De nieuwe arbitragewet treedt op 1 januari 2015 in werking. Er wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste wijzigingen van de arbitragewet vanuit het perspectief van de gewone rechter. Naast de afbakening van de bevoegdheid van de gewone rechter in verband met het bestaan van een geldige arbitrageovereenkomst, heeft de gewone rechter een assisterende rol en een controlerende rol ten aanzien van arbitrage. Aan de orde komen onder andere de plaatsing van het arbitraal beding in algemene voorwaarden op de zwarte lijst, de institutionele wraking, de tenuitvoerlegging en vernietiging van een arbitraal vonnis, de mogelijkheid tot terugverwijzing naar het scheidsgerecht en het overgangsrecht. |
Zoekresultaat: 6 artikelen
Jaar 2014 xArtikel |
De nieuwe arbitragewet bezien vanuit het perspectief van de gewone rechter |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | arbitragewet, arbiters, arbitraal vonnis, vernietiging, remission |
Auteurs | Mr. I.P.M. van den Nieuwendijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
2014/48 Vzr. Rechtbank Amsterdam 23 september 2014 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2014 |
Samenvatting |
Kort geding; dochter eist afgifte medisch dossier overleden vader; vader zou niet-natuurlijke dood zijn gestorven; vordering afgewezen; geheimhoudingsplicht artikel 7:457 BW |
Artikel |
Op het raakvlak van sociale zekerheid en migratierechtLegaal verblijf als voorwaarde voor toekenning socialezekerheidsprestaties |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 2/3 2014 |
Trefwoorden | Unieburgers, economisch inactieven, verblijfsrecht, bestaansmiddelen, bijstand |
Auteurs | Mr. H. Oosterom-Staples |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoewel we het graag over het hoofd zien, is het recht op vrij verkeer van personen, zoals verankerd in artikelen 20 en 21 van het VWEU, niet absoluut. Een van de voorwaarden die gesteld wordt aan de uitoefening van dit recht is dat de Unieburger zichzelf financieel kan bedruipen, in migratierechtelijke terminologie: geen beroep doet op de openbare kas. De prejudiciële vraag die het Hof van Justitie in het arrest Brey moet beantwoorden, is of een gastlidstaat voor de toekenning van een uit publieke middelen gefinancierde uitkering aan economisch inactieven de voorwaarde mag stellen dat zij rechtmatig verblijf hebben in die lidstaat. HvJ EU 19 september 2013, zaak C-140/12, Pensionsversichrungsanstalt/Peter Brey, n.n.g. |
Artikel |
Het algemene bewijsbeslag: de Hoge Raad heeft gesproken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | bewijsbeslag, exhibitieplicht, medewerkingsplicht, proces-verbaal, vrees voor verduistering |
Auteurs | Mr. N. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt in haar bijdrage naar aanleiding van de beantwoording door de Hoge Raad van de prejudiciële vragen die werden gesteld over de (on)mogelijkheid van het leggen van bewijsbeslag in niet-IE-zaken het fenomeen ‘bewijsbeslag’. Zij schetst hierbij kort de voorgeschiedenis van de aan de Hoge Raad gestelde prejudiciële vragen. Vervolgens worden de door de Hoge Raad gegeven antwoorden besproken, waarbij de auteur vanuit de praktijk beschouwd af en toe een kritische aantekening plaatst. De auteur spreekt in haar conclusie de hoop uit dat de wetgever tot wetgeving zal overgaan. |
Artikel |
De attestatie de vita |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | attestatie de vita, bewijsrecht, pensioenrecht |
Auteurs | Prof. mr. W. Breemhaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijdrage is gewijd aan de attestatie de vita, waarvan de grondslag is te vinden in de op 10 september 1998 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de afgifte van een attestatie de vita alsmede artikel 1:19k BW. Met de invoering van de attestatie de vita is beoogd om het bewijs van het in leven zijn van een persoon in een ander land dan waar deze woont, te vergemakkelijken. Men denke in dit verband bijvoorbeeld aan elders opgebouwde pensioenrechten. |
Artikelen |
Wetsvoorstel Herziening strafbaarstelling faillissementsfraudeEen stimulans tot schending van de administratieplicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2014 |
Auteurs | mr. A. Verbruggen en mr. L.M.A.M. Hoeks |
Samenvatting |
Eind juli 2013 legde de minister van Veiligheid en Justitie het voorstel van ‘Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude’ ter consultatie voor. Het concept wetsvoorstel is een onderdeel van de door het kabinet voorgestane intensivering van de bestrijding van faillissementsfraude. Het wetsvoorstel beoogt bij te dragen aan een effectievere bestrijding van faillissementsfraude. Buiten kijf staat dat faillissementsfraude economisch ontwrichtend werkt en te voorkomen of te repareren financiële schade aan derden berokkent. Bij de handhaving van de regels rond een financiële deconfiture, kan het strafrecht een bijdrage leveren – zij het dat het in de rede ligt dat civiele handhaving hier het primaat heeft. |