Eind 2010 zijn de NMa en de NZa een nieuw samenwerkingsprotocol overeengekomen. Hierin is vastgelegd hoe beide toezichthouders zullen omgaan met situaties waarin hun mededingingsbevoegdheden elkaar raken dan wel overlappen. Uit de kernafspraken blijkt dat beide toezichthouders weinig idee hebben als het gaat om de vraag hoe hun mededingingsbevoegdheden zich tot elkaar verhouden. In drie van de vier afspraken die gericht zijn op het voorkomen van dubbel toezicht is helemaal geen sprake van dubbel toezicht. De afspraken met betrekking tot de wijze waarop de NZa haar zienswijzen in concentratiezaken dient in te vullen zijn niet functioneel dan wel contraproductief. |
Zoekresultaat: 10 artikelen
Jaar 2011 xArtikel |
NMa en NZa: houd je bij je leest!Een analyse van de mededingingsbevoegdheden van beide toezichthouders aan de hand van het Samenwerkingsprotocol NMa-NZa 2010 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | samenwerkingsprotocol, mededingingsbevoegdheden, NMa, NZa, samenwerkingsprotocol NMa-NZa 2010 |
Auteurs | Mr. dr. E.M.H. Loozen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Eerste uitspraak Hof van Justitie over de DienstenrichtlijnHet actief werven van cliënten door beoefenaars van gereglementeerde beroepen mag niet worden verboden |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2011 |
Trefwoorden | dienstenrichtlijn, commerciële communicatie, gereguleerde beroepen, Hof van Justitie, accountants |
Auteurs | Mr. drs. H.A.G. Temmink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de onderhavige prejudiciële zaak is het Hof van Justitie voor het eerst verzocht om een uitspraak over de uitlegging van de Dienstenrichtlijn. De vraag van de Franse Conseil d´Etat heeft betrekking op de vrijheid van commerciële communicatie voor beoefenaars van gereglementeerde beroepen, in casu accountants. Het Hof van Justitie bepaalt dat artikel 24 van de Dienstenrichtlijn zich verzet tegen een nationale regeling die dergelijke beoefenaars volledig verbiedt actief klanten te werven. |
Artikel |
Concentratie van ziekenhuiszorg – iemand moet het doen, maar wie? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2011 |
Trefwoorden | concentratie, kartelverbod, inkoopsamenwerking, Wbmv, ziekenhuiszorg |
Auteurs | Mr. drs. J.J. Rijken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Concentratie van behandelingen heeft een belangrijke plaats in recente discussies over de ziekenhuiszorg. Deze bijdrage onderzoekt de juridische ruimte van verschillende partijen om daarover beslissingen te nemen. Het ‘kwartetten’ met behandelingen door ziekenhuizen is een mededingingsrechtelijke hoofdzonde. Andere samenwerkingsvormen tussen ziekenhuizen en inkoopsamenwerking tussen zorgverzekeraars bevinden zich in grijs gebied: de NMa zou zich hierover duidelijker dan nu moeten uitspreken. De overheid beschikt met de Wbmv over een geschikt wettelijk instrument. Bij de toepassing daarvan moet echter rekening worden gehouden met een Europeesrechtelijke context die zich snel ontwikkelt. |
Artikel |
Waarom het transparantiebeginsel maar niet transparant wil worden |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2011 |
Trefwoorden | transparantiebeginsel, aanbestedingsrecht, rechtszekerheid, vrij verkeer |
Auteurs | Mr. A.W.G.J. Buijze |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europese transparantiebeginsel breidt zich uit als een olievlek over de zee van het Europese recht. Nu meer en meer rechtsgebieden onder de reikwijdte van het transparantiebeginsel vallen, wordt het steeds moeilijker het belang van het beginsel voor het Nederlandse recht te ontkennen. Toch blijft het moeilijk te preciseren wat het transparantiebeginsel precies vereist. In dit artikel wordt betoogd dat de sleutel ligt in het instrumentele karakter van het transparantiebeginsel: steeds is een mate van transparantie vereist die zo goed mogelijk bijdraagt aan het realiseren van de doelen die in een bepaalde context bij transparantie zijn gediend. |
Artikel |
Naar een Nederlandse OmgevingsautoriteitEen pleidooi voor onafhankelijk milieutoezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | toezicht, milieutoezicht, milieuhandhaving, Europees milieurecht, eerlijke concurrentieverhoudingen |
Auteurs | Prof. mr. G.A. Biezeveld en Mr. M.C. Stoové |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel wordt onderzocht in hoeverre verband bestaat tussen de mate van effectiviteit van milieutoezicht en de mate van onafhankelijkheid van dit toezicht. Aanleiding zijn onder meer diverse milieu-incidenten (Thermphos, Probo Koala) en het niet op orde zijn van het milieutoezicht. Voor bestuurders is milieutoezicht een haast onmogelijke opgave. De organisatie van het milieutoezicht wordt getoetst aan de Nederlandse en Europese eisen aan toezicht. Geconcludeerd wordt dat gebrek aan onafhankelijkheid van milieutoezicht een belangrijke oorzaak van de bestaande problemen is. De auteurs doen aanbevelingen voor het oprichten van een Nederlandse Omgevingsautoriteit. |
Discussie |
Onafhankelijkheid van toezicht is wel/niet essentieel |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2011 |
Auteurs | Mr. C.A. Fonteijn en Prof. J.M. Barendrecht |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het Europese toezicht op de financiële markten |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | Europese toezichthouders, nationale toezichthouders, financiële instellingen, markttoezicht, financiële markten |
Auteurs | Prof. mr. A.T. Ottow |
SamenvattingAuteursinformatie |
Per 1 januari jl. heeft zich een ingrijpende verandering voorgedaan in het financiële toezichtlandschap. Per die datum zijn de Europese netwerken van nationale toezichthouders omgevormd tot zelfstandige, Europese toezichthouders (de European Financial Supervisors). Hoewel de nationale toezichthouders primair verantwoordelijk blijven voor het toezicht op de financiële instellingen volgens het home country-model, heeft zich een belangrijke verschuiving van enkele toezichttaken van nationaal niveau naar Europees niveau voorgedaan. Een duidelijke tendens naar meer Europeanisering en centralisering is zich aan het voltrekken. Deze trend doet zich niet alleen in de financiële sectoren voor, maar doet tevens opgeld in andere sectoren van het markttoezicht. In dit artikel zal deze nieuwe toezichtarchitectuur voor de financiële sectoren aan de orde komen en de bevoegdheidsverdeling tussen nationale en Europese toezichthouders worden geschetst. |
Column |
Het Marktwerkingspaleis |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2011 |
Auteurs | Prof. dr. M.P. Schinkel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een column geeft een redacteur of auteur zijn of haar visie op een bepaald onderwerp. |
Artikel |
De problematiek van sfeervervaging bij de bestuurlijk-strafrechtelijke aanpak van mensenhandel in de legale prostitutiesector |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | human trafficking, prostitution control, adminstrative measures, prevention, criminal justice |
Auteurs | Nina Holvast en Patrick van der Meij |
SamenvattingAuteursinformatie |
Since the legalization of the prostitution sector, not only has the combating of human trafficking through criminal law been substantially fortified, but also the administrative approach to human trafficking in that sector. This integral approach of human trafficking, in which administrative and criminal law measures complement each other, is necessary to combat this harrowing type of crime. The criminal law-administrative approach offers good footholds for a more forceful reaction to human trafficking. Besides the preventive effect administrative measures can have as a complement to criminal law, administrative supervision can also be useful to obtain criminal law information. However, that brings several new dilemmas with it that are connected to the phenomenon of the blurring of spheres. Under certain circumstances, the blurring of spheres between a criminal law and an administrative approach can lead to an improper use of competencies. We conclude that in the manner in which the prostitution sector is currently supervised, the legal protection of the citizen against actions of the supervisor is inadequately guaranteed. That does not mean that information that is obtained through administrative supervision may no longer be used in criminal cases. It is to be recommended however that several changes be made to current practice, which may prevent the improper use of supervisory competencies in prostitution controls. |
Jurisprudentie |
‘Naming and Shaming’ door de OPTA: kunnen nog niet onherroepelijk geworden boetes openbaar worden gemaakt?ABRvS 10 november 2010, LJN BO3468 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | naming and shaming, boetebesluit, punitieve sanctie |
Auteurs | Mr. A. Danopoulos en Mr. D. van Tilborg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze notenkraker staat de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 10 november 2010 (LJN BO3468) centraal. Deze uitspraak is van belang voor de mogelijkheid voor bestuursorganen om nog niet onherroepelijk geworden boetebesluiten te publiceren inclusief de naam van de betrokken (rechts)personen. Rondom de publicatie van nog niet onherroepelijk geworden boetebesluiten speelt een aantal vragen, waarop de uitspraak gedeeltelijk antwoord geeft. Het gaat onder meer om de vraag of de publicatie kan worden gebaseerd op de wet. Daarnaast speelt de vraag of de openbaarmaking moet worden gezien als een punitieve sanctie. De auteurs bespreken in deze bijdrage de overwegingen van de Afdeling met betrekking tot de vragen die spelen rondom het publiceren van boetebesluiten en de consequenties daarvan voor de praktijk. |