De Prospectusverordening die sinds 21 juli 2019 rechtstreeks werkt, heeft geen gevolgen voor het aansprakelijkheidsregime ten aanzien van de bestuurder voor een misleidend prospectus. De bestuurder is enkel aansprakelijk als hem een ernstig verwijt treft (tenzij het gaat om (jaar)cijfers of handelen pro se), waarvoor geen bewijslastomkering of vermoeden geldt. |
Zoekresultaat: 12 artikelen
Jaar 2019 xArtikel |
Bestuurdersaansprakelijkheid voor een misleidend prospectus – een (nieuwe) tussenstand? |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2019 |
Trefwoorden | prospectus, aansprakelijkheid, bestuurder, misleiding, prospectusverordening |
Auteurs | Mr. J.R. Hurenkamp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De werking van internationale sancties in NederlandHoe de ontwikkeling, opsporing en vervolging van internationale sancties in Nederland plaatsvindt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | internationaal, sancties, strategische goederen, Sanctiewet, douane |
Auteurs | Mr. J. Pauwelussen Mcrim en M. Pijls |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt stilgestaan bij de achtergrond, geschiedenis en de ontwikkeling van internationale sancties. Tegen de achtergrond van de ontstaanshistorie wordt in dit artikel een beeld geschetst van het doel en de noodzaak van sancties. Vervolgens wordt beschreven welke wetgeving in Nederland van toepassing is op sanctieovertredingen en wordt relevante jurisprudentie behandeld. Ten slotte wordt er vanuit een praktische invalshoek beschreven op welke wijze de opsporing en vervolging is georganiseerd. |
Artikel |
‘Ernstig verwijt’ en selectieve betalingenEnkele beschouwingen naar aanleiding van HR 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:576 |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2019 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, ernstig verwijt, selectieve betalingen, insolventie, kennelijk onbehoorlijk bestuur |
Auteurs | Mr. A. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aan de hand van rechtspraak van de Hoge Raad ingegaan op het ‘ernstig verwijt’ als maatstaf voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van bestuurders en wordt aandacht besteed aan het leerstuk van selectieve betalingen. De auteur reflecteert op het nut en de noodzaak van het ‘ernstig verwijt’ bij de verschillende grondslagen van bestuurdersaansprakelijkheid en bespreekt de verwikkelingen rondom de (on)geoorloofdheid van selectieve betalingen. |
Artikel |
Onrechtmatig executeren |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2019 |
Auteurs | Dineke van Dal |
Auteursinformatie |
Actualia |
Actualia |
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 2 2019 |
Artikel |
Schadevergoeding onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | AVG, schadevergoeding, privacy, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. F.C. van der Jagt-Vink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre de mogelijkheden om bij een schending van de privacywetgeving schadevergoeding te vorderen, worden versterkt door de komst van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan de mogelijkheid om een collectieve schadevergoedingsactie te starten. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, wanprestatie, hulpzaken, medische hulpmiddelen, ongeschikt |
Auteurs | Mr. dr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In haar recent verschenen proefschrift onderzoekt de auteur in hoeverre het risico dat voortvloeit uit het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken voor rekening van de hulpverlener dient te komen. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek uiteengezet. De auteur komt tot de conclusie dat het risico dat voortvloeit uit het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken in beginsel voor rekening van de hulpverlener komt. De redelijkheid zal niet snel gebieden dat het risico dient te worden verschoven naar de patiënt. |
Artikel |
De one-tier board en de bestuurdersaansprakelijkheid van niet-uitvoerende bestuurders |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2019 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, one-tier board, bestuurder, artikel 2:11 BW, Fortis |
Auteurs | Mr. dr. C.E.J.M. Hanegraaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor niet uitvoerende bestuurders gelden dezelfde aansprakelijkheidsrisico’s als voor uitvoerende bestuurders. Zij zijn namelijk bestuurders, geen commissarissen. Bestuurdersaansprakelijkheid van een rechtspersoon-bestuurder rust via artikel 2:11 BW hoofdelijk op de uitvoerende én niet uitvoerende bestuurders. De taakverdeling kan meebrengen dat niet uitvoerende bestuurders zich eerder kunnen disculperen dan uitvoerende bestuurders. |
Recent |
Camera Justitia over recht en onrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Kees Pijnappels |
Artikel |
De aansprakelijkheid voor medische hulpzakenBespreking van het proefschrift van mr. J.T. Hiemstra |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | medische aansprakelijkheid, gebrekkige hulpzaken, ongeschikte hulpzaken, medische hulpzaken, productaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hiemstra concludeert dat het risico dat voortvloeit uit het gebruik van een hulpzaak in beginsel voor rekening van de hulpverlener dient te komen. In het arrest van het Gerechtshof Arnhem van 28 november 2018 in de Miragel-casus is deze conclusie gevolgd. Toegelicht wordt dat andere rechtspolitieke keuzes mogelijk zijn. |
Artikel |
Toerekening van kennis aan rechtspersonenBespreking van het proefschrift van mr. B.M. Katan |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | kennistoerekening, rechtspersoon |
Auteurs | Mr. J.B.M.M. Wuisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het proefschrift van Katan is vooral voor de praktijkjurist een goede gids om een beeld te krijgen van de vragen die spelen bij het toerekenen van kennis aan een rechtspersoon, en om tot een beantwoording van die vragen te komen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | prejudiciële procedure, Hof van Justitie van de Europese Unie, nationale rechters, motieven om te verwijzen, rechtspolitiek |
Auteurs | Jasper Krommendijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De civiele kamer van de Hoge Raad treedt steeds vaker op als Unierechter en schuwt niet om te verwijzen. Er is echter weinig bekend over de motieven van de kamer om prejudiciële vragen te stellen en de manier waarop de antwoorden van het HvJ vervolgens worden gebruikt door de kamer. Om deze twee vragen te beantwoorden is er een uitgebreide analyse van de rechtspraak van de kamer uitgevoerd in combinatie met acht interviews met (oud-)raadsheren en A-G’s. Dit artikel toont aan dat de kamer uiterst loyaal is wat betreft het verwijzen en de inbedding ondanks dat raadsheren niet met alle antwoorden van het HvJ even tevreden waren. |