Bij een overname van de activa van een onderneming gaat het personeel op grond van de Richtlijn inzake overgang van onderneming automatisch mee over op de verkrijger, met behoud van alle rechten en plichten uit de (collectieve) arbeidsovereenkomst. Wanneer bij de vervreemder een medezeggenschapsorgaan is ingesteld, rijst de vraag of deze na overgang blijft bestaan. Op grond van artikel 6 van de Richtlijn 2001/23 behoudt de werknemersvertegenwoordiging haar functie en positie wanneer de onderneming na overgang ‘als eenheid blijft bestaan’. In de uitspraak UGT-FSP geeft het Hof van Justitie nadere invulling aan dit begrip. In haar annotatie analyseert de auteur deze uitspraak en past deze – aan de hand van een aantal casusposities – toe op de Nederlandse rechtspraktijk. Haar belangrijkste conclusie is dat de Nederlandse wetgever artikel 6 van de richtlijn alsnog moet implementeren. |
Zoekresultaat: 48 artikelen
Jaar 2010 xJurisprudentie |
Medezeggenschap na overgang onderneming: behoud van eenheid is geen synoniem van identiteitsbehoudHof van Justitie EG 29 juli 2010, C-151/09 (UGT-FSP) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | overgang van onderneming, overgang van medezeggenschap, behoud van eenheid, behoud van entiteit, ondernemingsraad |
Auteurs | Mr. I. Zaal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Een uitgelezen uitgever geeft vooral geld uitOK 27 mei 2010, LJN BM5928, JAR 2010/181 |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | enquêterecht, toetsing bij enquêterecht in vergelijking tot toetsing bij medezeggenschapsrecht, strategische aspecten van een zogeheten LBO, ondernemingsraad |
Auteurs | Mr. R.A.A. Duk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Ondernemingskamer heeft bij beschikking van 27 mei 2010 beslist dat rond de zogeheten leveraged buy-out (LBO) van PCM Holding door Apax sprake is geweest van wanbeleid. Daarbij kwamen vragen van strategie aan de orde en werd gewezen op de risico’s die een LBO naar zijn aard meebrengt. De OK was van oordeel, kort samengevat, dat PCM Holding een onderneming zonder duidelijke strategie was en dat ook daardoor bij de keuze voor Apax als partner voor een LBO niet voldoende doordacht was gehandeld.In de annotatie wordt bezien hoe de toetsing onder de vigeur van het enquêterecht in een geval als dit zich verhoudt tot de toetsing die de OK zou hebben toegepast wanneer de zaak via een beroep op artikel 26 Wet op de ondernemingsraden aan haar oordeel zou zijn onderworpen. Conclusie is dat die toetsing langs vergelijkbare lijnen zou zijn verlopen, aangenomen dat de betrokken centrale ondernemingsraad op dat moment zou hebben beschikt over de informatie die de OK op grond van het uitgevoerde onderzoek had. |
Artikel |
Ontslagrecht in het Koninkrijk der Nederlanden (2) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | ontslagrecht, concordantiebeginsel, Antillen, Aruba, arbeidsrecht, Koninkrijk der Nederlanden, doorwerking, Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden |
Auteurs | Mr. F.M. Dekker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens artikel 39 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden zijn de wetgevers van de verschillende Koninkrijkslanden verplicht een aantal belangrijke rechtsgebieden ‘zoveel mogelijk’ op overeenkomstige wijze te regelen. In een tweetal artikelen onderzoekt de auteur in hoeverre zij met betrekking tot het ontslagrecht aan deze zogenoemde concordantieverplichting voldoen. Volgens de auteur houdt artikel 39 Statuut namelijk in dat een verschil in wetgeving tussen de drie Koninkrijkslanden slechts geoorloofd is indien daar een behoorlijke rechtvaardigingsgrond voor kan worden aangewezen. In dit tweede deel ligt de focus allereerst op gevolgen van de recente staatkundige hervormingen binnen het Koninkrijk voor het vigerende ontslagrecht. Conclusie hiervan is dat de materiële gevolgen voor het ontslagrecht zeer beperkt zijn. Met dit als uitgangspunt worden vervolgens de opzegbepalingen uit het BW, de rechterlijke ontbinding en het einde van rechtswege in de verschillende koninkrijkslanden met elkaar vergeleken. Uit deze vergelijking blijkt dat er tussen de verschillende landen een hoop ongerechtvaardigde verschillen bestaan. Deze verschillen lijken zich evenwel voornamelijk voor te doen op technisch-juridische gebieden. Bij het uitvaardigen van nieuwe wetgeving houden de wetgevers dus onvoldoende rekening met het concordantiebeginsel. De rechters uit het Koninkrijk kan men in dezen daarentegen weinig kwalijk nemen. Daar waar hun een zekere beoordelingsruimte wordt gelaten, bestaat er immers een grote mate aan concordantie. Door middel van concorderende interpretatie worden de open normen in de verschillende landen namelijk op dezelfde wijze ingevuld. Hierbij moet er echter wel voor worden gewaakt dat er een te grote mate van concordantie wordt bereikt. De rechter mag de verschillen in cultuur en gewoontes tussen de Koninkrijkslanden niet uit het oog verliezen. |
Artikel |
Van maatstaf naar maatwerkEen korte geschiedenis van economische regulering |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | rendementsregulering, prijsregulering, maatstafconcurrentie, kwaliteitsregulering |
Auteurs | Drs. J.P. Poort en Dr. L.A.W. Tieben |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel geeft een gestileerd overzicht van verschillende methoden voor economische regulering en bespreekt per methode de sterke en zwakke kanten. Het accent ligt daarbij op de energienetten. Het beoogt op toegankelijke wijze de algemene trends en de lessen uit de reguleringsgeschiedenis van de afgelopen decennia weer te geven en snijdt een aantal thema’s aan die momenteel spelen in de reguleringspraktijk. De auteurs betogen dat de regulering periodieke aanpassing behoeft in het licht van nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en de marktontwikkelingen in de gereguleerde sector. Vaak is hierbij de uitdaging meer ruimte te bieden aan maatwerk zonder de voordelen van moderne reguleringsvormen zoals maatstafconcurrentie prijs te geven. |
Redactioneel |
In dit nummer |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2010 |
Artikel |
Zorgplichten in het concern |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | Concern, zorgplichten, moedermaatschappij, concernholding, maatschappelijk verantwoord ondernemen, MVO |
Auteurs | Prof. J.B. Huizink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht in hoeverre het begrip zorgplicht een rol speelt of zou kunnen spelen in concernverhoudingen, binnen groepen van vennootschappen. Daarbij wordt er in het bijzonder ingegaan op de moedermaatschappij of concernholding. In dit kader komen onder meer de volgende vragen aan bod: welk belang wordt er met zorgplicht gediend? Op welke wijze dient de moedermaatschappij de zorgplichten te vervullen? Wat zijn de gevolgen van schending van de zorgplicht? En hoe dient het fenomeen zorgplicht tegen de achtergrond van de daarmee beoogde doelen, als deze al expliciet gemaakt kunnen worden, te worden beoordeeld? |
Artikel |
Resultaten uit het verleden…Nog enige kritische kanttekeningen bij de recente wijzigingen in de Successiewet 1956 |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | Successiewet, bedrijfsopvolging, schenkbelasting, erfrechtelijke verkrijging, bedrijfsopvolging, fictiebepaling |
Auteurs | Mr. N.J. Schutte |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsvoorstel tot wijziging van de Successiewet heeft de Successiewet op een aantal ingrijpende maatregelen gewijzigd. In deze bijdrage wordt ingegaan op de na 15 september 2009 doorgevoerde wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet. Tevens bespreekt de auteur een aantal ‘klassieke’ fictiebepalingen en de specifieke gevolgen per wetsbepaling. Dit alles gebaseerd op de wettekst zoals die op 17 december 2009 door de Eerste Kamer is aanvaard, en op 1 januari 2010 in werking is getreden. Uit de analyse van de auteur blijkt dat de wetswijzigingen in een aantal gevallen verstrekkende gevolgen hebben die, als zij al gerechtvaardigd kunnen worden vanuit het systeem van de wet, toch een aanzienlijke en onverwachte fiscale last kunnen leggen op de schouders van fictieve verkrijgers. |
Artikel |
Herwaardering van certificering als beschermingsconstructie |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | Administratiekantoor, beschermingsconstructies, certificering, certificering van aandelen, Dutch discount, market for corporate control |
Auteurs | Mr. J. de Koning Gans en Prof. W.J. Oostwouder |
SamenvattingAuteursinformatie |
De praktijk wijst uit dat aandeelhoudersactivisme het vennootschappelijk belang kan bedreigen. In deze bijdrage wordt onderzocht wat de meest adequate vorm van bescherming van een beursvennootschap tegen een vijandige overname is. Allereerst worden de in Nederland meest voorkomende beschermingsconstructies besproken en geëvalueerd. De auteurs constateren vervolgens dat aan elke beschermingsmaatregel voor- en nadelen kleven. Deze voor- en nadelen hebben betrekking op de toereikendheid van de bescherming of de aanvaardbaarheid van de inperking van de zeggenschap van kapitaalverschaffers. Vergeleken met de andere behandelde beschermingsconstructies lijkt certificering echter volgens de auteurs het best aan beide criteria te voldoen. De auteurs sluiten deze bijdrage af met enkele aanbevelingen ten aanzien van het bestuur van het Administratiekantoor (AK) die de certificaten uitgeeft teneinde de onafhankelijkheid van het AK te kunnen waarborgen en certificering in het algemeen als meest aanvaardbare beschermingsconstructie te kunnen aanmerken. |
Redactioneel |
De toenemende internationale dimensie van het contractenrecht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2010 |
Samenvatting |
In een redactioneel artikel geeft de redactie een toelichting op het tijdschriftnummer in kwestie. |
Artikel |
Earn-outs: smeerolie voor overname deals? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | earn-out, bedrijfsovername, koper, verkoper |
Auteurs | Mr. A.M. van Hekesen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat het juridische instrument van de earn-out centraal. Allereerst wordt ingegaan op de redenen voor partijen om een earn-out overeen te komen, vervolgens worden verschillende aspecten van de vorm en inhoud van earn-outs besproken. En ten slotte wordt een aantal juridische aandachtspunten van earn-outs behandeld, waaronder de vraag of op de koper een bepaalde inspanningsverplichting kan rusten om te zorgen dat de earn-out targets worden behaald. |
Boekbespreking |
Portes, de economische sociologie en informele activiteiten |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 7 2010 |
Auteurs | J.P. van der Leun |
Auteursinformatie |
Artikel |
Enkele aspecten van de (on)mogelijkheid tot het vorderen van ‘afgeleide schade’ |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 11 2010 |
Trefwoorden | afgeleide schade, Poot/ABP, Kip/Rabo, specifieke zorgvuldigheidsnorm, geschillenregeling |
Auteurs | Mr. S. Schmeetz |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur het leerstuk van de afgeleide schade en de mogelijkheden die de aandeelhouder heeft wanneer afgeleide schade niet (rechtstreeks) gevorderd kan worden. |
Artikel |
Bestuurders en commissarissen zijn gewaarschuwd! Kartelwaakhond bijt vanaf nu ook natuurlijke personen |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 11 2010 |
Trefwoorden | Wegener, feitelijk leidinggevende, artikel 75a Mw, artikel 51 Sr, persoonlijke boete |
Auteurs | Mr. K.M. Baltus en Mr. M.Ph.M. Wiggers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs de Wegener-besluiten, waarin de NMa voor het eerst boetes heeft opgelegd aan feitelijk leidinggevenden. |
Casus |
De nieuwe groepsvrijstelling verticale overeenkomsten: de contractspraktijk op de schop? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | mededinging, distributie, groepsvrijstelling, overeenkomst |
Auteurs | Mr. M.J. van Joolingen en Mr. D.T.A. Noordeloos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 juni jongstleden heeft de Europese Commissie de regelgeving voor verticale overeenkomsten, zoals distributie, franchise en agentuur gewijzigd. In dit artikel zal een toelichting worden gegeven op de voor de praktijk meest belangrijke veranderingen die de komst van de deze nieuwe groepsvrijstelling met zich meebrengt. De nieuwe groepsvrijstelling neemt de contractspraktijk niet op de schop. Er zijn wel een aantal voor de contractspraktijk belangrijke praktische veranderingen doorgevoerd. Ook bestaande overeenkomsten dienen in lijn te worden gebracht met deze nieuwe regelgeving. |
Artikel |
Vernietiging van besluiten |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 10 2010 |
Trefwoorden | vernietiging, besluiten, wilsgebreken, arbitrage |
Auteurs | Mr. Chr.M. Stokkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt de vraag wie bevoegd zijn om op de voet van artikel 2:15 BW een vordering tot vernietiging van een besluit in te stellen, alsmede de vraag of vernietiging mogelijk is door arbiters. |
Artikel |
Misdaadgeld en voetbalEmotioneel witwassen en andere oneconomische motieven |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 1 2010 |
Auteurs | B.M.J. Slot |
SamenvattingAuteursinformatie |
With the growing economic importance of sport in the past two decades there has been a massive increase in the investment of money in the football sector, and some of this has criminal connections. The FATF has carried out a study, Money laundering through the football sector, to analyze what makes the football sector attractive to criminals. The report examines case studies to identify vulnerabilities of the football sector for criminal money. Some of those relate to the financial fragilities of the sector as a whole. Other vulnerabilities involve the intransparant transfer market and the dubious role of football agents. There are also social-psychological vulnerabilities. Football has a long history of private individuals investing in clubs. These individuals do not expect profits, but hope to acquire prestige and gain access to the local or even national establishment. Football has changed from a popular sport into a global industry, but its regulatory structure has not yet caught up with these changes. |
Artikel |
Een beloningscode voor de financiële sector |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | beloningsbeleid financiële sector, corporate governance,, Code Banken, financiële onderneming |
Auteurs | Mr. C. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage heeft betrekking op het beloningsbeleid in de financiële sector. Allereerst wordt ingegaan op toegenomen aandacht voor de beloningen in de financiële sector en op de opbouw en reikwijdte van de verschillende initiatieven. Vervolgens worden de verschillende initiatieven op het gebied van het beloningsbeleid in de financiële sector met elkaar vergeleken. Die vergelijking mondt uit in een (model) beloningscode die weergeeft wat goede corporate governance op het gebied van het beloningsbeleid zou kunnen zijn. Deze (model) beloningscode zouden financiële instellingen of financiële ondernemingen kunnen gebruiken als leidraad bij het vaststellen en uitvoeren van hun beloningsbeleid. Deze bijdrage wordt afgesloten met enkele afsluitende opmerkingen. |
Artikel |
Sluit het publieke overnamebeleid aan bij de private overnamepraktijk? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | publiekeovernamebeleid, theorie van de Markt voor Bestuurstitels, minimax-spijttheorie, overnamepraktijk |
Auteurs | Prof. dr. H. Schenk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het publieke overnamebeleid is gebaseerd op de theorie van de Markt voor Bestuurstitels. Deze bijdrage laat zien dat overnames in de praktijk veelal gebaseerd zijn op factoren die met deze theorie weinig te maken hebben. Dat blijkt onder meer uit het feit dat de meeste overnames telkens weer mislukken op het vlak van economische waardeschepping. Deze bijdrage presenteert daarom een alternatief dat volgens de auteur nauwer aansluit bij de werkelijke overnamepraktijk, te weten de minimax-spijttheorie. Deze theorie legt het accent op strategische in plaats van economische factoren. Een en ander heeft verregaande consequenties voor het publieke overnamebeleid, in het bijzonder betreffende de toelaatbaarheid van beschermingsconstructies. |
Redactioneel |
Stresstest |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2010 |
Samenvatting |
In een redactioneel artikel geeft de redactie een toelichting op het tijdschriftnummer in kwestie. |
Artikel |
De Wet collectieve afwikkeling massaschade als alternatief voor Amerikaanse class action-procedures voor het afwikkelen van massaschades bij beleggers |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 9 2010 |
Trefwoorden | Wet collectieve afwikkeling massaschade, beleggingsschade, massaschade, class action, collectieve schikking |
Auteurs | Mr. S. Marić, LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de uitspraak Morrison v. National Australia Bank van het Amerikaanse Hooggerechtshof en de mogelijke gevolgen hiervan voor de Nederlandse regeling van afwikkeling van massaschades. |