Volksvertegenwoordigers die zich binnen een officiële vergadering beledigend uitlaten tegenover andere parlementariërs kunnen hiervoor niet worden vervolgd of civielrechtelijk worden aangesproken. Hetzelfde geldt voor andere delicten, zoals de schending van de geheimhoudingsplicht en het aanzetten tot haat. Het Openbaar Ministerie komt in dergelijke gevallen geen vervolgingsrecht toe. De voorzitter is bevoegd om sanctionerend op te treden. In het huidige regime lijkt de toegevoegde waarde van deze parlementaire immuniteit voor volksvertegenwoordigers achterhaald te zijn, vanwege een ruime uitleg van de vrijheid van meningsuiting voor politici. |
Zoekresultaat: 75 artikelen
Jaar 2017 xArtikel |
Over de houdbaarheid van de parlementaire immuniteit voor (gemeentelijke) volksvertegenwoordigers |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Parlementaire immuniteit, Vrijheid van meningsuiting, Volksvertegenwoordigers, Vervolgingsrecht, Uitingsdelicten |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Het Condor-arrest: uniek geval of inleiding op beperking van de reikwijdte van de cao-norm bij de uitleg van ondernemings-cao’s |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | cao-norm, uitleg cao-bepaling, ondernemings-cao |
Auteurs | mr. dr. A. Stege |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de uitleg van cao-bepalingen leek de Hoge Raad in 1993, met de introductie van de cao-norm, afstand te hebben genomen van de Haviltex-norm. De ‘grammaticale uitleg’ van cao-bepalingen raakte in zwang. Dit was niet de bedoeling. De Hoge Raad greep diverse keren in om de cao-norm te verduidelijken. In 2002, met het DSM/Fox-arrest, leek de cao-norm uitgekristalliseerd. Met het Condor-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat bij de uitleg van een cao-bepaling de toepassing van de cao-norm niet in alle gevallen gerechtvaardigd is. In deze bijdrage wordt de ontwikkeling van de cao-norm toegelicht. De nieuwe grenzen zullen nog vastgesteld moeten worden. Mijn verwachting is dat het Condor-arrest als basis zal dienen voor een ontwikkeling waarbij cao-bepalingen uit bedrijfstak-cao’s en ondernemings-cao’s niet altijd volgens dezelfde methode zullen worden uitgelegd. |
Artikel |
Verdeling tijdens vereffening |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 6 2017 |
Trefwoorden | beneficiair aanvaarde nalatenschap, (partiële) verdeling, vereffening |
Auteurs | Mr. J.Th.M. Diks en Mr. dr. N. Lavrijssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het uitgangspunt bij een beneficiair aanvaarde nalatenschap is dat er pas kan worden verdeeld nadat de vereffening van de nalatenschap is voltooid. Op 19 mei 2017 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waarin hij een opening biedt voor een (partiële) verdeling van de nalatenschap alvorens de vereffening is afgerond. De Rechtbank Gelderland heeft bij uitspraak van 2 augustus 2017 gebruik gemaakt van deze door de Hoge Raad geboden opening. In dit artikel wordt deze ontwikkeling in de rechtspraak beschreven en wordt op dit punt een vergelijking gemaakt met de executele. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 6 2017 |
Auteurs | Mr. E.M.A. van Amersfoort |
Artikel |
Contractuele informatierechten in overnamecontracten en aandeelhoudersovereenkomsten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Artikel 843a Rv, exhibitieplicht, informatierechten, overnamecontracten, aandeelhoudersovereenkomsten |
Auteurs | Mr. L.J.E. Timmer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Nederlandse rechtssysteem biedt partijen in het economisch verkeer handvatten om benodigde informatie boven tafel te krijgen, ook als deze zich bij een derde bevindt. Bij overnamecontracten kan worden gedacht aan artikel 843a Rv, dat een partij een grondslag biedt om in en buiten rechte kennis te nemen van een (schriftelijk bewijsmiddel) dat haar in beginsel wel bekend is, maar niet in haar bezit is. In vennootschapsrechtelijke verhoudingen is van belang het recht van de algemene vergadering op inlichtingen op grond van artikel 2:107/217 lid 2 BW. |
Diversen |
Naar een betere opbrengst van de deskundigeninbrengVerslag van de voorjaarsvergadering 2017 van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2017 |
Auteurs | Mr. J.J. Dammingh en Mr. L.M. van den Berg |
Auteursinformatie |
Artikel |
Schikken, of toch maar niet?Een onderzoek naar het verschil in werking tussen een rechterlijke uitspraak en een schikking neergelegd in een proces-verbaal |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | schikking, proces-verbaal, vaststellingsovereenkomst, rechterlijke uitspraak |
Auteurs | Mr. M.W. Knigge |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zowel een rechterlijke uitspraak als een schikking neergelegd in een proces-verbaal levert een executoriale titel op. Voor het overige bestaan echter grote verschillen in werking tussen beide. Een schikking neergelegd in een proces-verbaal is een overeenkomst, zodat de rechtsgevolgen worden bepaald door het overeenkomstenrecht. Meer specifiek is sprake van een vaststellingsovereenkomst. In dit artikel is een aantal knelpunten gesignaleerd dat voortvloeit uit dit verschil in werking en zijn suggesties gedaan om deze knelpunten te ondervangen. |
Jurisprudentie |
Cassatie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2017 |
Auteurs | Mr. K. Teuben |
Auteursinformatie |
Artikel |
Griffierechten vanuit rechtseconomisch oogpunt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | griffierechten, rechtseconomie, gedragseconomie, toegang tot de rechter, ongefundeerde vorderingen |
Auteurs | Mr. drs. T. Vleeschhouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Griffierechten in civiele zaken vormen een bron van debat. Voorstanders wijzen erop dat griffierechten ongefundeerde vorderingen tegengaan. Tegenstanders vrezen ervoor dat de toegang tot de rechter belemmerd wordt. Dit artikel bespreekt de totstandkoming van het Nederlandse griffierechtensysteem en ontwikkelt daarnaast een rechtseconomisch model op basis van gedragseconomische inzichten om te beoordelen of griffierechten inderdaad de toegang tot de rechter beperken. Deze analyse laat zien dat het Nederlandse griffierechtenstelsel degressief is; bij vorderingen met een hogere geldwaarde wordt relatief minder griffierecht geheven. Het rechtseconomische model voorspelt juist dat een progressief stelsel, waarbij de griffierechten laag zijn bij lage vorderingen en relatief steeds hoger worden bij hogere vorderingen, de toegang tot de rechter het minst beperkt. Het verdient dan ook aanbeveling om het stelsel te heroverwegen. |
Boekbespreking |
De deelgeschilprocedure |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2017 |
Auteurs | Mr. dr. Rogier Hartendorp |
Auteursinformatie |
Praktijk |
Het borgtochtverweer in de context van overnamecontracten |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | borgtochtverweer, borgtocht, hoofdelijke aansprakelijkheid, afbakeningscriterium, overname |
Auteurs | Mr. J.M. Möller |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het borgtochtverweer, waarbij hoofdelijke aansprakelijkheid op verzoek van degene die zich aansprakelijk heeft gesteld wordt geherkwalificeerd tot borgtocht, zorgt in de financieringspraktijk er nog wel eens voor dat een schuldeiser met lege handen achterblijft. De vraag is of er ook risico’s op een dergelijke herkwalificatie bestaan in de context van overnames. Hiervoor bekeek de auteur de bestaande jurisprudentie en probeerde daaruit bepalende factoren voor de overnamepraktijk te ontlenen. De conclusie luidt dat – net als in de financieringspraktijk – een natuurlijk persoon al snel bescherming toekomt en als borg wordt gekwalificeerd. In concernverhoudingen houdt hoofdelijke aansprakelijkheid in beginsel stand, omdat al snel mag worden aangenomen dat een groepsvennootschap die zich hoofdelijk aansprakelijk stelt indirect profijt van een transactie zal hebben. |
Casus |
Waarom zou de aansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad zijn uitgesloten?HR 17 februari 2017: art. 2:11 BW en onrechtmatige daad – de Hoge Raad kiest (terecht?) voor eenheid |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | art. 2:11 BW, hoofdelijke aansprakelijkheid, onrechtmatige daad, tweedegraads bestuurder, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. H.J. Vetter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 17 februari 2017 heeft de Hoge Raad een knoop doorgehakt: art. 2:11 BW leidt ook tot hoofdelijke aansprakelijkheid van de tweedegraads bestuurder, als de rechtspersoon-bestuurder tegenover een crediteur van de bestuurde rechtspersoon aansprakelijk is op grond van onrechtmatige daad. Bij de motivering van deze keuze door de Hoge Raad kunnen vraagtekens worden geplaatst; geheel in het stelsel van de bestuurdersaansprakelijkheid wegens onrechtmatig handelen past de keuze niet. Maar voordeel is dat nu aan een al jaren slepende discussie in de literatuur en aan de verwarring in de lagere rechtspraak een einde is gekomen. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2017 |
Auteurs | Mr. A.P. Verhaeg |
Auteursinformatie |
Artikel |
Verzet of hoger beroep, dat is de vraag |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2017 |
Auteurs | Dineke van Dal en Carolijn Slegers |
Artikel |
De civiele rechter als problem solver |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | legal profession, conflict resolution, procedural justice |
Auteurs | Dr. Wibo van Rossum en Prof. Rick Verschoof |
SamenvattingAuteursinformatie |
We investigate a recent development in the practice of the civil courts: judges increasingly devote attention to the underlying conflict of parties instead of only to their legal dispute. In administrative law, this development has already been codified and termed ‘de Nieuwe zaaksbehandeling’, but not so in other areas of law. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Preadviezen Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht, Aflevering 1 2017 |
Auteurs | Rens Koenraad |
Auteursinformatie |
Artikel |
Betaling via de notariële kwaliteitsrekening bij aandelentransacties. Gevolgen van een beslag onder de notaris gelegd door een schuldeiser van de koper |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2017 |
Trefwoorden | beslag, aandelentransactie, notaris, kwaliteitsrekening, derdenbeslag |
Auteurs | Mr. dr. M.M.G.B. van Drunen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur onderzoekt de gevolgen van een beslag onder de notaris dat een schuldeiser van de koper legt op de dag waarop het passeren van de leveringsakte is gepland. Centraal staat de vraag of het beslag aan het passeren van de leveringsakte in de weg staat. |
Artikel |
De exceptio plurium litis consortium in erfrechtelijke procedures |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | exceptio plurium litis consortium, procesinleiding, KEI-wetgeving, processueel ondeelbare rechtsverhouding |
Auteurs | Mr. dr. N. Lavrijssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 10 maart 2017 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen, naar aanleiding waarvan het maar de vraag is of de exceptio plurium litis consortium in de toekomst nog wel met succes kan worden ingeroepen in een dagvaardingsprocedure wanneer er sprake is van een processueel ondeelbare rechtsverhouding. Aan het arrest liggen twee redenen ten grondslag: een doelmatige rechtspleging en overeenstemming met de verzoekschriftprocedure. In deze bijdrage wordt aan de hand van de KEI-wetgeving gezocht naar een mogelijke verklaring voor deze koerswijziging van de Hoge Raad. De auteur vindt een mogelijke verklaring in de toekomstige invoering van één uniforme procedure, ingeleid door een procesinleiding. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2017 |
Auteurs | Mr. E.M.A. van Amersfoort |
Artikel |
Kroniek Insolventierecht 2016 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 8 2017 |
Auteurs | Jaap van der Meer, Floris Dix, Suzan Winkels-Koerselman e.a. |