Door middel van zijn eerste transactiebeslissing ooit beëindigde het auditoraat van de Belgische mededingingsautoriteit op 22 juni 2015 een langlopend onderzoek naar retailprijsafspraken tussen supermarkten en hun leveranciers. Ondanks de eerste succesvolle toepassing van deze nieuwe schikkingsprocedure bevestigt de Belgische beslissing bovenal de onzekerheden omtrent de mededingingsrechtelijke beoordeling van ‘hub & spoke’ afspraken alsmede de beperkte reikwijdte van schikkingen als alternatieve instrumenten van mededingingshandhaving. |
Zoekresultaat: 12 artikelen
Jaar 2015 xArtikel |
De transactiebeslissing van het auditoraat van de Belgische mededingingsautoriteit in het supermarktendossier: een ‘hub & spoke’ compromis à la belge? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | prijsafspraken, onrechtstreekse informatie-uitwisseling, retailsector, schikkingsprocedure, Belgisch recht |
Auteurs | Pieter Van Cleynenbreugel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Casus |
Enkele gedachten over de arbeidsovereenkomst in het concern |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | arbeidsovereenkomst, concern, werknemer |
Auteurs | Prof. dr. R.M. Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De werknemer in het concern heeft veelal niet alleen te maken met degene met wie hij de arbeidsovereenkomst ondertekende, maar ziet zich tevens geconfronteerd met allerhande ‘derden’ die direct of indirect hun invloed uitoefenen op de arbeidsovereenkomst. Denk aan de situatie dat de werkgever niet meer in staat is het loon te betalen omdat de moedervennootschap al haar leningen heeft opgeëist. Een ander concernonderdeel kan zelfs in het geheel niet als derde worden ervaren, bijvoorbeeld in de veelvoorkomende situatie dat de werknemer binnen een concern feitelijk permanent werkt binnen een andere vennootschap dan die waarmee hij de arbeidsovereenkomst sloot. De centrale vraag van de auteur is of het recht voldoende rekening houdt met de arbeidsovereenkomst binnen het concern. |
Boekbespreking |
LITER of de beginselen van goed markttoezichtBoekbespreking van Annetje Ottow, Market and Competition Authorities: Good Agency Principles |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2015 |
Auteurs | Adrienne de Moor-van Vugt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ottow stelt in haar boek Market and Competition Authorities vast dat handhaving slechts het sluitstuk vormt van een omvattender strategie in het markttoezicht. Deze strategie moet worden ingebed in heldere uitgangspunten voor goed toezicht, LITER genoemd. Ottow ontleent inspiratie voor de ontwikkeling van LITER aan de ervaringen met de oprichting van ACM en de Britse CMA. De door inductief redeneren verkregen beginselen heeft zij vervolgens opnieuw tegen het licht gehouden van de theorie op dit gebied. Dit geheel biedt nuttige inzichten voor theorie en praktijk. |
Artikel |
De rechtspraak van het Hof van Justitie op het gebied van het mededingingsrecht: ontwikkelingen in de jaren 2013 en 2014 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2015 |
Trefwoorden | Mededingingsbeperkende afspraken, Misbruik van een economische machtspositie, Ondernemingsbegrip, Procedureel, Fundamentele rechtsbeginselen |
Auteurs | Mr. E. Oude Elferink en Mr. E.L.G. Mattioli |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het onderhavige artikel staan centraal de belangrijkste ontwikkelingen in de rechtspraak van het Hof van Justitie die zich in de jaren 2013 en 2014 hebben voorgedaan op het gebied van het mededingingsrecht. In verband met de enorme productie van arresten en beschikkingen door het Hof van Justitie op dit terrein komen uitsluitend de meest in het oog springende zaken aan bod |
Artikel |
Lundbeck en pay-for-delay schikkingen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2015 |
Trefwoorden | Lundbeck, pay-for-delay, schikking, farmaceutische industrie, Actavis |
Auteurs | Mr. J. Fanoy en Mr. T. Raats |
SamenvattingAuteursinformatie |
In januari 2015 publiceerde de Europese Commissie de boetebeschikking in de zaak Lundbeck. Lundbeck werd samen met een aantal producenten van generieke geneesmiddelen beboet voor pay-for-delay schikkingen die zij hadden getroffen. Door middel van deze schikkingen kwamen de betrokken producenten van generieke geneesmiddelen overeen dat zij markttoegang zouden uitstellen in ruil voor een betaling. In dit artikel wordt de Lundbeck-beschikking besproken en een vergelijking gemaakt met de beoordeling van pay-for-delay schikkingen door de Amerikaanse mededingingsautoriteit en rechter. |
Jurisprudentie |
Grenzen aan sociale concurrentie bij vrij verkeer van diensten en bij mededingingHvJ EU C-549/13, JAR 2014/264 (Bundesdruckerei GmbH) en HvJ EU C-413/13, JAR 2015/19 (FNV Kunsten Informatie en Media/FNV KIEM) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Vrijheid van diensten, Mededinging, Europees recht, Sociale concurrentie |
Auteurs | A.P.C.M. Jaspers |
SamenvattingAuteursinformatie |
HvJ EU C-549/13, JAR 2014/264 (Bundesdruckerei GmbH) en HvJ EU C-413/13, JAR 2015/19 (FNV Kunsten Informatie en Media/FNV KIEM) |
Artikel |
De NZa: marktmeester én toezichthouder |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | regulering, NZa, Commissie Borstlap |
Auteurs | Mr. Elisabeth Pietermaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het rapport van de Commissie Borstlap bevat een groot aantal aanbevelingen voor zowel de Nederlandse Zorgautoriteit als de minister van Volksgezondheid, Welzijn & Sport. Een van de aanbevelingen luidt dat moet worden overwogen de regulerings- en toezichttaken van de NZa niet langer in één organisatie onder te brengen. Op die aanbeveling wordt in deze bijdrage nader ingegaan, waarbij uiteraard ook aan de orde komt wat de commissie onder regulering en toezicht verstaat. |
Jurisprudentie |
Meelzaak – beperking aansprakelijkheid investeringsmaatschappijen door ACM?ACM-besluiten inzake Bencis en CVC d.d. 30 november 2014 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Meel, Toerekening, Ne bis in idem, Investeringsmaatschappij, Boeteberekening |
Auteurs | Paul van den Berg en Jeannette ten Cate |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de ACM-besluiten inzake Bencis en CVC van 30 november 2014. Met deze besluiten heeft ACM, in navolging van de praktijk van de Europese Commissie, voor het eerst investeringsmaatschappijen beboet voor een inbreuk begaan door een dochtervennootschap. In eerste instantie is alleen de dochtervennootschap, Meneba, aansprakelijk gehouden voor een gestelde kartelinbreuk. In twee nieuwe besluiten zijn Bencis en CVC, beide investeerders, alsnog beboet als gevolg van de inbreuk begaan door hun dochtervennootschap Meneba. De besluiten roepen een aantal interessante vragen op, waaronder met betrekking tot (1) de – in lijn met Europese jurisprudentie – lage standaard die ACM toepast voor toerekening van de inbreuk aan moedervennootschappen, in lijn met recente Europese jurisprudentie; (2) het nemen van een nieuw besluit ten aanzien van de moedervennootschappen; en (3) de wijze van omzetberekening voor de boete. |
Artikel |
Aanbodbundeling en gezamenlijke verkoop van primaire landbouwproducten – hoever reikt het kartelverbod? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | GMO, mededingingsrecht, kartelverbod, landbouwsector, producentenorganisatie |
Auteurs | Mr. Eric Janssen en Mr. Sjaak van der Heul |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de vorig jaar in werking getreden GMO-Verordening worden producenten van primaire landbouwproducten gestimuleerd hun producten gezamenlijk af te zetten. Wanneer gezamenlijke afzet tevens centrale prijsstelling en/of aanbodbundeling impliceert, kan een spanningsveld ontstaan met het kartelverbod dat concurrentiebeperkende afspraken zoals prijsafspraken en quotering verbiedt. In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de verhouding tussen de GMO-Verordening en het kartelverbod, waarbij de (on)mogelijkheden voor samenwerking in de landbouwsector worden geschetst. |
Artikel |
Exceptie van de mededingingsbepalingen voor (schijn)zelfstandigen: de zaak FNV Kiem |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | mededinging, sociaal beleid, werknemerschap, schijnzelfstandigen |
Auteurs | Prof. mr. F.J.L. Pennings |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens het Albany-arrest zijn cao-bepalingen die op werknemers betrekking hebben onder bepaalde voorwaarden uitgesloten van de werking van de mededingingsbepalingen van het VWEU (art. 101). In het arrest FNV Kiem is de vraag aan de orde of een bepaling die in een cao is opgenomen reeds om die reden buiten de mededingingsbepalingen valt. Als het antwoord hierop ontkennend is dan is de vraag of de omstandigheid dat de bepaling betrekking heeft op zelfstandigen, maar (ook) bedoeld is ter verbetering van arbeidsvoorwaarden of werkgelegenheid van werknemers tot gevolg heeft dat de mededingingsbepalingen dergelijke cao-bepalingen niet verbieden. Het Hof van Justitie antwoordde dat bepalingen die betrekking hebben op zelfstandigen niet buiten de werkingssfeer van artikel 101 VWEU vallen. Dit is echter anders wanneer het om schijnzelfstandigen gaat. Vervolgens gaf het Hof van Justitie een ruime definitie van ‘schijnzelfstandigen’, zodat het arrest meer mogelijkheden geeft om cao-bepalingen die betrekking hebben op ‘zelfstandigen’ te maken dan op het eerste gezicht lijkt. |
Praktijk |
Private enforcement van het mededingingsrecht: de toekomst van schadevergoedingsprocedures voor kartelschade in Nederland |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | private enforcement, private handhaving van het mededingingsrecht, civiele schadevergoedingsacties wegens kartelschade |
Auteurs | J. Houdijk en T. Schäfers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De handhaving c.q. afdwinging van (de normen van) het mededingingsrecht kent een duale uitwerking. Deze kenmerkt zich namelijk door een publiekrechtelijke en een privaatrechtelijke dimensie. De publiekrechtelijke handhaving is in handen van de nationale mededingingsautoriteiten, zoals de Autoriteit Consument & Markt in Nederland, en van de Europese Commissie binnen de Europese Unie. Publiekrechtelijke interventie heeft tot dusver steeds voorop gelopen binnen de Europese Unie en binnen de EU-lidstaten. Privaatrechtelijke handhaving, dan wel private enforcement, is echter aan een opkomst bezig: het betreft hier de toepassing van mededingingsrechtelijke normen in geschillen tussen private partijen, in het bijzonder in procedures die draaien om schadeverhaal ten aanzien van schade die een onderneming heeft geleden door de kartelgedragingen van andere marktpartijen. De opkomst van het fenomeen van private enforcement van het mededingingsrecht is recent kracht bij gezet door nieuwe regelgevingsinitiatieven van de Europese Commissie. In de Nederlandse rechtspraak zijn inmiddels de eerste schadevergoedingszaken vanwege (gestelde) kartelschade aanhangig. Ondanks deze initiatieven staat private enforcement van het mededingingsrecht in Nederland nog in de kinderschoenen: er zijn nog veel onduidelijkheden en nog vele stappen te zetten alvorens het is uitgegroeid tot een volwassen rechtsgebied. Denk hierbij aan de vaststelling c.q. berekening van geleden schade. Ook op het vlak van de organisatie en financiering van claim(procedure)s zijn interessante ontwikkelingen gaande in de vorm van voorstellen tot nieuwe Nederlandse wetgeving op het gebied van de ‘class action’. |
Redactioneel |
Effectief, efficiënt en innovatief markttoezicht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Eric van Damme |