In overlijdensschadezaken wordt veelal geprocedeerd over schadevergoeding op grond van artikel 6:108 BW. Dit artikel biedt een grondslag voor nabestaanden om een vergoeding voor de kosten veroorzaakt door het verlies van levensonderhoud en de kosten van lijkbezorging te vorderen. In deze zaak hebben de eisers geen vordering ingediend als ‘nabestaanden’, maar als ‘directe schadelijders’ jegens wie ‘direct’ of ‘autonoom’ een (‘tweede’) onrechtmatige daad zou zijn gepleegd. Er wordt dus een bijzonder pad gekozen voor schadeverhaal. In deze noot wordt aandacht besteed aan het vorderingsrecht van respectievelijk de erfgenaam en de zus van de overledene. |
Zoekresultaat: 22 artikelen
Jaar 2013 xJurisprudentie |
Over erfgenamen, nabestaanden, naasten en derden als direct gekwetstenRb. Zeeland-West-Brabant 30 januari 2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:2618 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | overlijdensschade, nabestaanden, erfgenaam, artikel 6:108 BW |
Auteurs | Mr. dr. R. Rijnhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Discussie |
Opzegging van de DBFMO-overeenkomst |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | opzeggen, DBFMO, onvoorziene omstandigheden, innovatieve contractsvorming |
Auteurs | Mr. ir. F.M. van Cassel-van Zeeland |
SamenvattingAuteursinformatie |
De DBFMO-overeenkomst wordt door het Rijk toegepast bij grotere projecten. Bij toepasselijkheid van de Rijksbrede Modelovereenkomst DBFMO Huisvesting 2012 van de Rijksgebouwendienst kan enkel de opdrachtgever opzeggen en niet de opdrachtnemer. De opdrachtgever heeft hierbij niet de mogelijkheid om gedeeltelijk op te zeggen. Logischer is om aan te sluiten bij de partiële opzegbevoegdheid zoals die geldt bij aanneming van werk. |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in civiele zaken uit het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2013 |
Auteurs | Dr. H.J. van Kooten en dr. G.C.C. Lewin |
Artikel |
Voor en na Mabo. Rechtsontwikkeling in Australië |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | Legal anthropology, legal culture, Australian indigenous people, Aboriginal law, High Court of Australia |
Auteurs | Agnes Schreiner |
SamenvattingAuteursinformatie |
Important legal developments are often credited to court decisions. This contribution will firstly discuss the Australian High Court decision in the Mabo case as such. The legal implications of a decision are often emphasised, instead of the actual persons who started the case, as Dutch sociological research has shown. The article will secondly state that in the Mabo case the person Eddy Mabo and his Aboriginal companions were a lot more important. Not that one has to solely think of him and his clansmen as political activists who go to court to change the legal order. The analysis will show that Eddie Mabo c.s. represent a legal culture in its own right. That legal culture has a far much longer history than the two centuries of Anglo-Australian common law. Mabo came to the fore as someone who was entitled by Aboriginal law to bear witness of Aboriginal law. The fact that an Aboriginal actor as such is the pure actuality of law is hardly recognised by the Anglo-Australian legal culture. |
Artikel |
Financiering van de flatcoöperatie |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 11 2013 |
Trefwoorden | flatcoöperatie, pandrecht, huurbeding, lidmaatschap, hypotheek |
Auteurs | Mr. A.P. van Zijl |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt het arrest van de Hoge Raad van 26 april 2013. Hierin heeft de Hoge Raad bepaald dat het huurbeding van artikel 3:264 BW niet analoog kan worden toegepast op een pandrecht dat is gevestigd op een lidmaatschap in een flatcoöperatie. |
Artikel |
De maatschappelijke positie van Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 6 2013 |
Trefwoorden | CEE migrants, social position, labour migration, housing conditions, posted workers |
Auteurs | E. Snel, M. Faber en G. Engbersen |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article describes the social position of Central and Eastern European (CEE) migrants in the Netherlands, in particular their labour and housing position, using the results of recent Dutch research by three different groups of scholars. We cannot speak of a homogeneous group of migrants. The prevailing image of the hard-working labour migrant, doing low-qualified and often low-paid work (even though many of them are highly skilled) and faced with poor working and living conditions is largely confirmed by the available research. However, there are also knowledge workers (‘kennismigranten’) among the migrants from CEE-countries working in the Netherlands. In addition, the authors also found partners and children of previous migrants from CEE-countries, and students. This diversity of the new group of migrants from CEE-countries forms a challenge for local governments to find appropriate instruments to lead integration on the right track. |
Praktijk |
Boetes in B2C-verhoudingen ambtshalve getoetst |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2013 |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
Auteursinformatie |
Casus |
Pitfalls in ICT-contracten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2013 |
Auteurs | Mr. dr. T.J. de Graaf |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2013 |
Trefwoorden | conservatoir, executoriaal, beslag, afgifte, luchtvaartuig |
Auteurs | Prof. mr. drs. J.W.A. Biemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoofdartikel |
Uniform of gedifferentieerd arbeidsrechtEen nationaal en rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechtvaardiging en toekomst van bijzondere arbeidsverhoudingen |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | bijzondere arbeidsverhoudingen, uniform, differentiatie, rechtsvergelijking, gelijkheidsbeginsel, kwalificatievraag |
Auteurs | Prof. mr. dr. A.R. Houweling en Mr. dr. G.W. van der Voet |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 1907 heeft de wetgever bewust gekozen voor een uniforme wettelijke regeling inzake de arbeidsovereenkomst. Een gedifferentieerd stelsel van afzonderlijke arbeidsrechtelijke regelingen voor bijzondere beroepsgroepen werd uitdrukkelijk van de hand gewezen. Zo’n stelsel zou namelijk slechts aanleiding geven tot afbakeningsproblemen en rechtsonzekerheid. Inmiddels heeft zich evenwel – niettegenstaande dit uitgangspunt − een ‘waaier’ aan bijzondere arbeidsverhoudingen ontwikkeld. Gezien de parlementaire geschiedenis van de huidige wettelijke regeling in titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek, zou men verwachten dat het creëren (of handhaven) van afwijkende regelingen voor bepaalde arbeidsverhoudingen uitdrukkelijk door de wetgever is/wordt gemotiveerd en dat aan de vormgeving van dergelijke bijzondere arbeidsverhoudingen bewuste keuzes en/of principes ten grondslag liggen. In dit artikel onderzoeken de auteurs welke bijzondere arbeidsverhoudingen er zijn en in hoeverre daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. In het tweede deel van dit onderzoek analyseren de auteurs de trends en ontwikkelingen van bijzondere arbeidsverhoudingen in de Europese Unie. De auteurs concluderen dat voor een groot aantal bijzondere arbeidsverhoudingen geen rechtvaardigingsgronden (meer) bestaan. Voorts concluderen de auteurs dat ook in het buitenland geen rechtvaardigingsgronden zijn aangetroffen voor onderscheidingen in arbeidsrechtelijke regelingen. Zij wijzen erop dat bepaalde ontwikkelingen in het buitenland – met name ingegeven vanuit het gelijkheidsbeginsel en EU-recht – laten zien dat eerder een verregaande uniformering in plaats van verdergaande differentiatie valt te verwachten. Het gebruik van open normen – zoals in Nederland het geval is – zal in deze ontwikkeling een belangrijke rol spelen. |
Artikel |
De nietigheid van het testamentaire vervreemdingsverbod |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | artikel 4:45 lid 2 BW, vervreemdingsverbod, overdraagbaarheid vorderingsrechten, certificering, blokkeringsregeling |
Auteurs | Mr. J.L.D.J. Maasland |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 maart 2013 besproken over de vraag of de testamentaire last om een tot de nalatenschap behorende woning niet zonder toestemming van de andere erfgenaam te verkopen, op grond van artikel 4:931 BW (oud) – thans artikel 4:45 lid 2 BW – voor niet geschreven dient te worden gehouden. Hierbij wordt tevens ingegaan op de achtergronden van artikel 4:45 lid 2 BW. Vervolgens verkent de auteur alternatieve mogelijkheden om te bereiken dat bepaalde goederen van de nalatenschap – al dan niet gedurende een bepaalde periode na het overlijden – niet vervreemd kunnen worden. |
Artikel |
Maastrichtse parkeergarages: de plek waar het aanbestedingsrecht en het staatssteunrecht elkaar ontmoeten |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2013 |
Trefwoorden | Rechtsverwerking, dienstenconcessie, staatssteun, kenbare marktsituatie, passende maatregelen |
Auteurs | Mr. M.N. Weeda, Mr. L.J. Terpstra en Mr. C.A.M. Lombert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest van de Hoge Raad gewezen in januari van dit jaar in de zaak P1 Holding/Gemeente Maastricht en Q-Park is vanuit het perspectief van zowel aanbestedings- als staatssteunrecht interessant. Voor de tweede maal oordeelt het hoogste rechtscollege dat het Grossmann-verweer niet opgaat wanneer de Europese aanbestedingsrichtlijn niet van toepassing is. Daarnaast heeft de Hoge Raad geoordeeld dat voor de vaststelling of sprake is van het verstrekken van een met staatsmiddelen bekostigd voordeel, dat niet langs normale commerciële weg zou zijn verkregen, de op het moment van het aangaan van een overeenkomst kenbare marktsituatie en voorzienbare marktontwikkelingen bepalend zijn. In lijn met de uitspraak van het CBb in de Thuiszorgservice-zaak overweegt de Hoge Raad dat een enkele verklaring voor recht dat de uitvoering van een overeenkomst in verband met staatssteun onrechtmatig is jegens een derde, zonder een daaraan gekoppeld gebod tot herstel van de mededingingssituatie geen passende maatregel is die leidt tot een herstel van de mededingingssituatie van vóór de uitkering van de betreffende steun.HR 18 januari 2013, AB 2013, 108, m.nt. Metselaar, NJB 2013, 248, RvdW 2013, 171, LJN BY0543 (P1 Holding B.V./Gemeente Maastricht en Q-Park Exploitatie B.V.) |
Jurisprudentie |
ABRvS 9 januari 2013, nr. 201205781/1/R1 (Amsterdam/bestemmingsplan ‘Zuidelijke binnenstad’) (LJN: BY7994) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 2 2013 |
Auteurs | Tonny Nijmeijer |
Samenvatting |
Ontvankelijkheid. Hoogtematen. Regeling verbod short stay in bestemmingsplan |
Artikel |
Kroniek civiele rechtspraak mededingingsrecht 2012 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | kroniek, civiele rechtspraak, mededinging |
Auteurs | Mr. S. Tuinenga en prof. mr. J.S. Kortmann |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden door Nederlandse civiele rechters in 2012 gewezen uitspraken waarin het Nederlandse en/of Europese mededingingsrecht aan de orde kwam, besproken. Net als in de kronieken van vorige jaren wordt ook aandacht besteed aan enkele belangwekkende uitspraken met betrekking tot schadevergoedingsvorderingen op basis van mededingingsrechtelijke overtredingen. Waar het in het verleden vooral buitenlandse uitspraken betrof, bracht het afgelopen jaar ook de eerste belangwekkende uitspraken van Nederlandse rechters op dit gebied. |
Artikel |
Frontlijnwerken in de grote stad |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | frontline social work, Rotterdam, crisis situations, tailor-made approach, protection of the less-privileged |
Auteurs | B. Rombout |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article focuses on the activities and working methods of the Rotterdam social aid agency Bureau Frontlijn. It is based on the personal views and experiences of the author, Bureau Frontlijn director Barend Rombout, a former policeman who switched to social work in the disadvantaged districts more than ten years ago. The teaching of skills, coaching and training are key concepts in the work of Bureau Frontlijn. Many people suffering from a crisis because of unemployment, divorce, homelessness or early pregnancy are not adequately helped by state institutions, but instead get entangled in all kinds of bureaucratic procedures. What is needed in social aid is a more comprehensive and tailor-made approach. Even though individual responsibility is important, society has a moral obligation to protect the less privileged, because many of them have been in a disadvantaged situation since their birth or even earlier. |
Artikel |
Uitoefening bodemrecht fiscus; de contouren van de reële eigendom in de zin van de Leidraad Invordering 1990 en 2008 in het kader van een financial leaseHR 9 november 2012, LJN BX7851 (ABN Amro Lease/Ontvanger) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2013 |
Trefwoorden | bodemrecht (ontvanger), reële eigendom, bodemzaak, Invorderingswet 1990, Leidraad Invordering 1990 en 2008, (operational & financial) lease |
Auteurs | Mr. R. van den Bosch |
SamenvattingAuteursinformatie |
In HR 9 november 2012 komt de reikwijdte van het fiscaal bodemrecht ex art. 22 lid 3 Invorderingswet 1990 in het kader van een financial lease aan de orde. Hierin staan twee thema’s centraal: de contouren van de reële eigendom in de zin van de Leidraad Invordering 1990 en 2008 en de vraag of bodemzaken kunnen worden uitgewonnen voor schulden van andere rechtspersonen dan de belastingplichtige. |
Artikel |
Het wetsvoorstel consumentenkredietovereenkomsten, goederenkrediet en geldlening; bepalingen van goederenkrediet (2013) |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | goederenkrediet, gelieerde overeenkomsten, ontbinding, financiële lease |
Auteurs | Mr. O.N.S. Hakvoort |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur behandelt enkele onderdelen inzake goederenkrediet van het in 2011 gepubliceerde Consultatiedocument wetsvoorstel consumentenkredietovereenkomsten, goederenkrediet en geldlening. Aan deze onderdelen is tot op heden in de literatuur weinig aandacht besteed. De geconsulteerde regelgeving inzake goederenkrediet wordt beschreven tegen de achtergrond van in de praktijk gangbare constructies en gebruiken, en de jurisprudentie. |
Column |
Richtlijnconforme interpretatie bij de informatieplicht van algemene voorwaarden voor dienstverleners |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | Informatieplicht, dienstverlening, Dienstenrichtlijn |
Auteurs | Mr. dr. M.Y. Schaub |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Jurisprudentie |
ABRvS 14 november 2012, nr. 201201949/1/R1 (Zaanstad/bestemmingsplan ‘C100’) (LJN: BY3067) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 1 2013 |
Auteurs | Tycho Lam |
Samenvatting |
Aandeel sociale woningbouw. Afwijken van anterieure overeenkomst |
Artikel |
Het nieuwe CEPANI Mediatiereglement van 2013 |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | CEPANI, CEPINA, arbitration rules, domain names |
Auteurs | Herman Verbist en Luc Demeyere |
SamenvattingAuteursinformatie |
On 1 January 2013 the new Mediation Rules of CEPANI (the Belgian Center for Arbitration and Mediation) entered into force. The 2013 CEPANI Mediation Rules replace the 2005 version of the CEPANI Mediation Rules and also the 2010 version of the CEPANI ICT (Information and Communication Technology) Mediation Rules. The 2013 Rules contain provisions on the introduction of the mediation, the appointment of the mediator, the mediation protocol to be established at the beginning of the mediation process, the conduct of the mediation, the confidentiality, the end of the mediation and its costs. The authors comment on these various provisions of the CEPANI Mediation Rules and explain thereby also the relevant provisions of the Belgian Mediation Law contained in Chapter VII of the Belgian Judicial Code. |