In 1998 a chapter on administrative enforcement was added to the GALA (in the so-called third Tranche). This contribution reflects on the legislative aims of this Tranche; to what extent these aims have been attained and what important developments have occurred since. As the third Tranche has led to little reform, a brief review will suffice. The developments after the third Tranche are discussed extensively, concerning both the third Tranche - amongst others the obligation in principle to enforce ('beginselplicht tot handhaving') - and reparatory sanctions since the fourth Tranche (2009), which amongst others regulated the execution of administrative reparatory sanctions and added regulation on administrative fines (a punitive sanction). Additionally, more general provisions of administrative law enforcement are discussed. The development of administrative enforcement are reflected against general developments in administrative law, such as harmonization and the increase of litigation. Lastly some bottlenecks will be noticed and solutions proposed. |
Zoekresultaat: 33 artikelen
Jaar 2013 xArticle (peer reviewed) |
|
Tijdschrift | Netherlands Administrative Law Library, december 2013 |
Auteurs | Prof.mr.drs. Lex Michiels |
Samenvatting |
Boekbespreking |
De waarden van het (arbeids)recht: liber amicorum voor prof. mr. Paul F. van der Heijden |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | basiswaarden en functies sociaal recht, grondslagendebat, kritische reflectie |
Auteurs | A. Van Bever |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijdragenbundel De waarden van het (arbeids)recht bevat enkele reflecties over de grondslagen of basiswaarden en over de functies en grenzen van het (arbeids)recht. De bundel blikt terug op het preadvies dat Van der Heijden en Noordam in 2001 rond hetzelfde thema uitwerkten vanuit de vraag waartoe het grondslagendebat tot dusver heeft geleid. Wat is de staat van de in het preadvies geïdentificeerde basiswaarden en welke invulling krijgen ze in de huidige sociaal-rechtelijke context? Acht auteurs nemen het woord over een selectie van vijf van de genoemde basiswaarden, over de ‘sociaal-rechtelijke variabele’ van de wederkerigheid en over de functies van het arbeidsrecht. Heerma van Voss en Verhulp besluiten het geheel ten slotte met enkele kritische slotbeschouwingen. |
Artikel |
Promoveren in het arbeidsrecht – een overzicht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | dissertaties, proefschriften, promotor, sociaal recht, proefschriftthema’s |
Auteurs | R.M. Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wie wil weten welke dissertaties in Nederland op het terrein van het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht zijn verschenen, wacht een lange zoektocht. De verscheidene digitale bibliotheken bieden (nog) geen makkelijk doorzoekbaar, relevant overzicht. In deze bijdrage is gepoogd een dergelijk overzicht te geven. De bijdrage bevat niet alleen een lijst van de door de auteur gevonden dissertaties, maar ook informatie omtrent, onder andere, (trends in) gekozen proefschriftthema’s, aantallen dissertaties per faculteit en per decennium. |
Artikel |
Perspectieven van de buiten- en binnenwacht: de institutionele opgave van de rechtspraak |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | internal and external reputation of the courts, value identity of the judiciary, governance of the judiciary |
Auteurs | Suzan Verberk, Paul Frissen, Paul ´t Hart e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
It is important for the Dutch judiciary to monitor how society, professional partners and litigants perceive the administration of justice. Different polls and studies provide this information. However, up until 2012 little was known about the way top-level (public and private) decision makers and opinion leaders view the functioning of the courts. This prompted the Council for the Judiciary to commission a study on the external reputation of the administration of justice. The results of this study show that there is neither reason for serious concern nor reason for complacency. Criticism was voiced with regard to the operational capacity of the courts, most notably the case processing time and the lack of technical innovation. Also, it was concluded that the judiciary should take a more proactive stance concerning external communication.A couple of months after the study on the external reputation of the courts was completed, some justices of the Court of Appeal Leeuwarden conceived the so-called ‘Manifest’. Among other things, they criticized the caseload, which in their view threatens the independence of judges. Approximately 700 judges supported the Manifest. So lack of internal support rather than lack of external support seemed to pose a problem for the judiciary. What should the judiciary’s course of action be? Whereas the reputation study points to increasing the operational capacity of the courts, the supporters of the Manifest warn that too strong a focus on output would endanger the quality of justice. These contradictory factors demand reflection on the value identity of the judiciary. In our view this requires the Council for the Judiciary to focus less on management and more on governance. For judges this requires that they, through the development of professional standards, define and refine their view on ‘good administration of justice’. |
Redactioneel |
Inleiding: Symposiumnummer vertrouwen in de rechtspraak |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2013 |
Auteurs | Bert Niemeijer en Peter van Wijck |
SamenvattingAuteursinformatie |
This editorial offers an introduction to the current issue. |
Artikel |
Stefano Melloni: grenzen aan de nationale grondwettelijke grondrechtenbescherming bij uitvoering van een EAB |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2013 |
Trefwoorden | Europees strafrecht, voorrang recht van de Unie, Hof van Justitie, Melloni, Europees Aanhoudingsbevel |
Auteurs | Mr. M.I. Veldt-Foglia |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie heeft zich in de zaak Melloni uitgesproken over de door de Spaanse constitutionele rechter opgeworpen vraag of de nationale rechter in het kader van een overleveringsprocedure aan de verzoekende staat – alvorens toestemming te verlenen de betrokken persoon over te leveren –, aanvullende eisen in de sfeer van de grondrechtenbescherming mag stellen die niet in het Kaderbesluit inzake het Europees aanhoudingsbevel staan vermeld. Deze bijdrage bespreekt de antwoorden van het Hof van Justitie op de door het Spaanse Constitutionele Hof gestelde prejudiciële vragen onder meer in het licht van de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie over de voorrang van het recht van de Unie en duidt de betekenis van deze uitspraak met name in het licht van het bepaalde in artikel 53 van het Handvest. |
Diversen |
Onrustige onafhankelijkheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | WRR-rapport, onafhankelijkheid, kernwaarde |
Auteurs | Margot Aelen en Gustaaf Biezeveld |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt voortgebouwd op het idee dat onafhankelijkheid een kernwaarde is van toezicht. De auteurs gaan in op de voornaamste redenen voor onafhankelijkheid en de oorzaken van de ‘onrust’. Tot slot schetsen zij de contouren van een structurele oplossing voor de spanning tussen de politiek en toezichthouders. |
Artikel |
Behandelingsbereidheid onder gedetineerden in Nederland |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2013 |
Trefwoorden | Behandelingsbereidheid, Deelname, Rehabilitatie, Gevangenis |
Auteurs | Anouk Bosma MSc, Dr. Anja Dirkzwager, Prof. Dr. Paul Nieuwbeerta e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
A survey of the literature suggested that low participation rates in prison-based rehabilitation programs in The Netherlands can be explained by a lack of treatment readiness amongst rehabilitation candidates and participants. The current contribution aims to examine treatment readiness amongst detainees that have been assigned a candidate for a prison-based rehabilitation program in the Netherlands. To address these aims, data were used from the fourth wave of a research project studying the effects of imprisonment on the life of detainees in the Netherlands. Results showed that about eighty percent of treatment candidates were not treatment ready. This lack of treatment readiness amongst potential participants will no doubt influence both treatment engagement numbers, which studies have shown to be low, and quite possible treatment effectiveness. Results imply that practitioners should be aware of the absence of treatment readiness amongst a large part of their clients. Assessment and (if necessary) interventions to increase treatment readiness amongst candidates and participants seems of the utmost importance. |
Artikel |
Verstrekking van patiëntgegevens door zorgaanbieders aan zorgverzekeraars |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2013 |
Trefwoorden | gegevensverstrekking, persoonsgegevens, beroepsgeheim, zorgverzekeraar, geheimhoudingsplicht |
Auteurs | Mr. drs. J.M.E. Citteur en mr. drs. J.J. Rijken |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de gegevensverstrekking door zorgaanbieders aan zorgverzekeraars onderzocht. Daartoe wordt allereerst de wettelijke basis voor die gegevensverstrekking beschreven en vervolgens nagegaan hoe de regeling in een drietal casusposities wordt toegepast. Het blijkt dat het antwoord op de vraag of patiëntgegevens al dan niet mogen worden verstrekt, staat of valt met het antwoord op de vraag of een wettelijke verplichting tot die gegevensverstrekking bestaat. Indien dat het geval is, vindt een belangenafweging plaats. Daarbij wordt, mede in het kader van artikel 8 EVRM, onder meer gekeken naar de proportionaliteit en subsidiariteit van de gegevensverstrekking. |
Artikel |
Voor- en nadelen van decentralisaties |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2013 |
Trefwoorden | decentralisatie, schaalvoordelen, gemeenten, bestuurskracht, belastinggebied |
Auteurs | Prof. dr. N.S. Groenendijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Decentralisatie van taken van de centrale overheid naar decentrale overheden maakt een belangrijk deel uit van het huidige regeringsbeleid. In deze bijdrage wordt nagegaan in hoeverre de beoogde effecten van decentralisatie (verhoogde doelmatigheid en doeltreffendheid) plausibel zijn en welke andere mogelijke voordelen decentralisatie kent. Aandacht wordt ook besteed aan de mogelijke nadelen van decentralisatie.Het decentralisatievraagstuk kent vele aspecten en geen eenduidige oplossing. Een tweetal randvoorwaarden voor ‘goede’ decentralisatie is echter wel te benoemen: (a) voldoende mogelijkheden voor op- en afschaling en (b) voldoende beleidsvrijheid bij decentrale overheden na decentralisatie. In grote lijnen lijkt het kabinetsbeleid te voldoen aan de eerste randvoorwaarde; bij het tweede aspect worden in deze bijdrage vraagtekens geplaatst, met name omdat het kabinet geen aandacht besteedt aan vereenvoudiging van de huidige bekostigingssystematiek van decentrale overheden en mogelijke uitbreiding van het decentrale belastinggebied. |
Artikel |
Decentralisatie op grote schaalAandachtspunten en uitgangspunten voor de decentralisaties in het sociale domein |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2013 |
Trefwoorden | decentralisatie, schaalproblematiek, gemeente, intergemeentelijke samenwerking, medebewind |
Auteurs | Mr. S.A.J. Munneke |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat de vraag centraal met welke juridische grenzen en uitgangspunten de wetgever rekening moet houden bij het op grote schaal decentraliseren van taken in het sociale domein. Hoewel de wetgever bij deze operatie een grote vrijheid heeft, en nauwelijks door juridische grenzen wordt belemmerd, dient hij met het oog op de uitvoerbaarheid en doeltreffendheid van de wet wel met een groot aantal aandachtspunten rekening te houden. Onder andere gaat het dan om het bieden van voldoende beleidsmatige en financiële vrijheid voor de gemeenten en het creëren van voldoende draagvlak, ook met betrekking tot de gewenste schaalgrootte. Decentralisatie betekent de acceptatie van verschillen tussen gemeenten en vraagt om een terughoudende positie van de centrale overheid, onder andere met betrekking tot het interbestuurlijk toezicht. |
Artikel |
Decentraliseren zonder recentralisatiereflex |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2013 |
Trefwoorden | decentralisatie, interbestuurlijke betrekkingen, sociale zekerheid, maatschappelijke ondersteuning |
Auteurs | J. van den Berg MSc, Mr. dr. J.H. Bosselaar en J. van der Veer MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
De verwachtingen over de uitwerking van decentralisaties in het sociale domein zijn hooggespannen: efficiëntere dienstverlening, een grotere doelmatigheid en meer responsiviteit liggen in het verschiet. Maar zijn deze verwachtingen realistisch? De praktijk leert dat decentralisaties vaak worden gevolgd door recentraliserende maatregelen, waardoor de rijksoverheid de verantwoordelijkheid weer in handen neemt. Bovendien hebben gemeenten de neiging om elkaars beleid te kopiëren, in plaats van er een lokale kleur aan te geven. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij deze mechanismen en de vraag hoe hierop kan worden geanticipeerd tijdens de aanstaande decentralisatieoperaties. |
Hoofdartikel |
Uniform of gedifferentieerd arbeidsrechtEen nationaal en rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechtvaardiging en toekomst van bijzondere arbeidsverhoudingen |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | bijzondere arbeidsverhoudingen, uniform, differentiatie, rechtsvergelijking, gelijkheidsbeginsel, kwalificatievraag |
Auteurs | Prof. mr. dr. A.R. Houweling en Mr. dr. G.W. van der Voet |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 1907 heeft de wetgever bewust gekozen voor een uniforme wettelijke regeling inzake de arbeidsovereenkomst. Een gedifferentieerd stelsel van afzonderlijke arbeidsrechtelijke regelingen voor bijzondere beroepsgroepen werd uitdrukkelijk van de hand gewezen. Zo’n stelsel zou namelijk slechts aanleiding geven tot afbakeningsproblemen en rechtsonzekerheid. Inmiddels heeft zich evenwel – niettegenstaande dit uitgangspunt − een ‘waaier’ aan bijzondere arbeidsverhoudingen ontwikkeld. Gezien de parlementaire geschiedenis van de huidige wettelijke regeling in titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek, zou men verwachten dat het creëren (of handhaven) van afwijkende regelingen voor bepaalde arbeidsverhoudingen uitdrukkelijk door de wetgever is/wordt gemotiveerd en dat aan de vormgeving van dergelijke bijzondere arbeidsverhoudingen bewuste keuzes en/of principes ten grondslag liggen. In dit artikel onderzoeken de auteurs welke bijzondere arbeidsverhoudingen er zijn en in hoeverre daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. In het tweede deel van dit onderzoek analyseren de auteurs de trends en ontwikkelingen van bijzondere arbeidsverhoudingen in de Europese Unie. De auteurs concluderen dat voor een groot aantal bijzondere arbeidsverhoudingen geen rechtvaardigingsgronden (meer) bestaan. Voorts concluderen de auteurs dat ook in het buitenland geen rechtvaardigingsgronden zijn aangetroffen voor onderscheidingen in arbeidsrechtelijke regelingen. Zij wijzen erop dat bepaalde ontwikkelingen in het buitenland – met name ingegeven vanuit het gelijkheidsbeginsel en EU-recht – laten zien dat eerder een verregaande uniformering in plaats van verdergaande differentiatie valt te verwachten. Het gebruik van open normen – zoals in Nederland het geval is – zal in deze ontwikkeling een belangrijke rol spelen. |
Artikel |
De Aanbestedingswet 2012, een terechte verdere begrenzing van de contractsvrijheid voor aanbestedende diensten? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7 2013 |
Trefwoorden | Aanbestedingswet 2012, proportionaliteit, MKB, contractsvrijheid, beperking |
Auteurs | Mr. J.H. Hollenbeek Brouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Aanbestedingswet 2012 bevat bepalingen die leiden tot een verdergaande beperking van de contractsvrijheid voor aanbestedende diensten dan voorheen het geval was onder het Bao en Bass. In deze bijdrage zal worden ingegaan op de vraag in hoeverre deze verdergaande beperking van de contractvrijheid gerechtvaardigd is in het licht van het uitgangspunt van contractsvrijheid tussen partijen. |
Artikel |
De Interventiewet en de SNS-onteigening |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7 2013 |
Trefwoorden | Interventiewet, onteigening, SNS, Wft, eliminatiebeginsel |
Auteurs | Prof. mr. J.A.M.A. Sluysmans en Mr. M.J.W. Timmer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de onteigening van SNS is de Interventiewet voor het eerst toegepast. Een goed moment om de werking en de toepassing van de Interventiewet door de ABRvS te analyseren. Het onteigeningsbesluit heeft grotendeels de (rechterlijke) kritiek doorstaan, maar de vaststelling van de schadeloosstelling moet nog plaatsvinden. De minister lijkt daarbij af te willen wijken van het zogenoemde eliminatiebeginsel, toch een beginsel van het onteigeningsrecht. De vraag is of de rechter uiteindelijk die benadering zal billijken. |
Artikel |
‘De rechter spreekt door zijn vonnis’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2013 |
Auteurs | Mr. H.F.M. Hofhuis |
Auteursinformatie |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak zorgverzekeringsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2013 |
Trefwoorden | Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, verzekerde aanspraak, zorgverzekeraar, zorgverzekeringsrecht, Zorgverzekeringswet |
Auteurs | Mr. H.M. den Herder en mr. C. van Balen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden de belangrijkste uitspraken met betrekking tot de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten sinds 1 juli 2011 behandeld. Met betrekking tot de Zorgverzekeringswet worden de volgende onderwerpen besproken: de inhoud van de zorgverzekering, de zorgverzekeraars en de taken en bevoegdheden van het College voor zorgverzekeringen. Wat betreft de AWBZ komen aan bod: de kring der verzekerden en de aanspraken. Daarnaast wordt aandacht besteed aan uitspraken over de zorginkoop en over de afbakening tussen de Zorgverzekeringwet en de AWBZ. |
Discussie |
Reactie CVZ op het artikel ‘Hoe duur mag een duur geneesmiddel zijn?’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2013 |
Auteurs | Mr. R. Storm van ’s Gravesande-Roelse en mr. J. Hallie |
Auteursinformatie |
Artikel |
Verkorten van de tbs-verblijfsduur: een weg uit de crisis? |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | forensic care budget cuts, TBS order, treatment time, risk society, risk analysis |
Auteurs | M.H. Nagtegaal |
SamenvattingAuteursinformatie |
The economic crisis in the Netherlands forces the Ministry of Security and Justice to cut expenses. In the forensic psychiatric sector, the main savings are expected from reducing the length of stay of forensic psychiatric patients (TBS-patients) in high security hospitals. Currently, over 70% of all TBS-patients do not reach the now set goal of successfully terminating their treatment program within eight years. The present article questions whether it is plausible that this goal will be reached. Research has shown that there are several possible measures that can be undertaken to reduce the length of stay. Examples of these are identifying subgroups of patients who take particularly long to complete their treatment and setting up interventions for those patients, reducing the focus on risks in society and in forensic practice, and the inclusion of protective factors in risk assessment. These factors may help in finding a way out of the crisis. |
Artikel |
Omgevingswet waterproof? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | Omgevingswet, Waterwet, waterbeheer |
Auteurs | Mr. dr. H.J.M. Havekes en Mr. W.J. Wensink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eind februari jl. verscheen de toetsversie van de concept-Omgevingswet met bijbehorende algemene en artikelsgewijze toelichting. De auteurs bespreken en beoordelen dit voorontwerp vanuit het perspectief van het waterbeheer en de positie van de waterbeheerder. De bestaande Waterwet, waarin die beheerder nu zijn juridisch instrumentarium vindt, vormt daarbij een belangrijke toetssteen. |