraal staan: (1) komt de aansprakelijkheid van de moeder automatisch te vervallen na verbreking van de groepsband, en (2) kan de dochter gebruik maken van de concernvrijstelling als ten behoeve van haar een 403-verklaring is gedeponeerd die afhankelijk is gesteld van de groepsband tussen de moeder en de dochter? Na beantwoording van deze vragen wordt een alternatief voor het groepsbegrip als voorwaarde voor aansprakelijkheid besproken. De bijdrage wordt afgesloten met een korte samenvatting en conclusie. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | Boek 10 BW internationaal privaatrecht, codificatie, algemene bepalingen, redelijkheid en billijkheid ook voor het IPR?, tweedeling BW-RV geschikt voor IPR?, verhouding tot het buitenlandse IPR |
Auteurs | Prof. mr. A.V.M. Struycken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Per 1 januari 2012 zal er een Boek 10 BW zijn dat de codificatie bevat van een groot deel van het Nederlandse IPR. Het gaat om een consolidatie van een reeks IPR-wetten die sedert 1980 tot stand zijn gekomen. Aandacht wordt besteed aan het proces van voorbereiding van Boek 10, aan de functie van de redelijkheid en billijkheid in het IPR, aan de geschiktheid van het BW als onderdak voor het IPR, aan de verhouding tot het buitenlandse IPR en aan enige algemene bepalingen. |
Artikel |
De positie van de executieopbrengst in faillissementHR 29 april 2011, LJN BP4948, NJ 2011, 273 (Ontvanger/Eijking q.q.) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2011 |
Trefwoorden | executie, pauliana, beslag, executieopbrengst, restantexecutieopbrengst |
Auteurs | Mr. M.L. Tuil |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Ontvanger/Eijking q.q. heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de executieopbrengst die vóór het faillissement is verwezenlijkt niet in de faillissementsboedel valt. Volgens de Hoge Raad valt uitsluitend de restantexecutieopbrengst in het faillissement. |
Praktijk |
Postcontractuele goede trouw en de reden voor ontbinding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | afgebroken onderhandelingen, Plas/Valburg, onvoorziene omstandigheden, redelijkheid en billijkheid, ontbinding |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur twee arresten van de Hoge Raad over het onderscheid tussen de precontractuele en de postcontractuele fase voor het afbreken van onderhandelingen. Tevens bespreekt de auteur een arrest van de Hoge Raad waarin de Hoge Raad een oordeel gaf over de eisen die aan een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring worden gegeven. |
Jurisprudentie |
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2011 |
Auteurs | Mr. P.E. de Kort |
Auteursinformatie |
Artikel |
Redelijkheid en billijkheid bij beëindiging overblijvende aansprakelijkheid uit 403-verklaring |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | 403-verklaring, overblijvende aansprakelijkheid, artikel 2:404 BW, Jones Lang, Hoeveholding |
Auteurs | Mr. drs. H.J.C. Marquenie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de doorbreking van de bestendige lijn in de rechtspraak met betrekking tot de beëindiging van de overblijvende aansprakelijkheid als gevolg van de uitspraak van de Ondernemingskamer in de zaak Jones Lang tegen BosGijze c.s. |
Artikel |
De juridische (af)splitsing: wat als een huurder van kleur verschiet? |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | juridische splitsing, contractsoverneming, indeplaatsstelling, verzet, huurovereenkomst |
Auteurs | Mr. J.G.A. van Olst |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de positie van een verhuurder in het kader van een splitsing belicht en wordt beschreven welke waarborgen (al dan niet) voorhanden zijn. De auteur doet een aanbeveling over hoe de verhuurder contractueel kan voorkomen dat een huurovereenkomst overgaat naar een minder solvente (of om andere redenen minder wenselijke) huurder. |
Jurisprudentie |
Het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie één jaar juridisch bindend: rechtspraak in kaart |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | EU-Handvest, Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, Verdrag van Lissabon |
Auteurs | Mr. A. Pahladsingh en Mr. dr. H.J.Th.M. van Roosmalen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel brengt de Europese en Nederlandse rechtspraak over het EU-Handvest voor het eerste jaar waarin het juridisch bindend was in kaart aan de hand van verschillende thema’s: temporele aspecten, de reikwijdte van het EU-Handvest en toetsing ten gronde, waaronder de relatie tot het EVRM. De auteurs pleiten ervoor dat de verschillende etappes van uitleg van het EU-Handvest zo zichtbaar en helder mogelijk in de rechtspraak van met name het Hof van Justitie en de nationale rechterlijke colleges voor het voetlicht komen. |
Jurisprudentie |
Burgerlijk procesrecht in de (voormalige) Nederlandse Antillen en Aruba |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | procesrecht, rechtsmacht, bewijsrecht, cassatie, Gemeenschappelijk Hof van Justitie |
Auteurs | Mr. F.J.P. Lock |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek wordt rechtspraak uit 2010 van de Hoge Raad en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in (voormalig) Antilliaanse en Arubaanse zaken besproken, onder meer onder de noemers ‘cassatierechtspraak’, ‘betekeningsperikelen’, ‘aanvang appèltermijn’, ‘art. 40 Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden’, ‘interregionale en internationale rechtsmacht’, ‘bewijsrecht’ en ‘actieve rechter’. Voorts worden de gevolgen van de recente staatkundige veranderingen voor het burgerlijk procesrecht in het Caribische deel van het Koninkrijk besproken, alsmede recente ontwikkelingen op de gebieden van wetgeving en literatuur. |
Artikel |
ZaaksvervangingProefschrift van mr. J.B. Spath |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | zaaksvervanging, surrogaat, goederenrecht, originaire verkrijging, ongegronde verkrijging |
Auteurs | Mr. A. Hammerstein |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van het proefschrift van mr. J.B. Spath. |
Artikel |
Beschikken en rechtsovergangProefschrift van mr. J.H.M. van Swaaij |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | beschikken, rechtsovergang |
Auteurs | Mr. W. Snijders |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van het proefschrift van mr. J.H.M. van Swaaij. |
Jurisprudentie |
Insolventieprocesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | insolventieprocesrecht, Insolventiewet, Recofa-richtlijnen, Procesreglementen |
Auteurs | Mr. E.F. Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
De periode van deze kroniek over insolventieprocesrecht beslaat twee jaar (van september 2009 tot september 2011). De auteur behandelt het voorontwerp voor een Insolventiewet, de Recofa-richtlijnen en Procesreglementen. Vervolgens bespreek ze verschenen jurisprudentie van (met name) de Hoge Raad. |