De ontbindingsprocedure kent twee procesrechtelijke bijzonderheden: het rechtsmiddelenverbod en het bewijsrecht. Deze bijzonderheden brengen niet mee dat de ontbindingsprocedure in strijd is met artikel 6 EVRM. Artikel 6 EVRM vereist immers niet een berechting van een zaak in twee feitelijke instanties. Bovendien is de ontbindingsrechter altijd gehouden, ook in een spoedeisende ontbindingsprocedure, het beginsel van ‘equality of arms’ in acht te nemen op straffe van doorbreking van het appèlverbod.Dit voorkomt echter niet dat de ontbindingsrechter, net als iedere andere rechter (in laatste en hoogste instantie), soms in strijd zal handelen met artikel 6 EVRM of anderszins een ‘fout’ zal maken in de beoordeling van het geschil. Voor dergelijke incidentele schendingen van artikel 6 EVRM door de kantonrechter is veelal een doorbreking van het appèlverbod mogelijk. Voor de inhoudelijk onjuiste ontbindingsbeschikking kan het leerstuk van onrechtmatige rechtspraak uitkomst bieden. |
Zoekresultaat: 27 artikelen
Jaar 2012 xArtikel |
De ontbindingsprocedure: rechtsmiddelenverbod en bewijsrecht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | ontbindingsprocedure, artikel 6 EVRM, rechtsmiddelenverbod, bewijsrecht, onrechtmatige rechtspraak |
Auteurs | mr. D.M.A. Bij de Vaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Voorkomen en oplossen van geschillen door toepassing van mediationvaardigheden en mediation |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | mediation, geschiloplossing, NVMV, LetMe |
Auteurs | Mr. W.G.B. Neervoort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Om de afwikkeling van personenschades te bespoedigen, wordt steeds vaker mediation toegepast. Men realiseert zich dat slachtoffer en verzekeraar beide zijn gebaat bij een harmonieuze sfeer van schadebehandeling. Een enkele verzekeraar heeft publiekelijk te kennen gegeven voortaan te willen proberen bij probleemdossiers eerst via mediation tot een oplossing te komen en pas in laatste instantie via een gerechtelijke procedure. Sommige verzekeraars hebben mediation standaard in de gereedschapskist van de schadebehandelaar zitten. Andere verzekeraars doen mee aan pilot projecten van de NVMV en zijn enthousiast omdat deze projecten tot nu in alle gevallen tot oplossing van het geschil hebben geleid. Ook slachtoffers en belangenbehartigers tonen zich tevreden. |
Artikel |
De aansprakelijkheid van bindend adviseurs langs de weg van artikel 7:904 lid 1 BW |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 12 2012 |
Trefwoorden | bindend advies, vaststellingsovereenkomst, overeenkomst van opdracht, maatstaf, aansprakelijkheid bindend adviseur |
Auteurs | Mr. R.J. Dekkers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur het arrest van de Hoge Raad waarin de vraag wordt beantwoord ‘onder welke omstandigheden gebreken in de inhoud of wijze van totstandkoming van een bindend advies voldoende reden vormen voor de opdrachtgever om het met de bindend adviseur overeengekomen honorarium niet te vergoeden’, en wordt een maatstaf gegeven om te beoordelen of de bindend adviseur tekort is geschoten in de uitvoering van zijn opdracht. |
Artikel |
Dossier Arbeid & Recht november 2012 |
Tijdschrift | Dossier Arbeid & Recht, Aflevering 11 2012 |
Auteurs | Prof. mr. C.J. Loonstra en Mr. B. Hoogendijk |
Nieuws |
Nieuws |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2012 |
Praktijk |
De verbeterde geschillenregeling: meer potentieel dan wellicht wordt gedacht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | geschillenregeling, vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht, art. 2:335-2:343c BW, flex-bv |
Auteurs | Mr. drs. H.T. Verhaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel behandelt de wijzigingen in de geschillenregeling die op 1 oktober 2012 in werking treden als onderdeel van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht. De auteur gaat dieper in op een vijftal wijzigingen die de snelheid en aantrekkelijkheid van de geschillenregeling bevorderen. De conclusie is dat hoewel verdere aanpassingen in de geschillenregeling reeds zijn aangekondigd, de huidige wijzigingen de geschillenregeling al veel populairder kunnen maken. De verbeterde geschillenregeling heeft meer potentieel dan wellicht wordt gedacht. |
Jurisprudentie |
ABRvS 4 april 2012, nr. 201007614/T1/A4 (GS Zuid-Holland) (LJN: BW0778) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 3 2012 |
Samenvatting |
Er is geen sprake van zodanige locatiespecifieke omstandigheden op grond waarvan verdergaande eisen dan de beste beschikbare technieken kunnen worden gesteld |
Jurisprudentie |
ABRvS 23 mei 2012, nr. 200805659/1/A4 (GS Noord-Brabant) (LJN: BW6358) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 3 2012 |
Samenvatting |
Geen reden voor strengere emissie-eis nu de emissie-eis uit het Bees A strenger is dan de bovengrens van de emissierange in het van toepassing zijnde BBT-document. De ten opzichte van het BREF aangescherpte emissiegrenswaarde uit de Oplegnotitie BREF Grote stookinstallaties is van toepassing, nu het gaat om een aangewezen BBT-document. Daarbij is niet van belang dat deze strengere eis afkomstig is uit het beoordelingskader dat voor het Rijnmond-gebied vanwege de zich daar voordoende locatiespecifieke omstandigheden wordt gehanteerd |
Jurisprudentie |
ABRvS 30 mei 2012, nr. 201102525/1/A4 (GS Noord-Holland) (LJN: BW6892) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 3 2012 |
Samenvatting |
Bij het stellen van de geluidsgrenswaarden voor bijzondere activiteiten is terecht aansluiting gezocht bij de spraakverstaanbaarheid in de woningen rondom de inrichting |
Artikel |
De in beginsel strakke regel |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | Hoger beroep, In beginsel strakke regel, Grieven, Nieuwe weer, Eiswijziging, Nieuw feit |
Auteurs | Mr. drs. B.T.M. van der Wiel |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
De voorlopige voorziening hangende de bodemprocedure. De reikwijdte van art. 223 Rv |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | Voorlopige voorziening, art. 223 Rv, Exhibitievordering art. 843a Rv, Opheffing beslag, Voorschot |
Auteurs | Mr. J.H. van Dam-Lely |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de jurisprudentie voorkomende 223 Rv vorderingen worden beoordeeld op hun geschiktheid voor een voorlopige voorziening die samenhangt met de hoofdzaak en geldt voor de duur van de procedure. Een voorschot op de hoofdvordering leent zich voor een voorlopige voorziening voor zover de vordering voldoet aan de randvoorwaarden van art. 223 Rv. De vorderingen die geen voorschot inhouden blijken veelal ongeschikt zijn voor een voorlopige voorziening ex art. 223 Rv. Beargumenteerd wordt waarom de exhibitievordering van art. 843a Rv en de vordering tot opheffing van beslag (die geen ‘voorschot’ is) ongeschikt zijn voor de voorlopige voorziening ex art. 223 Rv. |
Praktijk |
Zakelijk geschil? Zakelijke mediation! |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | mediation, geschiloplossing, zakelijk conflict, business mediation |
Auteurs | Mr. A.G. Wennekes |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur mediation als geschiloplossing bij zakelijke conflicten. Allereerst wordt ingegaan op het begrip zakelijke mediation. Voorts worden er enkele praktijkvoorbeelden van conflicten in het bedrijfsleven besproken waarbij mediation als oplossing van het conflict de meest wenselijke route is gebleken. Deze voorbeelden zijn in beginsel fictief, waarbij een deel gebaseerd is op jurisprudentie en een deel geïnspireerd op de mediationpraktijk. Vervolgens wordt de wettelijke context van zakelijke mediation besproken. In dit verband wordt ingegaan op de Europese Mediationrichtlijn, de initiatiefnota van de VVD om mediation wettelijk te verankeren in de Nederlandse wetgeving en de aangekondigde verhoging van het griffierecht. Betoogd wordt dat mediation als conflictoplossing voor bedrijven een volwaardig en dikwijls beter alternatief is dan de traditionele rechtspraak. |
Jurisprudentie |
ABRvS 29 februari 2012, nr. 201010089/1/A4 (GS Zeeland) (LJN: BV7287) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 2 2012 |
Samenvatting |
Mogelijkheid tot indienen beroepsgronden n verstrijken beroepstermijn wordt begrensd door de goede procesorde |
Leefklimaat van bungalowpark naast evenemententerrein is onvoldoende gewaarborgd. Geluid als gevolg van evenementen kan niet alleen door APV worden geregeld, maar moet bij de opstelling van een plan in de belangenafweging te worden betrokken |
Invloed van toekomstige herijking rijksbeleid inzake EHS |
Article |
|
Tijdschrift | ARBAC, mei 2012 |
Auteurs | mr. Vivian Bij de Vaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een procesrechtelijke bijzonderheid in de ontbindingsprocedure van art. 7:685 BW ziet op de niet integrale toepasselijkheid van het wettelijk bewijsrecht van afdeling 9, titel 2 uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Volgens de memorie van toelichting bij de Wet tot herziening van het burgerlijk procesrecht kan de spoedeisendheid van de ontbindingsprocedure zich tegen toepassing van het wettelijke bewijsrecht verzetten. In dit artikel wordt allereerst betoogd dat niet iedere ontbindingsprocedure per definitie spoedeisend is en zich tegen de toepasselijkheid van het wettelijk bewijsrecht verzet en tevens dat in een spoedeisende ontbindingsprocedure onderscheid moet worden gemaakt tussen bewijsregels die wel en die niet aan een spoedige beslissing in de ontbindingsprocedure in de weg staan. Vervolgens onderzoekt de auteur of de ontbindingsprocedure wat betreft de bewijsvoering in overeenstemming is met art. 6 EVRM en het recht van de Europese Unie. |
Jurisprudentie |
Bewijsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | waarheidsplicht, bewijslastverdeling, bewijsaanbod, deskundigenbericht, partijgetuige |
Auteurs | Mr. dr. R.H. de Bock |
SamenvattingAuteursinformatie |
De kroniek Bewijsrecht bevat een overzicht van literatuur, rechtspraak en wetgeving op het terrein van het bewijsrecht die is verschenen in de periode vanaf medio 2010 tot eind 2011. |
Boekbespreking |
De vaststelling van feiten in de civiele procedure |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2012 |
Auteurs | Prof. mr. G. de Groot |
Auteursinformatie |
Artikel |
De comparitie voor grieven |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2012 |
Auteurs | Mr. R.A. Dozy |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
‘Lies, damned lies, and statistics’De berekening van het verlies van een kans bij medische aansprakelijkheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | medische aansprakelijkheid, stelplicht, bewijslast, schade, kans |
Auteurs | Mr. A.J. Van en Mevrouw mr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij aansprakelijkheid in medische zaken liggen de stelplicht en de bewijslast ingevolge de hoofdregel van artikel 150 Rv bij de patiënt. Dat houdt in dat hij moet stellen en, bij betwisting, moet bewijzen dat sprake is geweest van een tekortkoming, en dat deze bij hem heeft geleid tot gezondheidsschade. Voor de patiënt zijn dit twee lastig te nemen ‘hobbels’. De patiënt kan doorgaans moeilijk aantonen dat sprake is geweest van een tekortkoming, omdat hij niet goed kan achterhalen hoe de behandeling is verlopen en niet beschikt over voldoende kennis om precies aan te geven waarin de tekortkoming is gelegen. De patiënt kan doorgaans eveneens moeilijk aantonen dat er een causaal verband bestaat tussen de tekortkoming en zijn schade: het vaststellen van het causaal verband wordt gecompliceerd doordat ten tijde van de behandeling reeds sprake was van een gezondheidsprobleem. Dit maakt dat op voorhand niet vaststaat dat de gezondheidssituatie, zoals die zich heeft aangediend na de medische fout, (volledig) is veroorzaakt door die fout. |