Hoewel de Hoge Raad in het arrest Kampschöer/Le Roux artikel 2:11 BW tot een soort ‘aansprakelijkheidsvergroter’ maakt, laat de auteur in deze bijdrage zien dat dit artikel slechts een doorgeefluik van aansprakelijkheid dient te zijn. |
Zoekresultaat: 10 artikelen
Jaar 2017 xArtikel |
Artikel 2:11 BW: ‘doorgeefluik van aansprakelijkheid’ of ‘aansprakelijkheidsvergroter’? |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2017 |
Trefwoorden | artikel 2:11 BW, aansprakelijkheid van bestuurders, bestuurdersaansprakelijkheid, doorgeefluik van aansprakelijkheid, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. C.E.J.M. Hanegraaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak civiel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2017 |
Trefwoorden | Jurisprudentie, Civiel recht, Causaal verband, kansschade, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. drs. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden in het kort de belangrijkste ontwikkelingen in de jurisprudentie besproken in de periode van 1 juni 2015 tot en met 15 juni 2017. Daarbij wordt eerst ingegaan op de diverse gronden waarop de aansprakelijkheid kan worden gebaseerd. Voorts wordt ingegaan op het causaal verband en komen de ontwikkelingen op het gebied van de kansschade en proportionele aansprakelijkheid aan bod. Andere uitspraken die in de kroniek worden besproken hebben betrekking op: verjaring, bewijslastverdeling, (voorlopige) deskundigenberichten, inzage in stukken en afgifte van materialen en schadevergoeding. |
Artikel |
Schuld en schadevergoedingHoe kleurt de zwaarte van de schuld van de aansprakelijke partij het schadevergoedingsdebat? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2017 |
Trefwoorden | schuld, opzet, schade(vergoeding), redelijkheid, aard van de aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. A.I. Schreuder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het schadevergoedingsrecht duikt de mate van de schuld van de aansprakelijke partij steeds op als (mogelijk) relevante factor. Bezien wordt hoe dit element het schadevergoedingsdebat kleurt. De conclusie luidt dat de betekenis van deze factor uiteindelijk beperkt lijkt, vooral omdat hij zich alleen in uiterste vormen goed laat onderscheiden. |
Artikel |
In pari delicto; als de pot de ketel verwijt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2017 |
Trefwoorden | in pari delicto, nemo auditur, unclean hands, eigen schuld, relativiteit |
Auteurs | Prof. mr. A.L.M. Keirse en Mr. dr. B.M. Paijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het aloude adagium in pari delicto wordt in de jurisprudentie maar zelden in expliciete bewoordingen gebruikt. Het heeft in Nederland echter wel degelijk betekenis. Onbetamelijk gedrag van de benadeelde zou zelfs vaker reeds bij de vestiging van aansprakelijkheid in beeld moeten komen, en niet pas bij de omvang van aansprakelijkheid. |
Artikel |
Kroniek Aansprakelijkheidsrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2017 |
Auteurs | Esther van Aalst, Gert-Jan de Jager, Flip van der Kraan e.a. |
Artikel |
Voordeelstoerekening: leuker kunnen wij het niet maken, wel inzichtelijker |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | artikel 6:100 BW, voordeelstoerekening, schadeverweer, toerekening naar redelijkheid, eenzelfde gebeurtenis, condicio sine qua non |
Auteurs | Mr. S.S.Y. Engelen en Prof. mr. A.L.M. Keirse |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft op 8 juli 2016 in zijn arrest TenneT/ABB een nieuwe maatstaf geformuleerd voor voordeelstoerekening. Hierbij komt hij expliciet terug op zijn eerdere rechtspraak over dit leerstuk, zoals neergelegd in artikel 6:100 BW. De nieuwe maatstaf geeft niet alleen meer houvast bij de beoordeling van een beroep op voordeelstoerekening, maar schakelt het leerstuk van voordeelstoerekening bovendien gelijk met de wijze waarop de omvang van de aansprakelijkheid op grond van artikel 6:95 tot met 6:98 BW dient te worden vastgesteld. In deze bijdrage bespreken de auteurs de inhoud en implicaties van de nieuwe maatstaf voor personenschadezaken. |
Artikel |
Opnieuw beweging in de rechtspraak voor de benadeelden van de Groningse gaswinningRb. Noord-Nederland 1 maart 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:715 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | gaswinning, aardbevingen, schade, aansprakelijkheid, immateriële schade |
Auteurs | Mr. M.J. Journée |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Rechtbank Noord-Nederland maakt in haar vonnis van 1 maart 2017 een uitzondering op het uitgangspunt dat voor toekenning van immateriële schade bij ‘zuivere’ persoonsaantastingen sprake dient te zijn van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. De benadeelden van de Groningse gaswinning kunnen derhalve voor vergoeding van immateriële schade in aanmerking komen zonder dat sprake is van geestelijk letsel. |
Diversen |
Exoneraties voor indirecte schadeOver de uitleg van dit boilerplate-beding naar Nederlands en Anglo-Amerikaans recht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Uitleg, indirecte schade, Gevolgschade, Anglo-Amerikaans recht, Exoneratie |
Auteurs | Mr. J.W.A. Dousi |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een veelgebruikte aansprakelijkheidsbeperking (exoneratie) is een uitsluiting voor zogenoemde ‘indirecte schade’. Deze term is afkomstig uit het Anglo-Amerikaanse recht. De auteur bespreekt deze Anglo-Amerikaanse achtergrond en betoogt dat deze achtergrond, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, een gezichtspunt kan zijn bij de uitleg van dit begrip naar Nederlands recht en bovendien een bron van inspiratie voor contractspartijen wanneer zij bij het opstellen van het contract een definitie opnemen van de term ‘indirecte schade’. De auteur concludeert dat de Anglo-Amerikaanse betekenis goed is in te passen in het Nederlandse recht, omdat zij aansluit bij (en kan fungeren als een verdere verfijning van) het element voorzienbaarheid in de toerekeningstoets van artikel 6:98 BW. |
Artikel |
De relativiteit van wettelijke normen en de toepassing van de vereisten van causaliteit, relativiteit en toerekening bij de onrechtmatige overheidsdaadBespreking van de proefschriften van mr. P.W. den Hollander en mr. L. Di Bella |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | relativiteitsvereiste, correctie Langemeijer, causaliteit, toerekening naar verkeersopvattingen, onrechtmatige overheidsdaad |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze (dubbel)recensie worden de proefschriften besproken van Di Bella (De toepassing van de vereisten van causaliteit, relativiteit en toerekening bij de onrechtmatige overheidsdaad) en Den Hollander (De relativiteit van wettelijke normen). Hoewel de auteur het niet op alle onderdelen eens is met de bevindingen, is hij van oordeel dat beide proefschriften het debat over relativiteit en, in het geval van Di Bella, overheidsaansprakelijkheid, onmiskenbaar verder hebben gebracht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | rechtssubject, natuurlijk persoon, rechtspersoon, staat, orgaan |
Auteurs | Robert Jan Witpaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel presenteer ik een nieuwe ‘nominalistische’ theorie van de rechtssubjecten en laat ik zien waarom geen van de tot nu gepresenteerde theorieën de toets der kritiek kan doorstaan. Het artikel valt uiteen in een constructief en een kritisch deel. In het constructieve deel presenteer ik eerst de nominalistische theorie van de rechtssubjecten. Deze theorie richt zich op de persoonlijke elementen van het rechtssysteem en begrijpt rechtspersonen en organen als namen die uitsluitend bestaan binnen het rechtssysteem. In het kritische deel presenteer ik vervolgens een overzicht van de tot nu toe verdedigde theorieën van de rechtspersoon. Het gaat daarbij respectievelijk om de sociaal-biologische of organische leer, de sociologische leer, de sociologisch-juridische leer, de fictieleer en de leer van het (gepersonifieerde) normencomplex. Aan de hand van enkele algemeen geaccepteerde kenmerken van de rechtspersoon laat ik ten slotte zien waarom geen van deze alternatieve theorieën de toets der kritiek kan doorstaan. |