In deze bijdrage wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de regeling van het tegenstrijdig belang van bestuurders en commissarissen in de statuten van beursvennootschappen. Aanleiding is de inwerkingtreding van de Wet bestuur en toezicht op 1 januari 2013 en de veronderstelling dat deze statuten intussen zijn aangepast. Dat blijkt maar ten dele het geval. In meer dan de helft van de onderzochte statuten figureren namelijk nog verouderde, op vertegenwoordiging betrekking hebbende bepalingen inzake het tegenstrijdig belang, soms zelfs in statuten die zijn gewijzigd na 1 januari 2013. De niet aangepaste statuten zijn misleidend als informatiebron over de te volgen handelwijze bij tegenstrijdig belang. |
Zoekresultaat: 87 artikelen
Jaar 2014 xCasus |
Tegenstrijdig belang: statuten en reglementen van beursvennootschappen onderzocht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Tegenstrijdig belang, Beursvennootschap, Statuten, Reglement, Stemverbod, Corporate Governance Code |
Auteurs | Prof. mr. A.F.M. Dorresteijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Casus |
De Ontwerpregeling ter bescherming van derivatenbeleggers tegen faillissement van de tussenpersoon nader beschouwd |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Derivaten, Intermediary risk, Afgescheiden vermogen, Matched Principal, Lastgeving |
Auteurs | Mr. E.W. Kuijper |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het consultatiedocument Wijzigingswet financiële markten 2016 omvat een regeling ter bescherming van derivatenbeleggers tegen faillissement van de tussenpersoon. Voorgesteld wordt de regeling op te nemen in de Wge. De regeling beoogt het Nederlandse recht in lijn te brengen met de regels die de MiFID en de EMIR stellen inzake de bescherming van derivatenbeleggers. De auteur beschouwt de voorgestelde regeling nader en signaleert enkele aandachtspunten. Uit de bijdrage blijkt dat het opstellen van een regeling die past binnen het vermogensrecht en aansluit bij de praktijk geen eenvoudige opgave is. |
Artikel |
Toezichthouders op straatEen internationaal vergelijkende benadering |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | politie, boa’s, handhaving in de openbare ruimte, plural policing, fragmentatie |
Auteurs | Prof. dr. ir. Jan Terpstra en Dr. Bas van Stokkom |
SamenvattingAuteursinformatie |
De zorg voor veiligheid wordt niet meer gezien als exclusieve taak van de politie. Naast de politie zijn andere, zowel publieke als private toezichthouders en handhavers werkzaam in de (semi)publieke ruimte. Dit gebeurt niet alleen in Nederland, maar ook in veel andere landen, zowel binnen als buiten Europa. Vaak leidt dat tot een gefragmentariseerd stelsel van handhaving. Het internationale vergelijkende onderzoek dat in dit artikel wordt gepresenteerd, biedt aanknopingspunten om te leren van ervaringen die in andere landen zijn opgedaan. Tevens worden twee opties besproken waarin wordt aangegeven hoe de coördinatie kan worden verbeterd. |
Artikel |
Beschermde stads- en dorpsgezichten |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Johan Teters |
Artikel |
Peacemaking circlesEen onderzoek naar de mogelijke implementatie in Europa |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Peacemaking circles, implementation in Europe, community, inclusion, equality |
Auteurs | Davy Dhondt en Ivo Aertsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this short paper, a summarising report is presented on a two years action-research project (2011-2013) co-funded by the European Union on how to conceive and implement peacemaking circles in a European legal and cultural environment. In a first part of the paper, the background and reasons for implementing peacemaking circles are explained, and attention is given to their added value as compared to the models of victim-offender mediation and conferencing. After a short presentation of the action-research set-up in three countries (Belgium, Germany and Hungary), a selective list of critical issues is discussed as they have been experienced during the project: the selection of files and the preparatory phase of a peacemaking circle, the running of the circle meeting and the meaning of some of its operational principles (the role of the circle keeper, the function of rituals, the talking piece, the decision making process, …). Also the involvement of the community at its different levels - from the community of care to the macro-community - is discussed, as well as how the direct conflict parties experience the presence of these communities. A general conclusion is that a model of peacemaking circles can be implemented in a European context effectively, but developing a methodology on how to involve members of the wider community remains a challenge. |
Column |
Minderjarig en verdacht, tijd voor herstel |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Maartje Berger |
Auteursinformatie |
Artikel |
Over pragmatisme en strategie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | corporate security, private investigations, private settlements, forum shopping |
Auteurs | Clarissa Meerts MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article data derived from observations and interviews are used to examine private methods of investigation as used by corporate security providers in the Netherlands, and the private settlement options which follow those investigations. It is argued that, rather than leadership being exercised by public actors and institutions (police, prosecutors, criminal courts and also civil courts), those actors are selectively and strategically mobilised by corporate security, on behalf of their private sector clients. Corporate security and its clients have a ‘pick and choose’ approach when searching for an optimal solution for the incident at hand (forum shopping). |
Artikel |
De diagnostische waarde van bewijs |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Bayesian analysis, Diagnostic value, Evidence evaluation, Alternative scenarios |
Auteurs | Prof. mr. dr. Eric Rassin |
SamenvattingAuteursinformatie |
Traditionally, the Dutch penal judge needs to determine whether the suspect has committed the crime for which he is being prosecuted. This is generally done by accumulating incriminating evidence. Recently, it has been argued that this accumulation fosters the risk of a miscarriage of justice. Alternatively, the judge may want to rely on a Bayesians analysis of the evidence. Particularly, diagnostic values for each piece of evidence must be established. Therefore, it must be investigated how well the evidence fits in the primary and in alternative scenarios. This approach is discussed in this contribution. |
Artikel |
Kinderpornorechercheurs en hun mentale weerbaarheidHoe rechercheurs de impact van kinderpornografiezaken ervaren en daarmee omgaan |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Drs. Henk Sollie, Dr. Nicolien Kop en Prof. dr. Martin Euwema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eleven Teams against Child Abuse Images and Transnational Child Sex Offences (TBKKs) are operating within the Dutch National Police Force. This study provides an in-depth analysis of the resilience of criminal investigators working in these teams and how they perceive and cope with daily work stressors. Observational studies within five TBKKs and 35 semi-structured interviews with child pornography investigators revealed that managing their heavy caseloads, classifying abusive images, dealing with suspects and conducting home searches can sometimes be (very) challenging. Despite these demanding work aspects, investigators experience low levels of stress. By employing emotional detachment, self-reflection, workload regulation, social support and meaningfulness, they overcome the stress of investigating internet child exploitation. However, successful implementation of these resilience-enhancing strategies depends on the availability of several individual and organizational resources. To reduce the risk of health problems and to stimulate positive functioning, these resources require permanent investment from police management and investigators themselves. |
Jurisprudentie |
Overdracht van jaarlijkse vakantie bij ziekte: alle ambtenaren zijn gelijk, zelfs de EU-ambtenaren zijn niet langer (on)gelijker dan de ambtenaren van de lidstaten |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | EU-ambtenaren, Sociaal grondrecht, Eenheid van rechtspraak in het Unierecht, Recht op jaarlijkse vakantie, Doorwerking Arbeidstijdenrichtlijn |
Auteurs | Alexander De Becker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het grondrecht op jaarlijkse vakantie impliceerde, volgens eerdere rechtspraak van het Hof van Justitie, ook een grondrecht op overdracht van door ziekte niet-opgenomen vakantiedagen op basis van hetgeen was bepaald in de Arbeidstijdenrichtlijn 2003/88. Dit recht op overdracht van jaarlijkse vakantie werd niettemin nog steeds ingeperkt in het statuut van de EU-ambtenaren. De heer Strack – EU-ambtenaar – vond dat hij niettemin aanspraak kon maken op de volledige overdracht van zijn door ziekte niet-opgenomen vakantiedagen. De Europese Commissie volgde zijn redenering echter niet omdat EU-ambtenaren niet rechtstreeks onder het toepassingsgebied van de Arbeidstijdenrichtlijn 2003/88 vallen. Het Gerecht voor ambtenarenzaken stelde de Commissie in het ongelijk, maar het Gerecht van eerste aanleg beslist dat de Commissie het wel bij het rechte eind had. Uiteindelijk oordeelde het Hof van Justitie, in het belang van de eenheid van de rechtspraak, dat de EU-ambtenaren ook aanspraak dienden te kunnen maken op de overdracht van hun door ziekte niet-opgenomen vakantiedagen. Het arrest van het Hof van Justitie staat in deze bijdrage centraal. |
Column |
De strafbaarstelling van het duel in Nederland; een negentiende-eeuwse geschiedenis |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2014 |
Auteurs | Prof. mr. dr. Jeroen ten Voorde |
Auteursinformatie |
Artikel |
In de leer over eer bij Curaçaose jongensMogelijkheden voor verdieping van het begrip ‘eergerelateerd geweld’ |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | eergerelateerd geweld, Gender, Antillen |
Auteurs | Dr. Janine Janssen en Dr. Marion van San |
SamenvattingAuteursinformatie |
In the Netherlands honour based violence is often associated with cases that take place in a Turkish context. But honour codes can be found all over the world. In order to develop a more profound understanding of honour based violence it is therefore important to study this phenomenon in different social and cultural circumstances. In this contribution attention is paid towards the experiences of young men from Curaçao that live on the fringes of Dutch society. How do they perceive honour and the relationship with the use of violence? |
Discussie |
De stellingDe Aanwijzingen 6 en 7 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, die verlangen dat niet tot nieuwe regelingen wordt besloten dan nadat de noodzaak daarvan is komen vast te staan en nadat alternatieven voor wetgeving gewogen en te licht bevonden zijn, zijn een dode letter gebleken. |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | Aanwijzingen voor de regelgeving, alternatieven voor wetgeving, regeldruk, alternatievenonderzoek |
Auteurs | Mr. dr. E. Helder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Uit een oogpunt van kenbaarheid van de onderliggende afwegingen is het nodig dat Ar 6 en 7 in perfecte harmonie met Ar 211 en 212 worden nageleefd. Wat heeft het parlement als medewetgever en wat hebben justitiabelen aan een wel in het voortraject, ergens in de black box, gemaakte afweging van de nuloptie en van alternatieven, zonder dat deze kenbaar is verwoord? Gelet op de bevindingen van Actal dat het kabinet de regeldrukgevolgen niet goed en volledig in beeld brengt voor wetsvoorstellen waarvoor die gevolgen waarschijnlijk groot zijn, zijn Ar 6 en 7 in ieder geval in zoverre een dode letter. Maar gevreesd moet worden dat die niet-naleving ook in ruimere zin nogal problematisch is. Hoog tijd voor revitalisering van Ar 6 en 7! |
Artikel |
Een onderzoek naar reflexiviteit bij conflictmanagement |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Conflictmanagement, reflexivity, strategy, dispute resolution clauses |
Auteurs | Luc Demeyere |
SamenvattingAuteursinformatie |
Managing commercial conflicts requires reflexivity: the description of the conflict influences the manner in which the conflict is handled, and changing this description may influence this approach and the desirable outcome. The Belgian law firm contrast was curious to find out more of different parameters influencing the manner in which a conflict is handled. It developed an in-dept questionnaire and submitted it to 40 participants. The findings of this research are commented. |
Column |
Ruim baan voor co-mediation |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | co-mediation, peer review, supervision, methods of co-mediation |
Auteurs | Drs. Lisette van der Lans en Drs. Anneke van Teijlingen |
SamenvattingAuteursinformatie |
How to make co-mediation to a success. About managing expectations, securing confidentiality and clarifying the role of the mediator and co-mediator to everybody involved. Many very good examples of co-mediation can be found in neighbourhood mediation, cross border mediation in child obduction cases, mediation in local government and in a normal, general mediation office. Reasons not to choose for co-mediation are: |
Praktijk |
Arbitrage en algemene voorwaarden: the twain shall meet? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | arbitrage, Weens Koopverdrag, algemene voorwaarden, toepasselijkheid, informatieplicht |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
In april 2013 gaf het CISG Advisory Committee een rechtsgeleerde opinie over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden onder het Weens Koopverdrag (‘WKV’). In die opinie worden aanwijzingen gegeven over de vraag, hoe algemene voorwaarden ter beschikking kunnen worden gesteld om gelding te hebben onder het WKV. In deze bijdrage staat een arrest van het hof Den Haag centraal, waarin de opinie wordt toegepast. Tevens komt de invloed van de toepasselijkheid van algemene voorwaarden op het bestaan van een arbitrageovereenkomst aan de orde. |
Artikel |
Contracteren met arbitersAandachtspunten bij de rechtsrelatie tussen arbiters en procespartijen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | overeenkomst, arbiters, procespartijen, verschoning, opdracht |
Auteurs | B. van Zelst |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de aard en inhoud van de rechtsverhouding tussen het scheidsgerecht en de procespartijen nader geanalyseerd. Aan de orde komen: het toepasselijk recht, de verplichtingen van partijen en de rol van het scheidsgerecht in post-arbitrage geschillen. |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, november 2014 |
Auteurs | Petra Kuik, Wendy Schrama en Prof. dr. Leon Verstappen |
Samenvatting |
In deze bijdrage worden de resultaten van een empirisch onderzoek dat in 2013 is verricht naar de inhoud van gemaakte samenlevingsovereenkomsten gepresenteerd. De beroepsgroep die zich met het maken van samenlevingsovereenkomsten bezig houdt - het notariaat - is bevraagd over deze praktijk aan de hand van een digitale vragenlijst. Daarmee is het qua opzet een verkennend onderzoek, dat een eerste beeld geeft van de notariële praktijk. In deze bijdrage worden de resultaten van een empirisch onderzoek dat in 2013 is verricht naar de inhoud van gemaakte samenlevingsovereenkomsten gepresenteerd. De beroepsgroep die zich met het maken van samenlevingsovereenkomsten bezig houdt - het notariaat - is bevraagd over deze praktijk aan de hand van een digitale vragenlijst. Daarmee is het qua opzet een verkennend onderzoek, dat een eerste beeld geeft van de notariële praktijk. De inhoud van de doorsnee samenlevingsovereenkomst verschilt aanzienlijk van die van huwelijkse voorwaarden. Bedingen waaruit vermogensrechtelijke solidariteit tussen ongehuwd samenwonenden blijkt (inkomens- of vermogensverrekening of alimentatiebedingen), komen slechts zeer beperkt voor in samenlevingsovereenkomsten, terwijl die juist in huwelijkse voorwaarden zeer frequent voorkomen. Ook op andere onderdelen verschaft dit onderzoek interessante bevindingen. Nader onderzoek is gewenst om meer inzicht te krijgen in de praktijk van het maken van samenlevingsovereenkomsten. --- In this paper, the authors present an empirical research on the content of cohabitation contracts in the Netherlands, conducted in 2013. The legal professionals who mostly deal with cohabitation contracts - the notaries - have been asked to fill in a digital questionnaire. The format of this research is exploratory, painting a first picture of legal practice on making cohabitation contracts. The content of the average cohabitation contract differs very much compared to the content of the average marriage contract. Clauses that express solidarity between cohabitants (sharing income or property values or maintenance) are rare in cohabitation contracts, whereas they are rather popular in matrimonial property contracts. Further research is necessary to gain more insight into the legal practice of making cohabitation contracts. |
Artikel |
MiFID II, een complex product |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2014 |
Trefwoorden | MiFID II, MiFIR, beleggingsondernemingen, handelsplatformen |
Auteurs | Mr. drs. Erwin Schreuder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 12 juni 2014 zijn de herziene Richtlijn voor Markten in Financiële Instrumenten (MiFID II) en de Verordening voor Markten in Financiële Instrumenten (MiFIR) gepubliceerd. MiFID II en MiFIR zijn de gezamenlijke opvolger van MiFID I. De regelgeving is relevant voor beleggingsondernemingen (zoals effectenbemiddelaars en vermogensbeheerders) en exploitanten van handelsplatformen voor financiële instrumenten. Vergeleken met MiFID I gelden er veel nieuwe regels, waaronder transparantievereisten bij beurshandel en nieuwe gedragsregels voor beleggingsondernemingen. Tevens worden voorheen ongereguleerde activiteiten onder toezicht geplaatst. De uitdaging voor marktpartijen om per uiterlijk januari 2017 te voldoen aan de nieuwe regels is groot, mede vanwege vele rule-based normen. |
Artikel |
Het Hof van Justitie in Kamino-Datema: horen in bezwaar onder voorwaarden gesanctioneerd |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2014 |
Trefwoorden | rechten van de verdediging, hoorplicht, gevolgen schending hoorplicht, douanerecht |
Auteurs | Mr. Anoeska Buijze |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met zijn uitspraak van 3 juli 2014 verduidelijkt het Hof van Justitie de betekenis van de rechten van de verdediging voor het Nederlandse bestuursrecht, meer in het bijzonder voor het douanerecht. Voor de douane lijkt de uitkomst positief: het horen van belanghebbenden tijdens de bezwaarprocedure is onder voorwaarden voldoende om aan de rechten van de verdediging tegemoet te komen. Afdeling 4.1.2 van de Awb blijft nog even in het beklaagdenbankje: de ruime uitzondering op de hoorplicht uit artikel 4:12 Awb lijkt niet altijd houdbaar en het Hof van Justitie wijst de rechtvaardiging van de Nederlandse regering expliciet af. |