Wightman bevestigt het unilaterale, soevereine recht van een lidstaat om een kennisgeving van uittreding in te trekken. Deze bijdrage bespreekt zowel dit recht op intrekking als de eventuele grenzen aan dit recht, waaronder wellicht misbruik van recht. |
Zoekresultaat: 245 artikelen
Jaar 2019 xBrexit |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | Brexit, artikel 50 VEU, soevereiniteit, 4 intrekking kennisgeving, uittreding |
Auteurs | Mr. dr. A. Cuyvers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Consumenten |
Modernisering van het Europese consumentenrecht: meer vlees op het bot (II) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | handhaving, online marktplaatsen, informatieplichten, dynamic pricing, bedenktijd |
Auteurs | Prof. dr. M.B.M. Loos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel en de in de vorige aflevering van dit tijdschrift opgenomen bijdrage bespreek ik de vraag of de Moderniseringsrichtlijn in haar uiteindelijke vorm de in de New Deal-mededeling gedane belofte waarmaakt van modernisering en verbetering van de handhaving van het consumenten-acquis. In het eerste deel van deze bijdrage heb ik mij daartoe gericht op de individuele en publiekrechtelijke handhaving van het consumentenrecht en op dynamic pricing en informatieverplichtingen voor online marktplaatsen. In dit tweede en laatste deel bespreek ik de vraag met wie de consument nu eigenlijk contracteert als de overeenkomst via een online marktplaats wordt gesloten, behandel ik kort enkele vereenvoudigingen voor handelaren en ga ik in op de herziene regels voor de bedenktijd van consumenten. In de conclusie wordt de vraag of de Moderniseringsrichtlijn de in de New Deal-mededeling gedane belofte waarmaakt, beantwoord. |
Mededinging |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | verticale overeenkomsten, verticale prijsbinding, Leidraad. Afspraken tussen leveranciers en afnemers, e-commerce, koersverandering |
Auteurs | Mr. J.B. van der Blij en Mr. dr. T.D.O. van der Vijver |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de publicatie van de ‘Leidraad. Afspraken tussen leveranciers en afnemers’ onderstreept de ACM de nieuw ingeslagen weg met betrekking tot verticale prijsbinding: er zal meer aandacht bestaan voor en strenger worden opgetreden tegen verticale prijsbinding. Deze actievere handhaving staat duidelijk in contrast met het (prioriterings)beleid dat de ACM slechts vier jaar eerder uiteenzette in het Visiedocument over verticale afspraken. De nieuwe koers is mede ingegeven door de vlucht die internetverkoop heeft genomen en zorgt ervoor dat de ACM weer in pas loopt met de Commissie (en de rest van de EU-lidstaten). |
Verslag |
Experimenteerwet rechtsplegingVerslag van de najaarsvergadering 2018 van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2019 |
Auteurs | Jacobus Dammingh en Marijn van den Berg |
Auteursinformatie |
Artikel |
De Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie: eindelijk werkelijkheid, nu nog gaan werken … |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | massaschade, collectieve actie |
Auteurs | Carla Klaassen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na een lange wetsgeschiedenis is op 19 maart 2019 het voorstel voor de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) aangenomen door de Eerste Kamer. De inwerkingtreding van de WAMCA is op korte termijn te verwachten. In deze bijdrage wordt de WAMCA op hoofdlijnen besproken. Tevens worden enkele kritische kanttekeningen en vraagtekens bij deze wet geplaatst. |
Artikel |
Lokale steun: is de Europese Commissie ‘too big on small things’? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2019 |
Auteurs | Georges Dictus en Sebastiaan Cnossen |
Auteursinformatie |
Artikel |
De overname van Sandd door PostNL |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2019 |
Auteurs | Eric van Damme |
Auteursinformatie |
Artikel |
Vrij beroep, vrij pensioen |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2019 |
Auteurs | LISET HAMMING |
Wet- en regelgeving |
Overzicht Wet- en regelgeving januari tot en met juli 2019 |
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 2 2019 |
Artikel |
|
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Integration policy, The Netherlands, Court of Justice of the European Union, P. and S. |
Auteurs | Mr. Jeremy Bierbach |
SamenvattingAuteursinformatie |
Since 2007, a statute has been in force in the Netherlands (the Wet inburgering or Act on Civic Integration) that provides for a system of fines that can be imposed on certain classes of immigrants for not passing the ‘civic integration exam’, testing knowledge of Dutch language and culture, by a certain deadline. However, the way in which the statute defines the precise obligations on immigrants, which classes of immigrants have those obligations, what the exact deadline is and when it can be extended leaves much to be desired in terms of legal certainty, especially considering the frequent changes that the legislature of the Netherlands makes to the statute. Morever, since a fine is imposed as a penalty for what is effectively a ‘criminal charge’ (in the sense of article 6 of the European Convention on Human Rights), what role does the establishment in a fair trial of the immigrant’s culpability play in the imposition of such a fine? For a completely different perspective on integration policy, the author discusses the 2015 decision P. and S. of the Court of Justice of the European Union, in which he was the legal representative of the plaintiffs. When an immigrant is a beneficiary of an EU directive providing for immigration rights for third-country nationals, the Court holds that it is permissible to impose fines in order to stimulate the immigrant’s integration in the society of the host member state, but that such a penalty may not go so far as to actively endanger the goal of aiding integration. In general, the Court is highly sceptical of the effectiveness and fairness of the system of fines provided for by the Act on Civic Integration. The author concludes that the Act, with its clear emphasis on punishment rather than promotion of civic integration, ultimately has the effect of criminalising entire classes of immigrants to the Netherlands. |
Redactioneel |
Strafbaarstelling hulp aan asielzoekers |
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Peter Rodrigues |
Auteursinformatie |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak rechten van de mens |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | EVRM, EHRM, rechten van de mens, schending |
Auteurs | Prof. mr. A.C. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM of Hof) heeft in de periode september 2018 tot en met augustus 2019 weer diverse uitspraken gedaan over gezondheidsrechtelijke vraagstukken. Naast uitspraken over de uitleg van ‘bekende’ rechten, zoals het recht op leven, het recht op toegang tot adequate zorg en de procedurele overheidsverplichtingen, waren er verschillende ‘nieuwe’ onderwerpen waarover het Hof zich moest buigen, waaronder de verplichting om een urinetest te ondergaan, de toegang tot een externe deskundige, het recht om te huwen van een onder curatele gestelde persoon en de rechten van naasten en nabestaanden. Het geheel geeft een beeld van de diverse tegen verdragsstaten ingediende klachten. |
Artikel |
Vereist artikel 7:425 BW menselijke tussenkomst of kan een online platform ook bemiddelen? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Bemiddeling, lastgeving, Duinzigt, Booking.com, Prikbord, Twee heren, 7:417 7:425 7:427 7:428 |
Auteurs | Mr. N. Huppes en Mr. drs. T.L. Wildenbeest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hof Amsterdam oordeelt dat Booking.com niet bemiddelt omdat zij slechts de administratieve afhandeling verzorgt van de overeenkomst die ‘direct’ tussen de gebruikers van haar platform tot stand komt. In deze bijdrage wordt door de auteurs gesignaleerd dat dit oordeel wringt met de huidige rechtspraktijk en voor onduidelijkheid zorgt over de vraag hoe moet worden bepaald of een platform bemiddelt, dan wel als een ‘elektronisch prikbord’ functioneert, en daarmee buiten het wettelijk regime over bemiddeling valt. De rechtszekerheid is gediend met heldere criteria en de auteurs betogen dat het omslagpunt bij de openbaarmakingsfunctie ligt. Een platform dat aanbieders slechts de mogelijkheid biedt om zich te presenteren aan geïnteresseerden om te zoeken, heeft enkel een openbaarmakingsfunctie en bemiddelt niet. Gaat de betrokkenheid van het platform bij de totstandkoming van overeenkomsten verder, dan is het platform in beginsel als tussenpersoon werkzaam bij het tot stand brengen van overeenkomsten en bemiddelt het in de zin van artikel 7:425 BW. Anders dan Hof Amsterdam menen de auteurs daarom dat Booking.com bemiddelt. |
Artikel |
Lotsverbonden overeenkomsten en de ontbindende voorwaarde |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | lotsverbonden overeenkomst, ontbindende voorwaarde |
Auteurs | Mr. L.F. Kloppenburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht of een lotsverbonden overeenkomst te kwalificeren is als een voorwaardelijke overeenkomst met een ontbindende voorwaarde in de zin van de artikelen 6:21 en 6:22 BW. Dit kan onder omstandigheden aan de orde zijn indien lotsverbondenheid de grondslag vindt in de uitleg van de lotsverbonden overeenkomst of (wellicht) in de aanvullende werking van de redelijkheid en de billijkheid. Dit kan met name van belang zijn omdat het vervullen van de ontbindende voorwaarde in de zin van artikel 6:22 BW, in tegenstelling tot ontbinding in de zin van artikel 6:265 BW, goederenrechtelijke werking heeft. |
Artikel |
Informatiegestuurd politiewerk: met reflecties voor de strafrechtsketen |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | Informatiegestuurd politiewerk, Kennismanagement, Organisatiefactoren, Strafrechtsketen |
Auteurs | Flore van Rosmalen MSc, Dr. ir. Annette de Boer, Dr. ir. Mariëlle den Hengst e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Intelligence-led policing (ILP) has been adopted by police organisations worldwide, yet organisational implementation appears to be difficult. Results of this study uncover organisational factors that affect ILP and give insight on how these facilitate or hinder ILP. The organisational factors can be categorised into technological, structural, cultural and people related factors. This research was conducted by means of a literature review and two case studies on the investigation of organised drug-related crime and on football and safety in two different units of the Dutch police. The results of this study can be considered as relevant input regarding future implementation of intelligence-led operations in the whole criminal justice chain. |
Ten geleide |
Stelselmatig fouten maken |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2019 |
Auteurs | Prof. dr. mr. Jeroen ten Voorde |
Auteursinformatie |
Artikel |
Een andere benadering van het right to challengeDe concessie als kern van een algemene regeling? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | uitdaagrecht, right to challenge, concessie, buurtconcessie, verordening |
Auteurs | Mr. O. Kwast |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een algemene regeling van het uitdaagrecht lijkt verkeken. Te veel knelpunten. Maar wat als dat geen obstakels zijn voor wettelijke regeling, maar symptomen van het ontbreken daarvan? Deze bijdrage laat zien dat een algemene regeling denkbaar is, door niet het uitdaagrecht zelf te regelen, maar de bevoegdheid om over een uitdaging te beslissen. De concessie is daarvan de kern. En als een algemene regeling van concessies denkbaar is, dan is een regeling voor buurtconcessies als gemeentelijk instrument voor het uitdaagrecht dat ook. |
Artikel |
Het gelijkwaardigheidsbeginsel van de Omgevingswet |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | gelijkwaardigheidsbeginsel, algemene regels, Omgevingswet, Bouwbesluit 2012, flexibiliteit |
Auteurs | Drs. J. in ’t Hout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage beschrijft het gelijkwaardigheidsbeginsel dat straks in de Omgevingswet en nu onder meer in het Bouwbesluit 2012 is opgenomen. Het gelijkwaardigheidsbeginsel biedt een initiatiefnemer het recht om op een andere manier aan een regel te voldoen dan in de regel is aangegeven. Voorwaarde is wel dat het met de regel beoogde doel ook met die andere oplossing wordt bereikt. Of de andere oplossing gelijkwaardig is, wordt beoordeeld door het bevoegd gezag. De bewijslast van de gelijkwaardigheid berust bij de initiatiefnemer. Een geschil over de gelijkwaardigheid van een alternatieve maatregel kan soms voor advies worden voorgelegd aan een adviescommissie. Deze bijdrage gaat in op een aantal juridische, inhoudelijke, procedurele en uitvoeringsaspecten van het gelijkwaardigheidsbeginsel. |
Uit het veld |
Toezicht in een wereld zonder grenzen roept dilemma’s op voor de natiestaten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | globalisering, toezicht, platformbedrijven, neoliberalisme, democratische natiestaten |
Auteurs | Jaap Koelewijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wereldeconomie is na 2001 snel verder geïntegreerd. De globalisatie heeft een extra dimensie gekregen door de opkomst van platformbedrijven. Het gaat hier feitelijk om virtuele ondernemingen die zich betrekkelijk eenvoudig aan de fiscale regels kunnen onttrekken. Ook de financiële sector is sterk geglobaliseerd, maar het toezicht op deze sector is nog steeds grotendeels voorbehouden aan lokale autoriteiten. Om effectief toezicht te kunnen houden zouden de natiestaten bevoegdheden moeten overdragen aan supranationale autoriteiten. Dat staat echter op gespannen voet met de mogelijkheid om op basis van een lokaal democratische legitimatie beleid te voeren. In deze bijdrage worden een aantal casusposities geanalyseerd en verschillende oplossingsrichtingen besproken. |
Artikel |
Energieregulatoren in België: de rol van het parlement en de regering |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | energie, toezichthouder, Grondwet, België, parlement |
Auteurs | Laura De Deyne |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het EU-recht vereist dat een toezichthouder binnen de energiesector onafhankelijk is van alle marktpartijen. Dat geldt ook voor de politiek. Het zogenoemde ‘Clean Energy Package’ versterkt deze onafhankelijkheidsvereisten nog verder. In België, maar ook in Nederland, rijzen er vaak discussies over hoe ver deze onafhankelijkheid mag gaan, en hoe een politiek onafhankelijke regulator zich verhoudt tot de grondwettelijke regels. Bij hun oprichting werden in België, maar ook in Nederland, de toezichthouders opgenomen binnen de uitvoerende macht. Dit heeft tot gevolg dat ze onderhevig zijn aan administratief toezicht. Dit toezicht staat evenwel haaks op de Europese (politieke) onafhankelijkheidsvereisten. Wanneer dit administratief toezicht evenwel ontbreekt, dan wordt het nationale grondwettelijke principe van de ministeriële verantwoordelijkheid (en daaruit voortvloeiend ook de parlementaire controle) uitgehold. In het Vlaams Gewest, en nu recent ook op Waals niveau, heeft men deze tegenstelling weggewerkt door de energieregulator institutioneel onder te brengen bij het Parlement. Deze verhuis neemt echter niet weg dat er nog steeds een spanningsveld aanwezig blijft tussen de onafhankelijkheid van de regulator en de politiek. |