Op 4 juni 2017 heeft de Rechtbank Den Haag zich uitgelaten over de vraag of de ouders van Tristan van der V. aansprakelijk zijn voor de gevolgen van het schietincident in Alphen aan den Rijn. Meer in het bijzonder gaat het daarbij om de vraag of de ouders de relevante autoriteiten hadden behoren te informeren over de geestestoestand van hun zoon, in plaats van een gevaarlijke situatie te laten voortduren. In deze bijdrage wordt de uitspraak van de rechtbank – mede in het licht van haar eerdere uitspraak over de aansprakelijkheid van de politie naar aanleiding van hetzelfde schietincident – geanalyseerd, waarbij aandacht wordt besteed aan de civielrechtelijke, secundaire zorgplicht van de ouders. |
Zoekresultaat: 7 artikelen
Jaar 2017 xArtikel |
Over de zoektocht naar en de grenzen van secundaire aansprakelijkheid na het schietincident in Alphen aan den Rijn |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | secundaire aansprakelijkheid, zorgplicht, ouders, schietincident, Alphen aan den Rijn |
Auteurs | Mr. K.L. Maes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
In pari delicto; als de pot de ketel verwijt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2017 |
Trefwoorden | in pari delicto, nemo auditur, unclean hands, eigen schuld, relativiteit |
Auteurs | Prof. mr. A.L.M. Keirse en Mr. dr. B.M. Paijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het aloude adagium in pari delicto wordt in de jurisprudentie maar zelden in expliciete bewoordingen gebruikt. Het heeft in Nederland echter wel degelijk betekenis. Onbetamelijk gedrag van de benadeelde zou zelfs vaker reeds bij de vestiging van aansprakelijkheid in beeld moeten komen, en niet pas bij de omvang van aansprakelijkheid. |
Praktijk |
Onttrekkingen door aandeelhouders en de (niet benijdenswaardige) rol van het bestuur |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | uitkeringen, bestuur, vennootschappelijk belang, bestuurdersaansprakelijkheid, art. 2:216 lid 2 BW |
Auteurs | Mr. R. Fluit |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage geeft de auteur een overzicht van de grenzen die de wet en jurisprudentie thans stellen aan uitkeringen bij een bv. De nadruk ligt op de rol van het bestuur en meer in het bijzonder op de reikwijdte van zijn bevoegdheid om goedkeuring aan uitkeringen te weigeren. Indien het bestuur geen ruimte ziet om op basis van art. 2:216 lid 2 BW zijn goedkeuring te weigeren, maar het bestuur overigens wel van mening is dat door de uitkering het vennootschappelijk belang onevenredig wordt geschaad, welke middelen staan het dan ten dienste om de vennootschap te beschermen tegen deze uitkering. |
Column |
De professionele standaard: wat is een open en eerlijke reactie na een medisch incident? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4-5 2017 |
Trefwoorden | Medische incidenten, Professionele standaard, Wkkgz |
Auteurs | Mr. B.S. Laarman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt uiteengezet wat ‘openheid van zaken geven’ concreet inhoudt. Na een begrippenkader worden het doel en de achtergrond gegeven van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) als juridisch kader. Uit actuele inzichten uit wetenschap en (tucht)rechtspraak zijn vijf elementen van openheid af te leiden waaraan een open en eerlijke reactie moet voldoen, deze worden toegelicht. |
Artikel |
Rechtstreekse vergoeding van afgeleide schade van een vennoot in een personenvennootschap |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2017 |
Trefwoorden | afgeleide schade, afgescheiden vermogen, Poot/ABP-arrest, personenvennootschap, rechtspersoonlijkheid |
Auteurs | Mr. T.D.J. Oosterink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Schade aan het vermogen van een personenvennootschap heeft voor de individuele vennoten zowel rechtstreekse als afgeleide schade tot gevolg. De auteur onderzoekt hoe dit zit en of individuele vennoten die beide schadesoorten buiten de personenvennootschap om op de schadetoebrenger kunnen verhalen. Hij doet dit naar aanleiding van lagere rechtspraak en in het licht van het Poot/ABP-arrest. |
Artikel |
Actuele opvattingen inzake civiel schadeverhaal via het strafproces |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | schadevergoeding, voeging benadeelde partij, onevenredige belasting, convergentie strafrecht/civielrecht |
Auteurs | Dr. Renée Kool en Mr. dr. Jessy Emaus |
SamenvattingAuteursinformatie |
Crime victims’ compensation is a focal point of interest within the present Dutch penal policy. Coming forward as an injured party, crime victims may claim compensation for pecuniary and non-pecuniary damages from the prepetrator. Since the claim is of a subsidiary, civil nature, the decision making may not represent an undue burden to the criminal procedure. To further compensation, the legal criterion for accessibility was extended (2010) and policy measures were taken. The article provides an overview of the most important findings of an evaluation into to date’s practice, paying special attention to the opinion of legal professionals. Focussing on both the preparatory and the trial phase, a multidisciplinary research was executed, combining quantitative and qualitative research methods. The results show an increase of the amount of claims awarded since 2007. To date, victims’ compensation is commonly accepted within the Dutch criminal procedure. Nevertheless, the legal professionals point at the potential draw backs that sprout from the acknowledgment of the victim as a participant within the Dutch criminal proceedings. |