The topic of this article is the legal philosophical foundation of John Griffiths’s sociology of law. Griffiths has developed his foundation of sociology of law in discussion with three positions: legal realism, Hart and Dworkin. These three positions give three different answers on the question ‘what is law?’. In the first part Griffiths’s discussion of legal realism is analyzed. From the outset, a legal realistic approach to law has the benefit of its strong focus on the empirical determinants of predicting the outcomes of cases. Problematic, according to Griffiths, is a naïve instrumentalism, often related to legal realism. The second part on Hart’s theory discussed Hart’s notion of rule-following as the core of Griffiths’s sociology of law. Also the different perspectives on law are discussed. According to Griffiths, Black’s extreme external perspective is problematic, but Hart’s moderate external perspective is also not suitable for the external comparative purpose of sociology of law. In the third part, Dworkin’s theory is discussed. Griffiths, in my opinion, unsuccessfully, tried to reconcile Dworkin’s theory with legal positivism. Dworkin’s theory is an interpretive theory from the participant’s point of view, which makes it hard to use it as an adequate foundation of an empirical theory of law. For a sociologist of law, choosing an adequate conception of law is just as important as the choice for an empirical method. The contribution of Griffiths to sociology of law is in this sense unique and of great value for the sociology of law. |
Zoekresultaat: 9 artikelen
Jaar 2018 xArtikel |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | sociology of law, Hart, Dworkin, Legal Realism, Black |
Auteurs | Jeroen Kiewiet |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Aansprakelijkheid voor dronesTechnologische ontwikkelingen en de toepasbaarheid van het aansprakelijkheidsrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | drones, onbemande luchtvaartuigen, privacy, productaansprakelijkheid, innovatie |
Auteurs | Mr. dr. ir. B.H.M. Custers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht in hoeverre het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht is toegerust op toenemende autonomie van drones en verdergaande miniaturisering in dronetechnologie. Na korte uitleg van relevante luchtvaartwetgeving voor dronegebruik wordt ingegaan op de onrechtmatige daad en productaansprakelijkheid. Daarna wordt besproken in hoeverre het huidige stelsel van aansprakelijkheid aanpassing behoeft. |
Artikel |
De actualiteit en toekomst van de toepassing van whiplashjurisprudentie buiten whiplashzaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | whiplash, niet-whiplashzaken, causaal verband, elektrocutie, hondenbeet |
Auteurs | Mr. S. Boer en Mr. C. van der Roest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Steeds vaker wordt in niet-whiplashzaken een beroep gedaan op de zogenaamde whiplashjurisprudentie. Met een beroep op de redeneringen uit deze jurisprudentie wordt door benadeelden getracht om het bestaan van veelal substraatloze klachten en het (juridisch) causaal verband tussen deze klachten en beperkingen en het incident aan te tonen. Is toepassing van de whiplashjurisprudentie in niet-whiplashzaken gerechtvaardigd, of is daarmee het spreekwoordelijke hek van de dam? Door middel van een analyse van de whiplashjurisprudentie en recente jurisprudentie in niet-whiplashzaken komen de auteurs tot de conclusie dat een juiste toepassing van de zogenoemde causaliteitsregels uit de whiplashjurisprudentie in niet-whiplashzaken tot rechtvaardige uitkomsten leidt, mits men daarbij de hoofdregel en de beginselen van het bewijsrecht niet uit het oog verliest. |
Vrij verkeer |
Uber: online dienst of vervoersbedrijf?Europese grenzen aan regulering van online platforms |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | Vervoersdienst, Uber, Richtlijn Elektronische handel 2000/31/EG, Dienstenrichtlijn 2006/123/EG, regulering |
Auteurs | Mr. dr. M.R. Botman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In arrest Asociación Professional Elite Taxi/Uber Systems Spain geeft het Hof van Justitie antwoord op de vraag of Uber moet worden gekwalificeerd als online dienst of vervoersbedrijf. Hiermee is ook duidelijk aan welke Europese regels nationale regulering van het online Uberplatform is onderworpen. In deze bijdrage wordt het arrest geanalyseerd en wordt bezien welke gevolgen het arrest heeft voor Nederland. Welke betekenis heeft het arrest voor de regulering van andere online platforms? |
Artikel |
Voertuigautomatisering en productaansprakelijkheid |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | voertuigautomatisering, productaansprakelijkheid, zelfrijdende auto |
Auteurs | Dr. mr. K.A.P.C. van Wees |
SamenvattingAuteursinformatie |
De invoering van de zelfrijdende auto lijkt nog maar een kwestie van jaren. Van automatisering van de rijtaak wordt veel verwacht in termen van verbetering van de verkeersveiligheid, rijcomfort en doorstroming. Maar de techniek brengt ook nieuwe risico’s en daaruit voortvloeiende aansprakelijkheidsvragen mee. Een van die vragen betreft de potentiële aansprakelijkheid van de producent. In deze bijdrage bespreekt de auteur de op de Europese richtlijn gebaseerde aansprakelijkheidsregeling van afdeling 6.3.3 BW. |
Artikel |
Dienstenrichtlijn 2.0: bestemming bereikt?Een analyse van het arrest Visser Vastgoed/Appingedam |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Dienstenrichtlijn, Verdrag, Europees recht, ruimtelijke ordening |
Auteurs | Mr. dr. M.R. (Marleen) Botman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Auteur bespreekt de antwoorden van het Hof, analyseert de gevolgen en beziet tot welke nieuwe juridische vraagstukken deze (kunnen) leiden. Daarbij richt zij zich met name op de gevolgen voor de systematiek van de vrijheden op de interne markt en de doorwerking hiervan in het nationale recht. |
Artikel |
Innovatie bij verzekeraars |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 5 2018 |
Auteurs | Nathalie Gloudemans-Voogd |
Artikel |
Over frauderende slachtoffers en WAM-verzekeraarsEn de vraag of civielrechtelijke sanctionering mogelijk, of zelfs gewenst is |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | WAM-verzekeraar, fraude, verval van uitkering, frauderende claimant |
Auteurs | Mr. F.M. Ruitenbeek en Mr. M. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij fraude door hun verzekerden kunnen verzekeraars ontkomen aan hun dekkingsplicht. Kan dat ook in de verhouding tussen WAM-verzekeraars en verkeersslachtoffers die ageren op grond van artikel 6 WAM? De kantonrechter te Amsterdam zag geen grond voor (analoge) toepassing van artikel 7:941 lid 5 BW of voor verval van het recht op uitkering via de band van de redelijkheid en billijkheid. Naar aanleiding van het kantonvonnis bespreken de auteurs in deze bijdrage of het verval van het recht op uitkering het door verzekeraars gewenste effect sorteert en of fraude in de aansprakelijkheidsverhouding kan derogeren aan het recht op schadevergoeding. |
Praktijk |
Kroniek civiele rechtspraak mededingingsrecht 2017 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2018 |
Auteurs | Marieke Bredenoord-Spoek en Stijn de Jong |
Auteursinformatie |