The aim of the present research was to gain insight into the topic of ‘task-related rule-breaking behavior’ (TRB) among Dutch police officers. TRB is a more refined alternative for the concept of noble cause corruption and has been defined as: police officers breaking rules or formal agreements for the purpose of acting in a manner that contributes to the lawful police task. Qualitative research has been conducted within one of the ten regional police forces in the Netherlands. Results show that TRB appears to be a relatively common phenomenon during policework. Behaviors are categorized in sixteen categories and five overarching outlines. In addition, attention is given to several important factors that could be related to TRB being distinguishable between police officers’ individual responsibility and organizational factors. To handle TRB, it is recommended to pay attention to the police officers’ approach of judging and rationalizing their own behavior, their level of knowledge, and social skills. Furthermore, organizational structure (i.e., spam of control) and police leadership may, among other factors, play an important role in encouraging TRB. Especially the way supervisors deal with police officers’ professional autonomy needs specific attention in order to reduce TRB. Autonomy needs guidance in the form of clear orders followed by feedback and coaching. Also, an active form of ethical leadership is needed. An action framework is presented that could be helpful to supervisors to judge and thereby reduce forms of TRB. |
Zoekresultaat: 123 artikelen
Jaar 2020 xArtikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | taakgerelateerd ongeoorloofd handelen, noble cause corruption, politie, leiderschap, ethiek |
Auteurs | Robin Christiaan van Halderen en Benjamin Rafaël van Gelderen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De relatie tussen huiselijk geweld en betrokkenheid bij 1%motorclubs(Ex-)partners van leden van 1%motorclubs in de (vrouwen)opvang |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | huiselijk geweld, 1%mc, outlaw motorcycle gang, OMG, vrouwenopvang |
Auteurs | Nanne Vosters en Janine Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Little is known about (former) partners of 1%motorcycle club members. Social professionals working with victims of domestic violence in shelters have regular encounters with these mostly female (ex-)partners. In this exploratory contribution we wonder what is known about domestic violence amongst people with (ex-)partners of 1%motorcycle club members and the consequences of the involvement of a motorcycle club for tackling this violence. Based on thirteen semi-structured interviews with social professionals working in a shelter, external professionals and (ex-)partners, the link between domestic violence and membership of a motorcycle club could not be verified. What this research does show is that safety is the number one priority in working with these (ex-)partners. Furthermore, it shows how complex it is to assess the seriousness of potential threat coming from these 1%motorcyle clubs. Further research on domestic violence in environments associated with organised crime and the cooperation between the judiciary system and social professionals is needed to improve safety and wellbeing for this specific group. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2020 |
Trefwoorden | governance, informatieverschaffing, taakuitoefening, samenstelling bestuur, verantwoording |
Auteurs | Mr. M.A.C Appels |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de praktijk komt het voor dat een rechtspersoon fungeert als bestuurder van een andere rechtspersoon. In deze bijdrage wordt vanuit het perspectief van de commissaris stilgestaan bij de figuur van de rechtspersoon-bestuurder en wordt ingegaan op (mogelijke) knelpunten die kunnen spelen bij de taakuitoefening door de toezichthouder. |
Artikel |
De vordering tot vergoeding van koersgerelateerde schade geleden door aandeelhouders en optiebeleggersOver afgeleide schade van aandeelhouders en ‘dubbel afgeleide’ schade van optiebeleggers |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2020 |
Trefwoorden | Poot/ABP-doctrine, afgeleide schade, benadeelde aandeelhouder, benadeelde optiebelegger, optiemarkt |
Auteurs | Mr. H.W. Haksteeg en Mr. drs. A.C.W. Pijls |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij koersschade dient onderscheid te worden gemaakt tussen schade die beleggers direct lijden als gevolg van misleidende berichtgeving en schade die zij indirect lijden als gevolg van de normschending van een derde jegens de beursvennootschap. Laatstgenoemde afgeleide of ‘dubbel afgeleide’ schade komt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen voor vergoeding in aanmerking. De auteurs behandelen beide vormen van afgeleide schade en de bijbehorende Poot/ABP-doctrine en bespreken de (al-dan-niet) vergoeding van directe en ‘dubbel afgeleide’ schade geleden door optiebeleggers. |
Artikel |
Rekening en verantwoording, de inhoud: verkoop de huid niet voordat de beer is geschoten! |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 18 2020 |
Auteurs | Mr. M.J.P. Schipper |
Artikel |
|
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 3-4 2020 |
Auteurs | Mr. J.M. Rowel-van der Linde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage betreft het wettelijk tuchtrecht, gebaseerd op de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, Wet BIG. |
Actualia |
Actualia |
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 3-4 2020 |
Wetenschap en praktijk |
Selectieve betalingen in het zicht van (mogelijke) insolventie – ruim baan voor de bestuurder? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Ontvanger/Roelofsen, faillissement, bestuurdersaansprakelijkheid, Ingwersen q.q./Kromme Leek c.s., verhaalsfrustratie |
Auteurs | Mr. L.M. Linskens en Mr. S.C.M. van Thiel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een bestuurder van een bv of nv wordt in tijden van financiële krapte veel vrijheid gegund om zelf te bepalen welke schuldeisers hij wel en welke hij (nog) niet voldoet. Deze vrijheid wordt slechts begrensd door de wet (pauliana) en door de jurisprudentie omtrent selectieve betalingen. Op grond van die jurisprudentie is een bestuurder die in een situatie waarin er blijvend meer schulden dan middelen zijn gelieerde crediteuren boven andere crediteuren behandelt, in beginsel persoonlijk aansprakelijk jegens die andere crediteuren. In de literatuur is bepleit dat deze ‘in beginsel’-regel zou moeten gelden voor alle betalingen die een bestuurder verricht nadat het faillissement van de vennootschap onvermijdelijk is geworden. Uit het arrest Ingwersen q.q./Kromme Leek c.s., dat eerder dit jaar werd gewezen, volgt dat de Hoge Raad hier echter geen aanleiding voor zag. In deze bijdrage staat de vraag centraal of dit betekent dat de Hoge Raad de bestuurder zelfs in een dergelijke situatie nog ruim baan geeft om zijn eigen keuzes te maken. Aan het einde wordt bezien hoe de lagere jurisprudentie tot nu toe hierop heeft gereageerd. |
Wetenschap en praktijk |
Leveranciers van elektriciteit en warmte in financiële moeilijkheden: een verkenning van de wettelijke regelingen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | energie, warmtewet, banken, noodsituatie, faillissement |
Auteurs | Mr. drs. P. van Asperen en Prof. mr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoeken de auteurs de regelingen uit de Elektriciteitswet 1998 en de Warmtewet die gericht zijn op het voorkomen van financiële problemen dan wel de toezichthouder de mogelijkheid geven in te grijpen als dat nodig is. Deze regelingen zijn bedoeld ter bescherming van afnemers tegen die situaties waarbij een leverancier van elektriciteit of warmte in de financiële problemen komt. Zij vergelijken deze regelingen met de regelingen uit de Wet op het financieel toezicht of Europese regelgeving gericht op het voorkomen van financiële problemen bij banken. De auteurs kiezen voor deze vergelijking met banken omdat deze ondernemingen, net als bij elektriciteit en warmte, een maatschappelijke functie kunnen vervullen. De vraag die zij stellen, is of de regelingen voor banken een inspiratiebron kunnen zijn voor het waarborgen van de belangen van de afnemers van elektriciteit en warmte. |
Recent |
Groen licht voor BrandMR |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2020 |
Auteurs | Kees Pijnappels |
Artikel |
Commercieel met idealen |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2020 |
Auteurs | Erik Jan Bolsius en Hans Roggen |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Civiele jurisprudentie van GEA en GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Prof. mr. dr. J. de Boer |
Auteursinformatie |
Artikel |
De wettelijke bedenktijd in het licht van een goede corporate governance |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2020 |
Trefwoorden | bescherming beursvennootschappen, vennootschappelijk belang, checks-and-balances |
Auteurs | Mr. N.D. Niederer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt het spanningsveld tussen de wettelijke bedenktijd en het systeem van corporate governance in het Nederlandse vennootschapsrecht. Teneinde beursvennootschappen aanvullende bescherming te bieden bij een rechtstreeks vijandig overnamebod doet de auteur een voorstel om de reikwijdte van de responstijd uit te breiden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2020 |
Trefwoorden | jaarrekening, verzoekschriftprocedure, belanghebbende, kring van belanghebbenden, Timmerman |
Auteurs | Mr. C.E.J.M. Hanegraaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever heeft de invulling van het begrip ‘belanghebbende’ in de jaarrekeningprocedure aan de rechtspraak overgelaten. Datzelfde geldt voor andere verzoekschriftprocedures waarbij rechtspersonen betrokken zijn. In de rechtspraak is het onderscheid ontwikkeld tussen twee kringen van belanghebbenden. A-G Timmerman stelt in een recente conclusie voor aan de kringenleer in de jaarrekeningprocedure dezelfde invulling te geven als aan de kringenleer zoals die ontwikkeld is buiten de jaarrekeningprocedure. De auteur gaat in op het voorstel van Timmerman. |
Artikel |
De maatschappelijke onderneming en haar (nieuwe) juridische jas |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2020 |
Trefwoorden | BVm, sociale onderneming, stakeholder, transparant, kapitaalklem |
Auteurs | Mr. M.J.L.A.M. Zillikens-Loos, Mr. Q.M.J.A. Crul en Mr. T.A. Schriemer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Ministerie van EZK heeft onderzoek laten doen naar de maatschappelijke onderneming. Auteurs bespreken naar aanleiding daarvan de huidige toepassings- en herkenningsmogelijkheden van de maatschappelijke onderneming met een blik op het verwachte wetsvoorstel voor de BVm. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2020 |
Trefwoorden | Wwft, UBO, pseudo-UBO, UBO-register voor trusts, FGR |
Auteurs | Mr. dr. B. Snijder-Kuipers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 27 september 2020 wordt het UBO-register in Nederland ingevoerd. Een UBO-register voor trusts en fondsen voor gemene rekening (FGR’s) volgt later in 2020. In deze bijdrage wordt ingegaan op het toepassingsbereik, het UBO-begrip en de openbaarheid van beide UBO-registers. |
Artikel |
De ‘criminele sponsor’ van het lokale amateurvoetbal |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | georganiseerde misdaad, organisatiecriminaliteit, voetbal, witwassen, filantropie |
Auteurs | Professor Toine Spapens |
SamenvattingAuteursinformatie |
The social role of criminals in local communities has so far received relatively little systematic academic attention. This applies more specifically to their involvement in philanthropic activities. This paper describes and analyses the role of dubious sponsors particularly in Dutch amateur football. Although it is difficult to estimate the scope of the problem, results indicate that criminal sponsorship is not incidental. It mainly concerns corporate criminals, persons involved in drug crimes and outlaw motorcycle gangs. The main goal is to enhance their public image. In most cases, their involvement in crimes or regulatory offenses is difficult to assess without a doubt, which complicates preventative measures. Our analysis shows several interacting factors which increase clubs’ vulnerability to criminal infiltration: setting overambitious sportive goals; dependence on volunteers and a lack of formal integrity policies and internal compliance mechanisms; financial problems; and external pressures associated with the club’s role as the ‘pride’ of the city, the village or the neighbourhood. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | Prof. dr. Hans Nelen en Dr. mr. Roland Moerland |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Jeugdrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Jeugdbescherming, Transitie, Jeugdwet, Pilot, Jeugdbeleid |
Auteurs | Mr. W. Helmich |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het stelsel van jeugdbescherming krijgt veel aandacht. In dit artikel wordt specifiek stilgestaan bij innovatie, de totstandkoming hiervan en hoe deze innovatie leidt tot overwegingen voor een volgende stap richting de toekomst van jeugd- en gezinsbescherming. |
Notenkraker |
Komt het zwijgrecht alleen toe aan formele bestuurders?ABRvS 28 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2952 (zwijgrecht) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | zwijgrecht rechtspersoon, cautie, feitelijke leidinggever, bestuurlijke boete, normadressaat |
Auteurs | Rogier Stijnen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de voorliggende zaak, waarin een boete is opgelegd vanwege het niet in overeenstemming met het werkplan op een veilige wijze verwijderen van asbest, meende de onderneming dat aan haar voorman de cautie had moeten worden gegeven omdat hij leiding gaf aan de werkzaamheden. De Afdeling houdt echter vast aan haar rechtspraak dat het zwijgrecht van een rechtspersoon uitsluitend toekomt aan haar bestuurders. Mocht de voorman zelf worden beboet als feitelijk leidinggever of als normadressaat, dan zouden zijn verklaringen alleen uitgesloten hoeven te worden van het bewijs tegen hem. |