Een kwijtingsverklaring is in beginsel slechts een bewijs van betaling, behoudens tegenbewijs. Het verlenen van kwijting houdt niet automatisch een kwijtschelding in. Voor kwijtschelding is een afspraak vereist dat het verschuldigde bedrag niet hoeft te worden voldaan, of een vaststellingsovereenkomst over de omvang van een onzekere of betwiste schuld. |
Zoekresultaat: 81 artikelen
Jaar 2018 xArtikel |
Eens gekweten blijft gekweten?De Hoge Raad over het verschil tussen betaling, bewijs van betaling en kwijtschelding |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2018 |
Trefwoorden | kwijting, kwitantie, kwijtschelding, afstand, vaststellingsovereenkomst |
Auteurs | Mr. J.B.R. Regouw |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek Rechtspraak Tuchtrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | Tuchtrecht, tuchtmaatregelen, ouderlijk gezag, hoofdbehandelaarschap |
Auteurs | mr. C.A. Bol en mr. W.R. Kastelein |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze achtste kroniek Rechtspraak Tuchtrecht die in TvGR wordt gepubliceerd, worden in grote lijnen dezelfde onderwerpen behandeld als in de vorige kroniek. Het gaat dan om uitspraken over ontvankelijkheid en aanverwante procesrechtelijke onderwerpen, vraagstukken rond ouderlijk gezag, hoofdbehandelaarschap en regievoering, bevoegdheid en bekwaamheid, beroepsgeheim en dossiervoering, rapporten en verklaringen, alsmede de (zwaarte van) de door tuchtcolleges opgelegde tuchtmaatregelen. |
Artikel |
Derde evaluatie van de WMO: hoelang kan de wet nog mee? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, informed consent, CCMO, METC, proefpersonenverzekering |
Auteurs | mr. dr. M.C. Ploem, mr. N.O.M. Woestenburg, prof. dr. S. van de Vathorst e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Besproken wordt allereerst het algemene functioneren van de WMO, daarna zoomt het artikel in op het functioneren van de wet ten aanzien van de in de derde evaluatie onderscheiden deelthema’s: de reikwijdte van de wet; het informed consent-vereiste; het functioneren van de toetsingscommissies (CCMO en METC’s); de proefpersonenverzekering en het toezicht op de naleving van de wet. Vervolgens wordt aangegeven welke aanbevelingen het meeste prioriteit hebben en wordt ingegaan op de toekomstbestendigheid van de WMO. |
Annotatie |
Bestaat er zoiets als een onbillijke prijs? Zaak C-177/16 (AKKA/LAA) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2018 |
Trefwoorden | excessieve prijzen, benchmark, kosten, rendement, United Brands |
Auteurs | Eric van Damme en Wolf Sauter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze zaak wordt de norm voor excessieve prijzen aangevuld ten opzichte van de eerdere uitspraak in United Brands (1978). Prijsvergelijkingen staan hier centraal en kosten kunnen pas in een tweede stap aan de orde komen bij wijze van verweer na een eerste vaststelling van excessiviteit. De conclusie van A-G Wahl gaat nog verder en vereist het gebruik van een benchmarkprijs. Deze aanpak komt aan de orde in Pfizer/Flynn tegen CMA, een Engelse zaak die hier eveneens kort wordt aangestipt. |
Objets trouvés |
Recht is niet alleen recht als er recht op staatOver het (h)erkennen van de rechtskracht van private normen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | normalisatie, meetinstructie, prejudiciële vragen, status en rechtsgevolgen |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met het Achmea/Rijnberg-arrest van de Hoge Raad leek een doorbraak te zijn bereikt inzake de doorwerking van private regelgeving in het recht. Wanneer partijen het onderling eens zijn over de toepasselijkheid van bijvoorbeeld gedragscodes, toetst de Hoge Raad er ook aan zonder de juridische status ervan te beoordelen. De vraag wat te doen wanneer de relevantie van private regelgeving tussen partijen wordt betwist, blijkt echter een veel lastiger te nemen hobbel. Recente jurisprudentie over normalisatienormen toont aan dat het in zo’n geval buitengewoon complex is om te bepalen welke rechtsgevolgen aan private regels moeten worden verbonden. Wettelijke (h)erkenningsregels die de rechter behulpzaam kunnen zijn bij het kwalificeren en waarderen van private regels worden in die situatie node gemist. Hier ligt ook een taak voor wetgevingsjuristen. De vraag is alleen of één algemeen wettelijk kader voor uiteenlopende vormen van private regelgeving momenteel al haalbaar is. Werken met experimenteerbepalingen zou wel eens vruchtbaarder kunnen blijken te zijn. Dergelijke bepalingen zullen alleen werken wanneer wetgevingsjuristen, die ze moeten opstellen, zich eerst verdiepen in de schaduwwereld van private normen waarop deze bijdrage enig licht probeert te werpen. |
Artikel |
Kroniek Formeel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2018 |
Auteurs | Ben Polman, Max den Blanken, Rachel Bruinen e.a. |
Boilerplates etc. |
Schadeclausules bij overdracht van aandelen: een andere kijk? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | schadeclausules, overdracht van aandelen, schadevergoeding, kooprecht |
Auteurs | Prof. mr. dr. T.H.M. van Wechem |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Klachtplicht, Bouwcontracten, Aansprakelijkheid na oplevering, Verjaring en verval |
Auteurs | Prof. mr. S. van Gulijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de klachtplichtregeling, waarvoor de algemene wettelijke grondslag in artikel 6:89 BW is neergelegd. Specifiek voor de consumentenkoop en de aanneming van werk zijn daarvan afwijkende regelingen opgenomen, respectievelijk in artikel 7:23 en artikel 7:758 lid 3 BW. De klachtplichtregeling van artikel 7:758 lid 3 BW zal gaan wijzigen. De regering is immers voornemens in titel 7.12 BW (aanneming van werk) drie privaatrechtelijke wijzigen door te voeren in het kader van het Wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen. Aan artikel 7:758 BW zal een nieuw lid 4 worden toegevoegd. In deze bijdrage wordt allereerst de klachtplichtregeling van artikelen 6:89, 7:23 en 7:758 lid 3 BW toegelicht. Vervolgens wordt ingegaan op de gevolgen van het voorgestelde nieuwe lid 4 voor de toepassing van de klachtplicht in de praktijk. |
Artikel |
De aansprakelijkheid van de verkoopmakelaar tegenover kopers: over meetinstructies, gezichtspunten en schadeaspecten |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2018 |
Trefwoorden | zorgplicht, aansprakelijkheid, verkoopmakelaar, meetinstructie, marktwaarde |
Auteurs | Mr. M.H.J. Lubbers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de aansprakelijkheid van de verkoopmakelaar tegenover kopers bestudeerd, specifiek in het licht van een arrest over dit onderwerp dat de Hoge Raad deze zomer heeft gewezen. In het arrest lijkt wat gemakkelijk tot aansprakelijkheid te worden geconcludeerd. Het blijkt echter nog lastig te zijn om dan succesvol schade te claimen. |
Artikel |
Het grondrecht op collectief onderhandelen van zelfstandigen versus het Europese mededingingsrecht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Mededingingsrecht, Zelfstandige, Cao-exceptie, Vrijheid van vakvereniging, Recht op collectief onderhandelen |
Auteurs | Mr. R.F. Hoekstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat centraal dat de beperking van de door het Hof van Justitie geformuleerde ‘cao-exceptie’ op het Europese mededingingsrecht tot ‘werknemers’ en ‘schijnzelfstandigen’ zich moeilijk tot een grondrechtenbenadering lijkt te verhouden. Zelfstandigen met een zwakke arbeidsmarktpositie hebben namelijk evenzeer behoefte aan collectieve middelen om hun arbeidsvoorwaarden te verbeteren en vallen ook onder grondrechtenverdragen. Door een uitgebreide beschouwing van de relevante rechtsinstrumenten van de VN, de IAO en de Raad van Europa en de uitleg die de toezichtorganen hieraan geven blijkt dat het grondrecht op vrijheid van (vak)vereniging, collectief onderhandelen en collectieve actie evenzeer aan deze groep lijkt toe te komen, en een te rigoureuze inperking vanwege het mededingingsrecht niet gerechtvaardigd wordt geacht. De conclusie bevat enkele gedachten over hoe het Europese mededingingsrecht met een grondrechtenbenadering overeenstemming te brengen. Daarbij passeren zowel de recente ontwikkelingen rondom het zelfstandigenvraagstuk in Nederland als initiatieven op Europees niveau de revue. |
Redactioneel |
Vereende machten in de strijd tegen klimaatverandering? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | omgevingsrecht, strategisch procederen, Urgenda |
Auteurs | Prof. mr. K.J. (Kars) de Graaf |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | godsdienstvrijheid, EVRM, Islam, financiering geloofsgemeenschappen |
Auteurs | Dr. Adriaan Overbeeke |
SamenvattingAuteursinformatie |
According to the Coalition Agreement 2017-2021, the Dutch government intends to develop policy to prevent religious communities from receiving support from abroad if this support comes from so-called ‘unfree countries’. In the article, the author argues that restrictive measures in this area touch upon the collective freedom of religion, which is protected by the ECHR, measures that can only be justified under strict conditions in the light of religious freedom as guaranteed in article 9 ECHR. |
Europees strafrecht |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | Uitlevering, Weigeringsgrond, Verbod van ongelijke behandeling, Beperking van vrij verkeer, Strafrechtelijke samenwerking |
Auteurs | Mr. A.J. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft het Hof van Justitie in de zaak Pisciotti opnieuw een oordeel gegeven over uitlevering van een EU-onderdaan naar een derde staat.1xHvJ (Grote Kamer) 10 april 2018, zaak C-191/16, Romano Pisciotti/Bundesrepublik Deutschland, ECLI:EU:C:2018:222. Het arrest bouwt voort op eerdere revolutionaire rechtspraak en verduidelijkt de ingezette lijn van het Hof van Justitie. Om die reden is de uitspraak bijzonder interessant. In deze bijdrage bespreek ik het oordeel van het Hof van Justitie in Pisciotti. Vervolgens plaats ik het arrest in de context van eerdere Europese jurisprudentie over uitlevering. Ik bekijk ook welke implicaties de rechtspraak van het Hof van Justitie heeft voor de rechtspraktijk hier te lande. Noten
|
Artikel |
Wel of geen identiteitscontrole? Het dilemma van de ‘rule enforcer’ |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Identity control, Police, Rule enforcer, Selectivity, Discretionary space |
Auteurs | Dra Inès Saudelli |
SamenvattingAuteursinformatie |
It is common knowledge that the police in executing its duty as “rule enforcer” disposes of certain discretionary powers. Because of the heavy workload and the often ambiguous legislation, the police officer needs to decide on a selective basis when, how and towards whom he/she will act. These discretionary powers are present in proactive identity controls and already provoked strong reactions in the past. The media accused the police of over-controlling certain minority groups. With this ethnographic study into the Belgian practice of identity controls, in which we observe and interview police officers, we wish to get a better view of the way in which identity controls are executed. Although the research is still ongoing, we have already been able to establish that the decision-making process is based on a police feeling which police officers claim to have and which is formed by (a combination of) different triggers attracting their attention. |
Artikel |
Herstelrecht en slachtoffers van bedrijfsgeweld |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Corporate violence, Health, concepts of participation |
Auteurs | Ivo Aertsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Whether and under which conditions restorative justice can be applied to cases of corporate violence is explored starting from the phenomenon of corporate violence, defined as acts committed by corporations in the course of their regular activities but with harmful consequences for people’s health. Specific characteristics of different types of corporate violence are presented, as well as victims’ needs, experiences and expectations. The applicability of restorative justice, but also the need of its rethinking, is discussed through an analysis of the role of its key actors and the concepts of participation and restoration. |
Artikel |
Lokale invulling van open normen |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | concordantiebeginsel, wetgeving, rechtspraak, uitleg, systematiek |
Auteurs | Mr. J. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt in het artikel concordantie van wetgeving en in rechtspraak, alsmede eventuele Europese invloeden in de West via het concordantiebeginsel. |
Artikel |
De maatschappelijke integratie van de politiePolitieleiders over de actualiteit van een beladen concept |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | politie, maatschappelijke integratie, gebiedsgebonden politie |
Auteurs | Ivo van Duijneveldt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Since the 1970s social integration of the police has been considered as a key element of the Dutch police. This article focusses on the question of the relevance of social integration of the contemporary police. The article is based on interviews with present and former strategic leaders of the Dutch police. This study shows that social integration is still often considered to be a highly important value for the Dutch police, particularly with regard to the growing polarisation in society. However, some of the police chiefs also express their disapproval of the concept of social integration; in their view the concept reminds us of the past. Also, police chiefs are critical of the value of the concept because of its supposed geographical focus. The paper shows that this criticism can be understood as an interpretation of social integration in terms of ‘neighbourhood policing’ and as an operational police strategy. |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak rechten van de mens |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2018 |
Trefwoorden | EVRM, EHRM, rechten van de mens, Schending |
Auteurs | Prof. mr. A.C. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM of Hof) heeft in de periode januari 2017 tot en met augustus 2018 een groot aantal uitspraken gedaan die van belang zijn voor gezondheidsjuristen. Naast uitspraken over onderwerpen waarover het Hof zich in het verleden eerder heeft uitgesproken, zoals het recht op schadevergoeding na een medische fout, de omgang met medische persoonsgegevens en het waarborgen van toegang tot adequate medische zorg, liet het Hof zich uit over onderwerpen als het recht op patiëntveiligheid, het optreden van de autoriteiten jegens psychiatrische patiënten, het recht op cannabis en het voortzetten van levensverlengend handelen in situaties waarin de artsen dat niet langer zinvol achten. |
Artikel |
De dringende reden en ernstige verwijtbaarheid; twee afwegingen op basis van de omstandigheden van één geval |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Ernstige verwijtbaarheid, Transitievergoeding bij ontslag op staande voet, Dringende reden, Ontslag op staande voet, Bagateldelict |
Auteurs | prof. mr. Stefan Sagel en mr. Rik van Haeringen |
Samenvatting |
In een uitspraak van 30 maart 2018 maakte de Hoge Raad een einde aan de discussie over de vraag of een terecht gegeven ontslag op staande voet onder de Wwz kan samengaan met de verschuldigdheid van een transitievergoeding. De cassatierechter besliste dat het wettelijke systeem zich niet verzet tegen zulke samenloop. In al die gevallen waarin de door de rechter aangenomen dringende reden niet als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer kwalificeert, is de transitievergoeding verschuldigd. De vraag komt dan vervolgens wel op, wanneer van die ernstige verwijtbaarheid sprake is. Deze bijdrage beoogt de praktijk enige handvatten aan te reiken voor de beantwoording van die vraag. Net als bij de beoordeling of sprake is van een dringende reden, zullen ook hier de omstandigheden van het geval beslissend zijn. Maar hoewel er een grote mate van overlap is tussen de gezichtspunten die in aanmerking moeten worden genomen bij de afwegingen of sprake is van (i) een dringende reden en (ii) ernstige verwijtbaarheid, moeten de beide beoordelingen om verschillende redenen toch goed van elkaar worden onderscheiden. In de eerste plaats omdat bepaalde gezichtspunten in de beide wegingen voor verschillende partijen kunnen spreken. In de tweede plaats omdat aan bepaalde gezichtspunten die de Hoge Raad relevant acht in het kader van artikel 7:678 BW, geen gewicht toekomt in het kader van de op artikel 7:673 lid 7 onder c BW gestoelde weging van de ernstige verwijtbaarheid. Tot slot geldt bij weer andere van die gezichtspunten, dat het maar net van de omstandigheden van het geval afhangt, of zij ook van betekenis zijn voor de beoordeling of sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Kortom: een genuanceerde benadering is vereist. |
Artikel |
De OR en de benoeming en het ontslag van bestuurders en commissarissenAnnotatie bij: Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 18 juli 2018, JAR 2018/217 (Eneco) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | bestuurder, Ontslag, enquêterecht, ondernemingsraad |
Auteurs | dr. Ilse Zaal en mr. Constant van Tuyll |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op verzoek van de ondernemingsraad oordeelde de Ondernemingskamer dat bij Eneco sprake was van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid, onder meer omdat sprake was van schending van medezeggenschapsrechten. In deze annotatie bespreken auteurs de reikwijdte van dit arrest. Zij gaan met name in op het adviesrecht ten aanzien van de benoeming en het ontslag van de bestuurder. |