In deze bijdrage wordt aandacht geschonken aan het wetsvoorstel ‘Wet opheffing verpandingsverboden’. Na inwerkingtreding van de wet kunnen de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van een geldvordering op naam die voortkomt uit de uitoefening van een beroep of bedrijf niet meer door een beding tussen schuldenaar en schuldeiser worden uitgesloten of beperkt. De Wet opheffing verpandingsverboden beoogt de kredietmogelijkheden van het bedrijfsleven te vergroten door zeker te stellen dat bedrijfsmatig verkregen geldvorderingen als onderpand voor financieringen kunnen worden ingezet. De nieuwe regeling, de daarin opgenomen uitzonderingen en het overgangsrecht worden kritisch besproken. |
Zoekresultaat: 17 artikelen
Jaar 2020 xWetenschap |
De Wet opheffing verpandingsverbodenEen kritische bespreking van de nieuwe regeling van art. 3:83 lid 3 en 4, 3:94 lid 5 en 3:239 lid 5 BW, alsmede van het overgangsrecht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | cessie- en verpandingsverboden, Overdraagbaarheid, Nietigheid, Vormvoorschrift, goederenrecht |
Auteurs | Mr. dr. M.H.E. Rongen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Overdracht van kredietvorderingen na Promontoria |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2020 |
Trefwoorden | cessie, vordering, rentebeleid, afhankelijk recht, zorgplicht |
Auteurs | Mr. J.L. Snijders en Mr. Y.C. Tonino |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Promontoria-arresten maken duidelijk dat bancaire vorderingen naar hun aard niet onoverdraagbaar zijn en dat, hoewel de bancaire zorgplicht niet op de verkrijgende partij overgaat, onder meer de redelijkheid en billijkheid kunnen meebrengen dat op de verkrijgende partij een eigen zorgplicht rust. Dit artikel gaat in op deze zorgplicht van de verkrijgende partij en de impact daarvan op de positie van de overdragende partij. |
Artikel |
Kroniek Insolventierecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2020 |
Auteurs | Matthieu Brink, Floris Dix, Jaap van der Meer e.a. |
Wetenschap en praktijk |
Verpanding van het recht op teruggaaf van btw: een aantrekkelijke vorm van zekerheid? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | cessie, omzetbelasting, oninbare vorderingen, factoring, pandrecht |
Auteurs | Mr. M. Broere |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij het aantrekken van een financiering wordt een schuldenaar meestal verplicht om zekerheid te geven over zijn activa. Zekerheid kan worden verstrekt over een specifiek vermogensbestanddeel of over een bepaald type activa. In die laatste categorie vallen vorderingen van de schuldenaar op de Belastingdienst uit hoofde van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB). Ingevolge de Wet OB is een ondernemer verplicht om gedurende een tijdvak in zijn administratie de door hem in rekening gebrachte en terug te vragen belasting toegevoegde waarde (btw) bij te houden. Aan het einde van het tijdvak is sprake van een vordering op of een schuld aan de Belastingdienst. In dit artikel wordt de vraag beantwoordt of verpanding van het recht op teruggaaf van btw een aantrekkelijke vorm van zekerheid is. |
Artikel |
Verpanding van andere objecten dan eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2020 |
Trefwoorden | vermogensrecht, overdracht, overdraagbaar, verpandbaar |
Auteurs | Mr. dr. ing. A.J. Verdaas |
SamenvattingAuteursinformatie |
De praktijk heeft behoefte aan de verpanding van andere objecten dan eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten. Onderzocht wordt in hoeverre het vermogensrecht in deze behoefte dient te voorzien. Geconcludeerd wordt tot enkele toevoegingen aan de Aanwijzingen voor de regelgeving. |
Artikel |
Rangorde van schulden der nalatenschap bij vereffening van nalatenschappen |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | voorrang, voorrecht, hypotheekrecht, pandrecht, uitdelingslijst |
Auteurs | Prof. mr. J.W.A. Biemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Centraal staat de rangorde van de schulden der nalatenschap (inclusief pand, hypotheek, voorrechten en andere voorrang) aan de hand van artikel 4:7 BW en de toepasselijke bepalingen in Boek 3 BW en in bijzondere wetten. |
Artikel |
Kroniek Vermogensrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 8 2020 |
Auteurs | Coen Drion, Anna Zwalve, Bastiaan Kout e.a. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | uiterste wil, corona, vormvoorschriften testament, testament op afstand, notariële akte |
Auteurs | Prof. mr. drs. J.W.A. Biemans en Prof. mr. W.D. Kolkman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid is het sinds maart 2020 mogelijk een uiterste wil te verlijden zonder de gelijktijdige fysieke aanwezigheid van notaris en testateur. Dit ‘teletestament’ kent enkele bijzondere voorschriften. Deze bijdrage plaatst deze voorschriften in de context van de reeds bestaande testamentsvormen. |
Artikel |
Uitwinning van zekerheidsrechten in vrijheid |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | separatist, executie, faillissement, goodwill, redelijke termijn |
Auteurs | Prof. mr. J.J. van Hees |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ook pand- en hypotheekhouders worden geconfronteerd met beperkingen bij de uitwinning van hun onderpand. Een tweetal daarvan wordt besproken: de toerekening van de opbrengst van een onderneming (inclusief goodwill) aan het meeverkochte onderpand en de bevoegdheid van de curator in faillissement tot het stellen van een termijn voor uitwinning. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | contractsvrijheid, eigendom, nadeelcompensatie, vrije advocaatkeuze, privacybescherming |
Auteurs | Mr. drs. P.A. Fruytier, Mr. B.M. Paijmans, Mr. J.A. van der Weide e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit redactioneel wordt het centrale onderwerp van dit themanummer toegelicht en wordt nader ingegaan op de bijdragen die in het nummer aan de orde komen. |
Kroniek |
Beslag- en executierecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | David de Knijff |
Auteursinformatie |
Artikel |
De onverpandbaarheid van assurantieportefeuilles |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | zekerheidsrechten, verpanding assurantieportefeuille, uitleg pandakte, bepaaldheidsvereiste |
Auteurs | Mr. K.J. Krzemiński en Mr. T.A. Hartman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Auteurs bespreken het arrest ING Bank/Thielen q.q. en gaan in op de vraag wat ‘verpanding van een assurantieportefeuille’ oplevert, nu deze op zichzelf niet vatbaar is voor verpanding. Door middel van uitleg van de pandakte concluderen zij dat een dergelijke verpanding leidt tot verpanding van alle voor verpanding vatbare vorderingen die zich in de assurantieportefeuille bevinden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | executoriale veilingen, onroerende zaken, notariaat, opbod |
Auteurs | Mr. H.Th.M. Burgers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel worden enkele incidenten en gewoonten besproken die zich bij executieveilingen hebben voorgedaan. Het artikel sluit af met twaalf conclusies ter voorkoming van incidenten, ongewenste handelwijzen en risico’s. |
Wetenschap |
Zeker en vastDe invloed van de wijziging van leningsvoorwaarden, fusie, splitsing, omzetting, schuldoverneming en overdracht van bezwaarde goederen op goederenrechtelijke zekerheden |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | positie pandhouder, wijziging kredietovereenkomst, contractsoverneming, zaaksvervanging, inhoud pandrecht |
Auteurs | Mr. G. Kreuze |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel behandelt de positie van de zekerheidshouder na herstructurering van de groep vennootschappen waartoe de zekerheidsgever(s) behoort (behoren). Herstructurering kan leiden tot wijziging van de kredietovereenkomst, tot een ‘wijziging’ van de schuldenaren of zekerheidsgevers (door bijvoorbeeld fusie of splitsing), of tot een herschikking van de goederen binnen de groep. Vanuit kosten-, tijds- en juridisch oogpunt vermijdt zowel de zekerheidshouder als de zekerheidsgever bij voorkeur dat zekerheden hergevestigd moeten worden. De auteur bespreekt of, en in welke gevallen, hervestiging nodig of gewenst is in het geval van wijziging van de kredietovereenkomst, fusie, splitsing of omzetting van een zekerheidsgever, schuldoverneming en overdracht van goederen binnen de groep. |
Artikel |
De beëindigde rechtspersoon en zijn opstalrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | ontbinding, rechtspersonen, vermogen, vereffening, beperkte rechten |
Auteurs | Mr. B. van der Wal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ingeval de rechthebbende van een opstalrecht een rechtspersoon is en deze rechtspersoon na ontbinding is opgehouden te bestaan, hoe kan de grondeigenaar dan van het opstalrecht op zijn grond af komen? Uit dit artikel volgt dat beëindiging mogelijk is, maar dat daarvoor meestal een uitspraak van de rechter is vereist. |
Wetenschap en praktijk |
(On)zekerheden bij het financieren van het product-als-dienstmodel |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | zekerheden, circulaire economie, product-als-dienstmodel, natrekking, financiering |
Auteurs | Mr. dr. C.H.A. van Oostrum |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ondernemingen die ondernemen conform de uitgangpunten van de circulaire economie ervaren moeilijkheden bij het aantrekken van vreemd vermogen. Dit komt omdat hun innovatieve verdienmodellen voor kredietverstrekkers onzekerheden bevatten. Deze onzekerheden komen ook tot uitdrukking bij het op waarde schatten van de geboden zekerheden. Deze problematiek speelt met name bij circulaire ondernemingen met een product-als-dienstmodel. De problematiek komt voort uit het gegeven dat deze ondernemingen het product-als-dienstmodel toepassen op producten die een lage waarde vertegenwoordigen of die vatbaar zijn voor natrekking. Dit in tegenstelling tot ondernemingen met een traditionele toepassing van het product-als-dienstmodel zoals autoleasemaatschappijen. In dit artikel bespreekt de auteur onzekerheden die een rol spelen bij het bieden van zekerheid voor de financiering van het product-als-dienstmodel zoals dat wordt toegepast door circulaire ondernemingen. Ook wordt ingegaan op mogelijke oplossingen die zijn aangedragen in de literatuur en de praktijk. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | faillissement, groepen, herstructureren, WHOA, garanties |
Auteurs | Mr. S.C. Pepels |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) introduceert de wetgever een nieuw instrument in de Faillissementswet: het dwangakkoord buiten surseance en faillissement. De auteur verkent in dit artikel de toepassingsmogelijkheden van de WHOA bij groepsherstructureringen, zowel in nationale als in internationale context. |