Het wetsvoorstel computercriminaliteit III is bijna aangenomen en legt een aantal nieuwe bevoegdheden voor de politie neer, waaronder de mogelijkheid om computers van burgers binnen te treden. Niet alleen kan de politie zodoende onderzoek doen, ook mag zij gegevens kopiëren en aanpassingen doen aan de computer, bijvoorbeeld om bepaalde malware te verwijderen. Commentatoren hebben erop gewezen dat dit een zware inmenging is in de privésfeer van burgers. Het zou dan ook tijd zijn voor een nieuw grondrecht op de integriteit van digitale gegevensdragers. Dit artikel bespreekt de nieuwe bevoegdheid van de politie en de introductie van een mogelijk nieuw grondrecht. |
Zoekresultaat: 128 artikelen
Jaar 2017 xArtikel |
De bevoegdheid van de politie om computers binnen te treden: tijd voor een grondrecht op de bescherming van informatie-technische systemen? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | hackbevoegdheid politie, botnets, nieuw grondrecht, integriteit communicatieapparaten, Computercriminaliteit III |
Auteurs | Dr. B. van der Sloot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Cumulerende procedures en dubbele bestraffingDe invloed van Europa op het ne bis in idem-beginsel in Nederland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | ne bis in idem-beginsel, EVRM, Europese Unie, dubbele bestraffing, criminal charge |
Auteurs | Mr. A.C.M. Klaasse en Mr. J.N. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het ne bis in idem-beginsel is geregeld in respectievelijk artikel 68 Sr en artikel 5:43 Awb. Ook in procedures die buiten het strafrecht of bestuurlijke boeterecht vallen, kan het Europese verbod op dubbele bestraffing doorwerken in Nederland. De Hoge Raad heeft erkend dat de algemene beginselen van een behoorlijke procesorde bescherming bieden in het kader van het ne bis in idem-beginsel. Bovendien is artikel 50 van het Handvest van de EU van toepassing indien EU-recht ten uitvoer wordt gelegd. Op deze wijze is jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU en het EHRM ook van belang voor Nederland. |
Jurisprudentie |
Blue Taxi-arrest: de beperkte zekerheid van de vaststellingsovereenkomst bij vorderingen van derdenHR 6 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:19 (Blue Taxi/SFT) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Vaststellingsovereenkomst, Blue Taxi/SFT, Derden, dwingend recht, openbare orde/goede zeden |
Auteurs | Mr. dr. A.F. Bungener en Mr. dr. A. Van Zanten-Baris |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken auteurs het arrest Blue Taxi/SFT. Dit arrest biedt verduidelijking met betrekking tot hoe het recht omtrent vaststellingsovereenkomsten dient te worden toegepast. Auteurs gaan in op de wijze waarop en de mate waarin de belangen van derden daarbij dienen te worden gerespecteerd. Auteurs geven antwoord op de vraag wanneer met een vaststellingsovereenkomst dwingend recht opzij kan worden gezet en wanneer dit binnen de contouren van de Hoge Raad niet is toegestaan. Juist dit laatste wordt in de praktijk nog wel eens over het hoofd gezien. |
Jurisprudentie |
Het Condor-arrest: uniek geval of inleiding op beperking van de reikwijdte van de cao-norm bij de uitleg van ondernemings-cao’s |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | cao-norm, uitleg cao-bepaling, ondernemings-cao |
Auteurs | mr. dr. A. Stege |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de uitleg van cao-bepalingen leek de Hoge Raad in 1993, met de introductie van de cao-norm, afstand te hebben genomen van de Haviltex-norm. De ‘grammaticale uitleg’ van cao-bepalingen raakte in zwang. Dit was niet de bedoeling. De Hoge Raad greep diverse keren in om de cao-norm te verduidelijken. In 2002, met het DSM/Fox-arrest, leek de cao-norm uitgekristalliseerd. Met het Condor-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat bij de uitleg van een cao-bepaling de toepassing van de cao-norm niet in alle gevallen gerechtvaardigd is. In deze bijdrage wordt de ontwikkeling van de cao-norm toegelicht. De nieuwe grenzen zullen nog vastgesteld moeten worden. Mijn verwachting is dat het Condor-arrest als basis zal dienen voor een ontwikkeling waarbij cao-bepalingen uit bedrijfstak-cao’s en ondernemings-cao’s niet altijd volgens dezelfde methode zullen worden uitgelegd. |
Artikel |
Kroniek Formeel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2017 |
Auteurs | Ben Polman, Max den Blanken, Frezia Aarts e.a. |
Diversen |
Representations en warrantiesNaar Nederlands en Anglo-Amerikaans recht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Anglo-Amerikaans recht, Representations en warranties, Boilerplate-beding, Garanties, Uitleg |
Auteurs | Mr. J.W.A. Dousi |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
De inschatting van het hypothetisch carrièreverloop: tussen idealisme en realismeHR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:273 (Molenaarszoon) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | schadebegroting, arbeidsvermogensschade, hypothetisch carrièreverloop, processuele houding |
Auteurs | Mr. J.S. Overes |
Auteursinformatie |
Overlast AWACS-vliegtuigen en gebruik ander type vliegtuig ten onrechte niet onderzocht. |
Jurisprudentie |
ABRvS 28 juni 2017, nr. 201605624/1/A2 (Montferland/planschade) (ECLI:NL:RVS:2017:1712) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 4 2017 |
Auteurs | Berthy van den Broek |
Samenvatting |
Vrees voor het ontstaan van gezondheidsschade is in het kader van de beoordeling van een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade niet van belang. |
Kruimelgevallenregeling. Tijdelijke omgevingsvergunning. Termijn van tien jaar. |
Kruimelgevallenregeling. Stedelijk ontwikkelingsproject. Leisurecentrum. |
Artikel |
Rechtsgeldigheid van het relocatiebesluit en de betekenis van het solidariteitsbeginsel in het EU-asielbeleid |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2017 |
Trefwoorden | migratiecrisis, relocatie of herplaatsing van asielzoekers, naleving non-discriminatiebeginsel, inbreukprocedure, solidariteitsbeginsel |
Auteurs | Dr. mr. E.R. Brouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 6 september 2017 verwierp het Hof van Justitie het beroep van Hongarije en Slowakije tot nietigverklaring van het Raadsbesluit van 22 september 2015. In dit besluit werd een door de Europese Commissie voorgesteld schema vastgesteld voor de relocatie of herplaatsing van asielzoekers vanuit Griekenland en Italië naar andere lidstaten van de Unie. Het Hof van Justitie verwerpt alle argumenten van de twee lidstaten waarmee de rechtsgeldigheid van het besluit werd betwist. In de uitspraak bevestigt het Hof van Justitie niet alleen de geldigheid van het relocatiebesluit met een beroep op het solidariteitsbeginsel, maar onderstreept ook het belang van een effectief rechtsmiddel tegen een herplaatsingsbesluit en de naleving van het non-discriminatiebeginsel. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | rechtsfilosofie, politiek proces, onverdraagzaamheid, Wilders II |
Auteurs | Bert van Roermund |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van het optreden van Paul Cliteur in het Wilders II-proces rijst de vraag hoe de inzet van een rechtsgang zich verhoudt tot de eigen aard van de filosofie. Aan de ene kant vertolkt filosofie precies dat register van waarheid dat in het recht aan de orde is. Aan de andere kant is die vertolking zo oneindig open dat ze strijdt met het gesloten karakter van het recht als een proces dat conflicten moet beëindigen door gezagvolle beslissingen. Socrates’ optreden in zijn eigen proces toont aan: de slechtste dienst die de filosofie het recht kan bewijzen, is het verlengstuk te worden van het positieve recht en zich bij voorbaat beschikbaar te stellen als een vindplaats van argumenten wanneer de juridische argumenten op zijn. De slotparagraaf argumenteert dat Cliteur deze socratische les terzijde legt. Als gevolg daarvan geeft hij een geforceerde lezing van het Felter-arrest en mist hij de kern van het begrip ‘onverdraagzaamheid’. |
Jurisprudentie |
Civiele jurisprudentie van GEA en GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2017 |
Auteurs | Mr. J. de Boer |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in civiele zaken uit het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2017 |
Auteurs | Dr. G.C.C. Lewin |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2017 |
Auteurs | Mr. A.P. Verhaeg |
Auteursinformatie |
Artikel |
Een dier is (g)een zaakZelfs een Kever heeft soms juridische bijstand nodig |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2017 |
Auteurs | Tanja de Vette |
Artikel |
FNV/Smallsteps; door overgang van onderneming, naar ondergang van ondernemingen? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2017 |
Trefwoorden | Richtlijn 2001/23/EG, overgang van onderneming, behoud van de rechten van de werknemers, insolventie/faillissement, prepack |
Auteurs | Mr. drs. M. Hoogendoorn en Mr. D. Ninck Blok |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn – door de FNV als historisch bestempelde – arrest van 22 juni 2017 heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat werknemers in beginsel ook bij een door een pre-pack voorafgegaan faillissement een beroep kunnen doen op de beschermingsbepalingen ter zake van de overgang van onderneming. Hoewel de Nederlandse rechter de casus nog in concreto dient te beoordelen bestaat voor partijen die een doorstart realiseren in een faillissement dat is voorafgegaan door een prepack het risico/de kans dat zij alle werknemers van de gefailleerde werkgever tegen ongewijzigde voorwaarden in dienst krijgen. De auteurs bespreken waarom het arrest naar hun mening niet past in de eerdere jurisprudentie van het Hof van Justitie en gaan in op mogelijke gevolgen. |
Artikel |
Het swappen van mededelingsplichtenOver de invloed van MiFID I/II en de Wft op het leerstuk van dwaling |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2017 |
Trefwoorden | renteswaps, dwaling, mededelingsplicht, artikel 6:228 BW |
Auteurs | Mr. A.G.F. Ancery |
SamenvattingAuteursinformatie |
Renteswaps staan volop in de belangstelling. Vaak wordt getracht een renteswap te vernietigen met een beroep op dwaling. In deze bijdrage wordt ingegaan op de wisselwerking tussen de informatieplichten uit de Wft en de mededelingsplicht van art. 6:228 BW. |
Jurisprudentie |
Intel ontleedHvJ EU 6 september 2017, zaak C-413/14 P, Intel/Europese Commissie, ECLI:EU:C:2017:632 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5-6 2017 |
Trefwoorden | misbruik van machtspositie, kortingen, even efficiënte concurrent, efficiencies |
Auteurs | Pepijn van Ginneken en Gaëlle Béquet |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 6 september 2017 vernietigde het Hof van Justitie de Intel-uitspraak van het Gerecht uit 2014 over het toepassen van exclusiviteitskortingen. Het Hof van Justitie concludeerde dat het Gerecht ten onrechte niet had gekeken naar de beroepsgronden van Intel over de vraag of de betreffende kortingen mededingingsbeperkende effecten hadden onder de ‘even efficiënte concurrent’-toets (as efficient competitor, AEC-toets). Het Gerecht was op basis van vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie tot de conclusie gekomen dat exclusiviteitskortingen per definitie misbruik van machtspositie vormen. Het Hof van Justitie breekt nu met deze sinds veertig jaar vaste jurisprudentie. |