In Agenda worden lezingen, conferenties en andere evenementen aangekondigd. |
Zoekresultaat: 8 artikelen
Jaar 2010 xAgenda |
Agenda |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2010 |
Samenvatting |
Agenda |
Agenda |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2010 |
Samenvatting |
In Agenda worden lezingen, conferenties en andere evenementen aangekondigd. |
Artikel |
Markt en Overheid: oplossing zoekt probleem |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | wetsvoorstel Markt en Overheid, Effect toetreding op innovatie en marktstructuur, Effect toetreding op prijs |
Auteurs | Prof. dr. B.E. Baarsma en Dr. L.A.W. Tieben |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsvoorstel Markt en Overheid is een ‘drama in veel bedrijven’, waarin de wereld op een klassieke manier op zijn kop is gezet. Jarenlang hebben de regels centraal gestaan, maar is men vergeten waarvoor de regels een oplossing moeten bieden. Dit artikel betoogt dat het wetsvoorstel is geëvolueerd van een wetsvoorstel gericht op de bescherming van concurrenten naar een wetsvoorstel dat eigenlijk niks meer beschermt. En dat terwijl er wel degelijk een economische ratio achter de wetgeving voor Markt en Overheid steekt. De conclusie is dat het huidige wetsvoorstel hier door de wispelturigheid van de politiek uiteindelijk geen adequate oplossing voor biedt. |
Artikel |
De herziene Groepsvrijstelling en richtsnoeren verticale beperkingen: never change a winning team? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | herziene Groepsvrijstelling, richtsnoeren verticale beperkingen, onlineverkooprestricties, Hardcore restricties |
Auteurs | Mr. S.J.H. Evans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ondernemingen die momenteel onderhandelen over het aangaan van een verticale overeenkomst zijn gewaarschuwd: op 1 juni a.s. treedt Verordening (EG) nr. 330/2010 betreffende de toepassing van artikel 101 lid 3 VWEU op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (de ‘nieuwe Groepsvrijstelling’) in werking. Bestaande verticale overeenkomsten dienen binnen één jaar aan de nieuwe regels te worden aangepast. Ook dit keer gaat de Groepsvrijstelling gepaard met richtsnoeren die ondernemingen dienen te helpen bij de mededingingsrechtelijke beoordeling van door hen aangegane verticale overeenkomsten. Op basis van haar ervaring en de opmerkingen van belanghebbenden achtte de Commissie een fundamentele wijziging van de bestaande Groepsvrijstelling niet noodzakelijk: never change a winning team. Of deze veronderstelling terecht is, zal hierna worden nagegaan. |
Artikel |
Draagt aansprakelijkheidsrecht bij aan de voedselveiligheid?Over de preventieve werking van schadeclaims en aansprakelijkheidsverzekering |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | voedselveiligheid, regulering, aansprakelijkheid, aansprakelijkheidsverzekering, preventie, schadeclaim, ‘moreel risico’, voedingsindustrie, productaansprakelijkheid, sociale werking |
Auteurs | Tetty Havinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Most research on food safety has focussed on direct forms of food safety regulation. This paper explores the opportunities for product liability law to encourage food safety measures within firms. It aims to contribute to the discussion on the role public and private actors could have in providing an effective food safety system. Liability law is assumed to promote food safety. The author distinguishes three ways in which liability law could act as an incentive for firms to implement enhanced food safety controls: liability claims, liability insurance and direct effects of liability law on management strategy. The paper concludes that the assumption that liability laws make firms sensitive to prevention of food safety risks is too optimistic. However, liability law could stimulate a culture within firms to take responsibility for food safety. Existing economic and legal analysis could gain from a sociological analysis of the actual impact of liability on company decisions. |
Artikel |
Wetsvoorstel bestuur en toezicht: een drietal amendementen nader belicht |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | bestuur, toezicht, amendement, streefpercentage, arbeidsovereenkomst |
Auteurs | Mr. P.A. van den Ende |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van het op 8 december 2009 door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel bestuur en toezicht bespreekt de auteur de volgende in het wetsvoorstel opgenomen amendementen: (1) een beperking van het aantal toezichthoudende functies van bestuurders en commissarissen, (2) introductie van een streefpercentage voor een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen in raden van bestuur en raden van commissarissen, en (3) het niet langer kwalificeren van de juridische verhouding tussen bestuurders van beursvennootschappen en de beursvennootschap als arbeidsovereenkomst. |
Artikel |
Het beoordelen van risico’s: een subjectieve zaak |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | Risicoperceptie, Heuristieken, Risicocommunicatie |
Auteurs | Jop Groeneweg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In measuring safety a difference appears to exist between ‘objectively measured safety’ and the subjective perception by the public. Objectively spoken the level of criminality in a neighbourhood may have gone down, but that doesn’t necessary mean that the people living there ‘feel equally safer’. Psychology gives a number of explanations for this phenomenon. For example, the knowledge, the differences in thinking styles and communication about safety with citizens play an important role. This should not be seen as a case of non-rational thinking, but rather of systematic irrationality. These people are not ‘dumb’, they have (sometimes hard-wired) ways of handling information about complex issues like safety that require them to take ‘mental shortcuts’ (heuristics) in order to estimate the risks they are exposed to. This paper will focus on some of the psychological laws that guide our risk perception and surprisingly enough, the ‘objective risk’ seems to be of relatively little importance if compared with other, more subjective factors. Many of the factors relate to the nature of information citizens are exposed to: a risk that this described in easy to imagine way leads to a different evaluation of that risk compared with a less conspicuous presentation. Also the level of expertise of the ‘receiving end’ must be taken into account. Lay-people have different ways to look at risks compared with experts in a certain domain. The discussion on how to improve safety is probably best served with a continuing debate between ‘rational, objective’ and ‘systematic irrational, subjective’ mental models, while recognising their respective strengths and weaknesses. These findings may assist policy makers in particular in the formulation of policy that, in addition to the security objective as such, also improves the perception of safety. |
Artikel |
Over (het belang van) feitenonderzoek bij de voorbereiding en evaluatie van wetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | feitenonderzoek, wetgeving, voorbereiding wetgeving, evaluatie wetgeving |
Auteurs | Prof. dr. F.L. Leeuw, Drs. F. F. Willemsen en Mr. W.M. de Jongste |
SamenvattingAuteursinformatie |
Welke feitenverzamelingen spelen bij het voorbereiden en het evalueren van beleid en wetgeving? Deze vraag wordt vanuit de beschrijving van een vijftal cases beantwoord. De voorbeelden laten zien hoe belangrijk feiten zijn bij het besluiten over beleidsinterventies en bestuurlijke maatregelen, respectievelijk bij het evalueren van beleid en wetgeving. In lijn met recente beschouwende studies over de functie van empirisch onderzoek voor juristen kan een drietal vormen van empirisch, op de vinding van feiten (en verklaringen) gericht onderzoek worden onderscheiden: het beschrijvend onderzoek, het verklarend (‘evaluatief’) onderzoek en het empirisch onderzoek, dat is gericht op het ontwerpen van (nieuwe) juridische constructies. Ten slotte worden enkele aanbevelingen voor het universitair onderwijs en de Academie voor Wetgeving gedaan. |