Sinds de invoering van het Burgerlijk Wetboek in 1838 heeft men herhaaldelijk getracht de gronden voor echtscheiding te verruimen. Hoewel deze gronden uiteindelijk pas verruimd werden in 1971, werd de tot die tijd bestaande situatie, waarbij echtscheiding slechts op vier gronden mogelijk was en echtscheiding met wederzijds goedvinden verboden was, als onwenselijk beschouwd. Dit gevoelen werd nog sterker na het arrest van de Hoge Raad uit 1883, de zogenaamde 'Groote Leugen'. Teneinde een einde te maken aan deze 'Groote Leugen' en in een poging het Nederlandse echtscheidingsrecht meer in lijn te brengen met het Duitse recht, heeft de Nederlandse secretaris-generaal voor Justitie, J.J. Schrieke, tussen 1942 en 1944 twee wijzigingsvoorstellen voorgelegd aan de Duitse autoriteiten welke destijds Nederland bezet hielden. Dit artikel analyseert beide wijzigingsvoorstellen en probeert een antwoord te geven op de vraag in hoeverre deze voorstellen het resultaat waren van een mogelijke invloed van het Nationaal Socialisme. |
Zoekresultaat: 31 artikelen
Jaar 2013 xArticle |
|
Tijdschrift | Family & Law, december 2013 |
Auteurs | Dr. Mariken Lenaerts LL.M., Ph.D. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Verplichte vervroegde pensionering van piloten: leeftijdsdiscriminatie?HR 13 juli 2012, JAR 2012/209, NJ 2012, 396 (werknemers/KLM en VNV) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | vervroegd pensioenontslag, leeftijdsdiscriminatie, objectieve rechtvaardigingsgronden, legitiem doel, proportionaliteit, motivering |
Auteurs | T. Jaspers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Verplicht vervroegd pensioen is een fenomeen dat weliswaar steeds minder voorkomt, maar voor sommige beroepen nog vrij normaal is. Bij luchtvaartmaatschappijen zoals de KLM, maar daar niet alleen, geldt nog steeds een regeling dat piloten ruim voor de AOW-leeftijd, variërend van 56 tot 60 jaar, met pensioen (moeten) gaan. Er geldt een automatisch pensioenontslag. In 2012 heeft de Hoge Raad zich opnieuw moeten buigen over wat door piloten als leeftijdsdiscriminatie wordt aangemerkt. In 2006 had de Hoge Raad dat ook al eens gedaan in soortgelijke zaken. In de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie vindt men inmiddels een uitgebreide jurisprudentie op verplicht pensioenontslag. In zijn recente arrest van 2012 volgt de Hoge Raad de lijn van de rechtspraak van het Europese Hof en komt tot de conclusie dat er weliswaar sprake is van ‘onderscheid naar leeftijd’, maar dat daarvoor een objectieve rechtvaardiging bestaat zoals door KLM en de vakbond van piloten was aangegeven. Deze uitspraak is niet alleen van belang voor deze KLM-piloten, maar gaat verder, omdat het verplichte of automatische pensioenontslag, niet alleen ‘vervroegd’ maar ook op latere leeftijd, zoals dat tegenwoordig vaker voorkomt, hier aan de orde is. In deze annotatie wordt de motivering van de Hoge Raad – en van het hof van Amsterdam in appèl – tegen het licht gehouden en geconfronteerd met de wijze waarop het Europese Hof en de hoogste gerechten in Duitsland en Frankrijk te werk gaan. Er kan gerede twijfel rijzen of de redeneringen in de Nederlandse rechtspraak wel even sound en houdbaar zijn als we in de rechtspraak van het Europese Hof en het Duitse Bundesarbeitsgericht aantreffen. De materie is weerbarstig, dat is wel duidelijk. Zij heeft vele facetten, niet in het minst uit een oogpunt van werkgelegenheidsbeleid, landelijk én lokaal of zelfs op het niveau van de onderneming. In deze annotatie worden de verschillende invalshoeken belicht om tot een oordeel te komen óf en zo ja onder welke voorwaarden een dergelijk onderscheid naar leeftijd gerechtvaardigd zou kunnen zijn en welke eisen gesteld zouden moeten worden aan de motivering ervan. |
Artikel |
Promoveren in het arbeidsrecht – een overzicht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | dissertaties, proefschriften, promotor, sociaal recht, proefschriftthema’s |
Auteurs | R.M. Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wie wil weten welke dissertaties in Nederland op het terrein van het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht zijn verschenen, wacht een lange zoektocht. De verscheidene digitale bibliotheken bieden (nog) geen makkelijk doorzoekbaar, relevant overzicht. In deze bijdrage is gepoogd een dergelijk overzicht te geven. De bijdrage bevat niet alleen een lijst van de door de auteur gevonden dissertaties, maar ook informatie omtrent, onder andere, (trends in) gekozen proefschriftthema’s, aantallen dissertaties per faculteit en per decennium. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | heersercultus, Monotheïsme, Romeinse Rijk |
Auteurs | Renske Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article, the Roman perspective on the relations between the Roman imperial cult and monotheistic movements in the same period will be investigated. In modern scholarship, this Roman point of view has been underrepresented. This article will aim to create a better understanding of the religious conflicts that arose between ca. 44 B.C.E. and 313 C.E and serve as an example for attempting to understand the ‘alien’ side in religious conflict. This article will conclude that Roman religion has to be seen in the context of imperial politics to explain not only the conflicts between the Roman state, Jews and Christians, but also the rise of the imperial cult. |
Artikel |
Pot, crack en Obama’s ‘third way’Liberalisering van drugsbeleid in de Verenigde Staten? |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 8 2013 |
Auteurs | I. Haen Marshall |
SamenvattingAuteursinformatie |
This essay describes the most important recent events in the field of American drugs legislation covering the liberalization of cannabis policies in several states as well as the reduction of penalties for the possession of crack at the federal level. These developments are situated in a broader context of a complicated and big country with plenty of room for extreme moral views and a very punitive justice policy that targets Blacks and Latino’s much more than the white middle class. The disproportionate impact of the punitive drugs legislation is an important driving force behind the trend towards liberalization, next to the high costs of maintaining an overcrowded prison system. |
Artikel |
Handhaven en balanceren: een tussenstand van privaatrechtelijke handhaving in Europa |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2013 |
Trefwoorden | privaatrechtelijke handhaving, collectief verhaal, kartelschade, richtlijnvoorstel, aanbeveling |
Auteurs | Prof. mr. I.N. Tzankova, Mr. M.J. Plomp en Mr. T. Raats |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na een jarenlange politieke strijd heeft de Europese Commissie in het voorjaar van 2013 een pakket aan maatregelen gepubliceerd waarmee zij beoogt het verhaal van schade als gevolg van inbreuken op het mededingingsrecht te faciliteren. In dit artikel gaan wij in op de achtergrond en inhoud van het pakket van maatregelen. Centraal staat de vraag of de Europese Commissie haar doelstellingen met het voorliggende pakket zal bereiken en welke gevolgen de praktijk kan verwachten naar aanleiding van de voorgestelde maatregelen. |
Artikel |
Beoordeling van duurzaamheidsinitiatieven onder het kartelverbodContouren van een algemeen beoordelingskader en toepassing daarvan op het Energieakkoord |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2013 |
Trefwoorden | Energieakkoord, Milieu, Duurzaamheid, Kartelverbod |
Auteurs | Mr. E.H. Pijnacker Hordijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur betoogt dat de beoordeling van het Energieakkoord een gemiste kans is om de Wouters-leer daadwerkelijk in de praktijk toe te passen. Daarvoor in de plaats is een kwantitatieve inschatting van de financiële gevolgen van de maatregel gesteld die in diverse opzichten betwistbaar is, met alle negatieve gevolgen van dien voor de uitvoerbaarheid van het Energieakkoord. En dat terwijl er brede maatschappelijke consensus bestond over de wenselijkheid van snelle implementatie daarvan. De beoordeling door ACM van de gevolgen van het Energieakkoord maakt op treffende wijze duidelijk waar het aan schort: als gevolg van een verabsolutering van het deelbelang van de consumentenwelvaart wordt een maatschappelijk uitzonderlijk breed gedragen initiatief doorkruist, waarvan de positieve gevolgen voor het milieu onbetwistbaar zijn. |
Artikel |
Raphael Lemkin en de misdaad zonder naam |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | Genocide Convention, human rights, public international law, United Nations, international tribunals, jurisdiction, campaigning |
Auteurs | Reyer Baas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Could one imagine that up until the mid-1940s international treaties had been ratified on postal services, copyright protection, and whale hunting, but not on genocide? It was only after the Second World War that the deliberate and systematic destruction of groups was recognised as an international crime. There had not even been a name for this practice, which has existed since the beginning of humanity. The 1948 Genocide Convention, the first human rights treaty adopted by the United Nations, was a milestone in the international protection of human rights, although several tragedies have shown that mere law is not sufficient to relegate genocide to the scrapheap of history. The initiator of the Convention was not a very well-known man. This article is about the struggle of Raphael Lemkin, who had, with unflagging zeal, devoted his life to the elimination of genocide. |
Diversen |
Gevestigde ADR-instituten en ontwortelde arbeidsrelaties: een dubbelinterview bij de Britse Acas en de Belgische Dienst Sociaal Bemiddelaars |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Acas, Belgian, Social Mediators Service, labour, ADR |
Auteurs | Annie de Roo en Rob Jagtenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this interview with prominent representatives of the British Acas and the Belgian Social Mediators Service important developments in the ADR labour practice are discussed. In particular, the impact of the financial crisis and the ever advancing globalization process on the labour negotiating climate is the centre of attention. |
Artikel |
Het Adviespunt Klokkenluiders in de praktijk |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 7 2013 |
Trefwoorden | whistleblowers in the Netherlands, wrongdoing, Advice Centre Whistleblowers, concern, confidentiality |
Auteurs | H.G. de Jong en L.S. Mol |
SamenvattingAuteursinformatie |
The Advice Centre for Whistleblowers in the Netherlands (het Adviespunt Klokkenluiders) opened on 1 October 2012 and offers independent and confidential advice to (potential) whistleblowers. Even though the Advice Centre opened only recently, this article gives an overview of the findings of the Advice Centre up-to-date, because of its relevance for the public debate on whistleblowers. The article inter alia mentions the number of whistleblowers that needed advice from the Advice Centre, the sectors where they work(ed), the types of wrongdoing involved in the cases and it describes the questions and dilemmas of whistleblowers who approached the Advice Centre. The article also points out how the Advice Centre could help persons with raising their concern about possible wrongdoing or malpractice in the workplace. |
Artikel |
De bescherming van klokkenluiders: recente lessen uit Australië |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 7 2013 |
Trefwoorden | whistleblower protection, Australian legislation, human rights, anti-retaliation model, public sector integrity |
Auteurs | A.J. Brown |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article seeks to aid understanding of the ways in which different policy purposes, approaches and legal options can be combined in the design of better legislation, using Australia’s recently passed Public Interest Disclosure Act 2013. It provides a guide to key elements of the new legislation, as an example of legislative development taking place over a long period, informed by different trends. In particular, it is one of the first national laws to seek to integrate divergent approaches to the ‘anti-retaliation’ model of whistleblower protection, including its place in the employment law system, it sets new standards for the role of ‘public whistleblowing’ in such a regime, and provides new responses on basic questions of coverage, including which individuals are able to gain the benefit of the legislation. This provides lessons as to how different legal approaches might be better integrated, in pursuit of a clearer understanding of the interface between whistleblowing and other integrity reforms. |
Artikel |
Duurzaamheidsbelangen in het mededingingsrechtDe positie van ACM ten opzichte van het Hof van Justitie en de Europese Commissie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2013 |
Trefwoorden | mededinging, duurzaamheid, doorwerking Europees recht, bevoegdheden ACM |
Auteurs | Dr. A. Gerbrandy |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de aankondiging van ACM dat zij in haar mededingingsbeoordeling van samenwerkingsverbanden tussen ondernemingen duurzaamheidsbelangen als relevant in aanmerking neemt, neemt ACM stelling in de discussie over de relatie tussen mededingingsrecht en duurzaamheid. De vraag of ACM eigenstandig beleid kan voeren betreft de verhouding ACM - Europese Commissie - Hof van Justitie. De ruimte die ACM in deze verhouding heeft, is het onderwerp van dit artikel. |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak rechten van de mens |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2013 |
Trefwoorden | EVRM, EHRM, rechten van de mens, schending |
Auteurs | Prof. mr. A.C. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het verslagjaar 2012/2013 heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) veel voor het gezondheidsrecht interessante uitspraken gedaan. Daaronder bevinden zich onder meer zaken over het onthouden van noodzakelijke medische zorg, het recht op patiëntveiligheid, het recht op hulp bij zelfdoding en het recht kritiek te hebben op een ziekenhuisdirecteur. Deze kroniek bevat een beschrijving en analyse van de voor het gezondheidsrecht belangrijkste zaken uit het verslagjaar 2012/2013. |
Artikel |
Ruimte voor strategieDe relatie tussen toezicht en media nader bezien |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | Media, Medialogica, Percepties |
Auteurs | Dr. Martijn van der Steen, Prof. dr. Erik-Hans Klijn, Prof. dr. Mark van Twist e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel behandelt de relatie tussen toezicht en de media. De auteurs zetten in dit artikel rond dit thema twee stappen. De eerste stap is dat ze de relatie tussen media en toezicht bezien voorbij het vaak gevestigde beeld van de problematische medialogica, die het toezicht – en het beleid – vooral in de weg zit. In de tweede stap betogen ze hetzelfde, maar dan meer empirisch. Hun onderzoek geeft inzicht in de percepties van professionals uit het toezicht over media. |
Artikel |
Actieve rechtvaardigheidHerstelrecht als vruchtbare bodem voor de uitoefening van burgerschap |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 3 2013 |
Auteurs | Brunilda Pali |
SamenvattingAuteursinformatie |
The article reflects on the conceptual work undertaken during the first year of ALTERNATIVE, a project coordinated by KU Leuven. The overall objective of the project is to provide an alternative and deepened understanding of justice and security based on empirical evidence of how to handle conflicts within intercultural contexts, mainly through the active participation of citizens. The paper focuses mainly on the relation of the concept of citizenship with restorative justice, especially as viewed and enacted in the four intercultural settings of the ALTERNATIVE project. Several issues are discussed: the concept of participatory citizenship in relation to crime and conflict; the claim of the discourse of restorative justice to the concept of participatory citizenship and democracy and the challenges in the restorative justice discourse that complicate its relationship to participatory citizenship. Next, insight is provided in the ways the ALTERNATIVE project tries to tackle some of these challenges, by exploring and strengthening the relationship between the concept of active citizenship and justice in Europe. By targeting the intercultural field the ALTERNATIVE aims to explore the potential of mediation services and restorative justice models to engage with macro societal conflicts that are not referred to these services by the criminal justice system, and on the other hand expand the way some of the crimes referred by the criminal justice system are handled by the mediation services alternatively by fostering alliances with various civil society organisations. Employing ‘action research’ methodology, it is argued that the concept and framework of ‘nodal governance’ (Shearing and Wood, 2003) can serve to support participatory modes of conflict regulation. Interactive settings are created, which allow for spaces between informal and formal justice, and between justice mechanisms at the individual and at the societal level (Aertsen, 2001, 2008). Arguments are provided in support of the need to promote broader models of restorative justice which are able to address social and systemic crimes and conflicts, and which will help the theory and practice of RJ to move beyond the individualisation of crime and its remedies. |
Artikel |
Het voorstel voor een Omgevingswet – goed voor natuur en milieu? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | Omgevingswet, toetsversie, natuur en milieu |
Auteurs | Prof. dr. Ch.W. Backes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van de in februari 2013 gepubliceerde toetsversie van de Omgevingswet gaat de auteur in op de gevolgen van het wetsvoorstel voor natuur en milieu. Er worden ook aandachtspunten benoemd die in het belang van natuur en milieu in acht moeten worden genomen bij de uitwerking van de onderliggende regelgeving. Daarbij wordt aandacht besteed aan de algemene systematiek van de wet, de normstelling door de formele wetgever, de projectprocedure, de programmatische aanpak, de rechtsbescherming, de handhaving, de m.e.r. en de zorgplichten in het wetsvoorstel. |
Artikel |
Online ADR in Europa en België: a new frontier |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | Europe, consumer, ADR, ODR |
Auteurs | Stefaan Voet |
SamenvattingAuteursinformatie |
Alternative Dispute Resolution (ADR) and Online Dispute Resolution (ODR) are on the rise in Europe and different Member States. In May 2013, the European Parliament and Council adopted an ADR Directive (n 2013/11) and ODR Regulation (n 524/2013) that will bring major changes in the European and national ADR landscapes. Both instruments are analyzed in this article. On the other hand, attention is also paid to the Belgian ODR-platform Belmed, that was created in 2011 and facilitates Belgian consumers to make an online ADR application. Finally, a plea is made for the exchange of data between ODR-platforms and national regulators, as a means to detect mass cases. |
Hoofdartikel |
Uniform of gedifferentieerd arbeidsrechtEen nationaal en rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechtvaardiging en toekomst van bijzondere arbeidsverhoudingen |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | bijzondere arbeidsverhoudingen, uniform, differentiatie, rechtsvergelijking, gelijkheidsbeginsel, kwalificatievraag |
Auteurs | Prof. mr. dr. A.R. Houweling en Mr. dr. G.W. van der Voet |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 1907 heeft de wetgever bewust gekozen voor een uniforme wettelijke regeling inzake de arbeidsovereenkomst. Een gedifferentieerd stelsel van afzonderlijke arbeidsrechtelijke regelingen voor bijzondere beroepsgroepen werd uitdrukkelijk van de hand gewezen. Zo’n stelsel zou namelijk slechts aanleiding geven tot afbakeningsproblemen en rechtsonzekerheid. Inmiddels heeft zich evenwel – niettegenstaande dit uitgangspunt − een ‘waaier’ aan bijzondere arbeidsverhoudingen ontwikkeld. Gezien de parlementaire geschiedenis van de huidige wettelijke regeling in titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek, zou men verwachten dat het creëren (of handhaven) van afwijkende regelingen voor bepaalde arbeidsverhoudingen uitdrukkelijk door de wetgever is/wordt gemotiveerd en dat aan de vormgeving van dergelijke bijzondere arbeidsverhoudingen bewuste keuzes en/of principes ten grondslag liggen. In dit artikel onderzoeken de auteurs welke bijzondere arbeidsverhoudingen er zijn en in hoeverre daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. In het tweede deel van dit onderzoek analyseren de auteurs de trends en ontwikkelingen van bijzondere arbeidsverhoudingen in de Europese Unie. De auteurs concluderen dat voor een groot aantal bijzondere arbeidsverhoudingen geen rechtvaardigingsgronden (meer) bestaan. Voorts concluderen de auteurs dat ook in het buitenland geen rechtvaardigingsgronden zijn aangetroffen voor onderscheidingen in arbeidsrechtelijke regelingen. Zij wijzen erop dat bepaalde ontwikkelingen in het buitenland – met name ingegeven vanuit het gelijkheidsbeginsel en EU-recht – laten zien dat eerder een verregaande uniformering in plaats van verdergaande differentiatie valt te verwachten. Het gebruik van open normen – zoals in Nederland het geval is – zal in deze ontwikkeling een belangrijke rol spelen. |
Artikel |
Artikel 8 EVRM: proportionaliteit en verwerking van persoonsgegevens |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | bescherming persoonsgegevens, proportionaliteit, EHRM, dataprotectierichtlijn, wetgevingsproces |
Auteurs | Prof. mr. L.F.M. Verhey en Mr. M.W. Raijmakers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Indien ontwerpwetgeving leidt tot de verwerking van persoonsgegevens, moet de wetgever in veel gevallen een toets uitvoeren aan artikel 8 EVRM en het relevante EU-recht. Bij die toets draait het vaak om de vraag of de beperkende maatregel voldoet aan het proportionaliteitsvereiste. In de Straatsburgse rechtspraak is de proportionaliteit een paraplu waaronder uiteenlopende waarborgen worden geschaard. De complexiteit en veelomvattendheid van de proportionaliteitstoets werken door op nationaal niveau. De wijze waarop de proportionaliteitstoets door de Nederlandse wetgever wordt verricht, is wisselvallig. Soms vindt een expliciete toetsing plaats in het kader van artikel 8 EVRM, vaak is dat ook niet het geval. |
Artikel |
Evenredigheid in het EU-recht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | evenredigheidsbeginsel, rechtsgrondslag, subsidiariteitsbeginsel, besluitvorming EU, rol nationale parlementen, toetsing HvJ EU |
Auteurs | Mr. dr. R.H. van Ooik |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt de functie die het evenredigheidsbeginsel speelt als toetsingsmaatstaf voor de instellingen van de Europese Unie wanneer zij bindende regelgeving uitvaardigen. Daartoe wordt eerst de omschrijving van dit beginsel in het Europese recht onderzocht, alsmede de verhouding van het evenredigheidsbeginsel tot de nauw verwante beginselen van toedeling van bevoegdheden en subsidiariteit. Daarna gaat het om de vraag wie, tijdens het totstandkomingproces van EU-regelgeving, invloed hebben op de beslissing of EU-regelgeving ‘evenredig’ is. Vervolgens wordt uitvoerig gekeken naar de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU over toetsing van Europese regelgeving aan het evenredigheidsbeginsel. Daarna kunnen conclusies worden getrokken over de van die rechtspraak uitgaande normerende werking op de besluitvormende EU-instellingen. |