Het eerste arrest over de rolverdeling tussen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale toezichthouders binnen het Single Supervisory Mechanism (SSM) is van principiële aard. Het Gerecht oordeelt dat het SSM-bankentoezicht een exclusieve bevoegdheid van de ECB is en dat de nationale toezichthouders deze taak ten aanzien van niet-significante banken decentraal uitoefenen. Hoewel dit oordeel voor de hand lag, doet het vragen rijzen over de uitoefening van nationale bevoegdheden door de ECB en over de ministeriële verantwoordelijkheid voor het SSM-toezicht van de nationale toezichthouder. Verder verduidelijkt het arrest de betekenis van de adviezen van de Administrative Board of Review (ABoR) voor de motivering van ECB-toezichtbesluiten. |
Zoekresultaat: 6 artikelen
Jaar 2017 xJurisprudentie |
Notenkraker bij CBb 13 september 2017, ECLI:NL:CBB:2017:309 (openbaarmaking boetebeleid)Bestuursrechter dwingt AFM om boetebeleid openbaar te maken en rekent haar erop af |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2017 |
Auteurs | Arnt Mein |
Auteursinformatie |
Artikel |
Eerste uitspraak over de rolverdeling tussen de Europese Centrale Bank en nationale toezichthouders binnen het Single Supervisory Mechanism |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2017 |
Trefwoorden | SSM-bankentoezicht, prudentieel toezicht, Europese Centrale Bank, nationale toezichthouders, Administrative Board of Review (ABoR) |
Auteurs | Mr. A.W.M. van Toor |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1-2 2017 |
Trefwoorden | handhaving, mededinging, toezichtstrategie, informele handhaving, preventieve interventie |
Auteurs | Eva Lachnit |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden enkele alternatieve handhavingsinstrumenten geanalyseerd zoals zij gebruikt worden door de Nederlandse Autoriteit Consument en Markt (ACM), de Britse Competition and Markets Authority (CMA) en de Franse Autorité de la Concurrence (de Autorité). Echter, hierbij ligt de focus niet op de individuele, juridische analyse van ieder handhavingsinstrument, maar op de relatie tussen handhavingsinstrumenten, onderliggende strategie, en toezichthouder. Het uiteindelijke doel van deze bijdrage is om te illustreren wat de gevolgen kunnen zijn van een brede toepassing van alternatieve handhavingsinstrumenten vanuit het perspectief van toezicht. Hierbij zullen er, met name in de concluderende paragrafen, conclusies worden getrokken die bruikbaar zijn voor het toepassen van alternatieve handhaving buiten het mededingingstoezicht. |
Artikel |
Delegatie van regelgevende bevoegdheid in Nederland: tijd voor herbezinning |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | delegatie, experimenteerwetgeving, kaderwetgeving |
Auteurs | Prof. mr. L.F.M. Verhey en Mr. C.S. Aal |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat delegatie van regelgevende bevoegdheid in Nederland op het niveau van de centrale overheid centraal. Het lijkt tijd voor een herbezinning op het geldende constitutionele kader voor delegatie. De auteurs merken op dat deze uitgangspunten weliswaar formeel nog worden onderschreven, maar onder druk van maatschappelijke veranderingen wordt daar in de praktijk steeds vaker van afgeweken. De samenleving verandert in technologisch, economisch en cultureel opzicht snel en de regering staat voor de uitdaging om wetgeving die veranderingen bij te laten benen. Dit gebeurt mede door bijvoorbeeld steeds meer gebruik te maken van kaderwetgeving, waarbij op formeel wetsniveau alleen kaderstellende regels worden vastgelegd; de uitwerking vindt plaats in lagere regelgeving. Dit roept echter de nodige vragen op over onder meer de positie van het parlement als controleur en medewetgever. Het is vanwege deze ontwikkelingen dat het volgens de auteurs tijd is voor een herbezinning op het constitutionele kader voor delegatie. |
Artikel |
Naar een verdere modernisering van het tuchtrecht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | tuchtprocesrecht, harmonisatie, artikel 6 EVRM, wettelijk tuchtrecht, Kaderwet tuchtprocesrecht |
Auteurs | Mr. D.J. Hesemans en Prof. mr. N.J.H. Huls |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het tuchtrecht heeft in de afgelopen twee decennia een aantal ontwikkelingen doorgemaakt, met name op het terrein van harmonisatie van het tuchtprocesrecht. De ambitie daarbij was telkens om een kader voor alle tuchtprocedures te scheppen bij alle wettelijk geregelde tuchtcolleges, maar die ambities zijn niet allemaal gerealiseerd. In de afzonderlijke tuchtrechtsystemen zijn in de tussentijd wel de nodige moderniseringen doorgevoerd. Die ontwikkeling lijkt nog niet ten einde. Het tuchtrecht staat dan ook nog steeds in de belangstelling en is volop in beweging. Het wordt nog steeds gezien als een waardevol middel om normen te handhaven die voor de uitoefening van specifieke beroepen gelden, en in die zin is het een bruikbaar instrument om de kwaliteit van de uitoefening van die beroepen te bevorderen. Mocht het ooit komen tot een Kaderwet tuchtprocesrecht, dan wordt in deze bijdrage een aantal elementen aangereikt en besproken, die in ieder geval aandacht behoeven. Naast de harmonisering van het wettelijk tuchtprocesrecht zijn ook andere ontwikkelingen waarneembaar. Zo worden ook buiten de gereglementeerde beroepen vaker elementen van het tuchtrecht toegepast, bijvoorbeeld ten aanzien van bankiers. |
Praktijk |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2016 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2017 |
Auteurs | Marc Custers, Marc Wiggers, Robin Struijlaart e.a. |
Auteursinformatie |