De Promontoria-arresten maken duidelijk dat bancaire vorderingen naar hun aard niet onoverdraagbaar zijn en dat, hoewel de bancaire zorgplicht niet op de verkrijgende partij overgaat, onder meer de redelijkheid en billijkheid kunnen meebrengen dat op de verkrijgende partij een eigen zorgplicht rust. Dit artikel gaat in op deze zorgplicht van de verkrijgende partij en de impact daarvan op de positie van de overdragende partij. |
Zoekresultaat: 10 artikelen
Artikel |
Overdracht van kredietvorderingen na Promontoria |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2020 |
Trefwoorden | cessie, vordering, rentebeleid, afhankelijk recht, zorgplicht |
Auteurs | Mr. J.L. Snijders en Mr. Y.C. Tonino |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wetenschap en praktijk |
Verpanding van het recht op teruggaaf van btw: een aantrekkelijke vorm van zekerheid? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | cessie, omzetbelasting, oninbare vorderingen, factoring, pandrecht |
Auteurs | Mr. M. Broere |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij het aantrekken van een financiering wordt een schuldenaar meestal verplicht om zekerheid te geven over zijn activa. Zekerheid kan worden verstrekt over een specifiek vermogensbestanddeel of over een bepaald type activa. In die laatste categorie vallen vorderingen van de schuldenaar op de Belastingdienst uit hoofde van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB). Ingevolge de Wet OB is een ondernemer verplicht om gedurende een tijdvak in zijn administratie de door hem in rekening gebrachte en terug te vragen belasting toegevoegde waarde (btw) bij te houden. Aan het einde van het tijdvak is sprake van een vordering op of een schuld aan de Belastingdienst. In dit artikel wordt de vraag beantwoordt of verpanding van het recht op teruggaaf van btw een aantrekkelijke vorm van zekerheid is. |
Artikel |
De schikkende pandhouderDe deur op een kier voor goederenrechtelijke partijafspraken? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2020 |
Trefwoorden | Neo-River, pandrecht, art. 3:246 BW, schuldeisersbevoegdheid pandhouder, volmacht |
Auteurs | Mr. M.C.J. Jonckers en Mr. J.M.J.M. van Eck |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 18 december 2019 bespreken de auteurs de vraag of de bevoegdheid tot het schikken van een verpande vordering contractueel aan de pandhouder toegekend kan worden en of die afspraak goederenrechtelijk effect heeft. |
Wetenschap |
Zeker en vastDe invloed van de wijziging van leningsvoorwaarden, fusie, splitsing, omzetting, schuldoverneming en overdracht van bezwaarde goederen op goederenrechtelijke zekerheden |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | positie pandhouder, wijziging kredietovereenkomst, contractsoverneming, zaaksvervanging, inhoud pandrecht |
Auteurs | Mr. G. Kreuze |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel behandelt de positie van de zekerheidshouder na herstructurering van de groep vennootschappen waartoe de zekerheidsgever(s) behoort (behoren). Herstructurering kan leiden tot wijziging van de kredietovereenkomst, tot een ‘wijziging’ van de schuldenaren of zekerheidsgevers (door bijvoorbeeld fusie of splitsing), of tot een herschikking van de goederen binnen de groep. Vanuit kosten-, tijds- en juridisch oogpunt vermijdt zowel de zekerheidshouder als de zekerheidsgever bij voorkeur dat zekerheden hergevestigd moeten worden. De auteur bespreekt of, en in welke gevallen, hervestiging nodig of gewenst is in het geval van wijziging van de kredietovereenkomst, fusie, splitsing of omzetting van een zekerheidsgever, schuldoverneming en overdracht van goederen binnen de groep. |
Artikel |
Het gebruik van vruchtgebruik in financieringsconstructies |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2019 |
Trefwoorden | ECLI:NL:RBDHA:2019:1065, vruchttrekking, faillissementsbestendig, beperkt genotsrecht, vruchtgebruikverklaring |
Auteurs | Mr. drs. R. van Dijken |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur verkent verschillende wijzen waarop vruchtgebruik een bruikbaar instrument kan zijn voor de financieringspraktijk. |
Artikel |
Kroniek Insolventierecht 2016 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 8 2017 |
Auteurs | Jaap van der Meer, Floris Dix, Suzan Winkels-Koerselman e.a. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Criminal reconciliation, Confucianism, decentralisation, centralisation |
Auteurs | Wei Pei |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2012, China revised its Criminal Procedure Law (2012 CPL). One of the major changes is its official approval of the use of victim-offender reconciliation, or ‘criminal reconciliation’ in certain public prosecution cases. This change, on the one hand, echoes the Confucian doctrine that favours harmonious inter-personal relationships and mediation, while, on the other hand, it deviates from the direction of legal reforms dating from the 1970s through the late 1990s. Questions have emerged concerning not only the cause of this change in legal norms but also the proper position of criminal reconciliation in the current criminal justice system in China. The answers to these questions largely rely on understanding the role of traditional informal dispute resolution as well as its interaction with legal norms. Criminal reconciliation in ancient China functioned as a means to centralise imperial power by decentralizing decentralising its administration. Abolishing or enabling such a mechanism in law is merely a small part of the government’s strategy to react to political or social crises and to maintain social stability. However, its actual effect depends on the vitality of Confucianism, which in turn relies on the economic foundation and corresponding structure of society. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 1 2015 |
Auteurs | Wouter de Been |
SamenvattingAuteursinformatie |
Pragmatism has become an established academic topic focused on an accepted canon of works and a number of seminal authors. There is something ironic about this fixation of the Pragmatist tradition. An anticipation of transience and embrace of adaptability runs through many of the classic works of Pragmatism. Nevertheless, there seems to be a tendency to fixate Pragmatism and freeze it in its classic iterations, especially with respect to its philosophy of scientific inquiry. The article seeks to retrieve the dynamics and adaptability the classical Pragmatists built into their notion of scientific inquiry. It seeks to illustrate the need for such flexibility with recent developments in the field of economics. When the financial crisis struck in 2007-2008, this involved more than the insolvency of a number of large banks. The crisis, at the very least, also involved the bankruptcy of a dominant economic model. It raised questions about the rationality of markets and the widespread faith in soft-touch regulation. It cast doubt on decades of neo-classical economic dogma that counseled small government, privatisation, and free markets. Neo-classical economics did not float free from other concerns. It informed notions about the role of the state, the limits of public policy, and the scope of democratic decision-making. Indeed, faith in rational, self-correcting markets affected debates in disparate disciplines like law, political science, philosophy, ethics, and history in many non-trivial ways. Hence, the financial crisis is also a crisis of scientific research. |
Artikel |
Enkele opmerkingen naar aanleiding van HR 21 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:415 (Immun Age/Neo-River) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2014 |
Trefwoorden | pandrecht, afstand, vordering, zekerheidsrecht, schuldeisersbevoegdheden |
Auteurs | Prof. mr. R.M. Wibier |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat over het recente arrest Immun Age/Neo-River dat gaat over de bevoegdheidsverdeling tussen pandgever en pandhouder bij een vordering. Daarbij wordt speciaal stilgestaan bij de vraag in hoeverre het arrest aansluit bij eerdere rechtspraak van de Hoge Raad. |
Artikel |
Enkele opmerkingen naar aanleiding van HR 21 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:415 (Immun Age/Neo-River) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2014 |
Trefwoorden | pandrecht, afstand, vordering, zekerheidsrecht, schuldeisersbevoegdheden |
Auteurs | Prof. mr. R.M. Wibier |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat over het recente arrest Immun Age/Neo-River dat gaat over de bevoegdheidsverdeling tussen pandgever en pandhouder bij een vordering. Daarbij wordt speciaal stilgestaan bij de vraag in hoeverre het arrest aansluit bij eerdere rechtspraak van de Hoge Raad. |