Reactie Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) op artikel Van der Windt: ‘De beoordeling van geneesmiddelenonderzoek onder de nieuwe Europese verordening – niet leuker, niet makkelijker’, verschenen in in TvGR 2017, nr. 4-5, p. 331-341. De CCMO wil graag enkele misverstanden wegnemen, die zouden kunnen ontstaan na lezing van het artikel van mr. drs. Th. van der Windt. De reikwijdte van de nieuwe Europese verordening voor klinisch geneesmiddelenonderzoek is in essentie niet anders dan van de huidige EU-richtlijn. METC-leden mogen onder de verordening nog steeds bij dezelfde instelling werkzaam zijn als waar het onderzoek plaatsvindt, maar, net als nu, niet aan dezelfde afdeling. Mede door diverse voorbereidende inspanningen zal Nederland ook na 2019 een aantrekkelijk land blijven voor het doen van klinisch geneesmiddelenonderzoek. |
Zoekresultaat: 46 artikelen
Jaar 2017 xArtikel |
De beoordeling van geneesmiddelenonderzoek onder de nieuwe Europese verordening – leuker kunnen we het wél makenReactie op TvGR-artikel Van der Windt: ‘De beoordeling van geneesmiddelenonderzoek onder de nieuwe Europese verordening – niet leuker, niet makkelijker’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2017 |
Trefwoorden | klinisch geneesmiddelenonderzoek, Europese wetgeving |
Auteurs | Dr. ir. M. Al, mr. I. van Veldhuizen, dr. C. de Heer e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De Algemene verordening gegevensbescherming: een introductie voor de zorgsector |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2017 |
Trefwoorden | Algemene verordening gegevensbescherming, privacy, bijzondere persoonsgegevens, accountability |
Auteurs | Mr. C. van Balen en mr. O.S. Nijveld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vanaf 25 mei 2018 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing. De AVG brengt ook voor organisaties in de zorgsector nieuwe verplichtingen met zich mee. In dit artikel worden de belangrijkste wijzigingen die de verordening meebrengt ten opzichte van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) besproken, voor zover die van belang zijn voor organisaties in de zorgsector. De auteurs gaan in op de nieuwe rechten van betrokkenen, de verplichtingen van verwerkingsverantwoordelijken en bewerkers en sancties en rechtsbescherming. Verder wordt de verhouding tussen de AVG en de bestaande sectorale wetgeving binnen de zorg besproken. |
Artikel |
Woonwagenbewoners in Nederland: een strijdbaar volkEen onderzoek naar het belang van mensenrechten voor woonwagenbewoners |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Travellers/Roma/Sinti, Cultural rights and cultural identity, Legal consciousness, Ewick & Silbey, Empirical research |
Auteurs | Claire Loven |
SamenvattingAuteursinformatie |
Legal institutions as well as European and international organisations have criticised Dutch policy regarding travellers (including Roma and Sinti living in a caravan). Main point of this criticism is that the Dutch government should do more to protect and facilitate the travellers culture. |
Praktijk |
De implementatie van de vierde en vijfde anti-witwasrichtlijn |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Wwft, witwassen, uiteindelijk belanghebbende, politiek prominente personen, vierde anti-witwasrichtlijn |
Auteurs | Mr. J.M. van Poelgeest |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vierde anti-witwasrichtlijn is in werking getreden en diende uiterlijk 26 juni 2017 te zijn geïmplementeerd. In verband met de implementatie van de richtlijn wijzigt onder meer de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). In dit artikel worden de belangrijkste wijzigingen besproken als gevolg van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden en de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn. De implementatie heeft een aanzienlijke impact op het beleid van alle instellingen die onder de Wwft vallen. Zo zullen de instellingen hun beleid moeten aanpassen en gebruik moeten gaan maken van het register met uiteindelijk belanghebbenden. De risicogebaseerde benadering komt nog meer naar voren in het cliëntenonderzoek dat door de instellingen moet worden verricht. |
Praktijk |
Regulering van betaaldienstverlening onder PSD II – is tech eating everything? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | PSD II, stand van zaken, betaalinitiatiedienst, rekeninginformatiedienst, open banking |
Auteurs | Mr. J. den Hamer en Mr. R. Middelburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 12 januari 2016 is de herziene richtlijn betaaldiensten (PSD II) in werking getreden. Deze richtlijn vervangt de richtlijn betaaldiensten van 2007 (PSD). Met PSD is destijds een vergunningplicht geïntroduceerd voor een nieuw type financiële onderneming: de betaaldienstverlener. PSD II beoogt twee nieuwe, innovatieve betaaldiensten, namelijk betaalinitiatie- en rekeninginformatiediensten, te reguleren om zodoende de interne markt voor betalingsverkeer te versterken. PSD II zal ‘open banking’ stimuleren. |
Artikel |
Naar een verzekerd slachtofferrecht: onderzoek naar effectief schadeverhaal van slachtoffers van misdrijven via het private verzekeringsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | vergoeding van misdrijfschade, WA-verzekering dader, vergoedingsmogelijkheden buiten strafproces, gewelds- en zedenmisdrijven, slachtoffers |
Auteurs | Mr. A.J.J.G. Schijns |
SamenvattingAuteursinformatie |
De praktijk laat zien dat de huidige schadevergoedingsmogelijkheden voor slachtoffers van misdrijven tekortschieten. Als gevolg daarvan blijft een deel van de slachtoffers en nabestaanden van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven met niet te verhalen schade zitten. Dit artikel bevat een samenvatting van recent onderzoek dat een kansrijke oplossing aanreikt waarbij slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven en hun nabestaanden de schade vergoed kunnen krijgen via de aansprakelijkheidsverzekeraar van de dader. |
Redactioneel |
Kwart eeuw NBWEen redactionele beschouwing |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2017 |
Trefwoorden | NBW, E.M. Meijers, codificatie, privaatrecht, rechtsvergelijking |
Auteurs | Mr. J.A. van der Weide |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit redactioneel reflecteert de redactie van het Maandblad voor Vermogensrecht op 25 jaar NBW. |
Artikel |
NBW-vermogensrecht 25 jaar |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2017 |
Trefwoorden | NBW, European Civil Code, vermogensrecht, codificatie, 25 jaar |
Auteurs | Prof. mr. H.J. Snijders |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het verleden: korte analyse van onze codificatiegolf, van vloed naar eb en van eb naar vloed. De toekomst: mede op grond van nieuwe ontwikkelingen alsnog van ons Burgerlijk Wetboek naar een European Civil Code, althans voor het vermogensrecht? |
Artikel |
Een eerste balans van het Europees burgerinitiatief, in het licht van de Anagnostakis-uitspraak en het EBI-herzieningsvoorstel |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2017 |
Trefwoorden | Europees burgerinitiatief, participerende democratie, aanvraag tot registratie, motiveringsplicht |
Auteurs | Prof. mr. L.A.J. Senden en Mr. dr. S. Nicolosi |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Verordening (EU) nr. 211/2011 zijn nadere voorwaarden vastgelegd voor het indienen van een Europees burgerinitiatief (EBI). In de ruim vijf jaar dat deze Verordening nu van kracht is, sinds 1 april 2012, zijn belangrijke knelpunten zichtbaar geworden. In deze bijdrage beogen we een eerste balans op te maken van de inrichting en de werking van het EBI, door een analyse van de recente uitspraak van het Hof van Justitie in de Anagnostakis zaak over de rechtmatigheid van een afwijzend besluit van de Commissie tot registratie van een EBI en het recente voorstel van de Commissie tot wijziging van de Verordening om de werking van het EBI te verbeteren.. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | toegankelijkheid, Europese Unie, VN-verdrag Handicap, Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, websites |
Auteurs | Mr. D.C. Houtzager |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een afspraak voor het ziekenhuis maken, online een maaltijd bestellen, een filmpje op YouTube bekijken? Het kan in toenemende mate alleen nog als je een website of een app kunt gebruiken. Als dat niet lukt, in verband met een visuele of andere beperking, kun je uitgesloten worden van die dienstverlening. Dat is ongewenst en daarom zijn er internationale standaarden voor de toegankelijkheid van websites en apps ontwikkeld. Dienstverleners die deze zogenoemde WCAG-standaarden toepassen, zijn er zeker van dat hun website of app toegankelijk is. De Europese Unie gebruikt de WCAG-normen voor een richtlijn over overheidswebsites. Die moet in 2018 zijn omgezet. Europa werkt aan een andere omvangrijke wet: de Toegankelijkheidsakte. Die bepaalt dat alleen nog apparaten zoals computers, kaartautomaten en telefoons in de EU op de markt mogen worden gebracht die aan toegankelijkheidseisen voldoen. Dat geldt ook voor bankdiensten, de luchtvaart, het spoor en internetdiensten. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Curaçaose Landsverordening inzake Concurrentie, Curaçaose mededingingsautoriteit, Fair Trade Authority Curaçao (FTAC) |
Auteurs | Sjoerd Bakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage beoogt een introductie te geven van het Curaçaose mededingingsrecht. In deze bijdrage zal achtereenvolgens worden stilgestaan bij (1) de achtergronden voor invoering van genoemde Landsverordening op Curaçao en de vraag in hoeverre kleinere jurisdicties als die van Curaçao (überhaupt) regels nodig hebben die de economische mededinging reguleren en aan banden leggen, (2) de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de Landsverordening Concurrentie en de Nederlandse Mededingingswet (Mw) en (3) de vraag hoe de publiek- en privaatrechtelijke handhaving van de nieuwe Landsverordening eruit zal (kunnen gaan) zien. |
Artikel |
Overgang van onderneming bij de pre-pack: een blik vooruit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Overgang van onderneming, Faillissement, Insolventie, Pre-pack, Werknemersbescherming |
Auteurs | mr. dr. Pam Hufman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 22 juni 2017 oordeelde het Hof van Justitie EU dat de regels met betrekking tot overgang van onderneming van toepassing zijn in een pre-packprocedure. In het artikel wordt de reikwijdte van het arrest, de (on)mogelijkheden voor betrokkenen bij doorstarts in het verleden en mogelijkheden tot aanpassing van de wet besproken. |
Artikel |
Ambtshalve toetsing aan Unierecht ten gunste van belangenorganisaties? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2017 |
Auteurs | Mr. F.E. Vermeulen en Mr. T.L. Schasfoort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het leerstuk van ambtshalve toetsing in consumentenzaken heeft zich ontwikkeld tot een gewichtige factor, waarbij een aantal nationale begrenzingen van het processueel debat in eerste aanleg en appel is losgelaten. Ambtshalve toetsing is gestoeld op de veronderstelling dat de consument zich tegenover zijn professionele wederpartij in een zwakke onderhandelingspositie bevindt en over minder informatie beschikt. Dit artikel gaat in op de vraag of er voldoende rechtvaardiging bestaat voor ambtshalve toetsing als de processuele belangen van een consument worden behartigd door een belangenorganisatie. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2017 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Praktijk |
FinTech: inleiding, huidige ontwikkelingen en (toezichtrechtelijke) stand van zaken |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | FinTech, financieel toezicht, herziening Wft |
Auteurs | Mr. J.A. Voerman en Mr. J. Baukema |
SamenvattingAuteursinformatie |
De ontwikkelingen op het gebied van FinTech gaan snel. FinTech lijkt dan ook een ware gamechanger. In deze bijdrage gaan de auteurs nader in op FinTech. Zij verwachten dat gevestigde techbedrijven vanwege hun slagkracht het meest van FinTech (zullen) profiteren. De gevestigde financiële ondernemingen maken echter ook een goede kans indien zij gebruikmaken van start-ups. Verder zien de auteurs dat overheden zich al actief met FinTech bezighouden. Een goede ontwikkeling, die in hun ogen vervolg moet krijgen. Daarnaast is het voor de ontwikkeling van FinTech van belang dat de wetgever bij het opstellen van toekomstige wet- en regelgeving zo veel mogelijk anticipeert op een flexibele wetstoepassing, die dit snel veranderende onderdeel van de financiële sector vergt. Deze bijdrage is van belang voor iedereen die meer wil weten over FinTech en de financieelrechtelijke stand van zaken aangaande dit onderwerp. |
Artikel |
Eerste uitspraak over de rolverdeling tussen de Europese Centrale Bank en nationale toezichthouders binnen het Single Supervisory Mechanism |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2017 |
Trefwoorden | SSM-bankentoezicht, prudentieel toezicht, Europese Centrale Bank, nationale toezichthouders, Administrative Board of Review (ABoR) |
Auteurs | Mr. A.W.M. van Toor |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het eerste arrest over de rolverdeling tussen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale toezichthouders binnen het Single Supervisory Mechanism (SSM) is van principiële aard. Het Gerecht oordeelt dat het SSM-bankentoezicht een exclusieve bevoegdheid van de ECB is en dat de nationale toezichthouders deze taak ten aanzien van niet-significante banken decentraal uitoefenen. Hoewel dit oordeel voor de hand lag, doet het vragen rijzen over de uitoefening van nationale bevoegdheden door de ECB en over de ministeriële verantwoordelijkheid voor het SSM-toezicht van de nationale toezichthouder. Verder verduidelijkt het arrest de betekenis van de adviezen van de Administrative Board of Review (ABoR) voor de motivering van ECB-toezichtbesluiten. |
Artikel |
Enkele opmerkingen over de invoering van de Curaçaose Landsverordening inzake concurrentie en de instelling van een Curaçaose mededingingsautoriteit |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, mededingingsautoriteit, Landsverordening Concurrentie, Fair Trade Authority Curaçao, handhaving |
Auteurs | Mr. dr. P.S. Bakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat het Curaçaose mededingingsrecht centraal. Er zal worden stilgestaan bij (i) de achtergronden voor invoering van de Landsverordening Concurrentie op Curaçao en de vraag in hoeverre kleinere jurisdicties als die van Curaçao (überhaupt) regels nodig hebben die de economische mededinging reguleren en aan banden leggen, (ii) de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de Landsverordening Concurrentie en de Nederlandse Mededingingswet en (iii) de vraag hoe de publiek- en privaatrechtelijke handhaving van de nieuwe landsverordening eruit zal (kunnen gaan) zien. |
Jurisprudentie |
Vrijheid van religie op de werkplaats en het Hof van Justitie: terug naar cuius regio, illius religio? |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Discriminatie, Vrijheid van religie, Hoofddoek, Richtlijn 2000/78/EU, Religie of overtuiging |
Auteurs | Prof. dr. Filip Dorssemont |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden twee mijlpaalarresten de dato 14 maart 2017 van het Hof van Justitie die betrekking hebben op discriminatie op basis van religie kritisch geanalyseerd. In beide gevallen gaf het dragen van een hoofddoek aanleiding tot het ontslag van een werkneemster. De auteur stelt dat het ontslag van een werkneemster wegens het dragen van een hoofddoek op basis van een algemene regel die uitingen van religieuze, politieke en filosofische overtuigingen verbiedt wel degelijk een directe vorm van discriminatie betreft. Hij betwist dat een beleid van neutraliteit in de onderneming een afdoende legitieme doelstelling vormt die indirecte discriminatie zou rechtvaardigen. De grondslag voor een dergelijke benadering, de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie opgenomen vrijheid van ondernemerschap, is niet dienstig om een richtlijn die het burgerschap binnen de Europese Unie beschermt, beperkend te interpreteren. Hij bepleit dat rechtvaardigingsgronden voor discriminatie op basis van religie voorzienbaar en kenbaar moeten zijn. Tot slot wordt het gebruik van de redelijke aanpassingen door het Hof van Justitie beschouwd. De auteur meent dat de analyse van het Hof op gespannen voet staat met de rechtspraak van het Hof voor de Rechten van de Mens en een risico in zich draagt van ‘harassment’ van werknemers die naar een plek in ‘backoffice’ worden verbannen. |
Jurisprudentie |
Notenkraker bij Rb. Rotterdam 1 juni 2017 (ECLI:NL:RBROT:2017:4116) (territorialiteitsbeginsel in het toezicht)Rb. Rotterdam: AFM mag inlichtingen vorderen van en een last onder dwangsom opleggen aan (rechts)personen die zich buiten Nederlands grondgebied bevinden |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1-2 2017 |
Trefwoorden | territorialiteitsbeginsel, Autoriteit Financiële Markten, grensoverschrijdende inlichtingenvordering, extraterritoriale werking bevoegdheid, last onder dwangsom |
Auteurs | Saskia Nuijten |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het effect van internationale netwerken en agentschappen in nationale implementatie van Europees beleid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1-2 2017 |
Trefwoorden | Europees beleid, implementatie, agentschappen, netwerken |
Auteurs | Esther Versluis en Josine Polak |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel analyseert de betrokkenheid van internationale netwerken en agentschappen bij de implementatie van Europese regelgeving op nationaal niveau. Aan de hand van een synthese van eerder onderzoek concluderen wij dat dit soort internationale samenwerking alleen succesvol is als er sprake is van wederzijdse afhankelijkheid tussen landen, en er een informele samenwerkingscultuur heerst. Omdat oorzaken van implementatieproblematiek nooit hetzelfde zullen zijn in alle EU-lidstaten, doen Europese netwerken en agentschappen er verstandig aan niet te gedetailleerd te willen sturen, maar rekening te blijven houden met het belang van culturele verschillen tussen de verschillende lidstaten van de EU. |