If someone disagrees with an administrative order, he or she has to lodge an objection with the administrative authority responsible for the order. Only after the administrative authority has fully reconsidered the contested order is the interested party allowed to seek redress with the administrative courts. Estimates are that around 2.6 million objections are filled each year, making the administrative objection procedure the most frequently used dispute resolution procedure in the Netherlands. Numerous variations can be found in the way administrative authorities handle objections. Does this affect how professional users evaluate its quality? And if so, how can this be explained? |
Zoekresultaat: 7 artikelen
Jaar 2017 xPraktijk |
Zo bouwt u zelf een goed pensioen op |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2017 |
Auteurs | Mark van der Heijden |
Praktijk |
De bezwaarprocedure: Onderzoek naar verbanden tussen de inrichting van de procedure en de inhoudelijke kwaliteit van bezwaarbehandeling |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Dispute resolution procedures, Quality, Administrative law, Objection procedure, Professional users |
Auteurs | Marc Wever LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De bevordering van de rechtsbescherming op grond van het sanctiestelsel in de SZW-uitkeringswettenOver de keuze van het sanctiestelsel, de gevolgen van de uitspraken van de CRvB voor de toepassing ervan en de gevolgen van het ongevraagd advies van de Afdeling advisering |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | uitkeringsfraude, bestuurlijke boete, opzet, grove schuld, rechtsbescherming |
Auteurs | J.A. Hofsteenge |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de SZW Fraudewet I werden de bestuurlijke boetes sterk verhoogd van 10 naar 100 procent van ten onrechte ontvangen uitkering. De CRvB heeft geoordeeld dat de hoge boetes om een indringender toets aan het evenredigheidsbeginsel vragen. Deze rechtspraak is gecodificeerd bij de SZW Fraudewet II, waarbij de strafrechtelijke begrippen ‘opzet’ en ‘grove schuld’ werden geïntroduceerd. Onder het nieuwe regime wordt bij de boeteoplegging meer onderscheid gemaakt tussen mensen die de intentie hebben gehad te frauderen en zij die deze intentie niet hebben gehad. Hiermee is de rechtsbescherming bevorderd in lijn met het ongevraagd advies van de Raad van State over sanctiestelsels. |
Jurisprudentie |
De AOW-uitkering van de gedetineerde uitkeringsgerechtigdeNoot bij CRvB 3 maart 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:880 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Bestuursstrafrecht, AOW-uitkering, Bestuurlijk maatregelrecht, Lijfsdwang, Detentie |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Gedurende de periode waarin appellant onder toepassing van artikel 577c Sv lijfsdwang onderging in een penitentiair psychiatrisch centrum, was hem rechtens zijn vrijheid ontnomen in de zin van artikel 8b, tweede lid, van de AOW. Appellant heeft daarom over die periode geen recht op AOW-pensioen. Blijkens de wetsgeschiedenis bij artikel 8b AOW heeft de wetgever bij de term ‘rechtens zijn vrijheid ontnomen’ niet enkel gedacht aan gevangenisstraf, maar ook aan andere vormen van detentie, zoals gijzeling wegens het niet betalen van verkeersboetes of het niet nakomen van wettelijke verplichtingen. |
Artikel |
Tien jaar Pensioenwet |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Pensioenovereenkomst, uitvoeringsovereenkomst, pensioenuitvoerder, Wijziging (van pensioenovereenkomst), Pensioenwet |
Auteurs | prof. Erik Lutjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Pensioenwet is in 2007 in werking getreden. Deze wet geeft regels betreffende het – aanvullend – pensioen in de werkgever-werknemersverhouding. De Pensioenwet beoogt aan werknemers financiële en uitvoeringszekerheid te geven, opdat hun pensioenverwachtingen ook uitkomen. Kort na inwerkingtredingen ontstonden hierin al teleurstellingen van werknemers: de financiële en kredietcrisis sloeg een bres in het vermogen van pensioenfondsen en voor veel rechthebbenden waren kortingen nodig. Dit leidde tot een nu al jaren durend debat over de inrichting van het pensioenstelsel in de toekomst. Tegen die achtergrond geeft dit artikel een overzicht van de juridische aandachtspunten van tien jaar Pensioenwet. |
Artikel |
Ontslag oudere werknemers anno 2017 nader bezien |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Gelijke behandeling, Leeftijdsdiscriminatie, AOW-gerechtigden, Oudere werknemers, Onthouden transitievergoeding |
Auteurs | mr. Cornelien Donner-Broersma en mr. Irene Vermeeren-Keijzers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Oudere werknemers nemen een bijzondere positie in binnen het Nederlandse ontslagrecht ten opzichte van hun jongere collega’s. Zo kunnen werkgevers onder de Wwz de arbeidsovereenkomst van werknemers op de AOW-gerechtigde leeftijd of nadat zij deze hebben bereikt veelal opzeggen zónder toestemming van het UWV en hebben AOW-gerechtigde werknemers geen recht op een transitievergoeding. Bovendien is met de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd het arbeidsrechtelijke regime voor AOW-gerechtigde werknemers versoepeld ten gunste van werkgevers teneinde oudere werknemers langer te laten participeren in het arbeidsproces. Deze relatief nieuwe wettelijke bepalingen staan echter op gespannen voet met recente Europese rechtspraak en snel veranderende maatschappelijke opvattingen in Nederland. |
Artikel |
Billijke vergoeding: over karakter, begroting en artikel 6 EVRM |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Billijke vergoeding, Begroting, Artikel 6 EVRM, Punitief |
Auteurs | mr. dr. Vivian Bij de Vaate en mr. dr. Pascal Kruit |
SamenvattingAuteursinformatie |
De billijke vergoeding heeft sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid een prominente plaats gekregen in het ontslagrecht. In deze bijdrage voorzien de auteurs de billijke vergoeding van een nadere analyse. Aan bod komen onder andere het karakter van de billijke vergoeding, denkbare begrotingsmethodieken, jurisprudentieanalyse en een kanttekening vanuit het oogpunt van artikel 6 EVRM bij de (mede) punitieve billijke vergoeding. |