Op 9 maart 2010 stelde de NMa haar Richtsnoeren voor de zorgsector vast. Dit is alweer de derde versie van deze richtsnoeren die de NMa publiceert. De NMa wil graag tegemoet komen aan de onzekerheden die in de zorgsector over toelaatbaarheid van bepaalde afspraken en andere praktijken bestaan. Een belangrijke kwestie in dit verband is welke rol publieke belangen spelen. In de onderhavige bijdrage staat daarom de vraag centraal of de NMa in de Richtsnoeren de verhouding tussen het mededingingsrecht en de publieke zorgbelangen heeft verduidelijkt. |
Zoekresultaat: 29 artikelen
Jaar 2010 xArtikel |
Een upgrade van het zorgbeleid van de NMa: de derde versie van de Richtsnoeren voor de zorgsector |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | zorg en mededinging, publieke belangen en mededinging, diensten van algemeen economisch belang, begrip onderneming |
Auteurs | Prof. mr. J.W. van de Gronden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Verzorging van een functionerende lokale zorgmarkt: mogelijk tekortkomingen beleid NMa en NZa |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | zorggroepen, ketenzorg, zorgmarkt, zorgaanbieders |
Auteurs | Mr. P.D. van den Berg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Richtsnoeren Zorggroepen zetten de NMa en de NZa het beleid inzake (multidisciplinaire) samenwerking door zorgaanbieders op lokale zorgmarkten uiteen. Het mededingingsrecht wordt op te formele wijze toegepast. Enerzijds wordt de samenwerking tussen onafhankelijke zorgaanbieders te veel beperkt, terwijl anderzijds het ontstaan van marktmacht op lokale markten niet wordt voorkomen. De lokale aard van de markt en de aard van de zorgsector brengen enkele specifieke problemen met zich die onvoldoende lijken te zijn meegewogen. Een mogelijke oplossing is het creëren van een groepsvrijstelling voor ketenzorg onder het kartelverbod. |
Jurisprudentie |
Het recht op informatie van toezichthouders |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | inzagerecht NZa, medisch beroepsgeheim, artikel 8 EVRM |
Auteurs | Prof. mr. A.T. Ottow |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de orde is het inzagerecht van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op grond van artikel 66 Wet marktordening gezondheidszorg. De NZa stelde een controleonderzoek in bij een ziekenhuis en verlangde daartoe inzage in medische persoonsgegevens. Het ziekenhuis weigerde deze patiëntgegevens te verstrekken met een beroep op het medisch beroepsgeheim. Het CBb oordeelt dat het verschoningsrecht van de medische beroepsgroep niet zonder meer van toepassing is. Een wettelijke grondslag is aanwezig voor een beperking van het recht van patiënten op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer ingevolge artikel 8, lid 2 EVRM en daarmee eveneens voor een inbreuk op het daarmee samenhangende medische beroepsgeheim. |
Artikel |
Zorg, privaatrecht en publiekrecht: van ondersteuning naar handhaving, en terug |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | duty of care, regulation, liability law |
Auteurs | Eric Tjong Tjin Tai |
SamenvattingAuteursinformatie |
The relation between law and care has changed dramatically. Until recently this relation could be characterised as distant, supportive and respectful. This relation has undergone a paradigm shift. More and more and in many areas the notion of care is used by the lawmaker, to impose duties of care combined with enforcement. This implies a change from private law to administrative law. This development is undesirable, because it raises false expectations and, in the end, works counterproductive. |
Artikel |
Multilaterale handelsfaciliteiten en dark poolsIs MiFID na drie jaar al aan herziening toe? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | MiFID, MTF, multilaterale handelsfaciliteit, multilateraal handelsplatform |
Auteurs | Mw. Mr. S. Rosmalen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat de multilaterale handelsfaciliteit centraal. De bijdrage beoogt een globaal overzicht te geven van de regelgeving die van toepassing is op dit handelsplatform dat beter bekend is als MTF. Er wordt aansluiting gezocht bij de herziening van MiFID en bekeken wordt of MiFID na drie jaar de door haar beoogde concurrentieverhoging ten aanzien van handelsplatformen heeft weten te volbrengen. Besproken wordt de definitie van het begrip MTF en de belangrijkste elementen van het op een MTF van toepassing zijnde regelgevend kader. Tevens wordt stilgestaan bij de verschillen die er zijn tussen een gereglementeerde markt en een MTF. Ook wordt nader ingegaan op het begrip dark pool (het onderdeel van de handel dat buiten het orderboek van de handelsplatformen plaatsvindt) en komen de bevindingen van CESR en IOSCO aan bod voor zover die momenteel relevant zijn voor MTF’s en dark pools. |
Artikel |
De Wcz: toezicht en handhaving |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2010 |
Auteurs | Mr. A.C. de Die |
Artikel |
De aanbevelingen van de commissie-De Wit |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 10 2010 |
Trefwoorden | aanbevelingen commissie-De Wit, beloningsbeleid |
Auteurs | Mr. J.P. Kreule |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de aanbevelingen van de commissie-De Wit, waarbij met name wordt ingegaan op de aanbevelingen met betrekking tot het beloningsbeleid en de bedrijfsvoering. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | algemene voorwaarden, onderneming, zwarte lijst, grijze lijst, reflexwerking |
Auteurs | Mr. R.H.C. Jongeneel en Prof. mr. B. Wessels |
SamenvattingAuteursinformatie |
Afdeling 6.5.3 BW (Algemene voorwaarden) heeft in beginsel betrekking op ieder gebruik van algemene voorwaarden. Een belangrijke uitzondering is artikel 6:235 lid 1 BW, waarin aan bedrijven van een bepaalde omvang een beroep op de specifieke vernietigingsgronden bedoeld in de artikelen 6:233 en 234 BW (open norm en informatie- of kennisgevingsplicht) wordt onthouden. Afdeling 6.5.3 BW, in het bijzonder artikel 6:236 BW (zwarte lijst) en artikel 6:237 BW (grijze lijst), is daarnaast letterlijk beperkt tot overeenkomsten met consumenten, maar de betekenis van deze lijsten werkt door in overeenkomsten tussen ondernemers onderling. Beide thema’s worden mede aan de hand van een analyse van rechtspraak behandeld, waarbij de auteurs aanbevelingen voor verdere uitleg formuleren. |
Artikel |
Naar de beurs anno 2010Een overzicht van een beursgang en recente ontwikkelingen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | beursgang, rulebooks Euronext, Initial Public Offering (IPO), prospectus |
Auteurs | Mw. Mr. S.N. Demper en Mr. M.T.G. Schoonewille |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt het proces van een beursgang geschetst met daarbij aandacht voor de noteringsaanvraag bij Euronext Amsterdam. In dit kader wordt ingegaan op diverse onderwerpen die betrekking hebben op de beursgang, waaronder de emissiestructuur, de underwriting agreement, prijsbepaling en de post-IPO fase. Hiernaast wordt stilgestaan bij twee gesignaleerde actualiteiten op het gebied van kapitaalmarkten en de beursgang, te weten (1) het fenomeen dual listing via de fast path-procedure en (2) het nieuwe project ‘Fast Track to Liquidity: IPO Roadmap to the Netherlands’ van het Holland Financial Centre. |
Artikel |
Verscherping van het toezicht op trustkantoren |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | trustkantoren, verscherping, toezicht, belastingontwijking, witwassen |
Auteurs | Mr. M.T. van der Wulp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de inwerkingtreding van de Wijzigingswet financiële markten 2010 wordt de ‘verscherping’ van het toezicht op trustkantoren ingeluid. Verkopers van rechtspersonen worden duidelijker onder het bereik van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt) gebracht, terwijl kantoorverhuurbedrijven die uitsluitend domicilie verlenen (eventueel met ‘receptiewerkzaamheden’) worden uitgezonderd. Op beide punten constateerde DNB een handhavingslacune, die met deze reparatiewet wordt weggenomen. In het ter consultatie voorgelegde conceptwetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2012, wordt voorts uitvoering gegeven aan de toezeggingen, gedaan in het Evaluatierapport Wtt (ministerie van Financiën, 2010), om door verscherping van het toezicht ook ‘virtuele trustkantoren’ onder het bereik van de Wtt te brengen. |
Discussie |
Risicogestuurd toezicht en systeemtoezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2010 |
Auteurs | Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels en Dr. ir. H. Paul |
Auteursinformatie |
Praktijk |
Toezicht in een glazen huis. Effectiviteit van het toezicht op de kwaliteit van de gezondheidszorgOratie prof. dr. P.B.M. Robben |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2010 |
Auteurs | Drs. F.J.M. de Rijcke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van oraties die op het gebied van toezicht plaatsvinden. |
Artikel |
Hoe landelijke inspectiediensten omgaan met systeemtoezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | systeemtoezicht, compliance management, metaregulation, zelfregulering, systeemgericht toezicht, toezicht |
Auteurs | Dr. ing. M.A. de Bree MBA |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel beschrijft wat inspectiediensten verstaan onder systeemtoezicht en hoe zij dit toepassen. Er blijken grote verschillen te zijn in zowel de gebruikte definities als in de praktische toepassing. De toezichthouder kan met behulp van systeemtoezicht, mits juist toegepast, ervoor zorgen dat grote bedrijven maatschappelijke belangen borgen in hun organisatie. De toezichthouder moet hierbij enerzijds niet te goedgelovig zijn en altijd fysieke controles blijven doen. Anderzijds moet hij ervoor waken niet overmatig te controleren waardoor de voordelen van systeemtoezicht weer teniet zouden worden gedaan. Systeemtoezicht en bestraffing verdragen elkaar slecht doordat bestraffing het leereffect negatief kan beïnvloeden. |
Artikel |
Een nieuwe mededingingsbevoegdheid voor de NZa?Artikel 45 Wmg over ingrijpen in de voorwaarden en de wijze van tot stand komen van overeenkomsten met betrekking tot zorg of tarieven |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | Wet marktordening gezondheidszorg, AMM-instrument, Contractuele voorwaarden, Europeesrechtelijke dimensie |
Auteurs | Mr. drs. J. Bijkerk en Prof. mr. W. Sauter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel signaleren en bespreken wij een nieuwe ontwikkeling in het sectorspecifieke mededingingstoezicht op de zorg. Artikel 45 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) geeft de in 2006 opgerichte Zorgautoriteit (NZa) de bevoegdheid tot ingrijpen in de wijze van tot stand komen van overeenkomsten met betrekking tot zorg of tarieven en in de voorwaarden in die overeenkomsten met het oog op de inzichtelijkheid van zorgmarkten en/of de bevordering van de concurrentie. Tot voor kort heeft de NZa spaarzaam gebruikgemaakt van deze bevoegdheid. Onlangs heeft zij echter naast een uitgebreide toelichting op de mogelijkheden die dit instrument haar biedt een eveneens uitgebreid gemotiveerde nadere regel aangenomen die de toegang bevordert tot overeenkomsten betreffende elektronische netwerken met betrekking tot zorg. Dit is de aanleiding voor de huidige bespreking waarin naast de reikwijdte van artikel 45 Wmg ook de samenloop met de bevoegdheden van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de Europeesrechtelijke dimensie aan de orde zullen komen. |
Artikel |
Maatschappelijk ondernemen en toezicht op publieke belangen in de zorg? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | toezicht NZA, maatschappelijke onderneming, herdefiniëren publiek belang |
Auteurs | prof. mr. J.G. Sijmons |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zorg ligt bij de NZa het toezicht op de publieke belangen. Deze toezichtfunctie staat ten onrechte onder druk. Evenmin als op de zorgverzekeringsmarkt – de ‘countervailing power’ van de zorgverleningmarkt – is voor het bewaken van publieke belangen de rechtsvorm van de ‘maatschappelijke onderneming’ nodig. In recente evaluaties van de Zorgverzekeringswet en de Wet marktordening gezondheidszorg kwam naar voren dat beide wetten nog niet de verwachtingen waarmaken, o.a. vanwege een beperkte regierol van de zorgverzekeraar, respectievelijk te weinig sturing en toezicht door de NZa richting marktwerking. Een gewijzigde, maar reeds in de wet besloten liggende taakopvatting voor minister van VWS en NZa zou de transitie over dit gevaarlijke dode punt kunnen heen tillen. |
Artikel |
Naar een effectief toezicht op de woningcorporatiesBalanceren tussen staat en markt |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | woningcorporaties, toezicht, diensten van algemeen economisch belang, extern en intern toezicht, toezichthouder voor de corporatiesector |
Auteurs | mr. dr. S.A.C.M. Lavrijssen en D. Özmis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Woningbouwcorporaties zijn hybride organisaties die opereren op het snijvlak tussen staat en markt. Vanwege hun hybride status vallen zij tussen het wal en schip wat betreft toezicht en controle. Enerzijds vertoont het publiekrechtelijk toezicht door de minister van Wonen Wijken en Integratie en het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting hiaten. Anderzijds zijn de corporaties beperkt onderhevig aan de tucht van de markt. Woningcorporaties kampen momenteel met een slecht imago dat zij hebben gekregen doordat verschillende corporaties waren betrokken bij omstreden projecten. Ook is een beeld ontstaan dat de maatschappelijke prestaties van de corporaties inzake de realisatie en verhuur van sociale woningen ondermaats zijn. Inmiddels zijn vele rapporten verschenen over het functioneren van de woningcorporaties. Een rode draad in deze rapporten is, dat het publiekrechtelijk toezicht op de corporaties niet transparant en effectief is geregeld. Bovengenoemde ontwikkelingen en de imagoschade hebben de roep om een steviger extern publiekrechtelijk toezichtkader verhevigd, niet in de laatste plaats vanuit de sector zelf. Oud-minister van der Laan heeft inmiddels voorstellen gedaan tot aanscherping van het toezicht op de corporaties, inclusief de oprichting van een nieuwe toezichthouder voor de corporatiesector. Dit artikel beziet op kritische wijze of het voorstel van de oud-minister zal bijdragen aan een transparanter en effectiever toezicht op de woningcorporaties. |
Artikel |
Gedragsregels voor Nederlandse beleggingsondernemingen handelend met cliënten buiten de Europese Economische Ruimte |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | MiFID, Wet op het financieel toezicht (Wft), gedragsregels, beleggingsonderneming, bijkantoor |
Auteurs | Mr. I.M. Hamstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als een Nederlandse beleggingsonderneming diensten verleent via haar bijkantoor buiten de EER aan een cliënt van buiten de EER, biedt de Wet op het financieel toezicht geen duidelijkheid of de beleggingsonderneming de Nederlandse gedragsregels dient te volgen. Deze bijdrage gaat in op deze onduidelijkheid, waarbij de schrijfster ook refereert aan de guidance van de Europese Commissie. |
Artikel |
Ontwikkelingen in toezicht op beleggingsinstellingen |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | toezicht beleggingsinstellingen, Wft, verlicht toezichtregime, instelling voor collectieve belegging in effecten (ICBE), alternatieve beleggingsinstellingen |
Auteurs | Mr. M.P.P. de Planque |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de bewegingen die plaatsvinden ten aanzien van het toezicht op beleggingsinstellingen. Aan de orde komen het huidig toezichtregime, de geplande invoering van een verlicht toezichtregime en Europese ontwikkelingen voor alternatieve beleggingsinstellingen en instellingen voor collectieve belegging in effecten. Wat houden deze wijzigingen in? |
Redactioneel |
Faalangst? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | marktwerking, onderlinge mededinging, inperking private sectoren |
Auteurs | Mr. R. Wesseling |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als op één dag de heruitgave van Het Kapitaal (Karl Marx) en De utopie van de vrije markt (Hans Achterhuis) in de krant worden besproken dan kan dat toeval zijn. Als in diezelfde krant How markets fail (John Cassidy) met een serie vergelijkbare boeken centraal staat in een artikel over het einde van het economisch systeem dan hoeft dat op zichzelf ook nog niks te betekenen. Maar als tegelijkertijd op de opinie pagina’s een verhitte discussie wordt gevoerd over de voor- en nadelen van marktwerking dan begint het gevoel zich op te dringen dat er iets aan de hand is.1x Zie bijvoorbeeld Het Financieele Dagblad 20 april 2010, OptiekDebat, p. 7. Marktwerking als ordeningsprincipe van economieën – of van samenlevingen – staat onder druk. De aanval lijkt zich daarbij te richten op de ‘vrije’ marktwerking. Marktwerking en onderlinge mededinging tussen ondernemingen als economische Grundnorm blijven vooralsnog buiten beeld. Maar, zo luidt de breed gehoorde oproep nu, de markt moet worden ingetoomd. De resultaten van vrije marktwerking zijn potentieel pervers. De samenleving is gediend bij een sterke overheid die de private actoren inperkt. Noten
|
Artikel |
Schuivende panelen, corporate compliance als broeders hoeder? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | zorgplicht, piramidefonds, bijzondere zorgplicht ten opzichte van derden, niet-gereguleerde beleggingsinstellingen, Banken |
Auteurs | Mr. E.P. van Banning |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de afgelopen jaren zijn enkele omvangrijke financiële fraudes aan het licht gekomen rondom niet-gereguleerde beleggingsinstellingen die bij particuliere beleggers miljoenen euro’s hebben opgehaald. Tegelijkertijd zien wij de ontwikkeling dat banken in toenemende mate aansprakelijk gesteld worden vanuit een tekortkoming in de zorgplicht ten aanzien van de beleggers in dit soort instellingen. In dit artikel wordt aan de hand van een literatuur- en praktijkonderzoek getracht antwoord te geven op de vraag of er een verschuiving heeft plaatsgevonden van toezicht van de AFM op de niet-gereguleerde beleggingsinstellingen naar zorgplicht van banken ten opzichte van derdenbeleggers in niet-gereguleerde beleggingsinstellingen die klant bij hun zijn (‘schuivende panelen’). Op basis van de bevindingen uit het onderzoek doet de auteur tevens enkele suggesties voor banken om de risico’s bij het accepteren van een niet-gereguleerde beleggingsinstelling als klant zo beperkt mogelijk te houden. |