De ontbindingsprocedure kent twee procesrechtelijke bijzonderheden: het rechtsmiddelenverbod en het bewijsrecht. Deze bijzonderheden brengen niet mee dat de ontbindingsprocedure in strijd is met artikel 6 EVRM. Artikel 6 EVRM vereist immers niet een berechting van een zaak in twee feitelijke instanties. Bovendien is de ontbindingsrechter altijd gehouden, ook in een spoedeisende ontbindingsprocedure, het beginsel van ‘equality of arms’ in acht te nemen op straffe van doorbreking van het appèlverbod.Dit voorkomt echter niet dat de ontbindingsrechter, net als iedere andere rechter (in laatste en hoogste instantie), soms in strijd zal handelen met artikel 6 EVRM of anderszins een ‘fout’ zal maken in de beoordeling van het geschil. Voor dergelijke incidentele schendingen van artikel 6 EVRM door de kantonrechter is veelal een doorbreking van het appèlverbod mogelijk. Voor de inhoudelijk onjuiste ontbindingsbeschikking kan het leerstuk van onrechtmatige rechtspraak uitkomst bieden. |
Zoekresultaat: 62 artikelen
Jaar 2012 xArtikel |
De ontbindingsprocedure: rechtsmiddelenverbod en bewijsrecht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | ontbindingsprocedure, artikel 6 EVRM, rechtsmiddelenverbod, bewijsrecht, onrechtmatige rechtspraak |
Auteurs | mr. D.M.A. Bij de Vaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Zuivere aanvaarding door handelingen van een gevolmachtigde? |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | als erfgenaam gedragen, zuiver aanvaarden, volmacht, artikel 4:192 BW, verwerping |
Auteurs | Prof. Mr. E.A.A. Luijten en Prof. Mr. W.R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs bespreken de uitspraak van de Rb ’s-Gravenhage 13 juni 2012, LJN BX2012, waarin de rechtbank oordeelt dat de langstlevende zich niet als erfgenaam heeft gedragen. De echtgenoten hebben tijdens leven volmacht en opdracht aan een derde gegeven, gericht op sanering van de onderneming. Na overlijden van een van de echtgenoten heeft de gevolmachtigde de onderneming verkocht. De langstlevende heeft nadien de nalatenschap verworpen. De vraag rijst of zij zich als erfgenaam heeft gedragen. |
Artikel |
Private rechtspraak: online én offline een realiteit |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 8 2012 |
Trefwoorden | E-courts, alternative dispute resolution, online dispute resolution, eBay, Paypal |
Auteurs | C.N.J. de Vey Mestdagh en T. van Zuijlen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Private administration of justice is an online and offline reality. In this article the reality of online dispute resolution (ODR) is explored, using the example of eBay (60 million conflicts taken on each year). The issue of jurisdiction in online cases is clarified and an analysis is made of the causes of the propagation of ODR. Finally the new phenomenon of online dispute prevention (ODP) is examined. This leads to the conclusion that ODR started as an alternative form of dispute settlement, but more and more becomes a substitute for the public administration of justice. |
Artikel |
‘The way forward in Europe’: een verslag van het lustrumcongres van PEOPIL |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Grensoverschrijdende letselschadezaken, standaardisatie, Haags Verkeersongevallen Verdrag, Rome II, Brussel I |
Auteurs | Mr. A.F. Collignon-Smit Sibinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt verslag gedaan van het jaarcongres van the Pan European Organisation for Personal Injury Lawyers. Aan de orde komen de standaardisatie bij de vaststelling van schade in letselschadezaken in Noorwegen en Denemarken en recente ontwikkelingen in Spanje en Italië. Tevens wordt ingegaan op de vereisten die in Engeland worden gesteld aan expertiserapporten. Tot slot wordt verslag gedaan van de bevoegdheid van rechters in grensoverschrijdende letselschadezaken, op grond van Brussel I en het toepasselijke recht op grond van Rome II. Ook wordt ingegaan op de wisselwerking tussen Rome II en het Haags Verkeersongevallen Verdrag. |
Praktijk |
Arbitrage en ambtshalve toetsing: mag de arbitrageclausule wel of niet? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Algemene voorwaarden, ambtshalve toetsing, Richtlijn oneerlijke bedingen, arbitragebeding, onredelijk bezwarend beding |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 26 april 2012 overwoog het HvJ EU in het Invitel-arrest dat bij de beoordeling van algemene voorwaarden in een algemeen-belangprocedure in het kader van de Richtlijn oneerlijke bedingen de voorwaarden getoetst moeten worden in het licht van de nationaalrechtelijke regeling, de gehele overeenkomst en de door de gebruiker aangevoerde rechtvaardigingsgronden voor het betreffende beding. Op 21 september 2012 oordeelde de Hoge Raad in een procedure over een arbitraal beding dat de arbitrageclausule niet per definitie onredelijk bezwarend is op grond van de Richtlijn oneerlijke bedingen. Beide arresten worden in deze bijdrage besproken. |
Artikel |
Collectieve afwikkeling van massaschade in faillissement |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2012 |
Trefwoorden | DSB, collectieve afwikkeling van massaschade, faillissement, verificatieprocedure, WCAM-procedure |
Auteurs | Mr. drs. J.W.A. Biemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van het DSB-faillissement beoogt wetsvoorstel 33 126 (onder meer) de collectieve afwikkeling van massaschade in faillissement te vergemakkelijken door kort gezegd de verificatieprocedure in faillissement te vervangen door de WCAM-procedure. Naast een bespreking van de voorgestelde regeling bevat de bijdrage enkele aanbevelingen voor de wetgever. |
Jurisprudentie |
Eerste aanleg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2012 |
Auteurs | Mr. H.M. ten Haaft |
Auteursinformatie |
Artikel |
Massaschadeafwikkeling door een Belgische bril |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Massaschade, class action, België |
Auteurs | Dr. mr. S. Voet |
SamenvattingAuteursinformatie |
Massaschadeafwikkeling door een Belgische bril door dr. mr. Stefaan VoetNaar aanleiding van het voornemen van de Belgische minister van Consumentenzaken om een class action in het leven te roepen, worden in deze bijdrage vier bouwstenen besproken die nakende debat kunnen sturen. Vooreerst wordt verdedigd dat een class action moet worden ingesteld door een “ideological plaintiff”. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de vraag hoe de groepsleden van de procedure in kennis moeten worden gesteld, waarbij het begrijpelijk karakter van die kennisgeving wordt benadrukt. Daarnaast wordt verdedigd dat opt-out de regel moet zijn, en opt-in de uitzondering. Tot slot wordt de rol van de rechter als actieve casemanager besproken. |
Jurisprudentie |
Collectieve actie/massaschade |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | ADR, class action, class arbitration |
Auteurs | Prof. mr. E. Hondius |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek signaleert enige nieuwe uitgaven en een drietal congressen op het gebied van class actions. De boeken zijn de Gentse dissertatie van Stefaan Voet, een bundel over de rechtseconomische aspecten van class actions onder redactie van Jürgen Backhaus, Alberto Cassone en Giovanni Ramello, en het boek Mass justice onder redactie van Jenny Steele en Willem van Boom. Deze zomer waren aan dit onderwerp in ons land voorts drie bijeenkomsten gewijd: een vergadering van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht te Amsterdam, een workshop aan het Netherlands Institute for Advanced Studies te Wassenaar en een inaugurele rede aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Uit een rede van de eurocommissaris voor Justitie kan evenwel worden afgeleid dat er op Europees niveau thans geen class action zal komen. |
Artikel |
Fundamentele herbezinningNaar aanleiding van de reactie van mr. M. Stolp |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2012 |
Auteurs | Mr. R.A. Dozy |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Arbitragerecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2012 |
Auteurs | Mr. M.H. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Deze bijdrage is een reactie op het artikel ‘Procesrechtelijke bijzonderheden in de ontbindingsprocedure deel 2: het bewijsrecht’ van mr. Vivian Bij de Vaate. |
Artikel |
De gevolgen van de Europese Erfrechtverordening voor Nederbelgen |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | internationaal privaatrecht, erfrecht, Nederbelgen, Europese Erfrechtverordening |
Auteurs | Mr. J.L.D.J. Maasland en Prof. dr. R.R.M. Barbaix |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaan de auteurs in op de gevolgen die het van toepassing worden van de Europese Erfrechtverordening heeft voor Nederbelgen. Zij bespreken daartoe allereerst het huidige Nederlandse en Belgische internationaal privaatrecht ten aanzien van het erfrecht. Daarna schetsen zij de hoofdlijnen van de Erfrechtverordening. Vervolgens lichten de auteurs aan de hand van een aantal voorbeeldsituaties de gevolgen van de Erfrechtverordening voor Nederbelgen toe. Zij sluiten af met een aantal conclusies en aanbevelingen. |
Artikel |
Wettelijke aansprakelijkheidsbeperking voor DNB en AFMHoe hoog komt de nieuwe lat te liggen? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2012 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM, uitleg opzet en grove schuld |
Auteurs | Mr. S. Sahtie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de in juli 2012 aangenomen wet besproken waarmee de aansprakelijkheid van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) wordt beperkt tot kort gezegd opzet en grove schuld. De auteur gaat in op de uitleg van de begrippen opzet en grove schuld en onderzoekt hoe hoog de nieuwe lat voor aansprakelijkheid komt te liggen ten opzichte van de aanvankelijk geldende norm van een ‘behoorlijk en zorgvuldig handelende toezichthouder’. Ook wordt ingegaan op onder andere het causaliteitsvereiste, de omkeringsregel en enkele relevante ontwikkelingen op Europeesrechtelijk gebied. Geconcludeerd wordt dat DNB en AFM op grond van de nieuwe wettelijke regeling vrijwel immuun zijn gemaakt voor aansprakelijkheid. |
Artikel |
Banesto/Caldéron Camino – Unierechtelijke geboden en verboden bij toetsing aan Europees consumentenrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2012 |
Trefwoorden | ambtshalve toetsing, consumentenrecht, Unierecht, partiële nietigheid, conversie, betalingsbevelprocedure |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aan de hand van het arrest Banesto van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 14 juni 2012 nader ingegaan op de verplichtingen die vanuit het EU-recht rusten op nationale rechters bij toetsing aan Europees consumentenrecht. |
Artikel |
Arbitraal beding in algemene voorwaarden niet per definitie onredelijk bezwarend in business-to-consumer verhoudingenDenk niet zwart, denk niet grijs, denk niet zwart-wit, maar in de kleur van ... de concrete omstandigheden van het geval |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2012 |
Trefwoorden | arbitraal beding, arbitragebeding, onredelijk bezwarend, Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, zwarte lijst |
Auteurs | Mr. dr. E.-J. Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
De geldigheid van arbitrale bedingen in algemene voorwaarden die de consument de toegang tot de overheidsrechter ontzeggen, staat al geruime tijd ter discussie. Hoewel de regeling betreffende algemene voorwaarden in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek reeds in 1992 is ingevoerd en de Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten vanaf 1993 is ingetreden, is er tot nu toe geen eenduidig antwoord mogelijk op de vraag of een arbitraal beding in business-to-consumer verhoudingen onredelijk bezwarend is. In deze bijdrage wordt aan de hand van HR 21 september 2012, LJN BW6135 (Van Marrum/de opdrachtgever) nader ingegaan op de vraag of een arbitraal beding in algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is voor de consument. |
Praktijk |
De verbeterde geschillenregeling: meer potentieel dan wellicht wordt gedacht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | geschillenregeling, vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht, art. 2:335-2:343c BW, flex-bv |
Auteurs | Mr. drs. H.T. Verhaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel behandelt de wijzigingen in de geschillenregeling die op 1 oktober 2012 in werking treden als onderdeel van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht. De auteur gaat dieper in op een vijftal wijzigingen die de snelheid en aantrekkelijkheid van de geschillenregeling bevorderen. De conclusie is dat hoewel verdere aanpassingen in de geschillenregeling reeds zijn aangekondigd, de huidige wijzigingen de geschillenregeling al veel populairder kunnen maken. De verbeterde geschillenregeling heeft meer potentieel dan wellicht wordt gedacht. |
Artikel |
Verlenging van verjaring ex art. 3:320 BW: eenvoudiger maar niet noodzakelijk billijkerHR 4 mei 2012, LJN BV6769 (Huisman q.q./Hoskens) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2012 |
Trefwoorden | verjaring, verlenging, verlengingsgrond, schorsing, art. 3:320 en 3:321 BW |
Auteurs | Mr. J.E. Soeharno |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de invoering van de verlenging van verjaring en de afschaffing van de schorsing van verjaring dacht de wetgever op ‘eenvoudiger en billijker wijze’ hetzelfde doel te bereiken. Naar aanleiding van een recent arrest van de Hoge Raad wordt gekeken of de wetgever in zijn opzet is geslaagd. |
Artikel |
Mediation in zakelijke geschillen |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 9 2012 |
Trefwoorden | mediation, procederen, ADR, geschiloplossing, procesrecht |
Auteurs | Mr. P. van der Veld |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de voordelen die mediation heeft in – met name – zakelijke geschillen. Door de implementatie van de Richtlijn betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken worden enkele bezwaren om niet voor mediation te kiezen weggenomen. En voor zakelijke geschillen kan mediation bovendien kostenbesparend werken. Tot slot behandelt de auteur kort het concept deal-mediation. |
Artikel |
De in beginsel strakke regel |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | Hoger beroep, In beginsel strakke regel, Grieven, Nieuwe weer, Eiswijziging, Nieuw feit |
Auteurs | Mr. drs. B.T.M. van der Wiel |
SamenvattingAuteursinformatie |
|