In deze bijdrage bespreekt de auteur het overgangsrecht met betrekking tot de Wet Flex-BV dat op grond van de wet, parlementaire geschiedenis en jurisprudentie geldt ten aanzien van nachgründung, financial assistance en uitkeringen aan aandeelhouders. In de jurisprudentie is dit overgangsrecht meerdere malen aan de orde gekomen en duidelijk is gebleken dat de normen uit de ‘oude’ artikelen nog steeds van betekenis zijn. |
Zoekresultaat: 411 artikelen
Jaar 2014 xArtikel |
Nachgründung, financial assistance en uitkeringen aan aandeelhouders: het overgangsrecht en de relevante jurisprudentie |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 11 2014 |
Trefwoorden | nachgründung, financiële steunverlening, overgangsrecht, statutaire verwijzingen, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. P. Hofsteenge |
SamenvattingAuteursinformatie |
Redactioneel |
Voorwoord |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2014 |
Praktijk |
Crowdfunding, mede mogelijk gemaakt door de wetgever? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Crowdfunding, Financieringsmogelijkheden, AFM, DNB, Wft |
Auteurs | Mr. J.M. van Poelgeest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat in op het fenomeen crowdfunding en het wettelijk kader. Hierbij wordt ingegaan op de Europese en nationale ontwikkelingen op het gebied van crowdfunding en wordt gekeken naar de mogelijkheden voor de toekomst, waarbij enkele suggesties worden gedaan. Wordt crowdfunding de nieuwe standaard voor financieren? |
Casus |
De Ontwerpregeling ter bescherming van derivatenbeleggers tegen faillissement van de tussenpersoon nader beschouwd |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Derivaten, Intermediary risk, Afgescheiden vermogen, Matched Principal, Lastgeving |
Auteurs | Mr. E.W. Kuijper |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het consultatiedocument Wijzigingswet financiële markten 2016 omvat een regeling ter bescherming van derivatenbeleggers tegen faillissement van de tussenpersoon. Voorgesteld wordt de regeling op te nemen in de Wge. De regeling beoogt het Nederlandse recht in lijn te brengen met de regels die de MiFID en de EMIR stellen inzake de bescherming van derivatenbeleggers. De auteur beschouwt de voorgestelde regeling nader en signaleert enkele aandachtspunten. Uit de bijdrage blijkt dat het opstellen van een regeling die past binnen het vermogensrecht en aansluit bij de praktijk geen eenvoudige opgave is. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | legal injustice, legal subject, law and morality, Fuller, Arendt |
Auteurs | Wouter Veraart |
SamenvattingAuteursinformatie |
This paper shows that Fuller and Arendt converge on a different point than the point Rundle focuses on. What Fuller and Arendt seem to share in their legal thoughts is not so much an interest in the experience of law-as-such (the interaction between responsible agency and law as a complex institution), but rather an interest in the junction of law and injustice. By not sufficiently focusing on the experience of legal injustice, Rundle overlooks an important point of divergence between Arendt and Fuller. In particular, Arendt differs from Fuller in her conviction that ‘injustice in a legal form’ is an integral part of modern legal systems. |
Artikel |
Problemen in verband met de beperkte erfrechtelijke rechtskeuzemogelijkheid in Nederlands-Duitse verhoudingen: nu en vanaf 17 augustus 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | grensoverschrijdende erfopvolging, Duitsland, rechtskeuze, vererving, afwikkeling, internationaal erfrecht, Europese Erfrechtverordening |
Auteurs | W. Eule en Mr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
De praktijk wordt regelmatig geconfronteerd met nalatenschappen die raakvlakken hebben met zowel Duitsland als Nederland. De afwikkeling hiervan verloopt niet altijd even soepel, onder meer als gevolg van de afwijkende regels van internationaal erfrecht in Duitsland en Nederland. De rechtskeuzemogelijkheid van de erflater biedt meestal ook slechts beperkt uitkomst. In deze bijdrage worden de huidige problemen rondom toepasselijk erfrecht en rechtskeuze in Duits-Nederlandse verhoudingen in kaart gebracht en, waar mogelijk, van een (praktische) oplossing voorzien. Bovendien wordt onderzocht welke van deze problemen onder de Erfrechtverordening (vanaf 17 augustus 2015) zullen zijn opgelost en hoe met oude en nieuwe rechtskeuzes moet worden omgegaan in de Duits-Nederlandse boedelpraktijk. |
Artikel |
Causaal verband in whiplashzaken: een beschouwing vanuit juridisch en medisch perspectief |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | whiplash, causaal verband, schade, letselschadeclaim, juridisch perspectief, medisch perspectief |
Auteurs | Mr. P. Oskam en Drs. A.M. Reitsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de recente rechtspraak in whiplashzaken besproken. De huidige lijn in de rechtspraak wordt vervolgens zowel vanuit juridisch als vanuit medisch perspectief belicht, waarbij onder meer aandacht wordt besteed aan de richtlijnen van de NVN en de behandelbaarheid van subjectieve gezondheidsklachten. De auteurs gaan onder meer in op de vragen of de huidige lijn in de rechtspraak wel een gewenste ontwikkeling is en of de rechter niet te veel zijn eigen (niet medische onderbouwde) weg gaat in whiplashzaken. De auteurs pleiten voor het aannemen van een beperkte looptijd in whiplashzaken. |
Artikel |
Internationale verkeersongevallen. Waarom niet alle wegen leiden naar Rome |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | internationale verkeersongevallen, Haags Verkeersongevallenverdrag, Rome II-verordening, grensoverschrijdende verkeersongevallen, internationaal privaatrecht |
Auteurs | Mr. A.F. Collignon-Smit Sibinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij internationale verkeersongevallen in Europa wordt het toepasselijk recht bepaald aan de hand van ofwel het Haags Verkeersongevallenverdrag ofwel Rome II, afhankelijk in welk land een procedure wordt gestart. In deze bijdrage worden de verschillen tussen Rome II en het Haags Verkeersongevallenverdrag in kaart gebracht. De conclusie is dat toepassing van beide verdragen naast elkaar kan leiden tot toepassing van het recht van verschillende landen. Zolang beide verdragen naast elkaar van toepassing zijn, is sprake van een systeem dat complex en verwarrend is. Dit is in strijd met het doel van Rome II om binnen Europa eenheid en duidelijkheid te creëren. |
Artikel |
Het geheim van de smidDe Wbp en het recht op inzage in en afschrift van stukken tijdens het medisch beoordelingstraject bij personenschades: waar staan we inmiddels? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Wbp, medisch beoordelingstraject, recht op inzage, persoonsgegevens, personenschade |
Auteurs | Mr. ir. J.P.M. Simons |
SamenvattingAuteursinformatie |
Al geruime tijd staat binnen de letselschadebranche ter discussie in hoeverre benadeelden met een beroep op artikel 35 Wbp inzage in en afschrift van documenten kunnen krijgen van (de verzekeraar van) de aansprakelijke partij, wanneer daarin persoonsgegevens zijn verwerkt. In het bijzonder speelt daarbij de vraag of benadeelden tevens recht hebben op inzage in en afschrift van (1) interne notities die in het kader van de afwikkeling van personenschades door medewerkers van verzekeraars en andere aan de zijde van verzekeraars bij de afwikkeling betrokken personen zijn opgesteld en (2) adviezen van de medisch adviseur(s) van verzekeraars. Hoewel hierover inmiddels de nodige jurisprudentie is verschenen, bestaat er op dit gebied nog steeds onduidelijkheid en vormen deze vragen nog regelmatig voer voor discussie. |
Casus |
Naar een beschaafder delictenrechtEen impressie van het seminar ‘Civilising Criminal Justice’, 14 oktober 2014, Rotterdam, Nederland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Suzanne Jansen |
Auteursinformatie |
Diversen |
Jaaroverzicht 2014 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 4 2014 |
Boekbespreking |
Criminologie en strafrechtsbedeling |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Dr. mr. Marc Schuilenburg en Prof. dr. René van Swaaningen |
Auteursinformatie |
Artikel |
Waar zijn toch al die ondeugende kinderen gebleven?Diagnose en behandeling van ADHD ter voorkoming van ernstig en gewelddadig crimineel gedrag |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Prof. dr. Willem de Haan |
Auteursinformatie |
Artikel |
Over pragmatisme en strategie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | corporate security, private investigations, private settlements, forum shopping |
Auteurs | Clarissa Meerts MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article data derived from observations and interviews are used to examine private methods of investigation as used by corporate security providers in the Netherlands, and the private settlement options which follow those investigations. It is argued that, rather than leadership being exercised by public actors and institutions (police, prosecutors, criminal courts and also civil courts), those actors are selectively and strategically mobilised by corporate security, on behalf of their private sector clients. Corporate security and its clients have a ‘pick and choose’ approach when searching for an optimal solution for the incident at hand (forum shopping). |
Artikel |
Mediëren verhoortechnieken de verandering in verklaringsbereidheid van verdachten? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | effectiveness of interrogations, interrogation tactics, suspects’ statement, Structural Equation Modeling |
Auteurs | Dr. Willem-Jan Verhoeven |
SamenvattingAuteursinformatie |
This study aims to provide more knowledge on the extent to which criminal investigators are able to influence suspects’ statement. For this purpose, 166 observed interrogations covering the whole interrogation were analyzed. Based on these longitudinal data Structural Equation Modeling was used to examine the extent to which interrogation tactics mediate the changing statement between the start and the end of the interrogation. The results show that particularly suspects who give a statement on personal affairs at the beginning of the interrogation change their statement. Manipulating techniques are used more often when suspects are silent and confrontational techniques are used more often when suspects declare about the crime. Only confrontational techniques seem to contribute to changes in suspects’ statement. Accusatory interrogation tactics do not mediate the relationship between the statement given at the beginning of the interrogation and the change in statement. It can be concluded that suspects who are silent at the beginning of the interrogation or who declare about the crime in most cases don’t change their statement and that with using accusatory interrogation techniques criminal investigators seem to be unable to influence their statement. |
Jurisprudentie |
Overdracht van jaarlijkse vakantie bij ziekte: alle ambtenaren zijn gelijk, zelfs de EU-ambtenaren zijn niet langer (on)gelijker dan de ambtenaren van de lidstaten |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | EU-ambtenaren, Sociaal grondrecht, Eenheid van rechtspraak in het Unierecht, Recht op jaarlijkse vakantie, Doorwerking Arbeidstijdenrichtlijn |
Auteurs | Alexander De Becker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het grondrecht op jaarlijkse vakantie impliceerde, volgens eerdere rechtspraak van het Hof van Justitie, ook een grondrecht op overdracht van door ziekte niet-opgenomen vakantiedagen op basis van hetgeen was bepaald in de Arbeidstijdenrichtlijn 2003/88. Dit recht op overdracht van jaarlijkse vakantie werd niettemin nog steeds ingeperkt in het statuut van de EU-ambtenaren. De heer Strack – EU-ambtenaar – vond dat hij niettemin aanspraak kon maken op de volledige overdracht van zijn door ziekte niet-opgenomen vakantiedagen. De Europese Commissie volgde zijn redenering echter niet omdat EU-ambtenaren niet rechtstreeks onder het toepassingsgebied van de Arbeidstijdenrichtlijn 2003/88 vallen. Het Gerecht voor ambtenarenzaken stelde de Commissie in het ongelijk, maar het Gerecht van eerste aanleg beslist dat de Commissie het wel bij het rechte eind had. Uiteindelijk oordeelde het Hof van Justitie, in het belang van de eenheid van de rechtspraak, dat de EU-ambtenaren ook aanspraak dienden te kunnen maken op de overdracht van hun door ziekte niet-opgenomen vakantiedagen. Het arrest van het Hof van Justitie staat in deze bijdrage centraal. |
Hoofdartikel |
The Challenge of Empirical Method to Labour Law Theory and Practice |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Empirical research, Shaping of labour law, Methodology |
Auteurs | Simon F. Deakin |
SamenvattingAuteursinformatie |
The aim of the paper is to consider the significance for labour law theory and practice of empirical research into the operation and effects of this branch of law. It will be argued that empirical research has an important role to play in the methodology of labour law, even if it is ancillary, much of the time, to doctrinal approaches. Secondly, and relatedly, the paper will address the historical role of empirical research in the shaping of labour law as a field distinct from both private law and public law, and, in particular, as transcending the categories of property and contract that were inherited from the individualist private law of the nineteenth century. The third and last theme of the paper is that of the role of empirical research in addressing contemporary issues of labour law doctrine and policy. |
Artikel |
Beursnoteringen van (biotech- en andere) NV’s op NASDAQ; enkele aandachtspunten |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 12 2014 |
Trefwoorden | biotech, governance, NASDAQ, notering, prospectus |
Auteurs | Mr. A.C. (Anne) Noordzij |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur een aantal keuzes en (aanvullende) verplichtingen van de Nederlandse biotech- en andere vennootschappen die een beursnotering in de Verenigde Staten beogen. |
Artikel |
Collectief schadeverhaal in Nederland: we zijn er bijna, maar nog niet helemaal |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 12 2014 |
Trefwoorden | voorontwerp wetsvoorstel, massaschade, collectieve schadevergoedingsactie |
Auteurs | Mr. M.A.C. Stapel en Mr. T. Thuijs |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs het voorontwerp wetsvoorstel afwikkeling massaschade in een collectieve actie en gaan zij – vanuit het perspectief van de schadeveroorzakende partij – kritisch in op enkele elementen van dit voorontwerp. |
Artikel |
De zaken S. en G. & O. en B.: Grenzeloze gezinnen en afgeleide verblijfsrechten |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2014 |
Trefwoorden | Europees burgerschap, vrij verkeer van werknemers, de volledig interne situatie, familieleden EU-burgers, derdelanders |
Auteurs | Mr. dr. Hanneke van Eijken |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de twee arresten, de zaak S. en G. en de zaak O. en B., die het Hof van Justitie dit voorjaar wees, worden het vrije verkeer van personen en afgeleide verblijfsrechten uitgebreid. Het Hof van Justitie oordeelt in deze zaken dat een weigering van een verblijfsrecht aan een familielid in de lidstaat van nationaliteit in strijd met het vrije verkeer van werknemers en Unieburgers kan zijn. Dat betekent dat een Unieburger, onder omstandigheden, een recht heeft op gezinshereniging in de lidstaat van zijn nationaliteit. |