In deze bijdrage bespreekt de auteur of het Wetsvoorstel herziening strafbaarstelling faillissementsfraude – zoals beoogd – een vereenvoudiging van de huidige faillissementsbepalingen behelst en de mogelijkheden om strafrechtelijk tegen deze vorm van fraude op te treden zal verbeteren. |
Zoekresultaat: 177 artikelen
Jaar 2014 xArtikel |
Problemen met de aanpak van faillissementsfraude van tafel? |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 11 2014 |
Trefwoorden | faillissementsfraude, Wetsvoorstel herziening strafbaarstelling faillissementsfraude, bankbreuk, strafrecht, faillissement |
Auteurs | Mr. drs. M. van der Linden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Casus |
Tegenstrijdig belang: statuten en reglementen van beursvennootschappen onderzocht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Tegenstrijdig belang, Beursvennootschap, Statuten, Reglement, Stemverbod, Corporate Governance Code |
Auteurs | Prof. mr. A.F.M. Dorresteijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de regeling van het tegenstrijdig belang van bestuurders en commissarissen in de statuten van beursvennootschappen. Aanleiding is de inwerkingtreding van de Wet bestuur en toezicht op 1 januari 2013 en de veronderstelling dat deze statuten intussen zijn aangepast. Dat blijkt maar ten dele het geval. In meer dan de helft van de onderzochte statuten figureren namelijk nog verouderde, op vertegenwoordiging betrekking hebbende bepalingen inzake het tegenstrijdig belang, soms zelfs in statuten die zijn gewijzigd na 1 januari 2013. De niet aangepaste statuten zijn misleidend als informatiebron over de te volgen handelwijze bij tegenstrijdig belang. |
Casus |
De Ontwerpregeling ter bescherming van derivatenbeleggers tegen faillissement van de tussenpersoon nader beschouwd |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Derivaten, Intermediary risk, Afgescheiden vermogen, Matched Principal, Lastgeving |
Auteurs | Mr. E.W. Kuijper |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het consultatiedocument Wijzigingswet financiële markten 2016 omvat een regeling ter bescherming van derivatenbeleggers tegen faillissement van de tussenpersoon. Voorgesteld wordt de regeling op te nemen in de Wge. De regeling beoogt het Nederlandse recht in lijn te brengen met de regels die de MiFID en de EMIR stellen inzake de bescherming van derivatenbeleggers. De auteur beschouwt de voorgestelde regeling nader en signaleert enkele aandachtspunten. Uit de bijdrage blijkt dat het opstellen van een regeling die past binnen het vermogensrecht en aansluit bij de praktijk geen eenvoudige opgave is. |
Jurisprudentie |
CBb interpreteert wetgeving strikt en vernietigt boete door ACM opgelegd aan Greenchoice wegens het niet of niet tijdig versturen van eindrekeningen CBb 4 september 2014, ECLI:NL:CBB:2014:318 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Greenchoice, factureringstermijn, ECLI:NL:CBB:2014:318 |
Auteurs | Mr. dr. Margot Aelen |
Auteursinformatie |
Artikel |
Internationale verkeersongevallen. Waarom niet alle wegen leiden naar Rome |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | internationale verkeersongevallen, Haags Verkeersongevallenverdrag, Rome II-verordening, grensoverschrijdende verkeersongevallen, internationaal privaatrecht |
Auteurs | Mr. A.F. Collignon-Smit Sibinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij internationale verkeersongevallen in Europa wordt het toepasselijk recht bepaald aan de hand van ofwel het Haags Verkeersongevallenverdrag ofwel Rome II, afhankelijk in welk land een procedure wordt gestart. In deze bijdrage worden de verschillen tussen Rome II en het Haags Verkeersongevallenverdrag in kaart gebracht. De conclusie is dat toepassing van beide verdragen naast elkaar kan leiden tot toepassing van het recht van verschillende landen. Zolang beide verdragen naast elkaar van toepassing zijn, is sprake van een systeem dat complex en verwarrend is. Dit is in strijd met het doel van Rome II om binnen Europa eenheid en duidelijkheid te creëren. |
Artikel |
Het geheim van de smidDe Wbp en het recht op inzage in en afschrift van stukken tijdens het medisch beoordelingstraject bij personenschades: waar staan we inmiddels? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Wbp, medisch beoordelingstraject, recht op inzage, persoonsgegevens, personenschade |
Auteurs | Mr. ir. J.P.M. Simons |
SamenvattingAuteursinformatie |
Al geruime tijd staat binnen de letselschadebranche ter discussie in hoeverre benadeelden met een beroep op artikel 35 Wbp inzage in en afschrift van documenten kunnen krijgen van (de verzekeraar van) de aansprakelijke partij, wanneer daarin persoonsgegevens zijn verwerkt. In het bijzonder speelt daarbij de vraag of benadeelden tevens recht hebben op inzage in en afschrift van (1) interne notities die in het kader van de afwikkeling van personenschades door medewerkers van verzekeraars en andere aan de zijde van verzekeraars bij de afwikkeling betrokken personen zijn opgesteld en (2) adviezen van de medisch adviseur(s) van verzekeraars. Hoewel hierover inmiddels de nodige jurisprudentie is verschenen, bestaat er op dit gebied nog steeds onduidelijkheid en vormen deze vragen nog regelmatig voer voor discussie. |
Jurisprudentie |
ABRvS 30 juli 2014, nr. 201211481/2/A4 (revisievergunning/Lingewaard) (ECLI:NL:RVS:2014:2823) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Marieke Kaajan |
Samenvatting |
Bij wijzigingen in een vergunningplichtige inrichting kan niet worden volstaan met een melding op grond van het Activiteitenbesluit. |
Hoofdartikel |
De systematiek van bewuste roekeloosheid als schuldcriterium bij arbeidsrechtelijke aansprakelijkheidskwesties |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Bewuste roekeloosheid, Werkgeversaansprakelijkheid, Werknemersaansprakelijkheid, Goed werkgeverschap, Verzekeringsplicht |
Auteurs | Mr. Bjorn Schouten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel stelt de vraag centraal of aan het gebruik van bewuste roekeloosheid als criterium voor eigen schuld van de werknemer een ‘arbeidsrechtelijke’ benadering ten grondslag ligt. In de verschillende contexten waarin het begrip ‘bewuste roekeloosheid’ in het civiele arbeidsrecht wordt gebruikt, heeft de Hoge Raad aan bewuste roekeloosheid dezelfde beperkte uitleg gegeven. Voor deze uitleg heeft de Hoge Raad leentjebuur gespeeld bij het vervoerrecht en het verzekeringsrecht. Gezien de verschillende grondslagen van deze rechtsgebieden, is de vraag of dit terecht is gerechtvaardigd. Binnen het arbeidsrecht zelf kan worden betwijfeld of de verschillende ratio’s die aan de regelingen voor werkgevers- en werknemersaansprakelijkheid ten grondslag liggen een gelijke benadering van eigen schuld van de werknemer rechtvaardigen. Daarnaast leidt het bestaan van ‘directe’ en (middels een verzekeringsplicht) ‘indirecte’ aansprakelijkheid van de werkgever tot vragen over de juiste benadering van de eigen schuld van de werknemer. |
Artikel |
De zaken S. en G. & O. en B.: Grenzeloze gezinnen en afgeleide verblijfsrechten |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2014 |
Trefwoorden | Europees burgerschap, vrij verkeer van werknemers, de volledig interne situatie, familieleden EU-burgers, derdelanders |
Auteurs | Mr. dr. Hanneke van Eijken |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de twee arresten, de zaak S. en G. en de zaak O. en B., die het Hof van Justitie dit voorjaar wees, worden het vrije verkeer van personen en afgeleide verblijfsrechten uitgebreid. Het Hof van Justitie oordeelt in deze zaken dat een weigering van een verblijfsrecht aan een familielid in de lidstaat van nationaliteit in strijd met het vrije verkeer van werknemers en Unieburgers kan zijn. Dat betekent dat een Unieburger, onder omstandigheden, een recht heeft op gezinshereniging in de lidstaat van zijn nationaliteit. |
Artikel |
Recht op toegang tot een advocaat in het strafproces.Enkele gedachten naar aanleiding van de implementatie van Richtlijn 2013/48/EU. |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2014 |
Trefwoorden | Richtlijn 2013/48/EU, recht op toegang tot een raadsman, Salduz |
Auteurs | Prof. mr. Jan Boksem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 22 oktober 2013 werd Richtlijn 2013/48/EU (hierna: de Richtlijn) vastgesteld. Deze Richtlijn bevat onder meer minimumvoorschriften betreffende het recht van de verdachte op toegang tot een advocaat in strafprocedures. De advocaat moet op zijn beurt de fundamentele aspecten van de verdediging onverkort kunnen waarborgen. De Richtlijn dient uiterlijk op 27 november 2016 in de nationale wetgeving te zijn geïmplementeerd. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de (mogelijke) gevolgen van de implementatie van de Richtlijn voor de Nederlandse rechtsorde. |
Artikel |
De balans van tien jaar Europees aanhoudingsbevel: efficiency en rechtsbescherming in balans? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2014 |
Trefwoorden | EAB, rechtsbescherming, grondrechten, evenredigheid |
Auteurs | Mr. dr. Vincent Glerum |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na tien jaar EAB onderzoekt deze bijdrage of de vereenvoudiging en versnelling van de justitiële samenwerking in strafzaken in evenwicht zijn met de rechtsbescherming van de opgeëiste persoon. Waar het Hof van Justitie vooral uitgaat van het vertrouwen in de nationale rechtsorde van de uitvaardigende lidstaat, volgt uit recente Uniewetgeving dat dit vertrouwen soms onvoldoende is. Ook de oplossingen van de Uniewetgever richten zich hoofdzakelijk op rechtsbescherming in de uitvaardigende lidstaat. Voor het evenwicht tussen efficiency en rechtsbescherming is vooral een in de uitvoerende lidstaat toe te passen weigeringsgrond inzake grondrechtenschendingen van groot belang. |
Artikel |
In de leer over eer bij Curaçaose jongensMogelijkheden voor verdieping van het begrip ‘eergerelateerd geweld’ |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | eergerelateerd geweld, Gender, Antillen |
Auteurs | Dr. Janine Janssen en Dr. Marion van San |
SamenvattingAuteursinformatie |
In the Netherlands honour based violence is often associated with cases that take place in a Turkish context. But honour codes can be found all over the world. In order to develop a more profound understanding of honour based violence it is therefore important to study this phenomenon in different social and cultural circumstances. In this contribution attention is paid towards the experiences of young men from Curaçao that live on the fringes of Dutch society. How do they perceive honour and the relationship with the use of violence? |
Artikel |
Staten-Generaal en wetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | wetgevende rol, Tweede Kamer, Eerste Kamer, kabinetsformatie, democratie |
Auteurs | Mr. dr. W. van der Woude |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoewel bepaalde constitutionele idealen (zoals democratie) nopen tot een zekere parlementaire betrokkenheid bij wetgeving, is het vrijwel onmogelijk harde juridische maatstaven en arrangementen te verzinnen die Kamerleden dwingen intensiever gebruik te maken van hun wetgevende bevoegdheden. Via de kabinetsformatie laat met name de Tweede Kamer haar invloed op de wetgeving overigens wel degelijk gelden. Hierdoor wordt de democratische invloed op wetgeving strikt genomen niet kleiner, maar wel minder zichtbaar. Om deze zichtbaarheid te vergroten worden suggesties gedaan als een terugkeer naar de wetgevingsenquête, uitbreiding van het aantal rapporteurschappen en het verruimen van partijpolitieke ondersteuning. |
Artikel |
Met gemeen overleg der Staten-GeneraalWetgeving als politiek instrument |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | wetgevende rol, Tweede Kamer, minder delegeren, voorhangbepalingen, Eerste Kamer, politiek primaat |
Auteurs | Mr. C.G. van der Staaij en Mr. drs. W.M.J. de Wildt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het ideaal van de parlementaire medebetrokkenheid bij wetgeving hangt samen met een oud calvinistisch principe: om tirannie te voorkomen moet de macht gedeeld worden tussen meer personen of instituties. Om die gezamenlijke verantwoordelijkheid te handhaven moet de regering ervoor waken te veel macht naar zich toe te halen via vergaande delegatiebepalingen. Ook is het belangrijk dat zorgvuldiger recht wordt gedaan aan adviezen van de Afdeling advisering van de Raad van State. En alertheid op vergaande Europese regelgeving is geboden. Terwijl de Eerste Kamer politieker is geworden, zou de Tweede Kamer duidelijke keuzes moeten maken over het niveau van regelgeving. Het is een teken van wetgevingsarmoede als er veelvuldig voorhangbepalingen worden geregeld. Wat meer juristen met hart voor wetgevingskwaliteit op de lijsten van politieke partijen zou per saldo wel eens meer effect kunnen hebben dan de zoveelste publicitair ingegeven mondelinge vraag of motie. In ‘gemeen overleg’ over wetgeving is politieke profilering zeker mogelijk. |
Artikel |
Civiel recht als ultimum remedium?Over de verstoorde verhouding van de bankbreuk tot de pauliana |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2014 |
Trefwoorden | bedrieglijke bankbreuk, faillissementspauliana, reorganisaties, fraudebestrijding |
Auteurs | Mr. R.J. de Weijs en Mr. T. Reker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door de opmars van het strafrecht binnen het insolventierecht dreigt een vergaande gelijkschakeling tussen de faillissementspauliana en de bankbreukbepalingen. Ten onrechte dreigen daarbij schuldeisersbenadelende handelingen die met fraude niets te maken hebben, toch binnen het bereik van het strafrecht te komen. |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in civiele zaken uit het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Dr. H.J. van Kooten en Dr. G.C.C. Lewin |
Artikel |
Jihadgang naar Syrië: een wetenschappelijke benadering |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Jihad, Foreign fighters, Syria, radicalisation |
Auteurs | Nick Platje Msc |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article describes a qualitative inquiry into Dutch people going to Syria for participating in Jihad. The inquiry compares theoretical findings with empirical facts, based on a content analysis and a document analysis, completed with ten depth-interviews. The results show that a combination of scientific findings on radicalisation and foreign fighters explains the jihad movement to Syria partly. The results also show that some factors, which have not recently be examined scientificly, are crucial for the character and extent of the movement towards Jihad. |
Redactioneel |
Wetenschappelijke raad |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2014 |
Auteurs | Prof. Mr. Bernd van der Meulen |
Auteursinformatie |
Casus |
Nakoming van een vrijwaring in een overnameovereenkomst – show me the money? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | vrijwaring, overnameovereenkomst, uitleg, garantie, nakoming |
Auteurs | J. Leedekerken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat over vrijwaringen in een overnameovereenkomst. Stil wordt gestaan bij een aantal elementen van een vrijwaring. Wat houdt vrijwaren in? Wie kan de vrijwaring inroepen? Wanneer is een vrijwaringsvordering opeisbaar? Hoe verhoudt de vrijwaring zich tot andere contractsbepalingen? Door beter rekening te houden met dit soort elementen kunnen uitlegdiscussies voorkomen worden. |
Artikel |
Eenzijdige openbaarmaking van informatie: waar ligt de grens? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | Eenzijdige openbaarmaking marktgedrag, Doelbeperking, Besloten marktgedrag/niet besloten marktgedrag, Cheap talk, o.a.f.g./onderling afgestemde feitelijke gedraging |
Auteurs | Onno Brouwer en Lorenzo Coppi |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt aan de hand van een aantal recente zaken, waaronder begrepen het toezeggingsbesluit van ACM inzake mobiele netwerkoperatoren, de vraag op basis van welke criteria een eenzijdige openbaarmaking van informatie op mededingingsbezwaren kan stuiten in een context waarin geen sprake is van ‘uitwisseling’ van informatie of een hardcore kartel. Autoriteiten lijken soms snel eenzijdige openbaarmakingen aan te merken als een doelbeperking. De auteurs pleiten zowel op basis van economische als juridische gronden voor een meer gebalanceerd analysekader: alleen gedrag dat op basis van voldoende algemeen erkende ervaring kan worden verondersteld de concurrentie te schaden, kan worden aangemerkt als een doelinbreuk. In veel gevallen zijn eenzijdige mededelingen omtrent marktgedrag concurrentiebevorderend of niet dusdanig concurrentiebeperkend dat zij zouden moeten worden gekwalificeerd als een doelinbreuk. |