De centrale vraag in dit artikel is hoe de wetgever de zeggenschap van burgers, organisaties en belanghebbenden kan versterken en onbedoelde gevolgen van technocratie daarbij kan tegengaan. De inzet van alternatieve reguleringsstijlen, zoals beter reguleren, verbetert de kwaliteit van regelgeving. Zo maakt internetconsultatie het wetgevingsproces transparanter en responsiever, maar door het beperkte bereik neemt de collectieve zeggenschap van burgers er niet substantieel door toe. Dereguleren lijkt zoals beoogd de individuele zeggenschap van belanghebbenden te versterken. Maar niet iedereen waardeert die individuele zeggenschap evenzeer of kan er even goed mee omgaan. Om sociale zeggenschap van organisaties te versterken zet de overheid in op meer ruimte voor co- en zelfregulering. Het verschilt sterk per dossier in hoeverre de sociale zeggenschap is toegenomen. Als onbedoeld gevolg blijkt bij alternatieve reguleringsstijlen dat technocraten zoals toezichthouders in het gat springen dat de wetgever achterlaat. Vervolgens kan het parlement als medewetgever met een initiatiefwet proberen om de autonomie van burgers, organisaties en belanghebbenden te bewaken, zoals geïllustreerd wordt met de casus van de initiatiefwet Bisschop. Deze casus roept wel de vraag op of de regering en het parlement niet systematischer kunnen reflecteren op de (dis)balans tussen participatieve, technocratische en representatieve democratie. |
Zoekresultaat: 6 artikelen
Jaar 2016 xArtikel |
Meer zeggenschap van burgers en organisaties over regulering |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2016 |
Trefwoorden | zeggenschap, burgers, reguleringsstijlen, internetconsultatie |
Auteurs | Dr. A.M. Bokhorst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Vrijwilligers bij de Nationale Politie: leren van andere organisaties |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 5 2016 |
Trefwoorden | Dutch National Police, volunteering work, innovative mechanisms, customization, managing expectations |
Auteurs | Prof. dr. M. Thaens en Dr. D. de Kool |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article summarizes the results of a study into new innovative forms of volunteer work which could possibly help the Dutch National Police to increase the number of volunteers. The empirical data were collected by a desk study, the analysis of five case studies and two focus groups. Three different themes were analyzed: mobilizing target groups, matching expectations, and formalization and institutionalization of volunteering work. Public organizations in general don’t realize enough the value of volunteers. Often there is lack of a clear vision, while more attention should go to managing expectations, customization, furthering the education of police volunteers, acceptance and support, guidance and support, recognition, appreciation and reward, and finally more room for volunteers. |
Artikel |
Overheidsparticipatie in burgerprojectenOver Buurt Bestuurt, Hillesluis en Schrödingers kat |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 5 2016 |
Trefwoorden | ‘Community Governs’, security and safety management, performance theory, procedural justice, Rotterdam |
Auteurs | Dr. mr. M.B. Schuilenburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
The article is an ethnographical study of a program called ‘Community Governs’ (Buurt Bestuurt) in Rotterdam’s neighborhood Hillesluis. ‘Community Governs’ is a community-based program which goal is to solve crime and disorder problems. The article investigates the role of the local government in this program. Three different roles are discerned: (1) performance, (2) procedural justice, and (3) participation. The results indicate that to the residents of Hillesluis the performance by the local government is the cornerstone of ‘Community Governs’. |
Boekbespreking |
M.F. Bonafasia, Inleiding tot het sociale verzekeringsrecht op Curaçao, Curaçao: Emergency Printing & Publishing n.v. 2016, 116 p., ISBN 978-99904-60-67-4 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2016 |
Auteurs | Prof. mr. L.J.J. Rogier |
Auteursinformatie |
Casus |
Eerste Kamer en wetgevingEen boodschap aan de staatscommissie |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | wetgevingsprocedure, wetgevingskwaliteit, novelle, amendement |
Auteurs | Mr. dr. P.J.P.M. van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
De positie van de Eerste Kamer heeft al vaak onder druk gestaan. Gelet daarop is het een wonder te noemen dat wij nog altijd een senaat hebben. Dit is te danken aan een voortdurende aanpassing van zijn functie, een strategie van terughoudendheid en een zware procedure van grondwetwijziging. In meer positieve zin is de huidige acceptatie ook te danken aan het meer en meer optreden als toetsende instantie van het wetgevingsproces en de wetgevingskwaliteit. Aan de hand van twee recente voorbeelden, het wetsvoorstel Elektriciteits- en gaswet en een wijziging van de Mediawet, beziet de auteur of deze positionering terecht is. Vanuit de Kamer zelf is kritiek geuit op het staatsrechtelijke gehalte van het optreden van de Kamer bij de behandeling van die voorstellen. De auteur is van mening dat het veel meer perspectief biedt als de aangekondigde staatscommissie aandacht besteedt aan de feitelijk bijdrage die de Senaat kan leveren aan de kwaliteit van onze wetgeving, zijnde dé functie van de Senaat, dan herhaalde aandacht voor zijn staatsrechtelijke positie, waarvoor de argumenten al vele malen gewisseld zijn. |
Casus |
Politiek primaat achter een juridisch schildEen kanttekening bij de verantwoordelijkheidsverdeling tussen Kamerleden en wetgevingsjuristen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Rechtsstaat, Rol van de wetgevingsjurist, Terrorismebestrijding |
Auteurs | Mr. dr. P.J.P.M. Van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt een door het Kamerlid Zijlstra ingediende motie, waarin hij oproept om juristen de opdracht te geven positief te adviseren over veiligheidsmaatregelen vanwege (dreigend) terrorisme. De wetgevingsjurist dient zich niet af te vragen of iets mogelijk is, maar te zorgen dat het mogelijk is. De auteur bespreekt welke juridische argumentaties er zijn om veiligheidsoverwegingen boven juridische overwegingen te laten gaan. Wel is het de vraag of het van een wetgevingsjurist kan worden verwacht dat hij zelf een afweging tussen veiligheidsoverwegingen en juridische overwegingen maakt. In feite maakt hij dan niet alleen een juridische afweging, maar ook een beleidsmatige afweging. De vraag is waarom wetgevingsjuristen zich kennelijk gedwongen voelen zich in dergelijke bochten te wringen. Het feit dat de Tweede Kamer zich weinig actief bemoeit met het waarborgen van rechtsstatelijke normen kan daar mede aan ten grondslag liggen. In die zin verbergen Kamerleden zich achter het schild van het juridisch advies. |