Tijdens de zomermaanden oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens over twee verzoekschriften waarin de vrijheid van meningsuiting van werknemers centraal stond. De eerste zaak (Heinisch/ Duitsland) betrof naar de woorden van het Hof een zaak van whistle-blowing (klokkenluiders). Een werkneemster maakte van haar vrijheid van meningsuiting gebruik om extern wantoestanden in de onderneming aan te klagen die een kwestie van algemeen belang raken. In de tweede zaak (Sanchez e.a./Spanje) onderzocht een Grote Kamer het ontslag op staande voet van enkele vakbondsleden wegens een naar de mening van de werkgever diffamerende cartoon in een interne vakbondspublicatie. Deze cartoon hield verband met een juridisch geschil tussen de vakbond en de werkgever dat in de Spaanse rechtbanken werd uitgevochten. In deze zaak wordt ook aan de vakverenigingsvrijheid getoetst. Een onderliggende vergelijking van beide zaken laat toe te appreciëren of werknemers in de uitoefening van een vertegenwoordigend mandaat dat zij van aangesloten vakbondsleden hebben gekregen, over een grotere dan wel een kleinere expressievrijheid beschikken dan geïsoleerde werknemers die ‘onrecht’ aanklagen. De relevantie van de aard van de ondernemingsactiviteit (publieke of private sector) en de arbeidsverhouding (ambtenaar/contractueel) wordt bekeken. Na een afzonderlijke analyse van beide zaken, een beschouwing over de tussenkomst van de vakbond in de zaak Heinisch en een beschouwing over de formele methodologie van het Hof worden beide arresten vanuit enkele kernvragen rond expressievrijheid op de werkplek op een meer vergelijkende wijze beschouwd. |
Zoekresultaat: 25 artikelen
Jaar 2011 xJurisprudentie |
Vrijheid van meningsuiting op de werkplek in twee maten en gewichten: de werknemer mag blaffen, de ‘watchdog’ wordt gemuilkorfdEHRM 21 juli 2011, Application nr. 28274/08 (Heinisch/Duitsland) en EHRM 12 september 2011, Application nr. 28955/06, 28957/06, 28959/06 en 28964/06 (Palomo Sanchez e.a./Spanje) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | klokkenluiders, vrijheid van meningsuiting op de werkplek, private en publieke sector, vakverenigingsvrijheid, EVRM |
Auteurs | Prof. dr. F. Dorssemont |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad en het wijzigingsontslagHR 24 december 2010, JAR 2011/20 (Woonzorg) en HR 24 december 2010, LJN BO2420 |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | ontslagrecht, gesloten stelsel, sociaal rechtvaardig ontslag, wijzigingsontslag, Änderungskündigung |
Auteurs | mr. N. Gundt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van twee uitspraken van de Hoge Raad van 24 december 2010 wordt in deze bijdrage het wijzigingsontslag nader onderzocht. In de eerste plaats wordt geconstateerd dat het wijzigingsontslag in Nederland op basis van de huidige regelgeving slechts in de vorm van het deeltijdontslag mogelijk is. Nu de Hoge Raad desondanks het wijzigingsontslag lijkt te hebben aanvaard, is de voornaamste vraag hoe deze ontslagvorm in goede banen kan worden geleid. Onderzocht wordt in hoeverre het Duitse recht hierbij van nut kan zijn, aangezien daar het wijzigingsontslag niet alleen gecodificeerd is, maar ook in rechtspraak en literatuur veelvuldig wordt verfijnd. Ten slotte worden eisen en voorwaarden geïdentificeerd die in de toekomst aan een wijzigingsontslag zouden moeten worden gesteld. |
Hoofdartikel |
Grensoverschrijdende overgang van ondernemingEen analyse van de bevoegde rechter en het toepasselijke recht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | grensoverschrijdend, overgang, onderneming, IPR, werknemersbescherming, rechtsmacht, toepasselijk recht |
Auteurs | mr. F.G. Laagland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nederlandse ondernemers besteden steeds vaker de ondernemingsactiviteiten uit aan ondernemers in het buitenland. Dergelijke grensoverschrijdende transacties kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor de werknemers. Zij krijgen niet alleen te maken met een buitenlandse werkgever, maar eventueel ook met een verplaatsing van de ondernemingsactiviteit naar het buitenland. In deze bijdrage wordt nagegaan of Richtlijn 2001/23 EG inzake overgang van onderneming eveneens de rechten van deze werknemers beschermt. Aandacht komt toe aan de vraag welke nationale rechter rechtsmacht heeft en aan de hand van welk (implementatie)recht de claims inzake de toepassing van de Richtlijn worden beoordeeld. De auteur komt tot de conclusie dat de Richtlijn op het punt van het toepasselijke recht aanpassing behoeft. |
Artikel |
Financiële dienstverlening binnen groepsverband bezien vanuit fiscaal perspectiefMet de nadruk op de onzakelijke lening |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | onzakelijke lening, afwaarderingsverlies, groepsgarantie |
Auteurs | Drs. S. den Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met het certificaathouders-uitkoop-arrest van 9 mei 2008 heeft de Hoge Raad een nieuw begrip in het fiscaal recht geïntroduceerd: de onzakelijke lening. Onder de onzakelijke lening wordt in dit verband verstaan een geldverstrekking aan een gelieerde partij die onder zodanige voorwaarden en omstandigheden heeft plaatsgevonden dat daarbij door die geldverstrekking een debiteurenrisico wordt gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen. Daar een dergelijke lening niet geacht wordt te zijn verstrekt uit zakelijke motieven, maar uit aandeelhoudersmotieven is een afwaarderingsverlies – als liggende in de aandeelhouderssfeer – fiscaal niet aftrekbaar. In deze bijdrage wordt allereerst aangegeven welke plaats de onzakelijke lening in het fiscaal recht inneemt te midden van de zakelijke lening en de lening die fiscaal volledig wordt geherkwalificeerd in eigen vermogen. Vervolgens wordt ingegaan op een viertal vragen die het certificaathouders-uitkoop-arrest heeft opgeroepen en de gevolgen van het arrest voor andere vormen van financiële dienstverlening binnen groepsverband. Afgesloten wordt met een aantal aandachtspunten voor de praktijk. |
In Agenda worden lezingen, conferenties en andere evenementen aangekondigd. |
Article |
|
Tijdschrift | ARBAC, november 2011 |
Auteurs | Dr. Jan Popma |
Samenvatting |
The Dutch Labour Inspectorate, that is allotted with the task of supervising the Dutch Working Conditions Legislation, is one of the public bodies currently envisaged by the Dutch government for a reduction in staff. Also, the Inspectorate is being amalgamated with two other supervising bodies under the responsibility of the minister of Social Affairs. This article analyses whether these developments are in line with international labour law (notably ILO convention 81, the Labour Inspection Convention 1947). It is asserted that both the reduction in staff and the reorganisation constitute a breach of ILO Convention 81. Instead of reducing the number of inspectors, the number should in fact be doubled to meet the ILO Standard in this respect. Also, the Inspectorate should be given the means to further build its expertise (notably in the field of occupational diseases and emerging risks). Furthermore, the independence from politically motivated policies should be strenghtened. |
Artikel |
De rechtspersoon als enquêtegerechtigde |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 11 2011 |
Trefwoorden | wetsvoorstel tot aanpassing van het enquêterecht, toegang tot enquêteprocedure, rechtspersoon, vennootschap, enquêtegerechtigden |
Auteurs | Mr. S.C. van Gendt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur het wetsvoorstel tot aanpassing van het enquêterecht dat op 8 september 2011 naar de Tweede Kamer is gestuurd. Er wordt met name ingegaan op de uitbreiding van de kring van enquêtegerechtigden met de rechtspersoon zelf. De auteur plaatst enkele kanttekeningen bij het wetsvoorstel. |
Article |
|
Tijdschrift | ARBAC, augustus 2011 |
Auteurs | Ronald Mr. Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In the Netherlands, the legal consequences of a transfer of undertaking are especially unclear - or even: unreasonable - in the case of collective labour agreements. At the current state of affairs, employers will be bound by rights and obligations contained in those agreements even after the agreement itself has expired. Moreover, employees may, under certain circumstances, pick their labour conditions from different collective agreements and pick the most favourable ones (cherry picking). The author seeks to find a solution to these and other problems relating to the transfer of collective labour agreements. |
Boekbespreking |
I. Asscher Vonk, Rechtvaardigheid in de arbeidsrelatie |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2011 |
Auteurs | Prof. dr. F. Dorssemont |
SamenvattingAuteursinformatie |
Boekbespreking van I. Asscher Vonk, Rechtvaardigheid in de arbeidsrelatie |
Jurisprudentie |
Arbeidsovereenkomst en privaatrechtelijke dienstbetrekking: dezelfde betekenis en uitlegcriteria?Hoge Raad 25 maart 2011, nr. 10/02146, LJN BP3887, JAR 2011/109, m.nt. C.J. Loonstra, NJ 2007, 449 |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | privaatrechtelijke dienstbetrekking, arbeidsovereenkomst, gezagsverhouding, partijbedoeling, feitelijke uitvoering |
Auteurs | Prof. mr. C.J. Loonstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
De civiele rechter neemt sinds het arrest Groen/Schoevers (JAR 1997/263) bij de beantwoording van de vraag of partijen een arbeidsovereenkomst ex artikel 7:610 BW hebben gesloten, zowel in ogenschouw hetgeen partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen heeft gestaan, als de wijze waarop zij feitelijk uitvoering aan de overeenkomst hebben gegeven. Of de fiscale rechter en de socialeverzekeringsrechter deze twee aspecten eveneens in hun beoordelingen of van een (privaatrechtelijke) dienstbetrekking kan worden gesproken, moeten betrekken, is lange tijd niet duidelijk geweest. Uit de rechtspraak van deze twee rechters kan in ieder geval worden afgeleid dat zij de partijbedoeling een uiterst bescheiden rol hebben toebedeeld. In het arrest De Gouden Kooi van de (fiscale kamer van de) Hoge Raad is (voor het eerst) expliciet overwogen dat ook de socialeverzekeringsrechter zowel partijbedoeling als feitelijke uitvoering in zijn beschouwing moet betrekken (de fiscale rechter heeft dit gedaan). Betoogd wordt dat dit desondanks geen (ingrijpende) gevolgen zal hebben voor de eigen accenten die de CRvB en de Hoge Raad (fiscale kamer) tot nu toe altijd hebben gelegd bij hun uitleg van de (privaatrechtelijke) dienstbetrekking. |
Artikel |
Collectief ontslag niet meer omzeild |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | collectief ontslag, WMCO, gelijkgesteld ontslag |
Auteurs | Dr. mr. J.H. Even en Mr. B. Filippo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage brengt het voorstel van wet ‘Wijziging van de Wet melding collectief ontslag in verband met de uitbreiding van de reikwijdte en ter bevordering van de naleving van deze wet’ in kaart. Dit wetsvoorstel wordt getoetst aan de Richtlijn collectief ontslag. In het bijzonder onderzoeken de auteurs van deze bijdrage (1) of de Richtlijn deze wetswijziging voorschrijft en, zo neen, (2) of de Richtlijn deze wetswijziging toestaat. Om deze vragen te kunnen beantwoorden analyseren de auteurs onder andere (1) de definitie van ontslag, (2) de definitie van gelijkgesteld ontslag, (3) het verschil in rechtsgevolgen tussen beide vormen van beëindiging van de arbeidsovereenkomst, (4) het ontslag tijdens faillissement, en (5) de timing inclusief de verplichting tot het in acht nemen van de wachttijd. Deze analyse richt zich op zowel de Richtlijn als de WMCO. Zij concluderen dat de WMCO na de wetswijziging een stuk beter aansluit bij de Richtlijn dan dat deze wet nu doet. Sommige voorgestelde wetswijzigingen gaan verder dan de Richtlijn voorschrijft, andere aspecten van de (nieuwe) WMCO zullen (nog steeds) niet richtlijnconform zijn. |
Artikel |
Het afschaffen of beperken van het structuurregime vanwege een (gedeeltelijke) vrijstelling: adviesrecht ondernemingsraad? |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 6 2011 |
Trefwoorden | structuurregime, vrijstelling, beperking, ondernemingsraad, adviesrecht |
Auteurs | Mr. G.W. Wesselingh |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de procedure die een structuurvennootschap dient te volgen indien een vrijstelling op het structuurregime van toepassing wordt of de vennootschap gaat voldoen aan criteria voor beperkte toepassing van het structuurregime. De nadruk wordt gelegd op (de wenselijkheid van) het adviesrecht dat de OR mogelijk toekomt bij de procedure. |
Artikel |
Dwingend recht in het arbeidsovereenkomstenrecht:van confectie naar couture |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | dwingend recht, semidwingend recht, driekwartdwingend recht, vijfachtstedwingend recht, ongelijkheidscompensatie, differentiatie, concentratie |
Auteurs | Mr. dr. A.R. Houweling en Mw. mr. L.J.M. Langedijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Van het arbeidsrecht wordt vaak gedacht dat het de dwangbuis van de privaatrechtelijke rechtsgebieden is. Vergaande werknemersbescherming zou ertoe hebben geleid dat bij de totstandkoming, de invulling en de beëindiging van een arbeidsovereenkomst de partijautonomie een ondergeschikte rol speelt. Dit zou worden veroorzaakt door het sterk dwingendrechtelijke karakter van het arbeidsrecht. Bijgevolg zou het arbeidsrecht als ware het een confectiepak geen ruimte bieden voor maatwerk, waardoor onvoldoende aansluiting bij de hedendaagse dynamiek op de arbeidsmarkt en economie zou bestaan. Dwingend recht lijkt al jaren uit de mode te zijn. In deze bijdrage wordt onderzocht in hoeverre dit verwijt terecht is. De auteurs analyseren (de ratio’s van) de verschillende gradaties van dwingendheid en onderzoeken in hoeverre er een systeem in de keuze (van de wetgever) voor gradaties van dwingendheid is te signaleren. Vervolgens schetsten de auteurs een aantal toekomstscenario’s van het arbeidsrecht en de gewenste positionering van het dwingend recht daarbinnen. Zij concluderen dat gedifferentieerde dwingendheid binnen concentraties van arbeidsrechtelijke themata, waarbij een uitdrukkelijke(re) rol voor vijfachtste dwingendheid, een waarschijnlijke ontwikkeling zal zijn. |
Jurisprudentie |
Het Hof van Justitie en zijn benigna interpretatio van werkgever en werknemerHvJ EG 21 oktober 2010, C-242/09, JAR 2010/298 (Albron Catering BV/FNV Bondgenoten & John Roest) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | overgang van onderneming, rechtspositie permanent gedetacheerde werknemer binnen concern |
Auteurs | Dr. R.M. Beltzer en Mr. I.A. Haanappel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Albron/Roest heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een belangwekkende uitspraak gedaan die grote gevolgen heeft voor de Nederlandse rechtspraktijk. De binnen een concern permanent gedetacheerde werknemer wordt beschermd door Richtlijn 2001/23 (overgang van onderneming) en wel door een welwillende interpretatie van de begrippen werkgever en werknemer door het Hof. Het arrest zal naar het oordeel van de auteurs moeten leiden tot een aanpassing van de Nederlandse wetgeving. |
Artikel |
HR Inter Access: food for thought over procederen in enquêtezaken |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | enquêterecht, cassatie, artikel 1 EP EVRM, onmiddellijke voorziening |
Auteurs | Mr. F.G.K. Overkleeft, LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt de recente beschikking van de Hoge Raad inzake Inter Access (HR 25 februari 2011, ARO 2011, 41). Een oordeel van de Hoge Raad over de mogelijkheid om een aandeelhouder bij onmiddellijke voorziening gedwongen te laten verwateren in het licht van artikel 1 Eerste Protocol EVRM bleef uit, maar de beschikking kent zeker andere interessante punten. Daarbij besteedt de auteur met name aandacht aan de lessen die uit de beschikking zijn te trekken voor wat betreft het procederen in enquêtezaken. |
Artikel |
Goed toezicht in ziekenhuizen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | toezicht, cliëntenrechten, governance, verantwoording, bestuur |
Auteurs | prof. mr. F.C.B. van Wijmen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat mag anno 2011 van de raad van toezicht van een ziekenhuis verwacht worden? Van allerlei affaires in de gezondheidszorg gedurende de laatste vijftien jaren hebben we veel kunnen leren. Voeg daarbij dat de overheid en adviesorganen hun opvattingen en eisen op het terrein van governance hebben aangescherpt. De Zorgbrede Governancecode en plannen voor nieuwe patiëntenwetgeving (Wet cliëntenrechten zorg) leveren een indrukwekkende agenda voor een eigentijdse raad van toezicht, die in kritische wisselwerking staat met de raad van bestuur, die een dynamische verbinding onderhoudt met opdrachtgevers en belanghebbenden en die als het moet krachtig en correctief kan ingrijpen. |
Artikel |
De gevolgen van de AIFM Richtlijn voor de Nederlandse private equity-industrie |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | AIFM Richtlijn, alternatieve beleggingsfondsen, private equity-fondsen, beheerders |
Auteurs | Mr. J. Kerkvliet |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de gevolgen van de AIFM Richtlijn voor de Nederlandse private equity-industrie. Deze richtlijn beoogt een geharmoniseerd regelgevings- en toezichtkader voor beheerders van alternatieve beleggingsfondsen tot stand te brengen en moet begin 2013 in de Nederlandse wetgeving zijn geïmplementeerd. |
Artikel |
Positie van schuldeisers bij een juridische splitsing: artikel 2:334u BW onder de loep |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | juridische splitsing, positie schuldeisers, vernietiging, artikel 2:334u BW |
Auteurs | Mr. J.W. van der Horst |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat de auteur in op de positie van schuldeisers bij een juridische splitsing. Daarbij gaat zij met name in op de vraag of schuldeisers een beroep kunnen doen op artikel 2:334u BW en wat de mogelijke gevolgen zouden (kunnen) zijn indien deze vraag bevestigend dient te worden beantwoord. |
Artikel |
Het spreekrecht van de ondernemingsraad nader belicht |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | ondernemingsraad, spreekrecht, internationaal concern, structuurvennootschap |
Auteurs | Mr. E.O. Bijkerk |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de mogelijke varianten van het spreekrecht van de ondernemingsraad bij naamloze vennootschappen, waarbij met name aandacht wordt besteed aan het spreekrecht bij internationale holdings en structuurvennootschappen. |
Diversen 2 |
Verslag Najaarsvergadering Vereniging voor Gezondheidsrecht 2010 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | kwaliteit, veiligheid, bestuur, verantwoording, VGR |
Auteurs | Mr. P. van der Hart-Zwart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdens de najaarsvergadering 2010 van de VGR spraken prof. dr. Kim Putters en mr. Mieke de Die over het onderwerp ‘Governance en kwaliteit van zorg’. Bij governance in de zorg gaat het om bestuur, verantwoording en toezicht. De zorgbestuurder is verantwoordelijk voor kwaliteit en veiligheid van zorg. Door incidenten in de zorg is de nadruk steeds meer op toezicht en controle komen te liggen. Beide sprekers vinden dat de oplossing veel meer moet worden gezocht in communicatie. Een zorgbestuurder zou meer moeten uitkomen voor de waarden en identiteit van de zorgorganisatie en hierover ook meer moeten communiceren naar de buitenwereld. |