Indien een non-conforme zaak door de verkoper wordt vervangen, zijn er naast de kosten van de vervangende zaak extra kostenposten, zoals verwijderingskosten van de non-conforme zaak en installatiekosten van de nieuwe zaak. In deze uitspraak bepaalt het Hof van Justitie dat de verkoper die kosten dient te dragen, ook als de tekortkoming niet toerekenbaar is. Uit de uitspraak volgt verder dat artikel 7:21 lid 5 BW in strijd lijkt te zijn met Richtlijn 1999/44/EC (Richtlijn consumentenkoop). |
Zoekresultaat: 58 artikelen
Jaar 2011 xArtikel |
Nadere vormgeving van de bescherming van Richtlijn 1999/44/EG |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2011 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, non-conformiteit, vervangingskosten, consumentenkoop |
Auteurs | Dr. M.Y. Schaub |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De automatisch vervallende 403-verklaring |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | art. 2:403 BW, 403-verklaring, concernvrijstelling, groepsmaatschappij, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M.R.C. van Zoest |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de literatuur wordt wel gepleit voor het opnemen van een groepsband als voorwaarde in een 403-verklaring. Ook in de praktijk blijkt dit te worden toegepast met het oog op een automatisch eindigende aansprakelijkheid bij het verbreken van de groepsband, meestal in het kader van een verkoop van de desbetreffende dochtervennootschap. In deze bijdrage wordt ingegaan op deze voorwaarde, waarbij de volgende twee vragen centraal staan: (1) komt de aansprakelijkheid van de moeder automatisch te vervallen na verbreking van de groepsband, en (2) kan de dochter gebruik maken van de concernvrijstelling als ten behoeve van haar een 403-verklaring is gedeponeerd die afhankelijk is gesteld van de groepsband tussen de moeder en de dochter? Na beantwoording van deze vragen wordt een alternatief voor het groepsbegrip als voorwaarde voor aansprakelijkheid besproken. De bijdrage wordt afgesloten met een korte samenvatting en conclusie. |
Artikel |
Propaganda en paramilitairenDe normalisatie van geweld in het Servië van de jaren negentig |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | state crime, Serbia, propaganda, paramilitary units, Arkan |
Auteurs | MSc Maartje Weerdesteijn en Prof. dr. Alette Smeulers |
SamenvattingAuteursinformatie |
During the 1990s the Serbian government entered into a symbiotic relationship with criminals and paramilitary units which led to a normalization of crime and violence. While society usually inhibits people from criminal behavior, in Serbia this process was reversed. Propaganda contained the neutralization techniques that allowed people to condone and even approve of violent and criminal behavior. The reversal of the moral order became part of Serbia’s popular culture in which criminals who had committed many atrocities during the war, like Arkan, were honored. In this way, Arkan served not only a military and strategic purpose but also a political one, by generating support for the war. |
Artikel |
Normontwikkeling door Thematisch ToezichtDe invloed van risicogebaseerde responsiviteit op normontwikkeling |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | toezicht, normontwikkeling, risico’s, responsiviteit, Inspectie voor de Gezondheidszorg |
Auteurs | Drs. F.C.J. Neefjes, Prof. dr. R. Bal en Prof. dr. P.B.M. Robben |
SamenvattingAuteursinformatie |
Responsiviteit van toezichthouders wordt veelal beschreven in procedurele zin dan wel in de zin van rekening houden met de nalevingsbereidheid van ondertoezichtstaanden. In dit artikel introduceren wij een derde vorm van responsiviteit, gericht op het type risico dat centraal staat in het toezicht. In dit artikel wordt de invloed van risicogebaseerde responsiviteit op normontwikkeling door ondertoezichtstaanden onderzocht. Het kwalitatief onderzoek bestaat uit een analyse van twee Thematisch Toezichtsprojecten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en laat een samenhang zien tussen de mate van responsiviteit en het type risico dat centraal staat in het Thematisch Toezicht. Naarmate er een betere match is tussen de aard van de interacties die de inspectie aangaat met het veld enerzijds en de aard van de risico’s die centraal staan in het toezicht, blijkt het toezicht door te werken in normontwikkeling. Hoewel wordt gepleit voor het gebruik van het concept van risicogebaseerde responsiviteit in het toezicht, is nader onderzoek nodig naar de werkingsmechanismen en de effecten daarvan. |
Artikel |
Minimumstraffen en de dovemansoren van de wetgever |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2011 |
Trefwoorden | minimum sentences, sentencing goals, retribution, penal populism |
Auteurs | Sigrid van Wingerden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Early this year, a bill was introduced proposing mandatory minimum sentences in the Netherlands. Despite harsh criticism from within the legal complex, the bill has not been withdrawn, instead its scope has been broadened. This article states that the reasons given for the introduction of mandatory minimum sentences have no empirical foundation and that the objectives of the bill will not be reached: mandatory minimum sentences will not contribute to the prevention of crime. The reason for the introduction of the bill is nothing less than a textbook example of penal populism. |
Jurisprudentie |
Gemeenschappelijke Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2011 |
Auteurs | Mr. P.E. de Kort |
Auteursinformatie |
Artikel |
Aanpassing van de overeenkomst bij onvoorziene omstandigheden: een kwestie van uitleg? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | onvoorziene omstandigheden, aanpassing overeenkomst, uitleg, redelijkheid en billijkheid, goede trouw |
Auteurs | Prof. mr. J.M. van Dunné |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur tracht in het artikel aan te tonen dat het leerstuk van de onvoorziene omstandigheden een kwestie van uitleg is, en dat uitleg al jaar en dag een kwestie van normatief uitleggen is, alias redelijke uitleg, uitleg te goeder trouw. Dat alles in het licht van het al omvattende beginsel van de redelijkheid en billijkheid. |
Artikel |
De bevoegdhedenovereenkomst en de formele rechtskracht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2011 |
Trefwoorden | formele rechtskracht, bevoegdhedenovereenkomst, Etam, inspanningsverbintenis, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. K.J.L. Verschoor |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wordt de civiele rechter bij de beoordeling van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een bevoegdhedenovereenkomst door het contracterende overheidsorgaan belemmerd door de formele rechtskracht van een besluit, waaruit de tekortkoming volgt? Hierover oordeelt de Hoge Raad bij arrest van 8 juli 2011, dat in deze bijdrage wordt besproken. |
Artikel |
De erkenning en tenuitvoerlegging van Europese beslissingen in het licht van de Europese beginselen van procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | wederzijds vertrouwen, erkenning, tenuitvoerlegging, art. 6 EVRM, art. 47 EU-Handvest, exequaturprocedure |
Auteurs | Mr. M. Freudenthal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Gebaseerd op het beginsel van ‘wederzijds vertrouwen’ dat EU-staten in elkaars rechtspraak geacht worden te hebben, wordt de grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging van civiele beslissingen binnen de EU gaandeweg vereenvoudigd, dat deze beslissingen geen exequaturprocedure behoeven. Ter bescherming van de (niet verschenen) gedaagde dienen de procesrechtelijke beginselen van art. 6 EVRM en art. 47 EU-Handvest hierbij ijkpunt te zijn. Centraal staat het beginsel van ‘hoor en wederhoor’ dat in de EET-Vo gewaarborgd is o.m. door aan de betekening minimumvereisten te verbinden. In deze bijdrage wordt nagegaan of de balans tussen deze vereenvoudiging en de waarborgen die opgenomen zijn ter bescherming van de gedaagde evenwichtig is. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak civiel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2011 |
Trefwoorden | gebrekkige hulpzaak, integriteitschade, jurisprudentieoverzicht, onrechtmatige uitlatingen op internet, Wbp |
Auteurs | Mr. drs. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden in het kort de belangrijkste ontwikkelingen in de jurisprudentie in de jaren 2010 en 2011 besproken. Als nieuwe ontwikkelingen zijn onder meer te noemen beschikkingen in deelgeschillen en uitspraken op het gebied van de Wet bescherming persoonsgegevens. Er wordt onder meer ingegaan op uitspraken op het gebied van integriteitschade, de aansprakelijkheid van de hulpverlener door gebruikmaking van een gebrekkige hulpzaak, onrechtmatige uitlatingen over zorgverleners op internet en de causale toerekening, waarbij aan de orde is of deze al dan niet wordt doorbroken door het feit dat de patiënt zelf in de gelegenheid is de schade te voorkomen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Preadviezen Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht, Aflevering 1 2011 |
Auteurs | Joachim Meese |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | Boek 10 BW internationaal privaatrecht, codificatie, algemene bepalingen, redelijkheid en billijkheid ook voor het IPR?, tweedeling BW-RV geschikt voor IPR?, verhouding tot het buitenlandse IPR |
Auteurs | Prof. mr. A.V.M. Struycken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Per 1 januari 2012 zal er een Boek 10 BW zijn dat de codificatie bevat van een groot deel van het Nederlandse IPR. Het gaat om een consolidatie van een reeks IPR-wetten die sedert 1980 tot stand zijn gekomen. Aandacht wordt besteed aan het proces van voorbereiding van Boek 10, aan de functie van de redelijkheid en billijkheid in het IPR, aan de geschiktheid van het BW als onderdak voor het IPR, aan de verhouding tot het buitenlandse IPR en aan enige algemene bepalingen. |
Artikel |
Vrijwilligers binnen een maximalistische visie op herstelrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | Volunteers, Participation, restorative justice, Autonomy |
Auteurs | Erik Claes en Emilie Van Daele |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article aims at grounding and defining the role of volunteers in restorative justice practices. It starts from the observation that processes of institutionalization tend to make the role of volunteering citizens in restorative justice programmes doubtful and superfluous. These doubts are strengthened by the fact that the link between restorative justice values and the importance of working with volunteers is too easily assumed. Can we offer some well-founded arguments to back up this assumption and to outline what key roles volunteers can play? Several conceptions of restorative justice might be explored. This contribution examines the maximalist view, as developed by Lode Walgrave in his latest book Restorative Justice, Self-interest and Responsible Citizenship. The article critically asks if and how his conception demands an active role for volunteers within restorative justice practices. The paper develops its arguments on the basis of three key concepts in Walgraves model: (1) his definition of restorative justice; (2) his notion of crime; and (3) his socio-ethical intuition of common self-interest. |
Artikel |
Wonen, wijken en diversiteitEen interpretatieve beleidsanalyse van de legitimering van de relatie tussen huisvesting en integratie in ‘probleemwijken’ |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | legitimacy, housing, integration, interpretative policy analysis |
Auteurs | Marleen van der Haar en Ashley Terlouw |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article we study ways in which the relationship between housing and integration of migrants are being justified and legitimated in policy documents from the cities of Arnhem and Nijmegen. Making use of a critical frame analysis, we are particularly interested in the assumptions made with regard to the preferred population composition of neighbourhoods, images of ‘normality’ and ‘the ideal society’. Based on the analysis of a set of policy documents (such as the most recent coalition agreement, housing policy document and several neighbourhood plans of each city) and a pilot study that includes interviews with local administrators and residents of twelve neighbourhoods, we found that most problems that are being related to residential segregation in neighbourhoods are defined in socio-economic terms. In general, the data show that the mixing of people with different socio-economic positions is thought to be the solution to this problem. References to migrants are mainly indirect: many documents mention that a large part of the poor people are migrants. The issue of integration is mostly dealt with in documents that focus on so-called ‘problem neighbourhoods’. We conclude that the desirability of diverse neighbourhoods in terms of types of housing and groups of people is widespread. Yet the assumptions on which these ideas are built remain largely implicit. |
Artikel |
Waarom het transparantiebeginsel maar niet transparant wil worden |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2011 |
Trefwoorden | transparantiebeginsel, aanbestedingsrecht, rechtszekerheid, vrij verkeer |
Auteurs | Mr. A.W.G.J. Buijze |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europese transparantiebeginsel breidt zich uit als een olievlek over de zee van het Europese recht. Nu meer en meer rechtsgebieden onder de reikwijdte van het transparantiebeginsel vallen, wordt het steeds moeilijker het belang van het beginsel voor het Nederlandse recht te ontkennen. Toch blijft het moeilijk te preciseren wat het transparantiebeginsel precies vereist. In dit artikel wordt betoogd dat de sleutel ligt in het instrumentele karakter van het transparantiebeginsel: steeds is een mate van transparantie vereist die zo goed mogelijk bijdraagt aan het realiseren van de doelen die in een bepaalde context bij transparantie zijn gediend. |
Artikel |
De Europese patiëntenrichtlijn: van privileges naar rechten voor alle patiënten in Europa? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2011 |
Trefwoorden | mobiliteit patiënten, richtlijn, zorg, patiëntrechten, vrij verkeer |
Auteurs | Mr. dr. S.A. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bijna drie jaar nadat de Europese Commissie haar voorstel had gepubliceerd,1x Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg van 2 juli 2008, COM(2008) 414 def. Zie ook W. Sauter, ‘Patiëntenrechten bij grensoverschrijdende zorg’, NTER 2009/1, p. 1-7. is de richtlijn betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg onlangs door het Europees Parlement en de Raad aangenomen.2x Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende zorg, Pb. EU 2011, L 88/45. Op zichzelf is deze periode niet eens zo verbazingwekkend, gezien de ‘gevoeligheid’ van het onderwerp. Gezondheidszorg is bovendien een terrein waarop de lidstaten primair bevoegd zijn en de Europese Unie, volgens artikel 6 VWEU en artikel 168 lid 7 VWEU, slechts een ondersteunende en coördinerende rol vervult.Maar met de arresten van het Hof van Justitie over de toepassing van de Verdragsbepalingen betreffende het vrije dienstenverkeer op grensoverschrijdende zorg werd al lang vóór de totstandkoming van deze richtlijn de weg vrijgemaakt voor Europese regelgeving op dit terrein. In dit artikel staat de patiëntenrichtlijn centraal en het belang van deze richtlijn voor de ontwikkeling van patiëntenrechten in Europa. Noten
|
Praktijk |
Postcontractuele goede trouw en de reden voor ontbinding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | afgebroken onderhandelingen, Plas/Valburg, onvoorziene omstandigheden, redelijkheid en billijkheid, ontbinding |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur twee arresten van de Hoge Raad over het onderscheid tussen de precontractuele en de postcontractuele fase voor het afbreken van onderhandelingen. Tevens bespreekt de auteur een arrest van de Hoge Raad waarin de Hoge Raad een oordeel gaf over de eisen die aan een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring worden gegeven. |
Artikel |
Uitgaansstad onder spanning |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 4 2011 |
Auteurs | I. van Aalst en I. van Liempt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In recent decades the night-time economy has started to play a significant role in city centre regeneration; it has become a vital element of the urban economy, as well as a marketing tool in the competition between cities. Concerns about personal safety and fear of crime determine to a large extent the success of these nightlife districts. Based on an analysis of policy documents, night-time observations and expert interviews with stakeholders in the Safe Nightlife Programmes of Rotterdam and Utrecht, different local safety measures and their legitimizations in different local urban settings will be analysed. The question raised is how surveillance measures in different nightlife districts are legitimized, taking into account the fact that cities' nightlife districts do not only need to be safe, but are also favoured by its visitors for adventure and excitement. What are the social implications of these surveillance measures and what does this mean for the character of cities' nightlife districts? |
Diversen |
Voorontwerp van de wet invoering kostendekkende griffierechten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | Wetsvoorstel Kostendekkende griffierechten, Algemene wet bestuursrecht, Wet griffierechten burgerlijke zaken, Adviescommissie voor burgerlijk procesrecht |
Samenvatting |
Op 31 maart 2011 heeft de minister van Veiligheid en Justitie het wetsvoorstel Kostendekkende griffierechten (Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten) ter consultatie naar verschillende belanghebbende partijen gezonden. De redactie ontving het advies van de Adviescommissie voor burgerlijk procesrecht aan de minister van 31 mei jongstleden. Gelet op het belang van het wetsvoorstel en de mogelijke implicaties voor de rechtspleging heeft de redactie besloten het advies in dit nummer te publiceren. Inmiddels leert een blik op het internet dat ook tal van andere organisaties (onder andere de Nederlandse Orde van Advocaten, de Raad voor de Rechtspraak, de Nederlandse Verenging voor Gemeenten, Het Register Belastingadviseurs, de Voorzitter afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de vakcentrales en De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs) hun visie aan de minister hebben toegezonden. De redactie verwijst de lezer ter kennisname graag naar deze publicaties, maar volstaat gelet op de beschikbare ruimte en de civiel(proces)rechtelijke insteek van dit tijdschrift met het opnemen van onderstaand advies. |
Jurisprudentie |
2011/23 Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State 27 april 2011 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | Wob-verzoek, suïcideverslag, controle en toezicht, levenssfeer |
Samenvatting |
Wob-verzoek; suïcideverslag; belang IGZ; controle en toezicht; bescherming persoonlijke levenssfeer na overlijden. |