Bij koersschade dient onderscheid te worden gemaakt tussen schade die beleggers direct lijden als gevolg van misleidende berichtgeving en schade die zij indirect lijden als gevolg van de normschending van een derde jegens de beursvennootschap. Laatstgenoemde afgeleide of ‘dubbel afgeleide’ schade komt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen voor vergoeding in aanmerking. De auteurs behandelen beide vormen van afgeleide schade en de bijbehorende Poot/ABP-doctrine en bespreken de (al-dan-niet) vergoeding van directe en ‘dubbel afgeleide’ schade geleden door optiebeleggers. |
Zoekresultaat: 36 artikelen
Jaar 2020 xArtikel |
De vordering tot vergoeding van koersgerelateerde schade geleden door aandeelhouders en optiebeleggersOver afgeleide schade van aandeelhouders en ‘dubbel afgeleide’ schade van optiebeleggers |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2020 |
Trefwoorden | Poot/ABP-doctrine, afgeleide schade, benadeelde aandeelhouder, benadeelde optiebelegger, optiemarkt |
Auteurs | Mr. H.W. Haksteeg en Mr. drs. A.C.W. Pijls |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Sustainability sells?Over de toekomstige duurzaamheidsregelgeving voor de financiële sector en de impact op de relatie met de cliënt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2020 |
Trefwoorden | taxonomie, duurzaamheid, klimaat, financiëlemarktdeelnemer, zorgplicht |
Auteurs | Mr. drs. S.A.M. Vermeulen en Mr. F.W.J. van der Eerden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel geven de auteurs een overzicht van de toekomstige (informatie)verplichtingen voor financiële ondernemingen in het kader van duurzaamheid, met name op basis van de Taxonomie- en Transparantieverordening. Ook gaan zij in op de mogelijke civielrechtelijke impact daarvan op de verhouding met retailbeleggers die ‘duurzame’ financiële producten afnemen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2020 |
Trefwoorden | algemene voorwaarden, voorrangsregels, verkeersvrijheden, uitvoerbeperking, discriminatieverbod |
Auteurs | Mr. L.M. van Bochove en Mr. T.J. de Graaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs onderzoeken hoe art. 6:247 lid 2 BW, dat de algemenevoorwaardenafdeling uitschakelt voor internationale overeenkomsten, zich verhoudt tot het Europese recht. Zij concluderen dat de bepaling verenigbaar is met de Rome I-Verordening, maar strijdig met het discriminatieverbod dat voortvloeit uit de verkeersvrijheden. Ook doen zij een voorstel tot wetswijziging. |
Wetenschap |
De Wet opheffing verpandingsverbodenEen kritische bespreking van de nieuwe regeling van art. 3:83 lid 3 en 4, 3:94 lid 5 en 3:239 lid 5 BW, alsmede van het overgangsrecht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | cessie- en verpandingsverboden, Overdraagbaarheid, Nietigheid, Vormvoorschrift, goederenrecht |
Auteurs | Mr. dr. M.H.E. Rongen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aandacht geschonken aan het wetsvoorstel ‘Wet opheffing verpandingsverboden’. Na inwerkingtreding van de wet kunnen de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van een geldvordering op naam die voortkomt uit de uitoefening van een beroep of bedrijf niet meer door een beding tussen schuldenaar en schuldeiser worden uitgesloten of beperkt. De Wet opheffing verpandingsverboden beoogt de kredietmogelijkheden van het bedrijfsleven te vergroten door zeker te stellen dat bedrijfsmatig verkregen geldvorderingen als onderpand voor financieringen kunnen worden ingezet. De nieuwe regeling, de daarin opgenomen uitzonderingen en het overgangsrecht worden kritisch besproken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2020 |
Trefwoorden | proceseconomie, processueel belang, genoegdoening, rechtsherstel, subjectief recht |
Auteurs | Dr. P. Gillaerts en Prof. mr. A.L.M. Keirse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een recent arrest van de Hoge Raad bevestigt het zelfstandige belang bij een verklaring voor recht als genoegdoening voor een rechtsschending, ook indien de daarop voortbouwende veroordelende vorderingen stranden. In dit licht duiden de auteurs de speelruimte bij de declaratoire vordering in het verbintenissenrecht. |
Artikel |
Overdracht van kredietvorderingen na Promontoria |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2020 |
Trefwoorden | cessie, vordering, rentebeleid, afhankelijk recht, zorgplicht |
Auteurs | Mr. J.L. Snijders en Mr. Y.C. Tonino |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Promontoria-arresten maken duidelijk dat bancaire vorderingen naar hun aard niet onoverdraagbaar zijn en dat, hoewel de bancaire zorgplicht niet op de verkrijgende partij overgaat, onder meer de redelijkheid en billijkheid kunnen meebrengen dat op de verkrijgende partij een eigen zorgplicht rust. Dit artikel gaat in op deze zorgplicht van de verkrijgende partij en de impact daarvan op de positie van de overdragende partij. |
Artikel |
Rechtsmaatregelen tegen misbruik van abstracte bankgaranties (II) |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2020 |
Trefwoorden | bedrog, willekeur, fraude, bewijs, gevalstypen |
Auteurs | Mr. P.C. Russcher |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gebeurt regelmatig dat de opdrachtgever van een bankgarantie probeert uitbetaling door de bank te beletten, maar deze pogingen zijn zelden succesvol. Naar aanleiding van een aantal recente uitspraken, waarin de opdrachtgever wél succes had, wordt in deze – in twee delen te verschijnen – bijdrage aan de hand van een systematische behandeling van rechtspraak en literatuur ingegaan op rechtsmaatregelen die de opdrachtgever kan nemen. |
Artikel |
Aansprakelijkheid van arbitersEnkele gedachten over maatstaf, vernietiging, grondslag, ipr en exoneratie |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2020 |
Trefwoorden | arbiteraansprakelijkheid, internationaal privaatrecht, uitsluiting aansprakelijkheid, vernietigingsprocedure, arbitrage |
Auteurs | Prof. mr. N. Peters en Mr. J.J. Bakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden enkele aspecten van arbiteraansprakelijkheid besproken. Ingegaan wordt op de grondslag en maatstaf voor arbiteraansprakelijkheid, de vraag of vernietiging vereist is, de aard van de rechtsverhouding tussen arbiters en partijen, alsmede de mogelijkheid tot exoneratie. Verder wordt aandacht besteed aan enkele vragen van internationaal privaatrecht, te weten bevoegdheid en toepasselijk recht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2020 |
Trefwoorden | aanvangsmoment, art. 3:310 BW, art. 6:2 BW, rechtsverwerking, redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Mr. D.L. Barbiers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er bestaat onduidelijkheid over de ratio van het subjectieve verjaringsrecht. In de literatuur is verdedigd dat de korte verjaringstermijn in conceptuele zin een vorm van rechtsverwerking is, maar niet elke uitspraak van de Hoge Raad over het subjectieve verjaringsrecht lijkt door die gedachte te kunnen worden verklaard. Met dit artikel beoog ik een bijdrage te leveren aan het inzicht in de normatieve achtergrond van het subjectieve verjaringsrecht en ga ik in op de verhouding tussen rechtsverwerking en subjectief verjaringsrecht. |
Jurisprudentie |
Kansschade: een bewogen leerstukHR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1223 en Rb. Den Haag 8 januari 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:4 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | (letsel)schade, kansschade, zorgvuldigheidsnorm, proportionele aansprakelijkheid, condicio sine qua non-verband |
Auteurs | Mr. J. den Hoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zowel in het Srebrenica-arrest als in het Faro-vonnis, twee tamelijk verschillende zaken, is een veroordeling tot vergoeding van kansschade uitgesproken voor onzorgvuldig handelen. In zijn Srebrenica-uitspraak stelde de Hoge Raad de kleine, maar niet verwaarloosbare kans voor de bewuste groep mannelijke vluchtelingen om uit handen te blijven van Bosnische Serviërs (als Dutchbat naar behoren zou zijn opgetreden) vast op 10%, waar het hof nog was uitgekomen op 30%. De rechtbank kwam in de Faro-zaak tot een kleine, maar niet verwaarloosbare kans van 20% op een beter resultaat bij de destijds met Martinair gevoerde onderhandelingen als de Raad voor de Luchtvaart niet onzorgvuldig zou hebben gehandeld. Een algemeen, voor alle gevallen toepasbaar, minimumpercentage voor kansschade lijkt niet aanwijsbaar. |
Wetenschap en praktijk |
De uitkoopprocedure en afgeleide schadeBillijke verhoging in de uitkoopprocedure: the law is on the move |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | prijsvaststelling, vordering, Xeikon, Sirowa, uitkoopprijs |
Auteurs | Mr. O. Danismant |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staan twee spraakmakende uitkoopprocedures centraal: Xeikon en Sirowa. De Ondernemingskamer oordeelde in deze uitkoopzaken dat (mogelijke) vorderingen tot schadevergoeding van de vennootschap op derden – en daarmee samenhangend met de door de minderheidsaandeelhouder geleden afgeleide schade – van belang kunnen zijn bij het vaststellen van de uitkoopprijs. Om de (mogelijke) vorderingen op derden te betrekken bij de prijsvaststelling trok zij een parallel met de ratio van de billijke verhoging als bedoeld in art. 2:343 lid 4 BW. In dit artikel onderzoekt de auteur hoe deze benadering past in het leerstuk van de afgeleide schade en zoomt hij nader in op de manier waarop de Ondernemingskamer de uitkoopprijs vaststelde in deze uitkoopprocedures. |
Artikel |
De schikkende pandhouderDe deur op een kier voor goederenrechtelijke partijafspraken? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2020 |
Trefwoorden | Neo-River, pandrecht, art. 3:246 BW, schuldeisersbevoegdheid pandhouder, volmacht |
Auteurs | Mr. M.C.J. Jonckers en Mr. J.M.J.M. van Eck |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 18 december 2019 bespreken de auteurs de vraag of de bevoegdheid tot het schikken van een verpande vordering contractueel aan de pandhouder toegekend kan worden en of die afspraak goederenrechtelijk effect heeft. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | ontbinding, Non disclosure agreement, Samenhangende overeenkomsten, geheimhoudingsovereenkomst, Wet bescherming bedrijfsgeheimen |
Auteurs | Prof. mr. dr. T.H.M. van Wechem en Mr. A.J. Rijsterborgh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het in handelsrelaties contractueel verankeren van geheimhouding ter zake van bedrijfsgeheimen is als gevolg van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen belangrijk(er) geworden. Partijen kunnen in de regel kiezen voor een NDA of een geheimhoudingsbeding in een meeromvattende overeenkomst. De schending van een geheimhoudingsverplichting zal in rechte veelal moeilijk zijn aan te tonen en ontbinding van de NDA wordt vaak uitgesloten. Toch onderzoeken de auteurs de juridische kwalificatie van de NDA en de gevolgen hiervan met betrekking tot de mogelijkheden tot ontbinding. Zij betogen dat een NDA veelal zal kwalificeren als een obligatoire overeenkomst, maar niet als een wederkerige overeenkomst, waardoor een NDA in geval van een tekortkoming niet kan worden ontbonden. De rechtsgevolgen van ontbinding zouden volgens de auteurs sowieso beperkt zijn geweest. In het geval vertrouwelijkheid is gewaarborgd in de vorm van een geheimhoudingsbeding in een meeromvattende overeenkomst, ligt dit anders. Gezien de verstrekkende rechtsgevolgen die een ontbinding in dat geval kan hebben, betogen auteurs dat het goed is dat de opstellers van contracten zich hier bewust van zijn. |
Artikel |
Zestien jaar OZ/Roozen: een rustig bezit? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | bewijsaanbod, getuigenbewijs, OZ/Roozen |
Auteurs | Thijs van Aerde |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft in het standaardarrest OZ/Roozen van 9 juli 2004 een maatstaf geformuleerd voor het beoordelen van de vraag of een procespartij tot getuigenbewijs moet worden toegelaten. De auteur onderzoekt de rechtsontwikkeling van nadien en gaat ook in op de voorgenomen modernisering van het bewijsrecht. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Mr. S.C. den Engelse |
Auteursinformatie |
Artikel |
Rechtsmaatregelen tegen misbruik van abstracte bankgaranties (I) |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 7 2020 |
Trefwoorden | bedrog, willekeur, fraude, conservatoir beslag, verbod |
Auteurs | Mr. P.C. Russcher |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gebeurt regelmatig dat de opdrachtgever van een bankgarantie probeert uitbetaling door de bank te beletten, maar deze pogingen zijn zelden succesvol. Naar aanleiding van een aantal recente uitspraken, waarin de opdrachtgever wél succes had, wordt in deze – in twee delen te verschijnen – bijdrage aan de hand van een systematische behandeling van rechtspraak en literatuur ingegaan op rechtsmaatregelen die de opdrachtgever kan nemen. |
Artikel |
De faillissementscurator en vrijheid |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | curator, beleidsvrijheid, aansprakelijkheid, ontwikkelingen, regels |
Auteurs | Mr. H.M.D. Bentfort van Valkenburg en Mr. J.H.M. van de Wiel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs verkennen de grenzen aan de beleidsvrijheid van de faillissementscurator. Aan de hand van drie ontwikkelingen wordt onderzocht wanneer sprake is van ‘regels’, bij overtreding waarvan de curator persoonlijk aansprakelijk is. De auteurs signaleren een toename aan richtlijnen en een toename aan onduidelijkheid over hoe die op te vatten. |
Annotatie |
Gedeeltelijke beëindiging en het toetsingsmoment in ontslagzakenHR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283 (werkneemster/Schoonmaakbedrijf Victoria B.V.) en ECLI:NL:HR:2020:284 (werknemer/werkgever) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Gedeeltelijke ontbinding, Ex tunc, Ex nunc, Vermindering arbeidsduur, Wijziging arbeidsvoorwaarden |
Auteurs | Mr. dr. D.M.A. Bij de Vaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 21 februari 2020 wees de Hoge Raad een tweetal beschikkingen waarin de vraag naar de mogelijkheid van gedeeltelijke ontbinding en het toetsingsmoment van ontbindingsbeschikkingen in hoger beroep centraal stond. Op beide punten was nadere richting gewenst. De Kolom-beschikking kon vermoeden dat een belangrijke stap gezet was richting de mogelijkheid van een gedeeltelijke ontbinding. Niets blijkt minder waar, getuige het oordeel in de Victoria-beschikking, of toch…? Ook de vraag naar het toetsingsmoment van ontslagzaken in hoger beroep heeft de gemoederen beziggehouden. De Hoge Raad komt niet tot een uniform antwoord. Gaat het om een afgewezen ontbindingsbeschikking, dan is de toetsing in hoger beroep ex nunc; gaat het om een toegewezen ontbindingsbeschikking, dan is de toetsing ex tunc. Deze bijdrage onderwerpt de twee beschikkingen aan een nadere analyse. |
Artikel |
Niet meer en niet minderOver normatieve overwegingen bij het vaststellen van causaal verband |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | condicio sine qua non, schadevergoeding, hypothetisch scenario, billijkheid, geschonden norm |
Auteurs | W.Th. Nuninga LLM MJur |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vaststelling van het csqn-verband wordt gezien als een feitelijke exercitie waar normatieve overwegingen geen rol spelen. In deze bijdrage wordt betoogd (1) dat dit onjuist is omdat normatieve overwegingen ook nu al een rol spelen, maar (2) dat deze overwegingen ten onrechte alleen ten gunste van het slachtoffer werken. |
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2020 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | franchise, concurrentiebeding, franchiseovereenkomst, postcontractueel, prognose-torpedo |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze reeks artikelen betreft een overzicht van jurisprudentie ter zake het postcontractuele non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. In deze aflevering komen onder andere de redelijkheid en billijkheid, de pre-emptive strike en betrokken derden aan de orde. |