Het Gerechtshof Arnhem wijst in zijn arrest van 15 maart 2011, LJN BP8479, een vordering van shockschade af omdat geen sprake was van schending van een verkeers- of veiligheidsnorm. Naar aanleiding hiervan wordt in dit artikel ingegaan op de vraag of het in het Taxibus-arrest gegeven gezichtspunt dat voor vergoeding van shockschade sprake dient te zijn van een schending van een verkeers- of veiligheidsnorm wel een (hard) vereiste betreft. Hiervoor wordt onder andere het belang van verkeers- en veiligheidsnormen in het aansprakelijkheidsrecht besproken. Kan shockschade wellicht ook aan de laedens worden toegerekend indien sprake is van een schending van een ‘gewone’ zorgvuldigheidsnorm? |
Zoekresultaat: 8 artikelen
Jaar 2012 xArtikel |
Schending van een verkeers- of veiligheidsnorm; wel of niet een vereiste voor toekenning van shockschade? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | shockschade, medische aansprakelijkheid, verkeers- of veiligheidsnorm, gewone zorgvuldigheidsnorm en art. 6:98 BW |
Auteurs | Mr. W.E. Noordhoorn Boelen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De toekomst van nadeelcompensatie in het omgevingsrechtRuime reikwijdte van de regeling – beperkte toekenning van schadevergoeding! |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | nadeelcompensatie, Awb, normaal maatschappelijk risico, bijzondere last |
Auteurs | Mr. G.M. van den Broek |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur blikt vooruit op de gevolgen van de algemene grondslag voor het bieden van nadeelcompensatie in de Awb voor het omgevingsrecht. Daarbij wordt aandacht besteed aan de reikwijdte, de competentieverdeling van de rechter en de verwachte toepassing van de nadeelcompensatieregeling uit het wetsvoorstel. Aan de hand van het wetsvoorstel en de jurisprudentie van de Afdeling over de begrippen die daarin terug gaan komen, wordt duidelijk dat het wetsvoorstel grote gevolgen heeft voor het omgevingsrecht. De verplichting om nadeelcompensatie te verstrekken zal op meer handelingen van toepassing zijn, maar door een strikte interpretatie van de begrippen ‘normaal maatschappelijk risico’ en ‘bijzondere last’ hoeft dit niet te leiden tot een verhoging van de schadevergoedingsverplichting van de overheid. |
Artikel |
Reflecties over de algemeenheid van goederen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2012 |
Auteurs | E. Dewitte en V. Sagaert |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het arrest Wintersteiger en de plaats van het schadebrengende feit: het Hof van Justitie zet de doos van Pandora verder open |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8/9 2012 |
Trefwoorden | internationale rechtsmacht, onrechtmatige daad, internet, nationaal merk, AdWord |
Auteurs | Mr. H.W. Wefers Bettink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie heeft in het arrest Wintersteiger prejudiciële vragen beantwoord van het Oostenrijkse Oberste Gerichtshof over de uitleg van artikel 5 punt 3 Verordening 2001/44/EG in geval van inbreuk op een in Oostenrijk geregistreerd merk. De Merkenrichtlijn, die het nationale merkenrecht van de lidstaten harmoniseert, heeft geen betrekking op procesrechtelijke aspecten zoals de aanwijzing van de bevoegde rechter.1x Richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, PbEU 2008, L 299/25-33. De nationale rechter bepaalt aan de hand van Verordening 2001/44/EG2x Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken PbEG 2001, L 12/1-23 (Verordening 2001/44/EG). en het nationale procesrecht zijn internationale bevoegdheid. In het arrest Wintersteiger geeft het Hof van Justitie aanknopingspunten voor het bepalen van de bevoegde rechter bij inbreuk op een nationaal merk. Noten
|
Artikel |
Wettelijke aansprakelijkheidsbeperking voor DNB en AFMHoe hoog komt de nieuwe lat te liggen? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2012 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM, uitleg opzet en grove schuld |
Auteurs | Mr. S. Sahtie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de in juli 2012 aangenomen wet besproken waarmee de aansprakelijkheid van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) wordt beperkt tot kort gezegd opzet en grove schuld. De auteur gaat in op de uitleg van de begrippen opzet en grove schuld en onderzoekt hoe hoog de nieuwe lat voor aansprakelijkheid komt te liggen ten opzichte van de aanvankelijk geldende norm van een ‘behoorlijk en zorgvuldig handelende toezichthouder’. Ook wordt ingegaan op onder andere het causaliteitsvereiste, de omkeringsregel en enkele relevante ontwikkelingen op Europeesrechtelijk gebied. Geconcludeerd wordt dat DNB en AFM op grond van de nieuwe wettelijke regeling vrijwel immuun zijn gemaakt voor aansprakelijkheid. |
Artikel |
Bijzondere opsporingsbevoegdheden in Curaçao |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | BOB, Wetboek van Strafvordering, opsporingsbevoegdheden, infiltratie, planmatig |
Auteurs | Mr. J.H.J. Verbaan en mr. R.J. Verbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 3 april 2012 is de Landsverordening houdende wijziging van het Wetboek van Strafvordering (bijzondere opsporingsbevoegdheden en andere spoedeisende veranderingen) aangenomen door de Staten van Curaçao. In deze bijdrage bespreken de auteurs deze Landsverordening. De auteurs maken deel uit van het Antilliaanse projectteam van prof. Hans de Doelder van de Erasmus Universiteit en hebben in die hoedanigheid een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het nieuwe Wetboek van Strafrecht en de Landsverordening BOB. In het artikel wordt allereerst de noodzaak van de BOB-wetgeving besproken. De auteurs maken duidelijk waarom Curaçao niet langer zonder BOB-wetgeving kan. Vervolgens worden de algemene uitgangspunten van de Landsverordening besproken, waarbij aandacht wordt besteed aan de verschillen met de Nederlandse BOB-wet, de gevallen en gronden voor toepassing van de dwangmiddelen, de rol van de officier van justitie en de procureur-generaal en de overige algemene bepalingen uit de wet. Tot slot worden de verschillende bijzondere opsporingsbevoegdheden besproken, waarbij uitgebreid aandacht wordt besteed aan planmatige observatie, infiltratie en het opnemen en onderzoek van communicatie. |
Casus |
Pitfalls in de overnamepraktijkEnige regelmatig voorkomende valkuilen in koopcontracten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2012 |
Auteurs | Mr. P.P.J. Jongen en mr. M.J.E. van den Bergh |
Auteursinformatie |
Artikel |
Onderwijsinstelling aansprakelijk voor ontoereikende dekking van schoolongevallenpolis?Enkele beschouwingen naar aanleiding van HR 28 oktober 2011, LJN BQ2324, RvdW 2011, 1313 (Beganovic/Stichting ROC van Twente) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | onderwijsinstelling, verzekerings- en/of waarschuwingsplicht, zorgplicht, onderwijsovereenkomst, onrechtmatige daad |
Auteurs | Mr. S. Voskamp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdens een door een school (ROC) georganiseerde kartwedstrijd vindt een ongeval plaats. Studente lijdt schade en spreekt het ROC aan wegens het niet hebben van een toereikende schoolongevallenverzekering. Dienen onderwijsinstellingen zich te verzekeren voor risicovolle activiteiten, of te waarschuwen dat een adequate dekking ontbreekt? De Hoge Raad oordeelt van niet. Was er wellicht een andere uitkomst geweest als aan de vordering schending van de onderwijsovereenkomst dan wel gevaarzettend handelen van de school ten grondslag was gelegd? |