Deze bijdrage gaat over de verschillen tussen de enquêteprocedure als verzoekschriftprocedure en het kort geding als dagvaardingsprocedure. In beide procedures kunnen voorlopige ordemaatregelen worden verkregen, maar er bestaan belangrijke verschillen. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld het belang dat in de procedure centraal staat alsmede de rol die belanghebbenden spelen. |
Zoekresultaat: 19 artikelen
Jaar 2015 xArtikel |
De enquêteprocedure als verzoekschriftprocedure en het kort geding als dagvaardingsprocedure, de verschillen en onderlinge verhouding |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | kort geding, enquêteprocedure, dagvaarding, verzoekschrift, voorzieningen |
Auteurs | Mr. B. Kemp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Hoe vrij is de accountant als vrije beroepsbeoefenaar nog?Een artikel over wijzigingen in wetgeving van toepassing op accountantsorganisaties |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | accountant, accountantsorganisatie, toezicht |
Auteurs | Mr. drs. E.V.A. Eijkelenboom |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 17 juni 2016 treedt EU Verordening 537/2014 in werking en moet Richtlijn 2014/56/EU geïmplementeerd zijn in de Nederlandse wetgeving. Naast deze Europese regelgeving betreffende accountantsorganisaties en het accountantsberoep, worden ook aanvullende maatregelen op dit terrein in nationale wetgeving ingevoerd. In deze bijdrage staan de wijzigingen in wet- en regelgeving voor accountantsorganisaties centraal. |
Artikel |
You can talk the talk but can you walk the walk?Niet-mededingingsrechtelijke nationale belemmerende maatregelen met betrekking tot fusies en buitenlandse investeringen en het recht van de Europese Unie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2015 |
Trefwoorden | Fusies en buitenlandse investeringen, publieke belangen, bevoegdheidsverdeling nationaal-supranationaal |
Auteurs | Mr. P. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een nieuwe golf van economisch patriottisme doet de vraag rijzen in hoeverre het Unierecht een keurslijf vormt voor publieke belangen die, in het kader van fusies en buitenlandse investeringen, kunnen worden ingeroepen ter onttrekking van nationale regelingen aan de vrije mededinging. In dit artikel zal deze kwestie benaderd worden vanuit het perspectief van het internemarktrecht. Daarbij zal worden ingegaan op de vraag of – en zo ja, wanneer – lidstaten op grond van het Unierecht nationale mechanismen mogen instellen en/of toepassen. |
Casus |
Enkele gedachten over de arbeidsovereenkomst in het concern |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | arbeidsovereenkomst, concern, werknemer |
Auteurs | Prof. dr. R.M. Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De werknemer in het concern heeft veelal niet alleen te maken met degene met wie hij de arbeidsovereenkomst ondertekende, maar ziet zich tevens geconfronteerd met allerhande ‘derden’ die direct of indirect hun invloed uitoefenen op de arbeidsovereenkomst. Denk aan de situatie dat de werkgever niet meer in staat is het loon te betalen omdat de moedervennootschap al haar leningen heeft opgeëist. Een ander concernonderdeel kan zelfs in het geheel niet als derde worden ervaren, bijvoorbeeld in de veelvoorkomende situatie dat de werknemer binnen een concern feitelijk permanent werkt binnen een andere vennootschap dan die waarmee hij de arbeidsovereenkomst sloot. De centrale vraag van de auteur is of het recht voldoende rekening houdt met de arbeidsovereenkomst binnen het concern. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Preadviezen Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht, Aflevering 1 2015 |
Auteurs | Steven Lierman, Pieter-Jan Van de Weyer en Karel-Jan Vandormael |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het informeren van crediteuren als verweer tegen Beklamel-aansprakelijkheid |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, Beklamel-norm, onbehoorlijk bestuur, onrechtmatige daad, eigen schuld |
Auteurs | Mr. M. Mussche |
SamenvattingAuteursinformatie |
De crediteur die ten tijde van het aangaan van een verbintenis met een vennootschap de financiële situatie van zijn contractuele wederpartij kende, kan de bestuurder van de vennootschap later niet succesvol aansprakelijk stellen wegens schending van de Beklamel-norm. |
Artikel |
Publicatie van de jaarrekening op grond van het effectenrecht: effectieve openbaarmaking of (slechts) verregaand transparant? |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | publicatieplicht, beursvennootschappen, jaarrekening, effectenrecht, Fondsenreglement |
Auteurs | Prof. mr. J.B.S. Hijink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat centraal het arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch waarin is uitgemaakt dat met het voldoen aan effectenrechtelijke publicatieverplichtingen ook is voldaan aan de publicatieplicht op grond van Boek 2 BW. Tegen de achtergrond van de uiteenlopend vormgegeven publicatieverplichtingen in het vennootschapsrecht enerzijds en het effectenrecht anderzijds, plaatst de auteur daarbij enige kanttekeningen. |
Casus |
De reikwijdte van de zorgplicht binnen concernverhoudingen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | zorgplicht, moedermaatschappij, concernverhouding, economische werkelijkheid, concernleidingsplicht |
Auteurs | Mr. F. van Liere |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de aansprakelijkheid van de moedermaatschappij jegens crediteuren van haar dochter(s) vanwege schending van de zorgplicht om de crediteurenbelangen in acht te nemen. De term zorgplicht is in lagere rechtspraak en literatuur ontwikkeld, maar de Hoge Raad heeft deze term nog niet aanvaard, waardoor nog altijd onduidelijkheid bestaat over de exacte invulling van de zorgplicht. In dat kader worden drie vragen behandeld: naar de inhoud van de zorgplicht, naar de omstandigheden waaronder zij zich manifesteert en naar het moment van inwerkingtreding van de zorgplicht. Aan de hand van de kernarresten en de economische werkelijkheid worden deze vragen beantwoord en wordt geconcludeerd dat sprake is van een immer aanwezige zorgplicht om de belangen van de crediteuren in acht te nemen als uitwerking van de concernleidingsplicht van de moedermaatschappij binnen concernverhoudingen. |
Artikel |
De vaststelling van een redelijk dividend(beleid) |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | vaststelling dividendbeleid, dividend, minderheidscertificaathouders, kort geding |
Auteurs | Mr. B. Stevens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur het vonnis dat op 17 maart 2015 door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland is gewezen, waarin wordt geoordeeld over de vraag of de onderneming (in kort geding) verplicht kan worden een redelijk dividendbeleid vast te stellen. |
Artikel |
De beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 7/8 2015 |
Trefwoorden | bmvk, open-end beleggingsmaatschappij, closed-end beleggingsmaatschappij, icbe, abi |
Auteurs | Mr. M.R.H.M. Plasmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal, waarbij zij voorbeelden uit de praktijk behandelt en enkele kanttekeningen plaatst in het licht van de huidige wet- en regelgeving. |
Artikel |
De aandeelhoudersovereenkomst en dwingend recht |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | aandeelhoudersovereenkomst, statuten, Kekk/Delfino, vennootschapsrechtelijke doorwerking, artikel 2:244 lid 2 BW |
Auteurs | Mr. L. Bosman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de uitspraak van het Hof Amsterdam van 13 januari 2015. Meer in het bijzonder zal zij stilstaan bij de contractuele toelaatbaarheid en afdwingbaarheid van een aandeelhoudersovereenkomst in strijd met dwingend recht. |
Artikel |
DSM/Fox en uitleg van notariële akten – (nog) geen ‘vloeiende overgang’ van overeenkomst naar notariële akte |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | uitleg, Haviltex, DSM/Fox, overeenkomst, notariële akte |
Auteurs | Prof. mr. drs. J.W.A. Biemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de uitleg van notariële akten. Ingegaan wordt op het toepasselijke uitlegcriterium voor onder meer registergoederenakten, grossen, huwelijkse voorwaarden, uiterste wilsbeschikking, statuten en schenkingen, mede in het uitlegkader van het arrest DSM/Fox. |
Artikel |
De implementatie van artikel 16 van de richtlijn voor grensoverschrijdende fusies: third time’s a charm? |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | grensoverschrijdende fusie, implementatie Richtlijn 2005/56/EG, werknemersmedezeggenschap, artikel 2:333k BW |
Auteurs | Mr. S.S.M. Rutten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een arrest gewezen waarin het stelt dat de medezeggenschapsrechten van werknemers bij een grensoverschrijdende fusie uit Richtlijn 2005/56/EG niet correct zijn geïmplementeerd. Naar aanleiding hiervan heeft de Nederlandse wetgever artikel 2:333k BW in zijn geheel herzien. De auteur bespreekt of deze wijzigingen in lijn zijn met deze richtlijn. |
Artikel |
De onwenselijkheid van de toepassing van de klachtplicht uit art. 6:89 BW op vorderingen ex art. 2:9 BW: een dogmatisch en praktisch perspectief |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | Klachtplicht, bestuurdersaansprakelijkheidsvordering, art. 6:89 BW, art. 2:9 BW, art. 2:8 BW |
Auteurs | Mr. A.J. Rijsterborgh en Mr. Z.D. Veldhoen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs betogen dat de klachtplicht van art. 6:89 BW niet dient te worden toegepast op vorderingen ex art. 2:9 BW. Zij menen dat dogmatische én praktische bezwaren hieraan in de weg staan. De rechter dient zich bij interne bestuurdersaansprakelijkheidsvorderingen te beperken tot de toepassing van art. 2:8 BW. |
Artikel |
Investeren, profiteren, winst uitkeren: het wetsvoorstel vergroten investeringsmogelijkheden in medisch-specialistische zorg maakt het mogelijk |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | medisch-specialistische zorg, winstuitkering, investeringsmogelijkheden, wetsvoorstel |
Auteurs | Mr. D. Dijkmans van Gunst |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur het wetsvoorstel vergroten investeringsmogelijkheden in medisch-specialistische zorg en de voorwaarden die aan winstuitkering en de organisatie van de zorgaanbieder in dit kader worden gesteld. |
Casus |
Praktische aanwijzingen rondom aandeelhoudersovereenkomsten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | aandeelhouders, Aandeelhoudersovereenkomst, stemovereenkomst, statuten, Flex BV |
Auteurs | M. Van den Bergh en P. Jongen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs bespreken een veelvoorkomende bepalingen in aandeelhoudersovereenkomsten, zoals afspraken ter invulling van bestuursfuncties, aanvulling van het recht op informatie van aandeelhouders, financiering van de vennootschap, beïnvloeding van het dividendbeleid, verzekering van de tijdelijke niet-overdraagbaarheid van aandelen, aanbieding van aandelen aan mede-aandeelhouders, voorkoming of beslechting van geschillen en non-concurrentie. Waar relevant worden voorbeeldbepalingen aangehaald. |
Casus |
Continuïteit van ondernemingen en pre-pack – hoe een idee een Europese richtlijn mist |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | faillissement, doorstart, pre-pack, overgang van onderneming |
Auteurs | R.M. Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zoals bij elk nieuw fenomeen geldt ook voor de pre-pack dat juridische onduidelijkheden bestaan. Een voor de praktijk belangrijke vraag is of er redenen zijn aan te nemen dat een voortzetting van de onderneming door middel van een zogenoemde pre-pack een overgang van onderneming zou kunnen impliceren. De auteur stelt dat, ondanks de bewoordingen van art. 7:666 BW, een categorische uitsluiting van de regels met betrekking tot overgang van onderneming in faillissement wellicht in strijd is met Europese regels. |
Casus |
De Hoge Raad en externe bestuurdersaansprakelijkheid: duidelijkheid over Villa Mundo?Over HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2628, JOR 2014/296 (Hezemans Air Inc. /J.J. van der Meer) en HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2627, JOR 2014/325 (RCI Financial Services BV/J.E. Kastrop) |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsrecht, bestuurder, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | C. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Villa Mundo-uitspraak van 23 november 2012 besliste de Hoge Raad dat iemand die bestuurder is van een rechtspersoon op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk kan zijn tegenover een buitenstaander wanneer geen sprake is van een ernstig verwijt. Deze uitspraak leek in contrast te staan met de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, dat bestuurdersaansprakelijkheid pas intreedt als sprake is van een ernstig verwijt. De Villa Mundo-uitspraak is (dan ook) kritisch ontvangen. De Hoge Raad is in twee uitspraken van 5 september 2014, Tulip Air en Van Rossem Groep en MCD Groep, nogmaals op deze kwestie ingegaan. Uit deze uitspraken blijkt dat de Hoge Raad de weg van een al te gemakkelijk beroep op de Villa Mundo-norm heeft afgesloten. Maar ook na deze uitspraken is nog niet volledig duidelijk wanneer een bestuurder van een rechtspersoon wordt beschermd door de rechtsregel dat hij pas aansprakelijk is als hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt, en wanneer iemand die – bijvoorbeeld als bestuurder – is betrokken bij een rechtspersoon tegenover een buitenstaander aansprakelijk kan zijn, ook zonder dat hem een ernstig verwijt treft. |
Casus |
Vennootschapsrechtelijke werking van aandeelhoudersovereenkomsten: führt jeder Konsequenz zum Teufel? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | doorwerking van aandeelhoudersovereenkomsten, art. 2:8 lid 2 BW |
Auteurs | W.J. Oostwouder en M. Wessel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er zijn verschillende uitspraken gepubliceerd waarin doorwerking van aandeelhoudersovereenkomsten is aangenomen onder de specifieke omstandigheden van het geval. In dit artikel wordt door prof. mr. W.J. Oostwouder en mr. M. Wessel bezien in hoeverre aandeelhoudersovereenkomsten vennootschapsrechtelijke werking hebben. De auteurs zullen zich tevens richten op de principiële vraag in hoeverre de doorwerkingsjurisprudentie leidt tot de conclusie dat de aandeelhoudersovereenkomst bij besluitvorming van een vennootschapsorgaan prevaleert boven het bepaalde in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de statuten. De auteurs signaleren verschillende aandachtspunten bij de beantwoording van deze vraag en dat er wel degelijk een goedaardige, maar niet-onbelangrijke ‘duivel’ om de hoek komt kijken, die dikwijls over het hoofd wordt gezien. |